32E MARCHE DE L’DERENE MASTOKE. / LES CASTORS DES COMOGNES DE VERDRIN. / DAUSSOULX. 08/10/2017.
32E MARCHE DE L’DERENE MASTOKE.
LES CASTORS DES COMOGNES DE VERDRIN.
DAUSSOULX.
Daussoulx is een deelgemeente van Namen. Het ligt aan de oude spoorlijn Namen-Tienen, die tegenwoordig deel uitmaakt van het fietspadennetwerk RAVeL-2. Daussoulx is een agrarische gemeente met verspreide boerderijen. Het oude dorpscentrum staat op de lijst van beschermde monumenten. Vandaag verkennen we deze gemeente en de omliggende dorpen, en we zijn niet alleen vandaag onze Jelle gaat ook mee. Wat fijn dat hij nog eens meegaat wandelen met ons. We wandelen door het dorp langs velden en weilanden, ook langs de autostrade maar we hebben niet de indruk dat we er langs wandelen de zichten over het landschap zijn prachtige. We komen ook nog bunkers van de verdediging rond Namen. We komen zo aan onze eerste controlepost, verschillende bekende wandelaars zijn er en het is altijd fijn om hen et ontmoeten en zo onze vriendschap te bewaren. Na de rust verder met onze wandeling tegenover de controlepost een mooie kapel. Dan het dorp in. Champion. Wat een prachtig dorpje met een oud klooster nu school maar de gebouwen zijn goed bewaard en rond de school verschillende prachtige gebouwen, dan verlaten we het dorpje. Langs de kerk en kerkhof met een groet kapel op en dan de straat af langs een huis waar Jelle toch even moet blijven staan. Een rode Ferrari en een gele Porsche hier moet hij toch even mee op de foto. Weer verder en weer langs een prachtig kapel heel spits en slank maar wel prachtig. Verder langs de weg en wandelen Cognelee binnen. Dit dorp bezit enkel merkwaardige hoeven. De ferme de la Grande Cense, een groot omheind complex uit de 18de eeuw, en ferme de Jette-Fooz, die vroeger afhankelijk was van de abdij van Boneffe. We wandelen voorbij de hoeve en krijgen weer enkele bunker te zien dan weer verder en genieten van de mooie omgeving. De boeren zijn volop aan het werk op de velden. Zo komen we terug in ons vertrekdorp. Nog even en wij zijn op het einde van onze wandeling. Een toffe wandeling samen met onze Jelle.
Fusie Borgloon telt een aantal prachtige kastelen. In de toekomde tijd zal ik er een deel van op mijn blog plaatsen. Mijn eerste kasteel is Het Fonteinhof .
Een stukje geschiedenis: Het begon in de vroege Middeleeuwen toen er reeds een vestiging was op het Fonteinhof. Het Fonteinhof is door een eeuwenoude lindendreef verbonden met het uit de 13e eeuw daterende Sint-Niklaas en Dionysius kerkje van Gotem. In die tijd moest de kasteelheer de kerk bouwen en de pastoor aanduiden en betalen. Hierdoor is dit de enige plaats in Limburg waar de poort van de kerk en de poort van het Fonteinhof recht tegenover elkaar staan, ideaal om met de familie in suite naar de kerk te lopen gelijk dat vroeger gedaan werd. Het huidige poorthuis dateert van 1729 en was toen de opbrengst eigendom van de burgemeesters van Hasselt. In de glorietijd besloeg het Fonteinhof ongeveer 1500 hectare en hadden ze ongeveer 30 boerenpaarden. Op het einde van de 19e eeuw trouwde een dochter van de familie Briers met ridder de Lamine de Bex uit Luik die ingenieur was. Deze heer ontwikkelde fruitpersen en zo ontstond in 1914 het bekende Looza fruitsap op het Fonteinhof te Gotem. Het was hier gevestigd tot 1936. In de jaren tachtig werd Looza verkocht en toen begon het verval van het Fonteinhof.
En nu: Op 22 september 2003 kochten Hilde en Hendrik Reyskens - Vanholst het als monument geklasseerde en in landschappelijk waardevol agrarisch gebied gelegen Fonteinhof.De uitdaging om het Fonteinhof nieuw leven in te blazen, het weer een functie en een doel te geven en hierbij zijn ziel te bewaren, hebben zij met beide handen aangenomen. vandaag is het prachtig gerestaureerd en is er een hotel/feestzaal in gevestigd.
17E MARCHE AU PIED DU TERRIL. / MORTIER C’EST L’PIED. / BLEGNY. 07/10/2017
17E MARCHE AU PIED DU TERRIL.
MORTIER C’EST L’PIED.
BLEGNY.
Vandaag wandelen in Blegny. Vertrek op het domein van “Blegny-mine”. De steenkoolmijn van Blegny gelegen nabij Trembleur in de gemeente Blegny. Het is een publiekelijk toegankelijke mijn die erkend is als Unesco werelderfgoed.
De mijn heeft twee schachten, die hier tot 8 niveaus omlaag reiken, met een diepste punt van 530 m. Alleen niveau 1 en 2 (op -30 m en -60 m) staan nog boven het grondwater. Schacht nr 1 dient tegenwoordig als toegangspunt van de ondergrondse rondleiding. De tweede schacht Marie l'Espérance is in gebruik voor de ventilatie van de galerijen, hier is ook een museum ingericht. Verder zijn er exposities in de voormalige werkplaats en de kolenwasserij. Naast de mijn ligt de terril van Blegny met een hoogte van 43 m, waarop de steenresten gestort werden. De eerste schacht werd in 1779 afgediept. De Société Anonyme des Charbonnages d'Argenteau nam in 1919 de concessie weer op. Tijdens de Duitse invasie in mei 1940 werd schacht 1 en de kolenwasserij door het Belgische leger opgeblazen, de exploitatie ging door via schacht Marie. Tussen 1942 en 1948 werden de vernielde schacht en kolenwasserij herbouwd. Op het hoogtepunt in 1970 produceerde de mijn 232 000 ton steenkool met een personeelsbestand van 680 personen. Tot 1980 werd de mijn uitgebaat door SA des Charbonnages d'Argenteau-Trembleur. Na de sluiting werd de mijn voor het publiek opengesteld als toeristische attractie. Op 17 december 2015 werd de mijnconcessie formeel beëindigd verklaard door de Waalse regering.
We verlaten het domein en wandelen de natuur in. Langs weilanden en velden komen we zo in het volgen dorp waar we langs een huis lopen waar een oude vliegtuigmotor staat, één van de laatste in zijn soort en er staat een bord bij met de nodige uitleg. Vandaag zullen we meer van deze oudere technieken te zien krijgen. We wandelen verder en komen zo in het dorpje met mooie oude huizen we komen zo aan op de rustpost waar verschillende wandelvrienden ook aankomen het is altijd fijn om elkaar terug te zien. Na de rust gaan we verder met onze wandeling. Een heel eind door een vallei met op de hellingen bos, we komen aan een huis en hier staan verschillende Citroëns samen. Verschillende 2pk’s. wat mooi om te zien. Wij weer verder, we wandelen een heel eind door de vallei en steken de “La Sainte Julienne” beek over en volgen ze een heel stuk. Hier en daar staat er en prachtig huis tussen de bomen op de heuvels wat is dit toch mooi. Dan komen we aan de vijvers en het recreatie domein. Een groep ganzen en eenden maken veel geluid en ze komen af om wat eten, op de parking staan tientallen oude militaire voertuigen. Wij blijven nog een heel eind door het bos wandelen en ook hier weer vele paddenstoelen. Zo komen we aan in Argenteau langs de oude statie en naar de controle in het Scar fabriek.
De zetel van Argenteau is een "massief industrieel gebouw dat, zoals een kasteel uit de Middeleeuwen, waakt over de nabije Maasvallei". Dit gebouw dat in 1980 door SCAR werd aangekocht, werd gebouwd in het begin van de eeuw en heeft verscheidene inrichtingen gekend naarmate de "Molen van Moureau" zich verder ontwikkelde. De linkervleugel van de molen dateert van 1955.
Dit is een van de mooiste industriële gebouwen aan de Maas en doet denken aan een kasteel het moest de rijkdom van de eigenaars uitstralen. Na de controle opnieuw een heel eind door het bos tot we aan de kapel komen.
De kapel van Wixhou is een neobyzantijnse kapel uit 1850 in de gemeente Wezet, die staat op de plek van een oudere kapel. De kapel is gelegen aan de Rue de Wixhou, iets ten noorden van Argenteau. De naam Wixhou zou een verbastering zijn van het Germaans wi-hout (gewijd hout). Er zou sprake geweest zijn van een vrouw die -in 1683- hout sprokkelde en daarbij een Mariabeeld ontdekte. Als zodanig werd het een bedevaartplaats. De kapel is dan ook gewijd aan Notre-Dame aux Bois-Bénits (Onze-Lieve-Vrouw van het gewijd hout). Het miraculeuze Mariabeeldje is ongeveer 10 cm hoog en bevindt zich in de kapel. Er zijn twee blazoenen boven het portaal: het linker wapen heeft een groot kruis met een wapenschild en vier Sint-Jacobsschelpen. Op ieder kwartier staan vijf kruizen van Jeruzalem. Dit zijn de wapens van de familie van Argenteau. De kapel is eigendom van de familie Van Zuylen, bewoners van het Kasteel van Argenteau.
Weer verder met onze wandeling en we wandelen door de weilanden terug naar Blegny de mijn gebouwen komen weer in het zicht en we wandelen het domein op en zo eindig deze mooie wandeling.
De gemeente Simpelveld ligt centraal gelegen in Zuid Limburg. Omringd door groen, ruimte en een verkwikkende rust is Simpelveld het ideale startpunt voor wandeltochten. Al wandelend genieten van de prachtige natuur. We wandelen vanuit de start en al vlug zijn we in de velden en daar boven op de heuvel staat de windmolen de Vrouwenheide. Op de Vrouwenheide staat verder de monumentale windmolen Op de Vrouweheide. Deze molen werd in 1858 op een belt (een kunstmatige heuvel) gebouwd. Dit om nog meer wind te kunnen vangen. Het is met 216 meter boven NAP de hoogstgelegen windmolen van Nederland. In 1945 brandde de molen finaal uit. Pas in 1980 begon de restauratie en werd daarmee de hoogst gelegen molen van Nederland. De molen is momenteel in gebruik als woning. Wij verder met onze wandeling door de prachtige natuur, we wandelen verder door een bosje dan weer langs weilanden met koeien. Dan komen we in Baneheide. Baneheide heeft een typisch Limburgs dorpsgezicht met een waterpoel, een waterputhuisje, boerderijen opgetrokken uit Kunradersteen, vakwerkhuizen en op de kruising evenals op de gevel van de Heihoeve een houten kruisbeeld. Bijzonder in deze streek zijn de waterputten, ook zwingelput of draaiput genaamd.
Een zwingelput of draaiput is een waterput met een (houten) opbouw (het puthuisje) waarin een katrol- of lier-mechanisme bevestigd is om water uit de grond boven te halen. Boven op de vaak stenen put werd een houten opbouw met dak gebouwd waarin een houten rol bevestigd werd waaromheen het touw gedraaid werd. Deze houten rol werd met de hand aangedreven door een grote zwingel, waarmee het water naar boven werd "gezwingeld". Zwingelputten komen onder andere veelvuldig voor in Nederlands Zuid-Limburg waar de meeste zwingelputten te vinden zijn in dorpen en buurtschappen die gelegen zijn op de hogere delen van het landschap. In dorpen waar men geen beschikking had over een beek werd dan een put aangelegd om toch water te hebben voor het vee, de was of het huishouden. De putten zijn vaak in gebruik geweest totdat de dorpen werden aangesloten op de waterleiding. Vanwege de cultuur-historische waarde zijn een aantal van deze putten bestempeld als rijksmonument.
Nu wandelen we het bos in en een hele poos blijven we in dit prachtige bos wandelen duizenden paddenstoelen komen we tegen. Wat een verscheiden- heid aan paddenstoelen komen we hier tegen. Prachtig om te ontdekken en dan komen we aan het Kasteel Nijswiller.
Toen het kasteel werd gebouwd werd hiervoor een strategische plek gekozen aan de oeroude handelsroute Maastricht-Aken en aan de Selzerbeek. Het huidige kasteel omvat een hoofdgebouw, het eigenlijke kasteel, en een neerhof. Het kasteel heeft een grote vierkante woontoren met hieraan een oostelijke vleugel. Op een hoek van de vleugel bevindt zich, aansluitend aan de woontoren, een achthoekige 16e-eeuwse traptoren. De woontoren heeft een achtkantige spits met hierop een windvaan welke is voorzien van het familiewapen van Van Eynatten, een der vroegere bewoners. De neerhof ligt aan de oostzijde van het kasteel en bestaat uit drie aaneengesloten vleugels waarop de jaartalankers 1774 en 1785 zichtbaar zijn. Aan de zuidzijde van het kasteel bevindt zich een park met daarin een Mariagrot en restanten van de vroegere kasteelgracht.
We wandelen voorbij het kasteel en een paar grote boerderijen en dan via een holleweg weer verder. Vanaf hier krijgen we meer open velden en weilanden met prachtige vergezichten over het landschap. We komen aan een infobord waar de geschiedenis word verteld van het “de Hoeve en laathof Holzet.” Een heel eind door de velden en weilanden om dan aan de spoorweglijn te komen. We gaan nu richting station van Simpelveld en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in Simpelveld.
HERFSTTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK 02/10/2017
<br<HERFSTTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De maandelijkse wandeling van de Schoverik vertrekt in buurthuis op Terlogt. Wij wandelen verder en komen aan de Kranebos wijngaard met een 380 wijnstokken. Verder langs de velden waar nu de maïs staat te rijpen, dan een eindje door het bos en hier veel paddenstoelen. Wat een verscheidenheid. Wij wandelen nu in het Jongebos. Het is een vrij jong bos en hoe dat komt word nu verteld.
Het historisch stabiele bos fungeerde steeds als park- en jachtdomein van het gelijknamige Loons leengoed. De bouwheer van het huidig kasteel, baron Van der Meer, liet er - zo wordt verteld - zeventigduizend bomen aanplanten. Het aanpalende, bestaande loofbos was immers gerooid omdat de bouw van het kasteel grote hoeveelheden hout vereiste. Dat werd vooral gebruikt als brandhout in de ovens van de steenbakkerij. De bakstenen werden er uit plaatselijke klei vervaardigd. De tertiaire zand- en kleilagen, die zich hier op geringe diepte onder de zandleemmantel bevinden, werden ontgonnen, hetgeen in de vijver achter het kasteel resulteerde. Aanvankelijk werd het planmatig aangelegde bos intensief beheerd: bomen werden gesnoeid, hakhout verwijderd en de dreven onderhouden. Sinds de Tweede Wereldoorlog werd reeds zo’n 30 ha tot weiland omgevormd. Aan de overkant van de Winterbeek ligt een dennenbosje, vergelijkbaar met dennenbossen in de Kempen. Op de vochtigste plaatsen staan populieren en elzenbroeken. Thans zijn park en bos door een extensief onderhoud enigszins verwilderd en hebben zij een semi-natuurlijk uitzicht, landschappelijk echter niet minder aantrekkelijk. Het is een gesloten bos met halfopen randzones. De randzones, vooral in westelijke en noordelijke richting (De Wale Weyde), zijn overblijfselen van een meer gesloten bos. Oude bomen, bomenrijen en houtkanten doorheen de vochtige weidegronden zijn landschappelijk waardevolle restanten, verspreid voorkomende bosjes en struikgewas belangrijke structuren in de halfopen zones. Het agrarisch bodemgebruik in de omgeving bestaat - omwille van de slechte natuurlijke drainage en de hoge bodemvochtigheid - hoofdzakelijk uit weilanden terwijl de akkerbouw in de eerste plaats op veeteelt afgestemd is. De (laagstammige) fruitteelt is hier aan de noordrand van Vochtig-Haspengouw beperkt.
We wandelen door het bos en dan weer verder door weilanden en zo komen we terug richting van de start nog eerst langs een vakwerkhoeve die in restauratie is zo blijft er een stukje geschiedenis bewaard. Zo eindigt onze maandelijkse wandeling in Diepenbeek.
40E MARCHE FRANCHIMONTOISE. / LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS. / THEUX. 01/10/2017
40E MARCHE FRANCHIMONTOISE.
LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS.
THEUX.
In de Gallo-Romeinse tijd heette Theux "Tectis". Theux werd later de hoofdplaats van het Markgraafschap Franchimont. Dit was een heerlijkheid binnen het prinsbisdom Luik. Het domein van Theux werd in 898 door koning Zwentibold, koning van Lotharingen, aan de bisschop van Luik geschonken. In de twaalfde eeuw werd deze heerlijkheid het Markgraafschap Franchimont. Het Kasteel van Franchimont in Theux was de zetel van het markgraafschap. Theux is vooral bekend vanwege het "zwarte marmer van Theux", een zeldzame lokale hardsteen die hier in de 16e, 17e en 18e eeuw werd gedolven en die vooral gebruikt werd voor grafmonumenten en andere beeldhouwwerken. Vanop de start hebben we een prachtig zicht op de rots waar château-fort de Franchimont staat. We wandelen verder door het bos prachtig maar hier is het wel pittig geregeld een stevige klim. Stukken tussen de rotsen die bedekt zijn met mos toch mooi. In het bos staan honderden paddenstoelen, vele verschillende soorten wat het allemaal zo fijn maakt. We proberen zoveel mogelijk verschillende verschillenden paddenstoelen op foto te zetten. We wandelen verder tot aan de controlepost, dan weer verder komen Peter tegen al een heel tijdje niet gezien en weer verder. Nog een heel eind door het bos tot we in Sassor komen. Ook hier weer prachtige huizen en boerderijen, hier hebben we onze tweede controlepost. Even rusten en dan weer op pad. Nu beginnen we aan onze weg naar het Kasteel van Franchimont. We komen aan het plein voor het kasteel en nemen een kijkje op de binnenplaats van het kasteel, wij hebben spijtig genoeg geen tijd over om het kasteel zelf te gaan bezoeken, wij wandelen daarom verder rond het kasteel. Het Kasteel van Franchimont is een middeleeuws fort dat in de 11de eeuw gebouwd werd op een rotsachtige uitloper die uitkijkt op drie valleien ten noorden van de Ardennen. De huidige overblijfselen van dit voormalige fort van het Prinsbisdom Luik zijn de impressionante getuigen van en sterk middeleeuws fort dat aangepast was aan het begin van de Moderne Tijd. Het kasteel uit de 11e en 12 eeuw vormde de kern van een fort dat omringd was door een enorme verdedigingsmuur sinds het begin van de 16e eeuw. Dit bouwwerk is een van de weinige voorbeelden van de evoluties van de verdedigingssystemen tijdens de Renaissance, waarbij vooral gebruik werd gemaakt van bunkers en ondergrondse toegangsgangen. De hoogteburcht werd gebouwd nadat de bisschop van Luik de wereldlijke macht kreeg in een deel van zijn bisdom. Het moest Luik langs de oostzijde beschermen. Aanvankelijk was het niet meer dan een kazerne. De grootste uitbouw gebeurde in de 16e eeuw onder prins-bisschop Everhard van der Marck. Kort nadien was de artillerie zodanig verbeterd, dat het kasteel kon beschoten worden uit de omliggende heuvels; bijgevolg verloor het zijn militaire rol. Het kasteel was ook de zetel van het markgraafschap Franchimont; het deed dienst als gevangenis voor de vijf bans van het markgraafschap. Onder de Franse bezetting werd het kasteel tot nationaal bezit verklaard en verkocht aan een ondernemer die het ontmantelde en uitbaatte als steengroeve. Vandaag is het een van de mooiste ruïnes in het landschap rond Luik. Wij gaan verder en een weinig later komen we terug aan ons vertrek. Een pracht van een wandeling.
33E MARCHE DES CLAP SABOTS. / LES CLAP SABOTS DE POUSSET. / MOMALLE. 30/09/2017.
33E MARCHE DES CLAP SABOTS.
LES CLAP SABOTS DE POUSSET.
MOMALLE.
We vertrekken met de wandeling in het centrum van Momalle, de kerk Notre-Dame de l'Arbre. De kerktoren heeft een gedraaide torenspits. Een gedraaide toren(spits), getordeerde of schroefvormige toren(spits) is een toren waarvan de spits in spiraalvorm gedraaid is. Deze is doorgaans gedekt met leien. Er zijn ongeveer honderd torens van dit type in Europa bekend. Ze behoren tot de club van de Vereniging van de “des Clochers Tors d'Europe” een prachtige plein met tegenover de kerk het schoolgebouw en rond de kerk een kerkhof met verschillende kapellen van de aderlijke families. We verlaten de startplaats en begeven ons op weg. Langs grote Haspengouwse boerderijen. We gaan verder een romp van de windmolen staat midden in het veld, vandaag is het een woning geworden. Dan een heel eind door het veld en daar staan we opeens voor een grote boerderij de kippen en pauwen lopen vrij rond, hier komt toch geen verkeer, wij verder met onze wandeling. We komen zo in Fexhe-le-haut-Clocher. Op deze plaats werd in 1316 de Vrede van Fexhe gesloten waarmee prins-bisschop van Luik Adolf van der Mark een deel van zijn macht verloor. In het dorp staat een monument die deze gebeurtenis vermeld. We wandelen verder door het dorp met grote boerderijen. En een prachtige Sint-Martinuskerk. Dan weer verder velden en weilanden en we keren nu terug naar Momalle. We gaan even op het kerkhof kijken naar de grote kapellen van de adellijke families, ze zijn in zeer goede staat en wel onderhouden, dragen de wapenschilden van de familie. Mooi. Zo eindigt onze wandeling in Momalle.
DE KAJAANTOCHT. / W.C. AVIAT. / SINT TRUIDEN 25/09/2017
DE KAJAANTOCHT.
W.C. AVIAT.
SINT TRUIDEN.
Vandaag wandelen in St Truiden een eerste gedeelte door de velden en weilanden. We wandelen langs de watermolen de Stayenmolen op de Molenbeek. Witgeschilderde, bakstenen gebouwen gegroepeerd rondom het erf, dat vanaf de straat bereikbaar is via een gekasseide oprit. De Molenbeek stroomt onder het erf door, en loopt achter de gebouwen onoverdekt verder. Huidig uitzicht der gebouwen uit de 19de eeuw. Het molenhuis is een hoog gebouw van drie bouwlagen. Wij wandelen langs de molen en gaan zo langs de spoorweg naar de Halmaal H2O XL tentoonstelling in het overstromingsgebied in Halmaal. Zestien kunstenaars zijn de uitdaging aangegaan een creatie te maken met als thema: “Water: bedreiging en bron van leven”. De vallei van de Molenbeek biedt de mogelijkheid om bovenstaand thema te illustreren. Bij de keuze van de locaties in het natuurgebied werden er aan de deelnemers geen noemenswaardige beperkingen opgelegd, behalve die welke het functioneren van het overstromingsgebied in de weg zouden staan. Een uitgestippeld wandelpad met de aanduiding van de locaties nodigt uit om de ganse tentoonstelling te exploreren, maar ook door middel van een korte tekst de inhoud van het werk aan te voelen. In Halmaal is water niet alleen een bron van leven of ergernis, maar tevens een bron van inspiratie. Wij wandelen door de tentoonstelling en langs de grote vijver en dan wandelen we Halmaal binnen. Waar we controle en rust hebben. Er is een boerderij waar een tentoonstelling is en we gaan even een kijkje nemen. Lokale kunstenaars stellen tentoon in boerderij Houwaer. We gaan even rond en maken wat foto’s toch een paar prachtige beelden en de uitleg van de eigenaar is toch wel fijn. Na de controle gaan we verder met onze wandeling. Nog een eindje door de velden en dan door de stad terug naar ons vertrek. Een aangename wandeling in St Truiden.
30E MARCHE D’AUTOMNE. / LES DJALES D’ANHEE. / BIOUL. 24/09/2017.
30E MARCHE D’AUTOMNE.
LES DJALES D’ANHEE.
BIOUL.
Vandaag wandelen we in een bijzondere streek “La Haute Meuse Dinantaise” dit is een streek met heel wat troeven. Natuur en architectuur gaan hand in hand. Ook in Bioul met zijn prachtige kasteel, later wat meer daarover. Maar met een heel speciale plek en zeker een hoogtepunt van de streek “De Tuinen van Annevoie” maar eerst gaan we wandelen in Bioul. Door de velden en in de verte tussen de bomen de torens van het kasteel. We wandelen door de streek en als we op de eerste controle komen krijgen we een prachtige attractie. Een stoet van oude tractoren, er is blijkbaar een event met en de stoet trekt door het landschap er zijn enkele prachtige exemplaren bij, we blijven even staan om de stoet voorbij te laten gaan, en wij kunnen genieten van deze prachtige oude tractoren. We wandelen verder en komen aan in Warnant. Het dorpsplein is prachtig heringericht met prachtige oude huizen een monument voor een bekende inwoner en het kerkhof met een gedenkplaats voor Franse soldaten en voor Canadese soldaten. Op het kerkhof staan ook een paar kapellen van adellijke families. Wij moeten weer verder. Nu een heel eind door het bos met vele verschillenden paddenstoelen. Weer een heel eind verder om weer op ons vertrek aan te komen.
We stoppen even aan het kasteel van Bioul.
Het kasteel van Bioul is een kasteel gelegen in het dorp Bioul in de provincie Namen. Het kasteel stamt uit de elfde eeuw en was tot de dertiende eeuw eigendom van de familie Orbais. In de zestiende eeuw en tot 1708 was het kasteel in handen van het huis van Brandenburg. William Nicolas Moreau restaureerde het kasteel en het park in 1776. François Vaxelaire, oprichter van het warenhuis Au Bon Marché, kocht het kasteel in 1909 en liet door de architecten Edmond Franken-Willemaers en Leon Cabarche grote renovaties uitvoeren in de stijl van de zestiende eeuw. In 1956 werd het kasteel opnieuw gerenoveerd door kleinzoon François Vaxelaire, voorzitter van de GIB-groep. Hij liet de tuin aanleggen door landschapsarchitect René Pechère.
We rijden even verder tot aan “ Les Jardins D’Annevoie”.
Gelegen in de streek van de Hoge Maas, waar rivieren en wouden in harmonie samenleven, vormen de Tuinen van Annevoie een heuse parel in een prachtig groene streek. In deze schitterende tuinen versmelt de grandeur van de Franse stijl wonderwel met de Engelse romantiek en de Italiaanse verfijning. En dit adembenemende park geeft zijn pracht slechts mondjesmaat prijs: naarmate wij erdoor wandelen, ontdekt hij steeds meer bijzonderheden en wordt hij verrast door de uitzonderlijke veelheid aan contrasten. Een wandeling met als voornaamste ingrediënten ontspanning en frisheid temidden van watervallen, fonteinen, majestueuze, oude bomen, perfect gesnoeide haagbeuk, valse grotten met “trompes l’oeil”, een typisch Waalse kunstvorm. Een wandeling ver van de beslommeringen van het dagelijkse leven, een rustig oord, het resultaat van een man die lang geleden verliefd was geworden op zijn omgeving. En toch is deze tuin niet verstard. Integendeel, de tuin leeft meer dan ooit en wordt nog constant verbeterd. Een werkelijk unieke plek waar het water al 250 jaar zonder onderbreking en zonder enige machine stroomt. Niets zal uw reis naar de 18de eeuw verstoren. Via een klein paadje verdwijnt de moderne tijd om plaats te maken voor de sfeer van vroeger. De sfeer van eenvoudig en vergeten genot: rust, kuieren, en genieten van een mooi moment.
37E INTERNATIONALE WANDERUNG. / WANDERCLUB BUTGENBACH. / BUTGENBACH 23/09/2017.
37E INTERNATIONALE WANDERUNG.
WANDERCLUB BUTGENBACH.
BUTGENBACH.
In België zijn verschillende wandelfederaties vandaag wandelen met de “VOLKSPORTVERBAND DES GEBIETES DEUTSCHER SPRACHE IN BELGIEN” de federatie van het Duits sprekend gedeelte van België. In het hart van dit gebied ligt Butgenbach. Het heeft een hele geschiedenis en verschillende keren van nationaliteit verandert.
De eerste vermelding van Bütgenbach dateert reeds van de Karolingers in de 9de eeuw als een voorpost van het Büllinger Hof. Van 1200-1214 was het gebied eigendom van de graven van Luxemburg en vervolgens door huwelijk van het hertogdom Limburg. In de loop der tijd ging Bütgenbach achtereenvolgens over naar de graven van Vianden en het Huis Nassau. In 1795 werd Bütgenbach door de Fransen geannexeerd en in 1815 werd het Pruisisch. In 1920 werd Bütgenbach conform het Verdrag van Versailles aan België afgestaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het grondgebied van Bütgenbach samen met Eupen-Malmedy aan het Duitse Rijk gehecht. In de winter van 1944 was hier tijdens de Slag om de Ardennen generaal Eisenhower enkele dagen gestationeerd. In 1945 kwam Bütgenbach weer onder bestuur van België.
Nog een weetje over Butgebach: De Nederlandse koning voert de adellijke titel Heer van Bütgenbach. We vertrekken met de wandeling in Worriken: Het sport- en vakantiecentrum Worriken ligt aan de oever van het 120 ha grote stuwmeer van Bütgenbach en wordt omgeven door een prachtig boslandschap. De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan jaarlijks ongeveer 2,2 miljoen kWh energie leveren. We wandelen door het landschap van de Oostkantons, prachtige zichten veel afwisseling bossen, velden en weilanden geregeld mooie boerderijen. Het is aangenaam om hier te wandelen met wat zon en mooie luchten, we genieten van onze wandeling en al het moois wat de natuur ons te bieden heeft. Vele verschillende paddenstoelen krijgen we te zien. Wat verder komen we terug aan ons vertrekplaats.
32E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / WANZE – HUY 17/09/2017.
32E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
WANZE – HUY.
Wanze ligt in het NATUURPARK VAN DE VALLEIEN VAN DE BURDINALE EN DE MEHAIGNE. Het natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne strekt zich uit over de gemeentes Braives, Burdinne, Héron en Wanze in de provincie Luik. Het omvat 23 dorpen over 11.000 hectare beschermde groene ruimte. In het hart van Haspengouw is dit natuurpark de ideale plaats voor te gaan wandelen en te genieten van de natuur. We vertrekken met de wandeling in et centrum van Wanze en wij parkeren bij het gemeentehuis. De gemeentelijke diensten en het OCMW van Wanze zetelen sinds kort in een prachtig gerestaureerde hoeve die teruggaat tot in de middeleeuwen. Een prachtige gebouw. We vertrekken en gaan langs het kerkhof zoals in vele Waalse dorpen is de toegang een gebouw en dit is ook hier. Dan een heel eind door de velden, mooi om zo ver te kunnen zien groen zo ver het oog rijkt. Dan komen we aan Naxhelet. Gelegen op een plateau dat uitkijkt over de valleien van de Mehaigne en de Maas kom je aan de Naxhelet Golf Club. De kasteelhoeve van Naxhelet werd omgevormd tot een prachtig clubhouse. Dan verder met onze wandeling en komen in Moha. Het dorp ligt deels in de vallei van de Mehaigne en deels op het plateau tussen Mehaigne en Maas, in een vrij sterk golvend en op sommige plaatsen rotsachtig landschap. Moha maakt deel uit van het Natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne. Vanaf het einde van de 18e eeuw bestonden er te Moha in de vallei van de Mehaigne ook enkele steengroeven. Op het einde van de 19e eeuw werden plannen ontwikkeld voor een meer intensieve uitbating van deze groeven en werd de site uitgebreid met een steenzagerij en een kalkoven. Zo ontstond een lokale industrie die in 1947 aan 121 mensen werk verschafte (114 in 1980). Recente uitbreidingsprojecten stuitten steevast op verzet van de bewoners van het naburige Vinalmont, waar de landelijke gehuchten Wanzoul en Roua door een vergroting van de huidige infrastructuur van de steengroeve in de knel dreigen te komen. Tijdens een in 1997 door de plaatselijke overheid georganiseerd openbaar onderzoek waren de schriftelijk ingediende protesten talrijker dan het totaal aantal inwoners van Vinalmont. In het verleden werd te Moha eveneens steenkool ontgonnen. De laatste mijnen, beheerd door "Espérance et Envoy", overleefden tot kort na de Tweede Wereldoorlog. We komen ninhet dorp met zijn prachtige oude huizen allemaal in lokale steen uit de steengroeven. Hoog boven het dorp rijst de Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkranskerk. We wandelen verder door een vakantiedorp, dit is eigenlijk een echte tegenvaller zo vuil heb je nog niet veel gezien, blij dat we er vlug door zijn. Dan weer prachtige huizen met lokale steen, 1890 staat op de kapel. Prachtig door het dorpje en dan weer een heel eind door de prachtige natuur. Langs en uitzonderlijk mooie boerderij en de watermolen om zo terug aan ons vertrek te komen. Een pracht van en wandeling.
We zijn toch in Moha en we zijn niet voorbij het kasteel gekomen even een bezoekje brengen. Spijtig dat de ruïne niet te bezoeken is maar wij kunnen er wel rond om wandelen.
Het kasteel van Moha of Sint-Gertrudiskasteel: In 1031 wordt het kasteel voor het eerst genoemd. Het werd gebouwd ter bescherming tegen binnenvallende Noormannen. Door de geografische ligging van het kasteel lag het in de bufferzone van drie grote machten, het graafschap Namen, het graafschap Hoei in het prinsbisdom Luik en het hertogdom Brabant. Dat leverde een aantal moeilijke perioden op. In 1225 stond het graafschap Moha onder het gezag van de prins-bisschop van Luik, Hugo II van Pierrepont. Het kasteel werd een fort en gebruikt als een gevangenis. Voor de prelaat was Moha het enige kasteel waar hij zich kon terugtrekken in het geval van opstand in Hoei of Luik, niet ver van de hoofdstad. In 1345 werd Engelbert van der Mark ingewijd als bisschop van Luik. In 1376 belegeren de opstandige inwoners van Hoei het kasteel. Dat werd het begin van het verval. Ze werd een kazerne en in de loop van de zeventiende eeuw werd ze verlaten. Omstreeks 1890 kocht de Belgische staat de ruïne en gebruikte deze als steengroeve voor gebouwen in de omgeving. Sinds 1981 wordt de ruïne opgeknapt.
46E MARCHE INTERNATIONALE DES TROIS FRONTIERES. / MARCHES DES TROIS FRONTIERES. / PLOMBIERES. 16/09/2017
46E MARCHE INTERNATIONALE DES TROIS FRONTIERES.
MARCHES DES TROIS FRONTIERES.
PLOMBIERES.
Het dorpje Blieberg heeft zijn snelle ontwikkeling in de loop van de negentiende eeuw te danken aan de aanwezigheid van lood en zink in zijn ondergrond. Tot rond 1820 was "Bleyberg" (Blieberg is hiervan een spellingsvariant) een eenvoudig gehucht waar drie gemeenten, te weten Gemmenich, Homburg en Montzen in elkaar overliepen. Plombières is fier op zijn oorsprong (Bleyberg), zijn geschiedenis en zijn patrimonium. Zoals een nestje in het groene langs de kronkelende Geul biedt het aan ons wandelaars een aantal prachtige plekken. De overblijfsels van de vroegere lood- en zinkmijnen (einde 1922), die binnenkort als natuurreservaat beschermd worden (typische galmeiflora, zelden in Europa) en de ovens en hangars van toen komen we op onze wandeling tegen, de natuur heeft deze plekken veroverd en via oude prentkaarten en uitleg word ons vertelt hoe de ertsen gedolven en verwerkt werden. Het is een prachtige plek. Een nadere prachtig gebouw is de kerk. Zijn achthoekige neo-byzantijnse kerk : een kunstwerk van elegantie waarin de lichtverdeling opvalt door een juiste verdeling van de talrijke ramen. Wij nemen even de tijd om binnen even te bekijken. We vervolgen onze wandeling door de prachtige natuur en genieten van de mooie omgeving de natuur op zijn best. De mooie in het landschap verspreide boerderijen zijn parels in het landschap. We krijgen ook de beroemde spoorwegbrug van Montzen. Weer een eindje verder komen zo aan De Steenkuil een oude steengroeve waar de meeste oude huizen van de streek gebouwd zijn. Nu is het een reservaat waar de natuur de hoofdrol speelt. Nog even langs de Geul en zo terug naar de start. Wat een prachtige wandeling in een streek die erfgoed en natuur hoog in zijn vaandel draagt.
Hoelbeek werd voor het eerst vermeld in 1178 onder de naam Hulobeken waarbij het woord hulo staat voor diepte of dal, en baki voor beek, dus feitelijk: diepenbeek. In 1974 werd, op Ketelveld aan de Maastrichterstraat, een Romeinse tumulus gevonden. In 1178 was Hoelbeek een Loons leen. Vanaf de 14e eeuw werd het een onderdeel van een grotere heerlijkheid, die vanuit de burcht van Jonckholt bestuurd werd. In 1795 bij de vorming van de gemeenten werd Hoelbeek een zelfstandige gemeente. Vanouds behoorde Hoelbeek gedeeltelijk tot de parochie Eigenbilzen, en gedeeltelijk tot de parochie Waltwilder. Pas in 1934 werd Hoelbeek een zelfstandige parochie. Hoelbeek ligt in Vochtig-Haspengouw op een hoogte van ongeveer 70 meter, en de Meersbeek heeft haar bron iets ten zuiden van het dorp. Hoelbeek was en is een landbouwdorp zonder noemenswaardige industrie. Ten noorden van de kom liggen de bossen en landgoederen van Kasteel Jonckholt en Kasteel Groenendaal.
De ruïne van Kasteel Jonckholt : een ruïne van een versterkte burcht die in de 14e eeuw werd opgericht op funderingen van een 11e-eeuwse strategische nederzetting. De burchtmuren zijn tot ongeveer een meter hoogte terug opgebouwd. Opmerkelijk is de aarden wal met dubbele slotgracht. Deze omwalling werd aangelegd bij de opkomst van het buskruit. Het geschut kon op die manier niet rechtstreeks de één meter dikke stenen muur treffen. De ingangspoort werd dwars op de aarden wal aangebracht. In de aarden wal maakte men vier ronde torens waarin men de verdedigingslinie met geschut plaatste. Dit is nu nog steeds duidelijk zichtbaar.
Kasteel Groenendaal. In de onmiddellijke omgeving, op het grondgebied van de gemeente Waltwilder, ligt het kasteel Groenendaal verborgen in de bossen. Het kasteel was vroeger via een dreef verbonden met de burchtruïne van Jonckholt.
Op het gehucht het Heyken ten noorden van de dorpskom vinden we de Kapel Geheim Leger van de weerstand tegen de Duitse bezetter uit 1944-45. In het Munsterbos verschuilden de weerstanders uit de Tweede Wereldoorlog zich tijdens de oorlogsjaren. We vertrekken aan de Parochiekerk Sint-Adrianus uit 1926 en wandelen zo langs de hoeve met speklagen en vakwerk, Gelegen Winkelomstraat 11; Vierkantshoeve gebouwd begin 18° eeuw. Opgetrokken met speklagen en mergelblokken. Genoemd naar Thomas Lathouwers (Timme) die in 1856 de woning verbouwde Hoelbeel bezit een paar oude en interessante boerderijen. Bijzonder is het hondenkerkhof bij de bunker wandelend langs een smalle kerkwegel kom je aan de bunker en je ziet de grafstenen voor de honden. Wij wandelen verder door smalle steegjes en weilanden en komen zo terug in Hoelbeek
HEIDETOCHT – HENGELHOEF. / SAMEN UIT SAMEN THUIS. / HOUTHALEN – HENGELHOEF. 03/09/2017
HEIDETOCHT – HENGELHOEF.
SAMEN UIT SAMEN THUIS.
HOUTHALEN – HENGELHOEF.
Houthalen – Helchteren is met zijn 2500 ha groen in het Park Midden Limburg een van de belangrijkste wandelgebieden van Limburg. Aan de zuidkant van de gemeente ligt het unieke natuurreservaat Terhaagdoornheide. In dit golvende heidelandschap graast een schapenkudde. We wandelen in de “groene long” van Limburg. Veel wandelen door de prachtig natuur. We kunnen verschillende paddenstoelen zien op de wandeling, en we komen zo aan het “Limburgs landschap” Bezoekerscentrum Hengelhoef in Houthalen-Helchteren is de uitvalsbasis om natuurgebied Hengelhoef en de nabijgelegen heidegebieden Teut en Ten Haagdoornheide (ANB) te verkennen. In en rond het bezoekerscentrum, een gerenoveerd kempisch vakwerkhuis, beleef je het vroegere leven op de heide. Geniet van een (h)eerlijk drankje in een natuurlijk kader! Maandelijks worden er verschillende 'natuurleuke' activiteiten georganiseerd. Bovendien kan je vanuit het bezoekerscentrum starten met verschillende wandelroutes. Wij wandelen voorbij het vakwerkhuisje en de tuinen waar op een eenvoudige leerzame wijze de streek ontdekt kan worden met een woordje uitleg over de streek. Wij gaan verder, klimmen een beetje tot we op de top van een heuvel komen en daar staat een kapel, hier kunnen we even rusten en van de omgeving genieten. Dan weer verder langs de vijvers en zo wandelen we een heel eind dan komen we terug op ons vertrek een mooie wandeling in een prachtig decor.
43E MARCHE DES GAIS LURONS. / LES GAIS LURONS – MELEN. / MELEN. 02/09/2017
43E MARCHE DES GAIS LURONS.
LES GAIS LURONS – MELEN.
MELEN.
Zoals vele andere dorpjes in het Land van Herve, heeft Melen zijn bouwkundig erfgoed kunnen bewaren in een prachtig groen kader. Dit kunnen we vandaag wel zien op onze wandeling veel, groen en natuur. De verspreide bewoning is eigen voor deze streek, waar veeteelt en fruitteelt de hoofd bezigheid zijn, denk maar aan de bekende kaas van Herve en de stroop van Aubel. Zoals vele dorpen waar de kerk en enkel huizen errond het dorp uitmaken ook zo in Melen. Maar Melen heeft ook een nadere donkere zijde gekend. Op 8 augustus 1914 vielen tijdens de Duitse invasie door het 56e en 165e regiment van het Duitse Keizerrijk 108 burgerslachtoffers en werden 60 huizen vernietigd. We wandelen door de weilanden en velden waar de mais hoog staat wat verder komen we in Evegnee, een bijzonder pittoreske hoek word gevormd door de kapel Notre-Dame d’Evegnee uit de 17de eeuw. Gerestaureerd in 1992. De kapel ligt in de schaduw van een eeuwenoude lindeboom en vlakbij een mooie, eveneens gerestaureerde fontein. we komen wat verder aan het Fort Évegnée is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het eenvoudige fort is driehoekig van vorm. in het fort is een wapenfabriek (Forges de Zeebruges) gevestigd, dus buiten kleine stukken van de keelgracht, de rechter zijgracht en bovenop het centraal massief mag je nergens komen. Wat er te zien valt is dus ook verre van uniek. Één van de torens in de vorm van een paddenstoel staat vlak bij de straat. We wandelen door het dorpje langs mooie oude hoeven. We komen in Cerexhe-Heuseux hier ook weer prachtige huizen en oude gebouwen kastelen en kasteelhoeven. Eentje met een wapenschild en jaartal 1779. Wat een mooi gebouw. Ook hier hebben we controle en rustpost. Weer verder met onze wandeling we komen op een vaste wandeling van Soumagne “La flânerie du puits et des biscuits” deze wandeling vertrekt op het plein in Melen en loop door de prachtige streek. Wandelen door de velden over weilanden tussen de bomen van de kleine bosjes prachtig. Een eind over het plateau met verre zichten over het groene landschap. Een prachtig wandeling.