50E MARCHE DES 2 RIVIERES. / MARCHE CLUB PEPINS. / PEPINSTER. 21/07/2019
50E MARCHE DES 2 RIVIERES.
MARCHE CLUB PEPINS.
PEPINSTER.
Pepinster ligt aan de samenvloeiing van de Hoegne in de Vesder. Onze wandeling vertrekt aan de rivier. In de vertrekhal is er een tentoonstelling over de herdenking van 75 jaar bevrijding van Pepinster. We hebben eigenlijk geluk dat de wandeling gelijk valt met de herdenking en op de wandeling komen we nog een paar mooie momenten tegen die deze herdenking mogelijk maken zoals de vele militaire voertuigen en het tentenkamp. We wandelen het dorp uit steken de brug over de rivier over en dan wandelen we de bossen binnen. We wandelen door de prachtige natuur en krijgen na de klim een prachtig panorama over het Land van Herve. Het is genieten van al dat moois wat de natuur hier tentoonstelt. We wandelen verder en komen zo aan onze eerste controlepost. Hier is het Museum “Musée du Fort de Tancrémont” een klein maar fijn museum e als wandelaars mogen we vandaag gratis binnen. We bekijken de verschillende vitrines met uniformen en onderdelen van wapens. Ook is er een heel deel informatie voorhanden, het is zeker de moeite om eens langs te gaan. Het fort ligt een eindje verder en we gaan even langs spijtig dat we niet de tijd hebben om het fort binnen te bezoeken.
Het Fort.
Het centrale deel van het fort is een onregelmatige vierhoek en heeft een oppervlakte van 3,5 hectare groot. Het wordt omgeven door een droge gracht van minstens acht meter breed en zes meter diep. Op drie van de vier hoeken zijn betonnen werken geplaatst om aanvallers die in de droge gracht zijn gekomen met lichte kanonnen en mitrailleurs te beschieten. In het centrale deel staan vijf gebouwen die met ondergrondse gangen zijn verbonden. De gebouwen zijn genummerd van B.I tot en met B.IV en in het midden ligt B.M. Gebouw B.I ligt als enige direct aan de droge gracht en functioneerde in vredestijd ook als ingang. Het gebouw is bewapend met twee mitrailleurs. Gebouw B.II en gebouw B.IV zijn allebei voorzien van een intrekbare koepel met daarin twee kanonnen met een kaliber van 75mm. De kanonnen hebben een bereik van 10 kilometer. Verder zijn er twee observatieposten, beide uitgerust met een mitrailleur. Het gebouw B.III telt drie observatieposten elk met een mitrailleur. Plannen voor een hefkoepel met twee 120mm-kanonnen zijn door geldgebrek niet uitgevoerd. Gebouw B.M huisvest drie 81mm-mortieren, met een bereik van 300 tot maximaal 3600 meter, en een uitkijktoren met mitrailleur. Buiten de droge gracht zijn nog twee gebouwen zichtbaar die als luchtkoker functioneren. In het fort verbleef de bemanning op zo’n 30 meter onder de grond. Alle lokalen en gangen zijn uitgegraven uit leisteenrots. De overgave van dit relatief kleine fort greep plaats op 29 mei 1940, anderhalve dag na het beëindigen van de Achttiendaagse Veldtocht.
We lopen even rond boven het fort. En dan moeten we weer verder. We wandelen nu door het bos en we komen aan een prachtig domein. Het kasteel Les Mazures. Wij mogen over het domein wandelen en komen langs de boerderij die gebouwd is in Bayerische stijl en dan langs het kasteel en de gebouwen, een prachtige tuin en veel bos. Het kasteel ligt wat hoger en we dalen af naar de ingang welke prachtig is, hier is er nu een B&B. we steken de Vesder over en kunnen nog eens terug kijken op dit prachtige kasteel. Wat verder komen langs het legerkamp. Hier word de bevrijding van Pepinster nagespeeld. Mensen die in hun vrije tijd militairen spelen. Dan weer verder met een prachtig zicht op de stad en dan dalen we weer af om zo in de stad te komen. Langs het mooie stadhuis en dan wat verder zijn we terug aan de sporthal waar onze mooie wandeling eindigt. We mogen spreken van een leerrijke en prachtige tocht.
43E MARCHE DES CHARMILLES. / CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES. / XHOFFRAIX. 20/07/2019
43E MARCHE DES CHARMILLES.
CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES.
XHOFFRAIX.
Voor de huizen werden grote heggen gezet die als bescherming dienen voor de barre weersomstandigheden. Verjaagd door de wind op het plateau, vinden we terug rust aan de oevers van de Warche en de Bayehon. De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel en zijn één van de bekendste toeristische trekpleisters van de Oostkantons. Het hemelwater dat op het dak van België valt en later weer uit de turfbodem sijpelt, wordt verzameld in kleine beekjes. Naarmate die samenvloeien en aanzwellen als ze de flanken van het hoogplateau afdalen, ontstaan echte bergbeken. In verschillende windrichtingen banen Helle (Hill), Soor, Roer (Rur), Bayehon, en Warche,) en hun zijbeekjes zich soms rustig, soms onstuimig klaterend een weg door de venen en uitgestrekte bossen, naar de omliggende dalen. De woeste valleien met hun glasheldere bergbeken zijn vaak oogverblindend mooi. Zo kun je de wandeling vandaag omschrijven, na ons vertrek komen we onze wandelvrienden uit Luxemburg tegen fijn om Leon nog eens te zien, dan vertrekken we op onze tocht. Prachtige huizen en dan de bossen in met enkele stevige klim maar met prachtige vergezichten. We wandelen verder door het bos van Malmedy. Dan wandelen we de vallei van de Bayehon binnen. Een prachtig stukje natuur met smalle wegjes over met grote stenen bezaaid. Over plankenpaadjes. Prachtige natuur tot we aan de cascade de Bayehon komen. De Waterval van de Bayehon is een 9 meter hoge waterval in de nabijheid van het Belgische dorp Longfaye (7 km ten noorden van Malmedy), gelegen op een hoogte van 510 meter. Het is de hoogst bevaarbare waterval in België voor kajaksporters. Deze natuurlijke waterval ligt op het verloop van de Bayehon. De waterval ligt in een diepingesneden boskloof, en er loopt een wandelpad naartoe vanuit de watermolen Moulin de Bayehon. De bron van de Bayehon is gelegen in het gebied van de Hoge Venen in de omgeving van de berg het Signaal van Botrange. De beek mondt uit in de Warche. Wat verder komen we terug in Xhoffraix waar onze wandeling eindigt.
31E MARCHE DES EPIS. / LES PIVERTS DE COURRIERE. / DURNAL. 17/07/2019
31E MARCHE DES EPIS.
LES PIVERTS DE COURRIERE.
DURNAL.
De naam van Durnal betekent „kleine Dorinne“. Het vindt dus net als Dorinne, zijn oorsprong in het Keltische woord durom, dat een klein fort betekent. Bij de rots klimmers is Durnal bekend omwille van een klimgebied dat aan de rivier le Bocq ligt, is ook voor leerling geologen een unicum tussen al de kalkstenen en dolomietmassieven die België rijk is. Het is een soort harde zandsteen waarmee in de Condroz veel huizen zijn gebouwd. Men vindt in deze oude steengroeve tal van variëteiten terug. Een bezienswaardigheid is het gerenoveerde station Dorinne-Durnal van de spoorlijn 128. We vertrekken met onze tocht en al vlug wandelen we tussen de prachtige natuur en de eerste keer dit jaar dat wij zoveel verschillende vlinders zien op onze tocht. Wat verder lopen we het bos binnen. Dan komen we aan het gerenoveerde station Dorinne-Durnal. Het station Dorinne-Durnal is een spoorwegstation langs spoorlijn 128 dat Dorinne en Durnal, beide deelgemeenten van de gemeente Yvoir, bedient. Het stationsgebouw is van het type 1893 R6 en werd opgetrokken in de lokale steen. Het station heeft een uitwijkspoor en een goederenkoer. Het station is een van de gerestaureerde stations van de toeristische trein op de Bocqlijn (lijn 128) vanuit station Ciney. Momenteel is dit spoor terug in gebruik tot in station Purnode. We hebben aan het station onze controlepost. Spoorlijn 128 De spoorlijn is enkelsporig uitgevoerd en werd nooit geëlektrificeerd. Uit militair oogpunt werd de lijn nooit opgebroken en tot 1985 minimaal onderhouden. Sinds 1992 werkt het TSP aan het herstel van de spoorlijn. Tussen juni en september rijden vanaf 1999 in het weekend museumtreinen van het TSP tussen Ciney en Spontin. Omdat het baanvak tussen Spontin en Yvoir gedurende lange tijd geen onderhoud meer had gekend, was de spoorbaan in slechte staat geraakt. Struiken en bomen worden gesnoeid, dwarsliggers vervangen, nieuwe ballast aangevoerd. Er werd zelfs een waterloop verlegd. Alle werk gebeurt door vrijwilligers van de vereniging Le Chemin de Fer du Bocq (CFB). Sinds 2001 wordt er gereden tot Dorinne-Durnal. De maximumsnelheid bedraagt 40 km/u, net als voor alle Belgische toeristische lijnen. Op 1 juni 2007 werd het traject tussen Dorinne-Durnal en Purnode officieel ingehuldigd. In juni 2015 werd de lijn verlengd tot Evrehailles-Bauche. De stationsgebouwen van Braibant, Sovet, Spontin, Dorinne-Durnal, Purnode en Evrehailles-Bauche zijn bewaard gebleven. Het is een prachtig zicht om te zien hoe mooi het station hersteld is en nu gebruikt word voor de toeristische treinen. Na de rust gaan we even klimmen. Door het bos en over de brug van d e spoorweg. Ook hier weer veel vlinders. Nu wandelen we langs het riviertje De Bocq, is een rechterbijriviertje van de Maas in de Condroz (provincie Namen). Het ontspringt in het plaatsje Scy op 294 m hoogte en mondt uit in de Maas te Yvoir. In de waterrijke kalkstenen van het Onder-Carboon werden te Spontin en Sovet in de valleiwand van de Bocq galerijen geboord tussen 1895 en 1899 voor de drinkwatervoorziening van de Brusselse agglomeratie. Dit gebeurde ook in de vallei van de Crupetbeek te Crupet en Durnal (1903-1904). De gemiddelde opbrengst van de circa 50 bronnen bedraagt respectievelijk 30.000 en 12.000 m³ per dag. Een leiding van 80 km lengte voert het water van Spontin naar Brussel. Onze wandeling volgt De Bocq en we wandelen onder de vele bruggen door die over de rivier staan. Hier komen we vele vlinders tegen. Kleine ijsvogelvlinder; De Kleine ijsvogelvlinder is een soort van bossen met een hoge luchtvochtigheid en een vochtige bodem. Hier verkiest de vlinder vooral brede en zonnige paden met half beschaduwde kamperfoelie voor de ei afzet en braam voor de nectarvoorziening. Een gevarieerd bosrandbeheer waarbij verhinderd wordt dat de wind vrij spel heeft en een vrij dichte, maar gevarieerde mantelen zoomvegetatie. Daarnaast zonnen de vlinders vaak op open plekken in bossen en op bospaden. En dit is hier de perfecte plek voor deze soort vlinders en ze komen hier met honderden voor. Wat een prachtige vlinder. We blijven de rivier een heel eind volgen en we blijven ons verbazen over de pracht van deze streek. We komen wat verder en maken hier een stevige klim uit het dal en komen zo terug in het dorp en wat verder komen we aan ons vertrekpunt. Wat een prachtige wandeling, veel natuur.
23E MARCHE DES TROIS SOURCES. / LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND - HALLET. / GRAND-HALLET. 14/07/2019
23E MARCHE DES TROIS SOURCES.
LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND - HALLET.
GRAND-HALLET.
Grand-Hallet is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt. En dit is duidelijk op de wandeling al vlug na het vertrek komen we aan een prachtige kasteelhoeve. Wit geschilderd met een toegangstoren de koeien grazen voor op de weide. We wandelen verder en komen langs gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd. We wandelen langs een onlangs gerestaureerde kapel, vorige keer toen was de kapel nog niet in orde gezet. Nu is het een mooie plek wat verder staat een houten kruis voor 3 bemanningsleden van een vliegtuig dat hier op 28-08-42 neerstortte.
Wellington te Grand-Hallet
Voor de navigator van de Wellington III 'KO-D' (X3675), Sgt Cope was het de eerste maal dat hij met deze bemanning vloog. Hij kende enkel hun voornamen. In de buurt van Luik schreeuwde de staartschutter plotseling "Fighter close underneath". De nachtjagers van Sint-Truiden hingen immers al vroeg in de lucht om de indringers te onderscheppen. Enkele minuten na elven was Hptm Bietmann (II./NJG 1) naar de 'KO-D' geslopen. Er was geen tijd om aan zijn salvo's te ontsnappen, en langsheen de bakboordzijde zette een lange reeks Duitse munitie de romp in brand. Het hydraulische systeem was meteen uitgeschakeld. De staartschutter verloor bij dit treffen het leven. Cope sprong vanop 3000 meter hoogte. Hij landde in de buurt van Petit-Hallet, in een veld rapen. De navigator bedekte zijn parachute met het loof. Het vliegtuig cirkelde een keer boven Thisnes vooraleer in de buurt van de Sainte Therèsekapel te Grand-Hallet als een granaat uit elkaar te spatten. Een tweede overlevende, Sgt John Mackenzie wordt de volgende dag omstreeks het middaguur gevangen genomen door de Geheime Feldpolizei. Zij brengen hem naar Landen, waar hij helemaal doorzocht wordt. Later wordt hij teruggebracht naar de plaats waar zijn Vickers Wellington zijn einde vond. De vliegenier was erg aangegrepen door wat hij zag. Hij salueert de schamele resten van zijn vier gesneuvelde vrienden, en begint te schreien. Hij identificeert er de lichamen van zijn piloot, W/O John Smith (23 j.), alsook beide boordschutters, Sgt Leslie Carr en Sgt William Sharpe (zij rusten nu te Heverlee).
We wandelen verder en komen langs de molen en wat verder komen we langs het kasteel en kasteelhoeve van Grand Hallet. Wat een prachtig gebouw en een indrukwekkende hoeve. Er is wel wat onderhoud nodig aan de hoeve maar alles ziet er nog goed uit. We wandelen verder door de velden en weilanden langs oude huizen en boerderijen tot we in Lincent komen. Kerk Saint-Pierre Lincent is een kerk ruïne van de kerk de omgeving is prachtig aangelegd en de kerk word gebruikt voor activiteiten. Is een beschermt monument. Wij wandelen verder en komen door de velden in Petit Hallet. Wat verder en we zijn terug in het dorp van ons vertrek boven op de heuvel van de kerk staan de monumenten voor de gesneuvelden en dan eindigt onze wandeling.
MARCHE DES VACANCES / LES KANGOUROUS DE FALISOLLE. / AUVELAIS. 10/07/2019.
MARCHE DES VACANCES.
LES KANGOUROUS DE FALISOLLE.
AUVELAIS.
De gemeente Auvelais ontstond in 1809 door de fusie van Auvelais-le-Comté en Auvelais-le-Voisin. Na de gemeentelijke fusies van 1977 werd Auvelais de hoofdplaats van de nieuw gevormde fusiegemeente Sambreville. We vertrekken met onze wandeling aan de Samber. En wandelen door het dorp om zo in Sambreville komen. We wandelen een eind langs een grote weg met rondpunten met mooie beelden op. Dan komen we aan de controlepost. De prijzen zijn hier heel voordelig een voorbeeld voor vele clubs. Het eerste deel is eigenlijk niet meer dan weg en nog eens weg. Maar nu word het veel beter. We wandelen het bos in. Prachtig stukken natuur met zichten op de omgeving, holle wegen en vlinders zo mooi. Ook nog een zicht op een terril van de kolenmijn. Dan komen we terug in Auvelais. Langs een paar mooie gebouwen en een klein kasteeltje en dan zijn we terug op ons vertrek. Een wandeling die wel verraste het eerste deel minder maar na de controle word het veel beter. Een fijne ervaring rijker.
49E INTERNATIONALE VOLKSWANDETAGE. / EIFELER WANDERVEREIN HUNNINGEN-BULLINGEN. / HUNNINGEN.07/07/2019.
49E INTERNATIONALE VOLKSWANDETAGE.
EIFELER WANDERVEREIN HUNNINGEN-BULLINGEN.
HUNNINGEN.
Hunningen is een deelgemeente van Bullingen, is de hoogst gelegen Belgische gemeente. Een landelijke en agrarisch ingestelde regio met religieuze verbondenheid, wat zich uit in de vele wegkruizen, kerken en kapellen met hun bouwkundige zeldzaamheid. We gaan ons inschrijven voor de wandeling en een band speelt in de zaal wel mooi om zo onthaalt te worden, we vertrekken met onze wandeling en we komen op de Culturele routes Hünningen. Met waargebeurde verhalen vertellen de culturele routes over het leven van de mensen en de landbouw. 29 Geïllustreerde borden staan langs een parcours van in totaal 11 km. Hoe leefden de ambachtslui 100 jaar geleden? Waarom waren er zoveel steengroeven? Wanneer en hoe ontstonden er wegen? Wie deze thema’s boeiend vindt, zal verbaasd staan over de geschiedenis van dit landelijk gebied. Dan wandelen we de natuur in. De Hoge Venen. Beschermd sinds 1957, vormen 5.000 hectare open veengebieden in de Hoge Venen niet alleen het oudste natuurreservaat van Wallonië, ze zijn met stip ook het meest bekende natuurgebied ten zuiden van de taalgrens. Terwijl toponiemen als Signal de Botrange en Baraque Michel als verplichte kennis gebeiteld zitten in de eindtermen van het onderwijs, omvatten de 67.000 hectare bossen en venen van het nog veel grotere Natuurpark Hoge Venen-Eifel ook tal van minder bekende plaatsen en natuurgebieden. Qua schoonheid en ecologische waarde moeten die vaak niet onderdoen voor de alom bekende toeristische topbestemmingen. We wandelen langs de Warche, de naam is afkomstig van het dorpje Warche, de plaats waar de rivier in de Amblève uitmondt. Dan komen we in Buchholz hier lopen wilde koeien heel mooi. Wat verder komen we aan de plek waar het station van Losheimergraben was. Ligt op de RAVeL Lijn 45A. Je hebt een prachtig uitzicht op de omliggende bossen. Kort na het dor kom je in de typische landschappen van het Natuurpark van de Hoge Venen. Het bestaat uit veenmoerassen, heide en bossen. De flora en fauna is er uitzonderlijk. Vlakbij het voormalige station van Bücholz, zie je enkele overblijfselen van het rijke spoorwegverleden. Losheimergraben was Duits tot 1920, toen het aan België werd toegewezen. In 1958 kwam de rotonde weer aan Duitsland, zodat het doorgaand verkeer over de Bundesstraẞe 265 in Duitsland bleef. De grenspost naar België is ondertussen opgeheven en slechts enkele vlaggen herinneren aan de -nu open- grens. Losheimergraben is bekend door een toevallig treffen -op 16 december 1944- tussen een Amerikaanse verkennerseenheid en een Duitse parachutisteneenheid. De verkennerseenheid, hoewel niet als gevechtseenheid toegerust, slaagde erin om de parachutisteneenheid zware verliezen toe te brengen wat van groot belang was bij het verdere verloop van het Ardennenoffensief. Een prachtig stuk om op te wandelen met prachtige zichten. We wandelen verder en genieten van de natuur, vlinders kunnen we bekijken en ook de vele verschillende planten die nu in bloei staan. Zo komen we terug aan ons vertrek een prachtige wandeling in de Hoge Vennen.
14E MARCHE DU CHATEAU VERT. / MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY. / HUY. 06/07/2019
14E MARCHE DU CHATEAU VERT.
MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY.
HUY.
Huy wordt met recht en reden “ de dochter van de Maas” genoemd. Zijn geschiedenis is immers onlosmakelijk verbonden met de stroom die het bespoeld. Als we doorheen de straatjes van de oude stad lopen, beseffen we algauw dat Huy een meer dan duizendjarige geschiedenis heeft. We vertrekken in het centrum van de stad tegenover het kliniek. Dan wandelen we al klimmend naar boven over de spoorweg. Langs oude wegjes die nu wandelwegen geworden zijn met hoge muren weerzijde. Zo komen we boven in het bos. We blijven klimmen en wandelen door holle wegjes. We blijven klimmen met prachtige vergzichten op de omgeving en kunnen zo diep in het dal kijken. Zo komen we aan “le puits Saint Leonard” Op de hoogten van Ahin, in het dorp Saint-Leonard, waterpunt in de vorm van suikerbrood uit de 18e eeuw. Nog wat verder komen we op het plateau, geheel anders dan het vorige nu vlakke weilanden en stukjes bos met in de weide de koeien die hun rustig staan te grazen. Weer een stuk verder tot we aan de rustpost komen. Dan weer op weg komen we in het bos hier staat een toren wat verder dan komen we aan een prachtig domein. Chateau D’Ahin. De oorsprong van het château d’ Ahin ligt vermoedelijk in de 13de eeuw en was opeenvolgend in het bezit van de families: Dominion (1350), de Faulx (1404), Aubrion (1468), en vanaf 1618 tot het einde van de 18de eeuw d’ Arberg de Valagin en de familie Huytens (1811). Het château d’ Ahin, gelegen tussen de Maasvallei en de hoogvlakte van de Condroz midden in een immens park van 20 ha en aangelegd in Engelse landschappelijke stijl, werd oorspronkelijk opgebouwd uit kalk- en baksteen in Romaanse stijl. In 1852 komt het in handen van de prins de Looz-Corswaren die het ingrijpend renoveert in Vlaamse-Renaissanse stijl. In 1887 ging het over naar de familie Dansaert en in 1896 de familie de Lhonneux. Sinds 1931 is het eigendom van baron Pierre van Zuylen. Door erving kwam het familie patrimonium in handen van de heer en mevrouw Thierry en Antoinette Van Zuylen die de bijgebouwen omvormden tot hotel. Het is een prachtig domein wij mogen met de wandeling over het domein lopen en kunnen zo prachtige foto’s maken van het kasteel wij verlaten het domein door de hoofdingang. Zo komen we in Ahin. Het dorp ligt in de Maasvallei op de rechteroever, aan de overzijde van het stadscentrum van Hoe. Dan komen we aan de Maas. We wandelen langs de rivier. Voor ons zien we het fort van Huy uit het begin van de 19e eeuw op een heuvel langs de Maas. Het fort werd ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden gebouwd en wordt daarom ook wel het Hollandse Fort genoemd. Vanaf 1946 wordt het fort geëxploiteerd als bezienswaardigheid. Sinds 1992 is in het fort het Museum van het Verzet en van de Concentratiekampen gevestigd. Bezoekers krijgen hier een indruk van het leven in het fort en in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. We wandelen een heel eind langs de Maas wat een prachtige rivier die hier Huy in vloeit. We komen dan tegenover het Huis Batta. was destijds het refugiehuis (1585-1794) van de cisterciënzers van de Abdij van Val-Saint-Lambert. Sinds de 19e eeuw is het Batta Huis in privé-handen. In 1940 blies een bom een deel van de oudste vleugel weg, aan de straatkant. Dit werd onmiddellijk na de oorlog hersteld. In 1954 werd het Batta Huis beschermd erfgoed van Wallonië. Nog een eindje langs het fort en dan gaan we langs de tunnel van de spoorweg en zo zijn we terug aan ons vertrek een mooie wandeling in het “Land van Hoei”.
MARCHE DE LA FRAISE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / WEPION. 03/07/2019
MARCHE DE LA FRAISE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
WEPION.
Vandaag de aardbeienwandeling in Wepion, wij hebben Seppe mee. Het vertrek is op het plein voor de kerk. We wandelen door de straten van Wepion en dan klimmen we even. Hoger op de oevers is de grond zeer geschikt voor de teelt van aardbeien, de beroemde fraises de Wépion. We komen op de controlepost waar we enkele wandelvrienden tegenkomen. Na de controle dalen we af naar de Maas. Het is aangenaam om aan de oever van de Maas te wandelen en naar de hoge rotsen te kijken en de eenden en andere watervogels te zien. In de verte zien we het kasteel van Dave. Het Kasteel van Dave is gelegen in Dave, het bestaat uit een aantal van de oudste gebouwen aan de zijde van de spoorlijn Namen-Dinant, en het 18de-eeuwse kasteel direct aan de Maas. Het is omringd door een park van 7 ha in Engelse stijl, met een aantal zeldzame boomsoorten. De grote bossen aan de westelijke kant van de spoorweg behoren tot het domein en worden om hun hout geëxploiteerd. Pal tegenover het Île de Dave ligt nog een kleiner kasteel. Het oudste gedeelte ervan, gelegen aan de achterzijde, dateert uit het begin van de 18e eeuw; het nieuwere gedeelte, in Engelse stijl, werd gebouwd in 1865 door de architect Alphonse Balat die ook de koninklijke serres in Laken ontwierp. Het kasteel, het beschermde park en de eveneens geklasseerde weiden rondom behoren toe aan de bankiersfamilie de Wasseige. Het kasteel wordt dan ook het Château de Wasseige genoemd. We wandelen nu naar het Musée de la fraise (aardbeienmuseum). Dank zij de wandelclub kunnen we vandaag het museum gratis bezoeken. In verschillende kamers word het verhaal van de aardbei verteld en het hoe de eerste struiken hier kwamen word op grote platen verteld. We wandelen even rond in het museum, het is klein maar heel mooi en leerrijk. Nog even verder wandelen langs een paar mooie oude gebouwen en nog een laatste klim en we zijn terug op ons vertrek. Het was een korte maar mooie wandeling samen met Seppe.
36E MARCHE DES MEUNIERS. / LES MEUNIERS. / ZETRUD – LUMAY. 30/06/2019
36E MARCHE DES MEUNIERS.
LES MEUNIERS. ZETRUD –
LUMAY.
Zétrud-Lumay, een oud dorpje met een paar interessante gebouwen waaronder de Sint-Barthelemykerk die in Gobertange-steen is gebouwd. Zittert-Lummen is de Vlaamse naam van dit Waals-Brabantse dorp dat kort tegen de provinciegrens met Vlaams-Brabant ligt. Het is in feite een samenvoeging van 2 gehuchten, Zittert en Lummen. We vertrekken in de Lumay-molen was een meelmolen aangedreven door een hydraulisch wiel met 10 paardenkrachten en een basis op 54 meter. Deze "fabriek" (Tarlier en Wauters) heeft altijd tot de heren van het dorp behoord. We wandeeln een eindje langs de beek en dan komen we in het dorp met prachtige huizen in Gobertange-steen. Dan wandelen we de velden in het is een landbouwstreek. We wandelen door d evelden en komen in Pietrain. We wandelen voorbij de Église Saint-Gabriel. Ook enkele huizen in Gobertange steen. Is wel de streek eigen steen en werd vroeger veel gebruikt om huizen te bouwen. We wandelen door het dorp en komen zo in Saint Jean Geest. We komen langs de Saint-Georges kerk er staat een afweergeschut aan de voorkant van de kerk. In het dorp grote boerderijen en huizen dan gaan we verder langs de grote kasteekhoeve. Dan wandelen door de velden naar Sainte Maria Geest. Nu wandelen we de oude spoorweg op en gaan terug naar Zetrud Lamay. Een mooie en aangename wandeling alleen spijtig dat men op de 13 kilometer geen controlepost hebben. Met dit hete weer is dit niet verantwoord.
28E MARCHE DES DJOYEUS. / LES DJOYEUS D’A TULTAY. / HODY. 29/06/2019.
28E MARCHE DES DJOYEUS.
LES DJOYEUS D’A TULTAY.
HODY.
Onze wandeling vandaag vertrekt in de zaal bij de Église Saint-Pierre, gelegen op een heuvel. We wandelen al vlug de velden in. Het is hier redelijk heuvelend en het is prachtig om te wandelen. De velden staan nog groen van de tarwe en een blauwe bloemen. Wat mooi. We wandelen verder door de velden en bossen. We blijven klimmen en komen langs gemaaide graslanden en de opgerolde hooiballen liggen in de weilanden, is telkens weer een mooi zicht. We komen zo in Limont waar we al klimmend de “Col de Limont” beklimmen, hij is op 240 meter hoogte. In dit dorp mooie huizen. Komen langs een bijzondere waterpomp nog nooit zulk één gezien, de huizen uit streeksteen zijn ook bijzondere zeker de oudere gebouwen getuigen van de pracht van het dorp. Weer verder met onze tocht, in het veld ligt er een kleine kapel, wel in slechte toestand maar toch wel bijzonder, iets verder een oude boerderij met bakoven. We wandelen weer een eind verder door de velden en weilanden tot we in Tavier komen. Tavier is een typisch dorpje uit de Condoz. Aan d ekerk een grote kasteelhoeve en hier aan de kerk is onze rustpost. Gezellig aan de oever van de beek en met een prachtig zicht op kerk en hoeve. Na de rust verder met onze tocht weer prachtig en klimmen door het landschap. Tussen de bomen wat verder komt de toren van een kasteel tevoorschijn. Na een klim komen we aan de plek die “Lieu dit Les 4 Chemins” waar 4 wegen samenkomen op een hoogte van 275meter. En dan een eind door een hole weg en zo komen we terug in Hody. Ook hier staan twee met bakstenen gemetste waterpompen, wat ook bijzonder is. De streek waar we wandelen is gekend voor zijn stenen die gebruikt worden in de woning bouw. Een fijne en aangename wandeling in Hody - Anthisnes.
WATERBRONNENTOCHT. / WC AVIAT ST TRUIDEN. / VELM. 24/06/2019
WATERBRONNENTOCHT.
WC AVIAT ST TRUIDEN.
VELM.
Bij het ontstaan van de gemeenten in 1795 werd Velm een zelfstandige gemeente. Het was oorspronkelijk een landbouwdorp maar ontwikkelde zich in de 20e eeuw tot een woondorp. In 1977 werd de gemeente Velm opgeheven en werd het een deelgemeente van Sint-Truiden. We vertrekken met onze wandeling aan de classicistische Sint-Martinuskerk uit 1783. En dan vanuit de zaal gaan we onze tocht aanvangen. Langs de beek komen we aan een prachtige boerderij met een ingangspoort en een prachtig huis. Weer een stukje verder. We wandelen nu de velden in na een tijdje zien we het kasteel van Velm, is een voormalig klooster der jozefieten. Oorspronkelijk was dit een kasteel, Kasteel "Het Schoor" of Kasteel van Velm genaamd. Het kasteel was eigenaar van diverse particulieren. Tot 1902 woonde er ene Gillis Cajot, welke toen echter overleed. Hij had het vruchtgebruik van het bezit van zijn, eerder overleden, vrouw Fulvie Rigo. Eigenaar van het kasteel was -na Fulvie's dood- echter Fulvie's broer, Alexis Rigo. Deze woonde er niet zelf, maar maakte het kasteel weer over aan zijn minnares, Jeanne Gijzelinck, die weduwe was van Isidoor Parijs en zich madame Parijs liet noemen. In 1930 werd het door haar erfgenamen verkocht aan Clement Peten jr., die het in 1931 doorverkocht aan de Jozefieten. In 1962 werd het door de paters verkocht aan een particulier, die het ging verhuren aan het Centrum voor Talenleer, een private talenschool. Het U-vormige gebouw stamt uit de tweede helft van de 18e eeuw, terwijl er in het eerste kwart van de 20e eeuw delen werden bijgebouwd. Het oorspronkelijke gebouw is in classicistische stijl en wordt gedekt door een mansardedak. Het 20e-eeuwse deel betreft de noordvleugel, die echter eveneens in classicistische stijl werd gebouwd. Het bijhorend park heeft verschillende prachtige oude bomen. De bijhorende hoeve is ook indrukwekkend. Kasteelhoeve Het Schoor . Gesloten hoeve uit de tweede helft van de 18de eeuw (oorspronkelijk woongedeelte en inrijpoort) en de eerste helft van de 19de eeuw (na vernieling door brand). Vormt samen met het voormalig klooster der jozefieten een belangrijk element in het landschap. De doorgang tussen beide complexen is van de straat afgesloten door een gesmeed ijzeren hek tussen hardstenen pijlers. Ten oosten, rondbooginrijpoort van kalksteen met verankerde sluitsteen; ingeschreven in een bakstenen muur, bekroond met een driehoekig fronton met geprofileerde, hardstenen lijsten. Ten noorden, naast de inrijpoort, oorspronkelijk woongedeelte van één travee en twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op straat, mechanische pannen). Witgekalkte gevels, voorzien van kalkstenen hoekbanden en oorspronkelijk beluikte steekboogvensters in een vlakke kalkstenen omlijsting met sluitsteen. Het geheel is een indrukwekkend geheel. Wij mogen een toer rond het kasteel en park maken en dan verlaten we dit toch wel mooi domein en we stappen langs het station van Velm. Er zijn nog verscheidene gesloten hoeven uit de 18e en 19e eeuw gelegen die we passeren en dan komen we terug in het centrum van Velm waar onze tocht eindigt.
INTERNATIONALE WANDERUNG “RUND UM HAUSET”. / MICKY-MÄUSE HAUSET. / HAUSET. 22/06/2019
INTERNATIONALE WANDERUNG “RUND UM HAUSET”
MICKY-MÄUSE HAUSET.
HAUSET.
Hauset is een dorpje aan de Geul, deel van de gemeente Raeren. Het wordt doorsneden door de Geul, doorheen het Akenerbos zijn tevens de Rochuskapel en de Hammerbrug trekpleisters van Hauset. Ligt in het dal van de Geul op een hoogte van ongeveer 250 meter. De plaats wordt omringd door bossen, in het noorden vindt men uitlopers van het Aachener Wald. De Rotsiefbach stroomt vanuit een hoogte in dit bos zuidwaarts naar de Geul. Wij vertrekken met onze tocht in het centrum van Hauset aan de Sint-Rochuskerk, gebouwd in 1858 in neogotische stijl. We verlaten het dorp en wandelen de natuur in, langs de Geul wel mooi hier langs kleinen smalle voetpaden en zo komen op een plek die “Piepeljatz” noemt “Vlindersteeg”. Piepeljatz is in Platdiets een regionale dialect. We wandelen verder door de prachtig omgeving veel afwisseling weilanden stukken bos veldwegen zo mooi en de prachtig vergezichten. Dan komen we aan een grote ruïne, voorbijgangers weten ons te vertellen dat dit een grote kalkoven was. Wel een indrukwekkende ruïne ze is wel afgesloten maar kunnen toch een paar foto’s maken. Even verder komen we aan de Hammerbrug.
Deze heeft een hele geschiedenis. De eerste Hammerbrug werd aangelegd van 1841-1843. Het was een bakstenen brug, ontworpen door Georg Moller. Ze had een lengte van ruim 206 meter en was meer dan 37 meter hoog. Het viaduct had twee verdiepingen: de bovenste had 17 bogen en deze rustten op 13 andere bogen. 8 miljoen bakstenen werden ervoor gebruikt. Aangezien de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog hun troepen over dit viaduct hadden vervoerd, wilde het Belgische leger dit nu niet afwachten, en in 1940 werd het viaduct opgeblazen. Tijdens deze operatie stierven een aantal geniesoldaten. De Duitsers trachtten de brug te herstellen, waarbij ze ook Russische krijgsgevangenen inzetten. Er werden betonpijlers opgericht waarop metalen bruggen werden gemonteerd. Hierbij werden ook delen van de oude brug gebruikt. Uiteindelijk kwamen er twee metalen bruggen naast elkaar, in september 1944 was de dubbele brug gereed, maar korte tijd later bliezen de Duitsers hem alweer op, om de Amerikanen tegen te houden. De laatsten wisten de brug in 1945 weer provisorisch in gereedheid te brengen, en in 1948 was deze weer volledig gebruiksklaar. Het huidige viaduct werd geconstrueerd in 1999, ter vervanging van het oude gelijknamige viaduct, dat was gebouwd in baksteen en staal. Bij de ombouw van de bestaande spoorlijn 37 voor hogesnelheidstreinen, werd vastgesteld dat het oude viaduct, zwaar beschadigd tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de belastingen van een hogesnelheidstrein niet aan zou kunnen.
Onder de brug nog een bunker. We wandelen weer verder en komen zo aan de eerste controlepost. Na de nodige rust gaan we weer verder om de lus te maken weer veel door weilanden en langs bomen. Zo mooi in de verte een kasteel. We wandelen verder en komen in Astenet een plaats in de deelgemeente Walhorn. We wandelen het dorp binnen en komen aan een prachtig Chateau THOR.
Er zijn drie gedeelten, gegroepeerd om een binnenplaats. Het noordwestelijke gedeelte is het woongedeelte van omstreeks 1700. Hier tegenaan werd in 1738 een korte vleugel gebouwd. Op de hoek tussen beide staat een vierkante toren die in de 19e eeuw werd gewijzigd. In het noordoosten is een poortgebouw van 1733, met het wapenschild van de familie Heyendal. Dit gebouw heeft een schilddak. Oorspronkelijk was op de plaats van Kasteel Thor de brouwerij gevestigd van het domein van de familie d'Astenet. Het leen was afhankelijk van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Aken. Herman d'Astenet (begin 15e eeuw) was de laatste telg van dit geslacht. In 1416 kwam het aan de familie Van der Heyden. In 1543 kwam het aan Claire van der Heyden, gehuwd met Jean Molener alias Hens d'Astenet. In 1615 kwam het door huwelijk aan de familie Reul. Door verkoop kwam het aan Jean Heyendal, en deze liet in 1700 op de plaats van de brouwerij een kasteel bouwen. In 1738 werd de tuinvleugel gebouwd. In 1732 werd toestemming gegeven om Missen op te dragen in de slotkapel. In 1806 stierf de laatste Heyendal en haar echtgenoot, Waltère Jean François Birven, nam het bezit over. In 1840 kwam het door huwelijk aan de familie 'Lamberz, en dat bleef zo. De eigenaren hebben een horecafunctie in het kasteel gevestigd.
Wat verder komen we langs de KATHARINNENSTIFT is een bejaardentehuis.
Het complex werd gesticht in 1888 met behulp van schenkingen door de Akense ondernemer Gerhard Rehm en zijn vrouw Katharina Rehm, naar wie de stichting is vernoemd. Katharina werd ten gevolge van ernstige ziekte in een ziekenhuis te Neuss door de Augustinessen verpleegd. In 1887 stierf zij, nadat ze een deel van haar vermogen aan de zusters had gelegeerd. Haar man heeft met dit geld een stichting in het leven geroepen, welke voorzag in de bouw van genoemd tehuis, wat beheerd zou gaan worden door genoemde Augustinessen. Er was aanvankelijk een centrum voor wijkverpleging, een huishoudschool voor meisjes, een katholiek weeshuis en een opvang voor hulpbehoevende bejaarde dames gevestigd. Spoedig kwam er toestemming om Missen op te dragen in een speciaal daartoe ingerichte zaal in het complex, die de status had van oratorium. Buitenstaanders mochten daar echter de Mis niet bijwonen. In 1897 werd een vaste geestelijke aan het stift verbonden die de functie van rector bekleedde. De kapel werd gebouwd van 1899-1900. De inrichting van de kapel kwam in de daaropvolgende jaren tot stand: Neogotisch meubilair en drie glas-in-loodramen in het koor behoorden daartoe. Ondertussen werd van 1906-1907 gewerkt aan de verbouw van het kloostercomplex onder het motto: Ohn' Gottes Gunst All' Bau' umsunst (zonder Gods gunst is al het bouwen tevergeefs). In 1907 werden nog twee zijaltaren toegevoegd. De kapel werd gewijd aan Johannes de Doper. De plechtige inzegening -door de bisschop van Keulen- van de nu volledig ingerichte kapel vond plaats in 1910.
Alles gelegen in een prachtig park. We wandelen weer verder en komen zo weer terug in het dorp van ons vertrek Hauset. Wat een prachtige wandeling rond Hauset met vele mooie plekken met veel geschiedenis. Bedankt wandelclub Micky Maüse voor deze mooie tocht.
MARCHE DE LA CAMARADERIE. / LES ROUBALEUS SERAING. / BONCELLES. 16/06/2019
MARCHE DE LA CAMARADERIE.
LES ROUBALEUS SERAING.
BONCELLES.
Boncelles is een deelgemeente van Seraing, onze wandeling gaat merendeel door het bos van Seraing. Het bos bedekt 1/3e van het grondgebied van Seraing, wat neerkomt op niet minder dan 1.200 hectaren. Kilometer lange wandelwegen zijn er door het bos. Voor ons een ideale plek om te wandelen langs de lange lanen. De verscheidenheid van planten en bomen maakt het allemaal nog mooier. We verlaten het bos maar eventjes om langs een paar mooie huizen te gaan en zo op de controle en rust post te komen en zodra we weer vertrekken komen we terug in het bos. Voor de rest van de wandeling blijven we in het bos en dan verlaten we het en keren terug naar ons vertrekpunt in Boncelles. Veel kunnen we niet zeggen over de wandeling omdat we 90% in het bos gewandeld hebben, maar toch is het een mooie tocht geworden met veel natuur.
MARCHE DES ENTITES DE THIMISTER – CLERMONT. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER CLERMONT. 15/06/2019
MARCHE DES ENTITES DE THIMISTER – CLERMONT.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER CLERMONT.
We vertrekken met de wandeling in “La Minerie”, dankt zijn naam aan het feit dat er zich op het grondgebied verschillende putten bevonden waar steenkool werd gewonnen. In 1827 kende de Hollandse regering aan de families JEANSSON en MOREAU de concessies van LES BURES toe. Die concessies werden later geëxploiteerd door de « CHARBONNAGES REUNIS DE LA MINERIE », een vennootschap die de meeste putten van Battice, Herve, Charneux en natuurlijk ook La Minerie uitbaatte. Op het dorpsplein, in de lommer van de lindebomen, ligt de kerk uit 1842 die is gewijd aan de Heilige Petrus. De kerk werd gedeeltelijk vernield tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bochtige paden en hobbelige wegen brengen ons naar Les Margarins, naar Roiseleux, naar de Fond Jowa of naar Stockis waar een kapelletje is gewijd aan de Odile, een heilige uit de Elzas die wordt aanroepen voor oogkwalen. We wandelen door het prachtige landschap tot we aan de kapel “Monty Charneux” komen. Ook “Al Mizwete” genoemd. Deze kapel werd gebouwd in 1719 en uitgebreid in 1725. "Mizwete" betekent sluwheid. Deze volksbenaming zou betrekking hebben op een oude dame, die klein, nerveus en sluw was die in het naburige huis woonde en de kapel onderhield. Op de gevel, twee plaketten: een ter ere van St. Appoline aanroepen voor de genezing van kiespijn en de andere ter ere van St Salmon aanroepen tegen ziekten van de keel en borst. Gelegen op een prachtige plek. We wandelen verder en komen zo in Thimister, dankt zijn naam aan de tijm die er in de Middeleeuwen werd geteeld. Het dorp, dat ooit toebehoorde aan de hertog van Limburg en de ban van Herve. Landbouw en de productie van Hervekaas waren eeuwenlang de belangrijkste activiteit van deze gemeente. Daarna kwamen de ambachten tot bloei, met talrijke textielfabriekjes, en vele andere ambachtelijke activiteiten die "tegen maakloon" werkten. Ook de fruithandel was belangrijk. De vele rijkgevulde fruitboomgaarden brachten Joseph RUWET op het idee een nieuw product te maken. In 1898 al produceerde hij er cider. Wie Thimister bezoekt ontdekt een prachtig plein en een architecturaal erfgoed dat algemeen gezien goed is bewaard en wordt beschermd door de parochiekerk die is gewijd aan de Heilige Antonius de Kluizenaar. We wandelen weer door het prachtige landschap veel afwisseling met weilanden met veel koeien, met bloemen op de bermen. Door het golvende landschap met prachtige vergezichten. Wat verder komen we aan de bron van Chaumont (170 meter) nog even verder en we komen terug in “La Minerie” waar deze prachtige wandeling eindigt.
Een nieuwe Naamse club houd hun eerste wandeling. Boneffe is een Haspengouws landbouwdorp aan de Mehaigne. We vertrekken in het centrum van het dorpje tegenover ligt een van de gebouwen van de abdij van Boneffe. We wandelen verder en komen langs de dorpskerk uit 1878 met pastorie die dateert van 1752. Dan wandelen we langs verschillende grote boerderijen en in het park staat een tulpenboom. Deze boerderijen hebben grote schuren en zijn indrukwekkend. Dan gaan we het domein van de abdij op. De plaats van de voormalige abdij van Boneffe waarvan de oude ommuring nog aanwezig is. Binnen de muren liggen drie boerderijen waarvan de gebouwen dateren uit de 18 en de 19e eeuw. Het abthuis heeft een grote vijver. Een cisterciënzerabdij werd daar gebouwd in de 13e eeuw, maar deze werd herhaaldelijk verwoest en herbouwd. De oorspronkelijke constructie, bekend als een kleine abdij, werd gebouwd op de linkeroever van de Mehaigne. Volledig vernietigd, het was waar we "The Manor" (negentiende) zien. Het laatste gebouw, "de grote abdij", werd gebouwd op de rechteroever rue de l'Abbaye en omvatte de boerderij (XVIII) die nog steeds bestaat, evenals de stallen en de prelatuur. Het grote landgoed nog steeds omringd door zijn zeer oude muur omvat nu drie boerderijen in één eenheid. Het bestaat uit een belangrijk gebouwencomplex voornamelijk uit de achttiende en negentiende eeuw, waar men vooral grote gewelfde stallen en een schuur met cilindrische kolommen opmerkt. Raphael de Meeûs heeft sinds 1967 een van de drie boerderijen bezet. De andere twee boerderijen werden respectievelijk bezet door zijn broer Boudewijn en zijn neef Gérard Dumont de Chassart. Het orgel en het grote altaar van de oude kerk die in de abdij was, werden gekocht door de familie van Woelmont en bevindt zich nu in de kerk van Soiron. Wat betreft het nabijgelegen kasteel, het was ooit een prachtig pand dat ook toebehoorde aan de familie van Meeûs. Het bestaat vandaag niet meer. Dit hele gebied is in particulier bezit. Wij mogen over het domein wandelen en zo kunnen we ons een idee vormen van hoe groot en uitgestrekt deze abdij wel was. Dan verlaten we het domein door de toegangspoort we wandelen nog een heel eind door de velden en langs prachtige boerderijen. Spijtig dat we moeten beslissen om een korte afstand te lopen en dreigt een onweer en gelukkige zijn we terug voor het begint te donderen. Na de wandeling stoppen we nog even in Merdorp. Met zijn kasteel en boerderijen. Na ons korte bezoek keren we terug naar huis een fijne en aangename wandeling.
MARCHE DE JOUR. / AMIS MARCHEURS IVOZ. / IVOZ. 09/06/2019
MARCHE DE JOUR.
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
Ivoz ligt in de streek Hesbaye-Meuse- Condroz. Is een deelgemeente van Flemalle. We vertrekken met onze tocht aan de Maas tegenover ligt het kasteel van Chokier dat ligt op de Mont Iohy, een steile kalkrots in de Maasvallei, te Chokier, op het grondgebied van Flémalle. Spijtig in de vroege ochtend van 27 maart 2017 werd een groot deel van het kasteel in de as gelegd. Vandaag staan de buitenmuren er nog van dit ooit zo mooie kasteel. We steken de Maas over en vlug zijn we in het bos, we komen langs de plek “La ferme de la venne” word bestempeld als een “Site enchanteur” een betoverende site. In de vallei ligt de ruïne van de grote boerderij. We blijven wandelen in het bos en zo komen we aan onze controle en rustpost. Weer verder met onze tocht. Terug wandelen w ehet bos in en wat verder gaan we door de toegang van het domein van de Abdij van Val-Saint-Lambert. En al vlug komen we aan de gebouwen van de abdij. De abdij van Val-Saint-Lambert is een voormalige cisterciënzerabdij aan de oever van de rivier de Maas. Een deel van de abdij heeft sinds de 18e eeuw een paleisachtig uiterlijk. Na de opheffing van de kloosters in het prinsbisdom Luik werd de abdij de vestiging van de kristal- en glasfabriek van Val-Saint-Lambert, een functie die het complex tot op de dag van vandaag vervult. De abdij zelf heeft inmiddels diverse andere invullingen gekregen. De 13e-eeuwse, vroeggotische kapittelzaal, het scriptorium en het daarboven gelegen dormitorium zijn onlangs gerestaureerd. Het gastenverblijf (maison des étrangers) dateert uit de 17e eeuw. De monumentale toegangspoort, de domeinmuur, het hoofdgebouw, het abtenverblijf en het hospitaal zijn 18e-eeuws. Het fronton van het poortgebouw draagt de wapenspreuk van abt Simon de Harlez: Fortiter et candide ("Krachtig en duidelijk"). Het paleis van de abt dateert uit 1762-'65. Van het eens rijke interieur resteert slechts weinig. Aan de noordoostzijde ligt het restant van wat ooit de tuin was. In 1789, het jaar van de Luikse Revolutie, liet de laatste abt van Val-Saint-Lambert, Grégoire Falla, hier een fraai Belvédère aanleggen. De kristalfabrieken liggen ten zuiden van de abdijgebouwen. Wij wandelen over het domein langs de mooi gerestaureerde gebouwen en langs het kristalfabriek. Achteraan is de tweede controlepost. Nu nog even verder wandelen en we komen terug in Ivoz waar deze toch wel mooie wandeling eindigt.
44e MARCHE DE JOUR / LES BRUYERES EN MARCHE. / GRIVEGNEE. 08/06/2019.
44e MARCHE DE JOUR
LES BRUYERES EN MARCHE.
GRIVEGNEE.
Grivegnée beslaat het grootste stuk van de stedelijke kern op de rechteroever van de Maas, ten noorden van de Ourthe. De kern van Grivegnée (Grivegnée-Bas) ligt nabij de Ourthe. Ten noordwesten hiervan ligt de Mont Cornillon met het Parc des Oblats. In noordoostelijke richting vindt men nog diverse woonwijken. Wij wandelen door het dorp en al vlug wandelen we door de mooie natuur. Stukken door grasland en dan weer een stukje door het bos veel afwisseling. Wat vooral mooi si zijn de vele vergezichten die we op deze wandeling tegen komen. We krijgen een zicht op Luik met zijn staalfabrieken. We andelen verder en komen op de oude spoorweg nu RAVel 2 Ligne 38. De lijn 38 heeft een lange geschiedenis. 'Lijn 38' is de oude spoorlijn die het Land van Herve doorkruist en die ooit Chênée met Plombières verbond. Nu is ze geïntegreerd in het RAVeL net en voorbehouden aan wandelaars. Ze ontpopte zich ondertussen tot een van de mooiste groene wegen van België. Vandaag is de oude spoorlijn 38 exclusief voorbehouden voor wandelaars, joggers, ruiters en mountainbikers. De bedding behield haar oorspronkelijke sintelbekleding, die soepel aanvoelt voor schoenen. Wanneer u het Land van Herve van noord naar zuid doorkruist, ontdekt u een streek met een grote verscheidenheid aan landschappen, een gulle plantengroei en oude gebouwen die getuigen van het verleden. De verschillende bruggen getuigen nog steeds van het verleden als spoorweg. We wandelen weer verder en komen langs een groot ijzeren kruis. Weer verder worden we weer getrakteerd op een prachtige panorama over het Land van Herve. Wat verder komen we terug op de RAVel en wat verder komen we terug in Grivegnee waar onze wandeling eindigt.
41E MARCHE DES CORSAIRES. / LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA. / SART-LEZ-SPA. 02/06/2019
41E MARCHE DES CORSAIRES.
LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA.
SART-LEZ-SPA.
Sart, ook wel Sart-lez-Spa genoemd, en deelgemeente van de gemeente Jalhay. In de buurt loopt de rivier de Hoëgne, een bijrivier van de Vesder. We wandelen door de prachtige natuur, langs een prachtig huis dan komen we langs DE OUDE KASTEELBOEDERIJ VAN SART. Deze statige kasteelboerderij dateert uit de tweede helft van de 18e eeuw. Indertijd had dit huis een toren en de overblijfselen zijn in 1880 tijdens de wederopbouw van de boerderij bijgewerkt en de huidige toren wordt tegenwoordig “Li Tchestê” genoemd. In 1880 werd dit huis met kleine voortuin uitgebreid in Louis XIV stijl. Dit kasteel behoorde vroeger tot Raes Blanche, eigenaar van het kasteel. Het kasteel staat ook bekend onder de naam “Cinse Blanche”. De toren werd herbouwd met stenen van de oude toren. Het behoort tot het monumentaal erfgoed van Wallonië. Wat verder komen we aan HET DORPSPLEIN IN SART. Dit mooie dorpsplein is omgeven door verschillende monumentale panden zoals de Saint-Lambert kerk van Sart met zijn versterkte toren, het perron, het prachtige huis “as jôts ègrés” ook wel huis “Lespire” genoemd en in Gothische-renaissancestijl (einde zestiende eeuw) gebouwd, het huis Bronfort, voormalige slagerij en hotel en het huis Maquis. Deze mooie stenen boerderij daterend uit de 19e eeuw, verscholen achter een hele oude eik, bood in 1944 een schuilplaats aan Prins Charles, de broer van Koning Leopold III. Hij werd gezocht door de Duitsers tijdens de bezetting en werd na de bevrijding regent van België. Een eenvoudig en charmant huis uit bakstenen, daterend uit de 19e eeuw, huisvest nu het VVV-kantoor van Jalhay-Sart en was voorheen het huis van de vicaris. Dan komen we aan HET HUIS MAQUIS. Deze mooie stenen boerderij daterend uit de 19e eeuw, verscholen achter de oude eik, bood in 1944 een schuilplaats aan Prins Charles, de broer van Koning Leopold III. Hij werd gezocht door de Duitsers en werd na de bevrijding regent van België. Dan verlaten we het dorp en wandelen het bos in. We gaan hier DE VALLEI VAN HOËGNE ontdekken. De Hoëgne, de belangrijkste zijrivier van de Vesder, is ongetwijfeld de bekendste van de rivieren geboren op het plateau van de Hoge Venen. Het is verantwoordelijk voor de eerste wateren op 660 m hoogte, vlakbij de Baraque Michel. Na het slingeren in het veen van de Venen, wordt de helling geaccentueerd vanaf de brug van de Centennial. De Hoëgne wordt dan een stortvloed tot Belleheid zich 380 m boven de zeespiegel bevindt en haar mooiste schoten aanbiedt. Deze rivier was de plaats van een belangrijke activiteit in de exploitatie van ijzererts in de afgelopen eeuwen, die de reputatie van het markgraafschap van Franchimont maakte, waaraan het verbod Sart was gehecht. De vallei van de Hoëgne is van opmerkelijk botanisch belang voor de levermossen, mossen en varens die daar kunnen worden waargenomen. De floristische rijkdom alleen al rechtvaardigt een speciale bescherming. de late negentiende eeuw, periode van hoog toerisme in de regio, was het noodzakelijk om de bourgeoisie en de arbeidersklasse steden, een resort waar ze konden komen tot rust, als de vallei van Hoëgne aan te bieden. In het bos komen we langs DE OUDE SMEDERIJ We vinden de overblijfselen van een oude smederij en een stenen kachel op een plaats genaamd "les bateries", langs de Hoëgne, bij Parfondbois (Solwaster). De ijzerindustrie dateert uit het verste regionale verleden. De ondergrond van de regio bevatte talrijke afzettingen van ijzererts van verschillende kwaliteit. Zo werden langs de Hoëgne tussen Parfonbois en de Croupets du Moulin de overblijfselen gevonden van een oude smederij en een oven, nieuw vrijgemaakt van vegetatie (alleen overblijfselen gevonden op het moment van een Metallurgische activiteit van het land Franchimont). De smidse werd voor het eerst genoemd tijdens een schenking in januari 1480 en we spreken opnieuw in oktober 1503. Verschillende namen werden opgeroepen als "The Chastelein" of "Forges Racket". In 1609 was ze nog steeds actief, maar werd later niet genoemd. De opgravingen van de smederijen begonnen op 10 mei 2004 en eindigden begin 2005. Verder met onze tocht komen we aan HET OUDE VEEN Langs de Hoëgne, bij Parfondbois, ligt een oud veengebied. Het had een oppervlakte van 8 hectare en is nu overwoekerd. In deze plaats werd turf gewonnen en voorbereid voor de baden van Spa, deze therapeutische behandeling is ontwikkeld sinds 1889 dankzij de speciale kwaliteiten van dit plantmateriaal van het alpiene type genaamd "peloid", stof van de soort "veenmos" "Gekenmerkt door zijn zeer lage PH. De exploitatie begon in 1935 en in 1994 werd al het bruikbare turf van de site gehaald. Het werk werd gedaan door lijnen loodrecht op de Hoëgne en het veen werd geladen op de rijtuigen, de enige manier om toegang te krijgen tot de site. We kunnen nog steeds de overblijfselen zien van rails en wagons die werden gebruikt voor de exploitatie. Dit veengebied, eigendom van het Waalse Gewest, werd verlaten en werd een klein natuurgebied beheerd door het Cultureel Comité van Sart-Jalhay. Een veengebied is een waterrijk gebied, gekoloniseerd door vegetatie waarvan de bijzondere ecologische omstandigheden de vorming van een bodem bestaande uit een turfafzetting mogelijk maken. Dit ecosysteem wordt gekenmerkt door een grond die permanent verzadigd is met stilstaand of zeer weinig mobiel water, waardoor de micro-organismen van de zuurstof die nodig is voor hun metabolisme, worden beroofd. Deze micro-organismen, die bacteriën en schimmels zijn, zijn verantwoordelijk voor de afbraak en recycling van organisch materiaal. De bever is opnieuw geïntroduceerd. Natte omgeving moeilijk toegankelijk. Wat verder komen we Wayai. Wat verder komen we terug op ons vertrek waar deze toch wel prachtige wandeling eindigt.
1ERE MARCHE DE JOUR “LA SYLVATIENNE” / CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE. / SAIVE. 01/06/2019
1ERE MARCHE DE JOUR “LA SYLVATIENNE”
CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE.
SAIVE.
Vertrek met de wandeling inde kazerne, Kwartier De Cuyper-Beniest.
In 1932 vatte men het plan op om te Saive een kazerne te bouwen, teneinde de versterkte stad Luik te ondersteunen. In 1939 begon men met de werkzaamheden, en wel in het voormalige park van het Kasteel van Méan. De Duitse invasie van 1940 maakte een eind aan de werkzaamheden. Deze werden na de bevrijding weer opgenomen en in 1951 was de kazerne voltooid. Het werd een opleidingscentrum voor de artillerie. In 1961 werd het complex weer verlaten en verval trad in. In 1973 werd het complex weer opgeknapt en vanaf 1974 werd het weer betrokken. Van 1998-2001 vonden er opnieuw renovatiewerkzaamheden plaats. Het leek er echter op dat de site zou worden opgeheven, maar in 2003 vond weer een nieuwe cavalerie-eenheid onderdak in de kazerne. Lang duurde dit niet, en in 2014 werd de gemeente Blegny de nieuwe eigenaar. Het complex bestaat voor 38 ha uit bos, 5 ha voormalige militaire werkplaatsen en 5 ha gebouwen, gegroepeerd om een paradeplaats. Het wordt ontwikkeld als bedrijvenverzamelcentrum, met tevens ruimte voor recreatie en diverse activiteiten. In de ingang zitten vele nestkastjes van zwaluwen en verschillende zijn bewoont, het is een aan en af vliegen om de jongen te voeden, is al mooi om de wandeling te beginnen. Saive; de streek rond Saive kende landbouw, veeteelt en van de 13e tot de 16e eeuw ook wijnbouw. Er waren twee watermolens, en ook de metaalbewerking, inclusief de wapenproductie, nam een belangrijke plaats in. In de eerste helft van de 16e eeuw begon men op kleine schaal steenkool te winnen. In het industriële tijdperk was de steenkoolwinning van groot belang, maar in de jaren '70 van de 20e eeuw verdween deze tak van nijverheid geheel. De wandeling gaat door de mooie streek rond Saive, ligt in de vallei van de Julienne, bij de samenloop met de Ruisseau d'Évegnée. Wij wandelen weer eens in het “Land van Herve” nog even onder de brug van de oude tramlijn. Dan een heel eind door de mooie natuur. Oude boerderijen en huizen. We wandelen verder en komen zo in het volgende dorp. Bellaire ook hier weer prachtige zichten over het landschap en oude gebouwen nog een eind verder komen we terug in Saive we wandelen een eind door het militair domein hier heeft de natuur vele jaren kunnen gedijen en is nu een paradijs van planten en dieren. We komen weer aan de kazerne. We blijven even onder de toegangspoort staan om naar de aan enaf vliegende zwaluwen te kijken. Gelukkig kunnen ze hier rustig broeden en hun jongen groot brengen. Een heel fijne wandeling met de wandelaars van Saive.