Onze laatste dag in Alken willen we zeker eens een tochtje maken in het dorp en de omgeving. Het kleine Alken is een oud wijnstadje. Opgravingen hebben aangetoond dat in de Romeinse tijd al sprake was van bewoning. Het echte ontstaan van Alken is echter nauw verbonden met de burcht Thurant die in 1192 werd gebouwd in opdracht van graaf Hendrik von der Pfalz. Hoewel de burcht binnen het keurvorstendom van Trier lag , hadden de inwoners van Alken banden met de aartsbisschop van Keulen. Tijdens een belegering (1245-1248) van het stadje werd de bevolking uitgehongerd en zo gedwongen tot overgave. De ondertekening hiervan, de Vrede van Thurant geldt als het oudste verdrag in het Duits opgesteld. Dit verdrag resulteerde in een bestuurlijke samenwerking tussen Keulen en Trier, hetgeen niet bleek te werken. De burcht raakte in verval en begin 17e eeuw werd het bouwval als bouwmateriaal gebruikt. Wat overbleef, op twee torens en een woongedeelte na werd door de Fransen 1n 1689 verwoest. Het complex werd na WO-2 gedeeltelijk herbouwd. Alken dat in 1350 stadsrechten kreeg ligt midden in een verrassend mooi Moezellandschap en kent enkele fraaie bezienswaardigheden. Zo zijn er de resten van oude muren en torens, waarvan er één zelfs bewoond is. Van de stadsmuur bleef de Fallerport behouden. Verder bezienswaardig zijn een aantal oude vakwerkhuizen, de romaanse St-Michaels-Kapelle met zijn mooie fresco's uit de 13e en 15e eeuw, het oude kerkhof met zijn kruisbeelden in barokstijl, en het barokke Wiltberger Hofhaus. Tegenover de Alkerner Ley, waarop de burcht Thurant is gelegen ligt de ruïne Bleidenberg. Vanaf deze plek werden met Blijden, slingerwerktuigen de burcht Thurant bestookt met stenen en puin. Op de Bleidenberg liggen ook de resten van de Dreifatigkeitskapelle. Een zeer waardevolle 14e eeuwse kruisgroep van houtsnijwerk, die vroeger aan de kapel hoorde. Ze worden tegenwoordig in het stroomafwaarts gelegen Oberfell bewaard in de pastorie.
BURG THURANT
Van het oorspronkelijke bouwwerk dat nog bewaard bleef dateert het grootste deel van na 1248. Het poortgebouw ontstond pas in het kader van de gedeeltelijke herbouw van de burcht in het begin van de 20e eeuw, terwijl een woongebouw na de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog in de jaren 1960-1962 werd gereconstrueerd. Het gehele complex wordt door een ringmuur omgeven en op de zuidelijke zijde door een gracht beschermd. Wat bijzonder is dat de burcht uit twee verschillende burchten bestaat “De Trierse burcht” en “De Keulse burcht”
De Trierse burcht
Het Trierse deel van de burcht is over de gracht via een houten brug door een poortgebouw te bereiken. Daar komt men op een grote binnenhof, waar Robert Allmers in de 20e eeuw een rotstuin heeft aangelegd. Van daaruit is ook de Trierse bergfried bereikbaar, waarvan de muren aan de basis drie meter dik zijn. De bergfried dient voor de opvang van water en kan derhalve niet worden bezichtigd. Aan de westelijke kant van de binnenhof bevindt zich het Herrenhaus, dat in de jaren 1960-1962 op oude fundamenten werd gereconstrueerd, nadat het tijdens de Tweede Wereldoorlog door Amerikaans artillerievuur werd verwoest. Aan de noordwestelijke hoek van het gebouw begint een op de westelijke ringmuur aan de kant van de Moezel gelegen weergang, die zich tot het Keulse deel van de burcht voortzet. Een tweede, kleinere poort voert van de binnenhof naar de noordwestelijk gelegen Ehrenhof, waar zich nog de enige van de ooit drie aanwezige cisternen van de burcht bevindt. De schacht van de put is circa 20 meter diep. De Ehrenhof werd vroeger aan de noordwestelijke kant door een dikke muur afgesloten, waarvan tegenwoordig alleen een deel in de volle hoogte en sterkte bewaard is gebleven. In de noordelijke hoek van de Ehrenhof staat een drie verdiepingen tellend gebouw. In de onderste verdieping daarvan bevindt zich de burchtkapel met oude muur- en plafondfresco's, een barok altaar uit 1779 en een doopvont uit 1515. Aan het gebouw sluit zich ten noordoosten de nog bewaarde eerste verdieping van het palas aan.
De Keulse burcht.
Vroeger was de Keulse helft slechts over een smalle houten brug door de Paltsgravenpoort aan de noordwestelijke hoek van het complex te bereiken. De poort sluit zich aan een binnenhof aan, waaraan op het zuidoostelijke einde twee ronde torens staan die door een overdekte weergang met elkaar worden verbonden. In de zuidelijke toren bleven muurschilderingen bewaard, die de wapens van alle bezitters en leenheren tonen. Boven de toenmalige grensmuur met de Trierse helft is de zuidelijke toren met de ruïne van het Keulse palas uit de 16e eeuw aan de oostelijke zijde van het complex verbonden. Vroeger bevond zich hier de ridderzaal, maar de bouw werd in 1812-1813 door de troepen van Napoleon verwoest, zodat tegenwoordig nog slechts naast de kelder de begane grond volledig bewaard bleef. Van de hogere verdiepingen bleven naast de gevelmuren ook de noordoostelijke buitenmuur bewaard. Ze bezit vensters in de laatromaanse stijl, die echter niet oorspronkelijk zijn en pas in het begin van de 20e eeuw werden ingebracht. Het noordelijke einde van de burcht wordt afgesloten door het zogenaamde jachthuis, dat net als het Herrenhaus op oude fundamenten werd herbouwd. In dit jachthuis worden jachttrofeeën, uitrustingen, oude wapens en vondsten van opgravingen tentoongesteld. Een overdekte weergang verbindt de bouw met de Keulse bergfried, waarvan de eerste verdieping vroeger als kerker diende en waar tegenwoordig folterwerktuigen zijn de bezichtigen.
Ons bezoek aan de burcht is wel fijn maar van buitenaf is hij veel groter dan als je binnen rondloopt. Na het bezoek wandelen we terug naar het stadje. We hebben nog tijd over en gaan Gondorf nog bezoeken.
TATZELWURMWEG. - “Klettersteig naar de Niederburg” - KOBERN. 28/10/2017
BEZOEK KOBERN.
TATZELWURMWEG. - “Klettersteig naar de Niederburg”
Geografisch gezien bevindt het wijndorp zich in de regio Untermosel - een van de warmste regio's van Duitsland. Steile leisteenterrassen klimmen steil vanaf de oevers van de Moezel en omlijsten het charmante wijndorp, dat zich zachtjes tegen de Moezel nestelt. De inwoners zijn echt trots op Kobern-Gondorfer op onze traditionele plek. ze zijn erg trots op onze overvloedige cultuur- en vrijetijdsfaciliteiten en het wordt pas mysterieus als je bij kaarslicht zit en op een gevorderd uur 's avonds met de wijnmaker en luistert naar het verhaal van de Tatzelwurmen. Dit komt men overal tegen in Kobern op de markt staat de Tatzelwurmbron. En de wandelingen zijn met dit dier aangeven alles staat in het teken van dit dier. De markt is een bijzonder mooie plek met verschillende prachtige vakwerkhuizen. Een gezellig plein autovrij waar je rustig kunt genieten van een terrasje. Wij wandelen rond het dorpje en genieten van de prachtige vakwerkhuizen overal duiken ze op elke hoek van de straat weer een nieuwe verrassing. Gewoon prachtig. De Tatzelwurmweg De waarheid op het spoor. De cultuurhistorische Tatzelwurmweg 7.5km lang en als een cirkelvormige route door een verscheidenheid aan terreinen loopt. Spectaculaire zichten en onverwachte natuurlijke elementen vinden we op Rosenberg Moseltalpanoramas met brede landbouwgronden en Hohesteinsbachtal. Je komt in een natuurlijke beukenbossen en groenvoorzieningen en langs Romeinse archeologische monumenten. Een bijzondere afkorting is de slechts 250 meter lang maar wel evenveel meters klimmen langs kleine paadjes , trappen kom je aan de Niederburg eerst langs een ijzeren ladder om de hoogte ver overbruggen en dan staan je voor de burg dan moet je steil omhoog langs een ladder om dan op het burggelande te komen waar je kunt genieten van een prachtig panorama over Kobern en de Moezel. Dan komt de weg terug naar het dorp steil naar beneden. Wat een prachtige zichten. We wandelen nog een eind door het dorp en komen langs verschillende prachtige vakwerkhuizen. Wat een prachtige dag aan de Moezel
JUBILÄUMSVERANSTALTUNG 30 JAHRE VSV”SCHNELLE FÜSSE” KOBLENZ. / 34. INT RHEIN-MOSEL-WANDERUNG. / WINNINGEN AN DER MOSEL. 28/10/2017
JUBILÄUMSVERANSTALTUNG 30 JAHRE VSV”SCHNELLE FÜSSE” KOBLENZ.
34. INT RHEIN-MOSEL-WANDERUNG.
WINNINGEN AN DER MOSEL.
Winningen is een belangrijk Riesling-wijndorp, gelegen vlak voor Guls en Lay, twee voorsteden van Koblenz. Het karakteristieke kenmerk van Winningen is de fontein van de wijnheks in de schilderachtige Weinhof. De fontein werd als monument voor de wrede heksenvervolging opgericht De wijnheks is niet alleen te zien in de vorm van een beeld op een fontein, maar is tevens verwerkt in vele geveldecoraties en cafénamen. Ook in de naam van de grootste wijngaard in de buurt, die bijna doorloopt tot Moselkern. Het stadje dat reeds in 865 als Windiga in documenten wordt genoemd, heeft vele fraaie vakwerkhuizen en een parochiekerk met Romaans middenschip (rond 1200). Naast fraaie vakwerkhuizen heeft Winningen veel statig villa-achtige wijnboerderijen. Beroemd is ook het Winninger Winzerfest, dat met feestelijke optochten en allerlei traditionele gebruiken eind augustus/begin september. Tien dagen lang duurt het feest en tien dagen lang komt er geen water uit de fontein van de Wijnheks maar wijn. Ook is Winningen bekend als geboorteplaats van August Horch. De pionier van de auto en oprichter van de Audi-fabrieken. In het Heimatmuseum is een kleine tentoonstelling aan hem gewijd. Dat de Moezel-Saar regio en de wijn bij elkaar horen, merkt men bij de eerste blik. Uit welke richting en op welke manier men de dal van de Moezel ook bereikt, de wijngaarden beheersen het landschap. De streek langs de Moezel geldt als oudste Duitse wijnbouwgebied. De vele vondsten, waaronder diverse pershuizen uit de Romeinse tijd, getuigen van de lange wijnbouwtraditie in deze regio. Door de steile hellingen kunnen er bijna geen machines worden gebruikt. Het meeste werk moet worden gedaan met de hand. Het aantal gewerkte uren per hectare is dan ook vele malen hoger dan op vlak terrein waar mechanisch kan worden verbouwd. Nergens anders ter wereld zijn zo veel steile wijngaarden te vinden als langs de Moezel rivier in Duitsland. In de vaak duizelingwekkende steiltes wordt de kracht van de zon opgevangen en de diepe wortels van de oude ranken verzamelen mineralen, die de wijn grote elegantie en een unieke smaak verlenen. De wereldberoemde Moezelwijnen danken hun unieke smaken aan de ideale groeicondities. Wij wandelen tussen de wijnvelden en op romantische paden. Steeds weer met de beste uitzichten: op wijngaarden en bossen, komen op stille plekjes en genieten van de prachtige natuur.
Het Traumpfad Bleidenberger Ausblicke (Bleidenberger uitzicht) langs de Moezel bewandelen:
Adembenemende uitzichten op het Moezeldal, imposante rotspartijen, een diep ravijn en een oud wijnbouwerspad voeren ons naar de middeleeuwse burcht Thurant en de Bedevaartskerk in Bleidenberg. De weg voert langs de ruisende Alkener beek en voorbij de imposante Helmutseik naar een prachtig gemengd bos, waar een lichte klim wordt beloond met imposante uitzichten. Boven aangekomen komt de burcht Thurant in zicht, die u terugvoert naar de middeleeuwen. Een smal pad leidt via een rotspunt naar de historische St. Michaelskerk en het charmante wijndorp Alken. De route voert u langs de rustieke stadspoort naar de ‘Sieben Fußfälle Klettersteig’ (Zeven voetvallen-klim), die omhoog voert naar de met wijnranken bedekte hellingen van de Moezel. Vanaf de Bleidenberg kunt u genieten van spectaculaire uitzichten. Ook de nabijgelegen Bedevaartskerk van Bleidenberg is een bezoek waard. Na een laatste afdaling kunt u opnieuw genieten van fantastische uitzichten over het Moezeldal en de burcht Thurant, Na het beklimmen van een met wijnranken bedekte helling kunt u genieten van een prachtig uitzicht op de Moezel. Verder bergopwaarts volgen prachtige panorama’s op de Vooreifel. Na een wandeling door groene bossen en bloeiende weiden komen we aan bij de schuilhut bij de Dickenberg, die prachtige vergezichten biedt en uitnodigt tot een aangename rustpauze. Na een paar kilometer langs onverharde veldwegen passeren we de K71 en bereiken we het ongerepte dal van de Alkener Bach. De geologische geschiedenis van de regio komt hier opnieuw tot leven met diepe ravijnen en steengroeven. Omdat we in Alken begonnen zijn eindigt onze wandeling ook in Alken. We wandelen dan ook een heel eind door het stadje Alken tot we aan ons logeeradres komen. Wat en prachtige wandeling en wat een prachtig zicht vanuit het stadje op de burg Thurant. Deze zullen we in de loop van de week ook nog bezoeken. Een prachtige dag rond de wijnbergen en de Moezel. Een gezellig stadje waar je lekker kunt eten en wat zoete wijn proeven.
COCHEM. Cochem is een oud Duits plaatsje wat in de provincie Rijnland-Pfalz ligt. De stad is idyllisch gelegen aan een bocht in de rivier de Moezel opgeven door hellingen met wijngaarden. Hoog boven de stad torent de Reichsburch boven de stad uit. Van een afstand doet dit geheel aan als een plaatje wat rechtstreeks uit een sprookje komt. Het stadje Cochem is zeer sfeervol. Nauwe straatjes met vakwerkhuisjes zijn tegen de heuvel aangebouwd omhoog lopend naar een werkelijk sprookjesachtig kasteel. In de zomer is het heerlijk slenteren aan de Moezelboulevard en genieten in het zonnetje van alle lekkere wijntjes die de wijnboeren in de omgeving produceren. In verschillende restaurantjes en proeflokalen kan men proeven van deze befaamde Moezelwijnen. Niet alleen Cochem zelf, maar ook de omgeving is een bezoek meer dan waard. Naast het mooie Cochem zijn er nog meer mooie oude dorpjes in de omgeving te vinden zoals Bleistein en Ediger. De Reichsburcht Het gezicht van Cochem is de Reichsburcht. Deze prachtige burcht is dan ook erg mooi gelegen midden op een rotspunt in de bocht van de rivier en lijkt zo tot voorbeeld te hebben gediend van menig Disney film. De burcht is te bereiken te voet vanuit het stadscentrum. De Burcht zelf is goed gerestaureerd en ligt midden tussen de wijnvelden. Men komt binnen via een grote poort om direct al een prachtig uitzicht te krijgen over de stad Cochem en de rivier. Stadsrondvaart met toeristentreintje en wijnproeven. Een bijzonder rondrit met het toeristentreintje is een hele beleving de wijnbergen in en door de smalle straatjes en na de rondrit een glaasje wijn en het glaasje mag je houden.
TREIS- KARDEN
De belangrijkste bezienswaardigheid in het dorp Karden is echter de met drie torens getooide kloosterkerk St.Kastor, genoemd naar de Heilige Kastor, die de bevolking van de Untermoselstreek in de 4e eeuw tot het Christendom bekeerde. Al van verre springt de kerk in het oog. Het reusachtige witte gebouw steekt scherp af tegen het groen van de omliggende wijngaarden. De twee indrukwekkende hoektorens van het koor staan naar de rivier toegewend, de derde toren met barok helmdak staat aan de voet van de hellingen met wijngaarden. Binnen in de kerk is het gotische hoogaltaar met de Aanbidding van de Wijzen uit het Oosten van terracotta (14e eeuw) opvallend. Ook het Broy-altaar (16e eeuw)en het oude orgel zijn prachtig om te zien. Het bijzonder mooie orgel wordt vaak gebruikt bij concerten. De St.Kastor behoort tot de mooiste en grootste Romaanse bouwwerken van de Moezelstreek. In het Stiftmuseum, in het gerenoveerde Zehnthaus zijn de omvangrijke schatten van het museum tentoongesteld. Het documenteert 2000 jaar stadsgeschiedenis met vondsten uit de Keltische, Romeinse en Frankische tijd. Rond de Kloosterkerk staan domherenhuizen uit de laat Romaanse periode, Gothiek en Renaissance. Het Propsteihaus uit de 12e eeuw was eens een zetel van de aartsdiaken, vertegenwoordiger van de aartsbisschop en geldt als één van de oudst en mooist bewaard gebleven Romaans Duitse bouwwerken.
EHRENBURG.
In 1161 bevestigt keizer Frederik I ("Barbarossa") een geschil over het bezit van het kasteel tussen de aartsbisschop van Trier en de graaf Palatijn van de Rijn. Deze omstandigheid dankt de Ehrenburg haar eerste documentaire vermelding. Gelegen op een bijzondere mooie plek wij dalen af vanop de parking naar de burg, wat een zicht als we aan de brug naar de burg komen. De burg ligt op een rots boven een prachtig dal. Wij mogen nog even binnen het is bijna sluitingstijd. We wandelen even rond in de burg. Klimmen naar de hoge toren, al draaiend ophoog wat mooi. We genieten van deze mooie burg en we kunnen rustig rondwandelen en alles van dichtbij bezien.
Na het bezoek aan de burg keren we terug naar Alken. We hebben een prachtige dag beleeft.
Herfst in de Eifel, misschien wel één van de mooiste jaargetijden om dit mooie gebied in Duitsland te bezoeken en op vakantie te gaan. De Eifel is eigenlijk, hoewel smaken natuurlijk verschillen, op z’n mooist in de herfst. De bladeren aan alle bomen en struiken veranderen in prachtige felle kleuren. De uitzichten op de heuvels en bossen zijn werkelijk schitterend en adembenemend wanneer de natuur haar kleuren veranderd van het groen naar veel rode en vurige kleuren. De herfst in de Eifel is uitermate geschikt om te gaan wandelen. De temperaturen zijn niet meer zo hoog als in de zomer en de dagen zijn vaak nog erg mooi. Ideaal dus om de vele wandelroutes die de Eifel rijk is te gaan verkennen. En uiteraard kom je op iedere wandelroute de mooiste uitzichten tegen en loop je midden in de, door herfstkleuren getooide, natuur van de Eifel. Wij kiezen voor de Permanente Wandeling van de Koblenze wandelvereniging. We vetrekken met de wandeling aan de Blockhute. Een gezellige taverne waar je de startkaarten kun kopen en nadien ook de stempels kunt krijgen. Onze wandeling gaat rond de Laacher See, is een prachtig kratermeer in de Eifel. Behalve dat het een prachtig stukje Laacher See kratermeer in de Eifel Duitsland Vulkaaneifel natuur is, heeft de Laacher See ook nog een andere en spannende kant. Gelegen in de Vulkaaneifel, Laacher See is een imponerend meer midden in de prachtige natuur van de Eifel. De Laacher See is adembenemend mooi om te zien en tegelijkertijd heeft het kratermeer ook iets mysterieus. Vanaf bepaalde, hoger gelegen, uitzichtpunten is het een prachtig gezicht om het blauwe kratermeer te zien liggen rondom ingesloten door de hoge beboste heuvels. De Laacher See is bijna 13.000 jaar geleden ontstaan bij het uitbarsten van de Laacher Vulkaan. Het meer bevindt zich in een vulkanische caldera. Een caldera ontstaat bij het uitbarsten van een vulkaan waarbij de wanden en het plafond van de lege magmakamer instort en zo een holte, een kom ontstaat. Deze caldere heeft zich gevuld met water waardoor een soort van kratermeer is ontstaan. We wandelen rond dit prachtig stukje natuur. Om dan aan de abdij Maria Laach te komen. Maria Laach is de bekende abdij bij de Laacher See. Deze prachtige adbij trekt jaarlijks vele toeristen en bezoekers. En dat is niet voor niets, het is één van de mooiste kloosters van Duitsland. De abdij Maria Laach ligt in een prachtig gebied in de Eifel omsloten door natuur. Dit prachtige klooster geldt als één van de belangrijkste bouwwerken in de Staufische stijl. Een bezoek is dan ook zeer de moeite waard om de abdijkerk te bezichtigen. De abdij van Maria Laach is in de Staufische stijl (Romaanse stijl) gebouwd. De dwarsgebouwen en de groepen van torens zijn kenmerkend. In de abdij is het praalgraf te zien van Graaf Hendrik van Laach, de oorspronkelijke stichter van de abdij kerk. Na het bezoek verder de laatste kilometers van onze wandeling. Een bijzonder plek is het veld met duizenden klaprozen zo mooi. Een fijne wandeling eindigt hier.
Warsage - Weerst ligt enkele kilometers ten zuiden van 's-Gravenvoeren in het Land van Herve, op een hoogte van ongeveer 125 meter. Het is een golvend landschap, gekenmerkt door weilanden en boomgaarden. In het zuidoosten liggen het Bois du Roi en het Bois de Winerotte. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Warsage één van de plaatselijke Nederlandse/Limburgse dialecten in Overmaas. Warsage kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. Mogelijk speelde de burgemeestersfamilie Fléchet hierbij een rol (zie beschrijving monument hieronder). Bij de vaststelling van de taalgrens is het, onder meer op basis van omstreden talentellingen, in 1963 toegekend aan het Franstalig Wallonië. De deelgemeente behoort formeel tot het Franstalige gebied en kent geen taalfaciliteiten. In Weerst is sprake van een situatie van min of meer feitelijke tweetaligheid. Formeel wordt door de overheid, onderwijs, kerk etc. de Franse taal gehanteerd maar een groot deel van de inwoners spreken naast het Frans ook Nederlands of Limburgs. Door de nabijheid van de Nederlandstalige Voerstreek wordt de positie van het Nederlands/Limburgs ondersteund. Wij parkeren voor de Sint-Pieterskerk en perron. Monument uit 1908 voor vier generaties Fléchets, die over een periode van 100 jaar burgemeesters van Weerst waren. Het monument op de place du Centenaire heeft de vorm van een Luikse perron, hoewel Warsage nooit onderdeel van het prinsbisdom Luik is geweest. De architect is Paul Tombeur. De sokkel van het monument bevat vier borstbeelden; dat van Ferdinand Fléchet is van de Luikse beeldhouwer Joseph Rulot. We wandelen van hier uit de velden en weilanden in en verder komen we in Neufchateau. Hier wandelen we langs een prachtig kasteeldomein en wat verder langs de watermolen. De Moulin de Gros-Pré is een voormalige watermolen die reeds vermeld werd in 1636. De molen is omgebouwd tot woonhuis maar de plaats waar het waterrad zich bevond is nog steeds zichtbaar. Weer veder met onze wandeling en komen zo in Mortoux. Door het dorp stroomt de Rau d'Asse die in Mortroux uitmondt in de Berwijn, een zijrivier van de Maas. Mortroux ontwikkelt zich stilaan tot een woondorp maar er is nog veel landbouw aanwezig. De grote boerderij in het centrum is nu landbouw en B&B. wat verder komen we aan de oude “Seigneurie de Mortroux”, deze grote boerderij in het centrum is nu landbouw en B&B. Wat verder komen we aan de De Moulin de Nelhain langs de Berwijn is een watermolen met onderslagrad die dateert van 1819. De molen maalt niet meer maar de inrichting en het waterrad zijn nog aanwezig. Weer wat verder komen we in Bombaye. Een prachtige dorpje met vele oude boerderijen. We komen dan aan de “Refuge pour anes” een ezel opvang voor de verwaarloosde ezel. In het dorp worden door de Brasserie de Warsage drie biersoorten gebrouwen: de Warsage triple (8,5% vol. alc.), Warsage brune (9% vol. alc.) en Warsage blonde. We proberen deze eens en het is lekker. Na de laatste controle gaan we verder komen we terug aan onze vertrek een mooie en aangename wandeling.
Vandaag opening van de nieuwe “Verborgen moois “ wandeling in Kermt. Haspengouw en Voeren zijn streken vol bijzondere plekjes. Al dit verborgen moois verdient de volle aandacht van het regionaal landschap en zijn inwoners. In Kermt zijn de Herkenrodebossen nog zo’n bijzonder plekje. In de 17de en 18de eeuw waren de Herkenrodebossen eigendom van de abdij van Herkenrode. Het gebied bestond toen nog grotendeels uit één groot boscomplex met aan de randen weilanden en hooilanden met hagen en bomenrijen. De Cisterciënzerzusters haalden er hun hout voorraad en lieten hun vee grazen. De vele afwateringsgrachtjes en houtwallen zijn sporen uit dit verre verleden. Inmiddels zijn heel wat delen van het bos omgevormd naar akkers en weilanden. Vandaag is het landschap een mozaïek van bossen en restanten van het oude landbouw gebruik zoals hooilandjes, hagen, houtkanten, knotbomen en poelen. De afwisselende landschap, dat zich eeuwenlang ongestoord kon ontwikkelen, vormt het leefgebied voor heel wat dier- en plantensoorten. Vele diersoorten komen in deze oude bossen leven en hebben hier een prachtig gebied om te overleven, de wespendief komt elk voorjaar hier broeden, hij overwinterd in tropisch Afrika. Een andere bijzondere bewoner is de hazelmuis, dit oranjebruine, donzige nachtdier heeft een behaarde staart die bijna even lang is als haar lichaam zo een 8 cm. Met deze lange staart verplaats hij zich tussen de struiken, ze maken één broednest en verschillende slaapnesten in stekelige struiken zoals bramen en sleedoorn. Beide soorten zijn gevoelig voor verstoring en hebben een afwisselend landschap nodig. Dit mooie gebied is nu opengesteld voor het publiek met bewegwijzerde wandelingen, één belangrijke vraag blijft steeds op de wandelpaden en verstoor het dierenleven er niet. Zo hebben we vandaag kennis kunnen maken met dit prachtige gebied. Verborgen Moois Herkenrodebossen is zeker een prachtig wandelgebied met respect voor de natuur en zijn bewoners.
In het openluchtmuseum “Roscheider Hof” ontdekken we de landelijke cultuurgeschiedenis van Saar en Moesel, van Eifel en Hunsruck evenals het Duits-Luxemburgs-Lothringse grensgebied. Deze omgeving vertoonde historisch gezien tot in de 20ste eeuw een eenheid. Huizen, schuren en stalen werden afgebroken en in het museum weer opgebouwd om het leven van de gewone mensen te laten zien. Thematische tentoonstellingenin het vroegere staatsdomein Roscheid geven ons de mogelijkheid zich systematisch te informeren over de vroegere levenswijze. Of het nu in de schoolklas van 1912, in de kruidenierszaak of in de kapperszaak uit het jaar 1950 was, hier wordt een wereld zichbaar, die nog twee generaties geleden alledaags was. Na het bezoek nemen we de tijd om in de “Hofschranke” een lekkere maaltijd te nemen met een heerlijke Hefe Weize. Zo eindigt een prachtige dag in Konz.
Vandaag een wandeling in Duitsland, aan de Moezel in Konz-Krettnach. We wandelen gedeeltelijk op de Moselsteig maar ook door de prachtige natuur van de hoger gelegen gedeelten waar bos de hoofdtoon heeft maar vooral de prachtige zichten op de Moezel met zijn wijngaarden zijn top. De zijpaden van de Moselsteig zijn perfect voor iedereen die zich verheugt op een wandeling waarbij de Moezel als ronde tour op één dag of in een paar uur willen verkennen. Iets afgelegen van de Moezel en de Saar wordt u ontvoerd naar heel andere, heerlijke landstreken die u kunt bewandelen op een overeenkomstig hoog premiumniveau. Hetzelfde geldt voor de droompaden aan de Terrassenmoezel. Ze hebben mooie namen als Burchtpad, Laysteig, Felsensteig of Bergschluchtenpfad en zorgen voor zin in fantastische wandeltochten. Via terrassen en steile hellingen lopen ze door schilderachtige dorpen aan de Moezel met vakwerkhuizen, kapellen en kloosters of naar imposante burchten aan de Moezel. Een streek om te ontdekken en zeker in de herfst op een zomerse dag als deze. We wandelen door de wijngaarden die prachtig geel kleuren met hier en daar een streep rood. Gewoon genieten en rond kijken het fototoestel in de aanslag om elk mogelijke mooi plekje vast te leggen. We klimmen vanuit Krettnach de wijnbergen op en elke stap is weer bijzonder, prachtige zichten over het wijnlandschap. Slingerend tussen de wijngaarden klimmen we naar onze eerste controle aan de kapel. Hier even rust en genieten van het prachtige landschap voor ons. Wijngaarden zo ver het oog rijkt aan onze zijde van het dal en tegenover een heel ander zicht groene weilanden met hier en daar wat bomen en op de hogere gelegen delen bos. Wat een pracht. Dan klimmen we weer een eindje en bereiken de bomengrens hier eindig zoals het plots begon de wijngaarden, we wandelen het bos in heel wat anders, paddenstoelen op ons weg, op de open plekken nog vlinders gespot wat prachtig toch. We wandelen verder en zo plots als de bossen begonnen zo plots zijn we weer in de wijngaarden. We dalen nu af door de wijngaarden tot we weer een prachtig spektakel te zien krijgen, op de muren kruipen tientallen hagedissen oudere met jongen je weet niet waar eerst te kijken zoveel wat prachtig toch ze liggen en kruipen in de warme zon en genieten van de warmte. Wij blijven wat staan om te kijken zo mooi. Dan dalen we af naar het dorp waar deze toch wel prachtige wandeling eindigt.
Met de voormalige steenkoolmijn van Waterschei (Thor) als uitvalsbasis vind je, op de grens van Genk, As en Opglabbeek, een gebied met bijna alle elementen die de Hoge Kempen zo typisch maken: mijnsteenbergen te midden van heidevelden en dennenbossen, een beekvallei (Stiemerbeek), jeneverbesstruweel (Heiderbos) en landduinen (Klaverberg). Opvallende gebouwen kruiden hier het landschap: van de voormalige kinderkolonie in As, tot de steenkoolmijn van Waterschei of de mijnkathedraal van Zwartberg. Geen wonder dat het gebied deel zal gaan uitmaken van het Nationaal Park Hoge Kempen. Wandelgebied Thor ParkThor Park biedt naast het erfgoed ook een unieke park- en natuuromgeving van 30 hectare. Het vormt een prachtig decor voor allerlei vormen van ontspanning. Bovendien kan je vanuit Thor Park het landschap van het Nationaal Park Hoge Kempen verkennen te voet of via het Limburgs fietsroutenetwerk. Vlakbij liggen de Schansbroek, de Klaverberg en natuurlijk het Kolenspoor. Het landschap combineert unieke natuurelementen met de prachtige industriële mijngebouwen en de tuinwijken, die opgenomen zijn in de aanvraag voor classificatie als UNESCO-werelderfgoed. Bezienswaardigheden onderweg: Mijngebouwen van Waterschei. Mijndepot Waterschei (mijnmuseum). Mijnterrils van Waterschei deze prachtige bezienswaardigheden hebben we kunnen zien op de wandeling maar vooral de natuur is bijzonder genieten van de vele prachtige zichten op en rond de terrils. Wat een prachtige wandeling die we afsluiten in de cafetaria van het mijnmuseum met een donker Kompel.
32E MARCHE DE L’DERENE MASTOKE. / LES CASTORS DES COMOGNES DE VERDRIN. / DAUSSOULX. 08/10/2017.
32E MARCHE DE L’DERENE MASTOKE.
LES CASTORS DES COMOGNES DE VERDRIN.
DAUSSOULX.
Daussoulx is een deelgemeente van Namen. Het ligt aan de oude spoorlijn Namen-Tienen, die tegenwoordig deel uitmaakt van het fietspadennetwerk RAVeL-2. Daussoulx is een agrarische gemeente met verspreide boerderijen. Het oude dorpscentrum staat op de lijst van beschermde monumenten. Vandaag verkennen we deze gemeente en de omliggende dorpen, en we zijn niet alleen vandaag onze Jelle gaat ook mee. Wat fijn dat hij nog eens meegaat wandelen met ons. We wandelen door het dorp langs velden en weilanden, ook langs de autostrade maar we hebben niet de indruk dat we er langs wandelen de zichten over het landschap zijn prachtige. We komen ook nog bunkers van de verdediging rond Namen. We komen zo aan onze eerste controlepost, verschillende bekende wandelaars zijn er en het is altijd fijn om hen et ontmoeten en zo onze vriendschap te bewaren. Na de rust verder met onze wandeling tegenover de controlepost een mooie kapel. Dan het dorp in. Champion. Wat een prachtig dorpje met een oud klooster nu school maar de gebouwen zijn goed bewaard en rond de school verschillende prachtige gebouwen, dan verlaten we het dorpje. Langs de kerk en kerkhof met een groet kapel op en dan de straat af langs een huis waar Jelle toch even moet blijven staan. Een rode Ferrari en een gele Porsche hier moet hij toch even mee op de foto. Weer verder en weer langs een prachtig kapel heel spits en slank maar wel prachtig. Verder langs de weg en wandelen Cognelee binnen. Dit dorp bezit enkel merkwaardige hoeven. De ferme de la Grande Cense, een groot omheind complex uit de 18de eeuw, en ferme de Jette-Fooz, die vroeger afhankelijk was van de abdij van Boneffe. We wandelen voorbij de hoeve en krijgen weer enkele bunker te zien dan weer verder en genieten van de mooie omgeving. De boeren zijn volop aan het werk op de velden. Zo komen we terug in ons vertrekdorp. Nog even en wij zijn op het einde van onze wandeling. Een toffe wandeling samen met onze Jelle.
Fusie Borgloon telt een aantal prachtige kastelen. In de toekomde tijd zal ik er een deel van op mijn blog plaatsen. Mijn eerste kasteel is Het Fonteinhof .
Een stukje geschiedenis: Het begon in de vroege Middeleeuwen toen er reeds een vestiging was op het Fonteinhof. Het Fonteinhof is door een eeuwenoude lindendreef verbonden met het uit de 13e eeuw daterende Sint-Niklaas en Dionysius kerkje van Gotem. In die tijd moest de kasteelheer de kerk bouwen en de pastoor aanduiden en betalen. Hierdoor is dit de enige plaats in Limburg waar de poort van de kerk en de poort van het Fonteinhof recht tegenover elkaar staan, ideaal om met de familie in suite naar de kerk te lopen gelijk dat vroeger gedaan werd. Het huidige poorthuis dateert van 1729 en was toen de opbrengst eigendom van de burgemeesters van Hasselt. In de glorietijd besloeg het Fonteinhof ongeveer 1500 hectare en hadden ze ongeveer 30 boerenpaarden. Op het einde van de 19e eeuw trouwde een dochter van de familie Briers met ridder de Lamine de Bex uit Luik die ingenieur was. Deze heer ontwikkelde fruitpersen en zo ontstond in 1914 het bekende Looza fruitsap op het Fonteinhof te Gotem. Het was hier gevestigd tot 1936. In de jaren tachtig werd Looza verkocht en toen begon het verval van het Fonteinhof.
En nu: Op 22 september 2003 kochten Hilde en Hendrik Reyskens - Vanholst het als monument geklasseerde en in landschappelijk waardevol agrarisch gebied gelegen Fonteinhof.De uitdaging om het Fonteinhof nieuw leven in te blazen, het weer een functie en een doel te geven en hierbij zijn ziel te bewaren, hebben zij met beide handen aangenomen. vandaag is het prachtig gerestaureerd en is er een hotel/feestzaal in gevestigd.
17E MARCHE AU PIED DU TERRIL. / MORTIER C’EST L’PIED. / BLEGNY. 07/10/2017
17E MARCHE AU PIED DU TERRIL.
MORTIER C’EST L’PIED.
BLEGNY.
Vandaag wandelen in Blegny. Vertrek op het domein van “Blegny-mine”. De steenkoolmijn van Blegny gelegen nabij Trembleur in de gemeente Blegny. Het is een publiekelijk toegankelijke mijn die erkend is als Unesco werelderfgoed.
De mijn heeft twee schachten, die hier tot 8 niveaus omlaag reiken, met een diepste punt van 530 m. Alleen niveau 1 en 2 (op -30 m en -60 m) staan nog boven het grondwater. Schacht nr 1 dient tegenwoordig als toegangspunt van de ondergrondse rondleiding. De tweede schacht Marie l'Espérance is in gebruik voor de ventilatie van de galerijen, hier is ook een museum ingericht. Verder zijn er exposities in de voormalige werkplaats en de kolenwasserij. Naast de mijn ligt de terril van Blegny met een hoogte van 43 m, waarop de steenresten gestort werden. De eerste schacht werd in 1779 afgediept. De Société Anonyme des Charbonnages d'Argenteau nam in 1919 de concessie weer op. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 werd schacht 1 en de kolenwasserij door het Belgische leger opgeblazen, de exploitatie ging door via schacht Marie. Tussen 1942 en 1948 werden de vernielde schacht en kolenwasserij herbouwd. Op het hoogtepunt in 1970 produceerde de mijn 232 000 ton steenkool met een personeelsbestand van 680 personen. Tot 1980 werd de mijn uitgebaat door SA des Charbonnages d'Argenteau-Trembleur. Na de sluiting werd de mijn voor het publiek opengesteld als toeristische attractie. Op 17 december 2015 werd de mijnconcessie formeel beëindigd verklaard door de Waalse regering.
We verlaten het domein en wandelen de natuur in. Langs weilanden en velden komen we zo in het volgen dorp waar we langs een huis lopen waar een oude vliegtuigmotor staat, één van de laatste in zijn soort en er staat een bord bij met de nodige uitleg. Vandaag zullen we meer van deze oudere technieken te zien krijgen. We wandelen verder en komen zo in het dorpje met mooie oude huizen we komen zo aan op de rustpost waar verschillende wandelvrienden ook aankomen het is altijd fijn om elkaar terug te zien. Na de rust gaan we verder met onze wandeling. Een heel eind door een vallei met op de hellingen bos, we komen aan een huis en hier staan verschillende Citroëns samen. Verschillende 2pk’s. wat mooi om te zien. Wij weer verder, we wandelen een heel eind door de vallei en steken de “La Sainte Julienne” beek over en volgen ze een heel stuk. Hier en daar staat er en prachtig huis tussen de bomen op de heuvels wat is dit toch mooi. Dan komen we aan de vijvers en het recreatie domein. Een groep ganzen en eenden maken veel geluid en ze komen af om wat eten, op de parking staan tientallen oude militaire voertuigen. Wij blijven nog een heel eind door het bos wandelen en ook hier weer vele paddenstoelen. Zo komen we aan in Argenteau langs de oude statie en naar de controle in het Scar fabriek.
De zetel van Argenteau is een "massief industrieel gebouw dat, zoals een kasteel uit de Middeleeuwen, waakt over de nabije Maasvallei". Dit gebouw dat in 1980 door SCAR werd aangekocht, werd gebouwd in het begin van de eeuw en heeft verscheidene inrichtingen gekend naarmate de "Molen van Moureau" zich verder ontwikkelde. De linkervleugel van de molen dateert van 1955.
Dit is een van de mooiste industriële gebouwen aan de Maas en doet denken aan een kasteel het moest de rijkdom van de eigenaars uitstralen. Na de controle opnieuw een heel eind door het bos tot we aan de kapel komen.
De kapel van Wixhou is een neobyzantijnse kapel uit 1850 in de gemeente Wezet, die staat op de plek van een oudere kapel. De kapel is gelegen aan de Rue de Wixhou, iets ten noorden van Argenteau. De naam Wixhou zou een verbastering zijn van het Germaans wi-hout (gewijd hout). Er zou sprake geweest zijn van een vrouw die -in 1683- hout sprokkelde en daarbij een Mariabeeld ontdekte. Als zodanig werd het een bedevaartplaats. De kapel is dan ook gewijd aan Notre-Dame aux Bois-Bénits (Onze-Lieve-Vrouw van het gewijd hout). Het miraculeuze Mariabeeldje is ongeveer 10 cm hoog en bevindt zich in de kapel. Er zijn twee blazoenen boven het portaal: het linker wapen heeft een groot kruis met een wapenschild en vier Sint-Jacobsschelpen. Op ieder kwartier staan vijf kruizen van Jeruzalem. Dit zijn de wapens van de familie van Argenteau. De kapel is eigendom van de familie Van Zuylen, bewoners van het Kasteel van Argenteau.
Weer verder met onze wandeling en we wandelen door de weilanden terug naar Blegny de mijn gebouwen komen weer in het zicht en we wandelen het domein op en zo eindig deze mooie wandeling.
De gemeente Simpelveld ligt centraal gelegen in Zuid Limburg. Omringd door groen, ruimte en een verkwikkende rust is Simpelveld het ideale startpunt voor wandeltochten. Al wandelend genieten van de prachtige natuur. We wandelen vanuit de start en al vlug zijn we in de velden en daar boven op de heuvel staat de windmolen de Vrouwenheide. Op de Vrouwenheide staat verder de monumentale windmolen Op de Vrouweheide. Deze molen werd in 1858 op een belt (een kunstmatige heuvel) gebouwd. Dit om nog meer wind te kunnen vangen. Het is met 216 meter boven NAP de hoogstgelegen windmolen van Nederland. In 1945 brandde de molen finaal uit. Pas in 1980 begon de restauratie en werd daarmee de hoogst gelegen molen van Nederland. De molen is momenteel in gebruik als woning. Wij verder met onze wandeling door de prachtige natuur, we wandelen verder door een bosje dan weer langs weilanden met koeien. Dan komen we in Baneheide. Baneheide heeft een typisch Limburgs dorpsgezicht met een waterpoel, een waterputhuisje, boerderijen opgetrokken uit Kunradersteen, vakwerkhuizen en op de kruising evenals op de gevel van de Heihoeve een houten kruisbeeld. Bijzonder in deze streek zijn de waterputten, ook zwingelput of draaiput genaamd.
Een zwingelput of draaiput is een waterput met een (houten) opbouw (het puthuisje) waarin een katrol- of lier-mechanisme bevestigd is om water uit de grond boven te halen. Boven op de vaak stenen put werd een houten opbouw met dak gebouwd waarin een houten rol bevestigd werd waaromheen het touw gedraaid werd. Deze houten rol werd met de hand aangedreven door een grote zwingel, waarmee het water naar boven werd "gezwingeld". Zwingelputten komen onder andere veelvuldig voor in Nederlands Zuid-Limburg waar de meeste zwingelputten te vinden zijn in dorpen en buurtschappen die gelegen zijn op de hogere delen van het landschap. In dorpen waar men geen beschikking had over een beek werd dan een put aangelegd om toch water te hebben voor het vee, de was of het huishouden. De putten zijn vaak in gebruik geweest totdat de dorpen werden aangesloten op de waterleiding. Vanwege de cultuur-historische waarde zijn een aantal van deze putten bestempeld als rijksmonument.
Nu wandelen we het bos in en een hele poos blijven we in dit prachtige bos wandelen duizenden paddenstoelen komen we tegen. Wat een verscheiden- heid aan paddenstoelen komen we hier tegen. Prachtig om te ontdekken en dan komen we aan het Kasteel Nijswiller.
Toen het kasteel werd gebouwd werd hiervoor een strategische plek gekozen aan de oeroude handelsroute Maastricht-Aken en aan de Selzerbeek. Het huidige kasteel omvat een hoofdgebouw, het eigenlijke kasteel, en een neerhof. Het kasteel heeft een grote vierkante woontoren met hieraan een oostelijke vleugel. Op een hoek van de vleugel bevindt zich, aansluitend aan de woontoren, een achthoekige 16e-eeuwse traptoren. De woontoren heeft een achtkantige spits met hierop een windvaan welke is voorzien van het familiewapen van Van Eynatten, een der vroegere bewoners. De neerhof ligt aan de oostzijde van het kasteel en bestaat uit drie aaneengesloten vleugels waarop de jaartalankers 1774 en 1785 zichtbaar zijn. Aan de zuidzijde van het kasteel bevindt zich een park met daarin een Mariagrot en restanten van de vroegere kasteelgracht.
We wandelen voorbij het kasteel en een paar grote boerderijen en dan via een holleweg weer verder. Vanaf hier krijgen we meer open velden en weilanden met prachtige vergezichten over het landschap. We komen aan een infobord waar de geschiedenis word verteld van het “de Hoeve en laathof Holzet.” Een heel eind door de velden en weilanden om dan aan de spoorweglijn te komen. We gaan nu richting station van Simpelveld en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in Simpelveld.