De fruitpluk is nu volop bezig, de peren zijn al bijna af en de appelen zijn reeds mooi gekleurd.
Een wandeling door het land van Loon is altijd betoverend, er duiken hier en daar kastelen op, kapelletjes en vele mooie oude boerderijen. In de pluktijd vooral de peren en appelpluk is het bijzonder aangenaam om te wandelen tussen de boomgaarden, de plukkers bezig zien om het waardevolle fruit te plukken, in grote houten kisten van zon 400kgr worden de rijpe vruchten naar de koelcellen gebracht om daar een lange tijd te bewaren. Zodat we het hele jaar kunnen genieten van lekkere appelen en peren.
Nu kunnen we nog genieten van het fruit aan de bomen en dat maakt deze wandeling in Voort en omgeving toch bijzonder. Een deel van de wandeling gaat door Kuttekoven, met zijn kasteel en kasteelhoeve. Kuttekoven heeft deelgenomen aan de wedstrijd van het Mooiste dorp van Vlaanderen, hebben de laatste 15 niet gehaald maar voor mij blijft het prachtig dorp met een rijk verleden.
We wandelen ook een stukje langs Borgloon centrum met de Gasthuiskapel. Deze kapel maakte in de middeleeuwen deel uit van het uitgebreid netwerk van zogenaamde 'gasthuizen' der hospitaalridders, ook wel Johannieters genoemd. De kapel van Helshoven behoorde eveneens toe aan deze orde.
De Romaans-gotische Graethemkapel is o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I ( 1171) en zijn echtgenote Agnes ( 1175). Op de terugweg naar Voort wandelen we nog langs verschillende plantages. Een mooie wandeling in het Land van Loon.
De abdij van Orval werd gesticht in 1070 en trad in 1132 toe tot de cisterciënzerorde. Het klooster dat tijdens de Franse Revolutie volledig verwoest werd, herrees uit zijn puin vanaf 1926. In 1931 werd er binnen de muren van de abdij een brouwerij opgestart om de bouw van het nieuwe klooster te financieren.
Vandaag de dag en volgens een traditie van de cisterciënzers, besteedt de kloostergemeenschap grotendeels aan goede werken de inkomsten uit de bierverkoop onder de naam Orval. We wandelen eerst een stukje langs de gebouwen van de abdij en het kasteel, daarna bezoeken we de brouwerij.
Langs 8 staties worden we geleid en ons het brouwproces van de lekkere Orval te vertellen. Van de grondstoffen, Water van de Mathildebron, mout en aromatische hopvariëteiten en vloeibare kandijsuiker. Hier word een beslag van gemaakt, gekookt en de bekomt men de vloeistof (Wort) de restafval draf genoemd word verkocht als veevoeder, nog dezelfde dag word aan de wort de specifieke gist van Orval toegevoegd.
Daardoor begint de hoofdgisting die 4 dagen duurt. De gist zet de suikers om in koolzuurgas en alcohol. Dan laat men het bier drie weken lang rijpen in opslagtanks en past men het Engelse methode van het drooghoppen toe. Verschillende grofmazige zakken, gevuld met fijne hopbellen, zullen drie weken lang trekken in het bier en hun essentiële oliën die hun speciale smaak afgeven. In Orval worden er 24.000 flessen per uur gebotteld. Orval kent maar een typische kegelvormige 33cl fles. Het bier zal nu 4 weken lang nagisten. Pas 2 maanden na het brouwen is de Orval klaar om de brouwerij te verlaten.
We worden op een lekkere Orval getrakteerd en wat Orvalkaas. We gaan ook nog even naar LAnge Gardien om te genieten van een Floriflette (schotel met aardappel in schijfjes, spek en Orvalkaas) en natuurlijk een lekkere Orval Trappist.
Het weer is vandaag prachtig echt een nazomerdag en we hebben nog wat tijd om de omgeving te verkennen, wij rijden dan ook naar Frankrijk, niet dat een heel eins is even maar en we zijn over de grens, het is hier toch prachtige in de Franse Ardennen. We volgen de route van de kastelen en forten en komen in Villy la Ferté.
FORT DE VILLY LA FERTE
De laatste vestiging die werd gebouwd was het Fort van Villy-La-Ferte.
Dit laatste bolwerk van de Maginotlinie in het westen is gebouwd tussen 1935 en 1938 en is het theater geweest van een dramatisch gevecht op 19 mei 1940. Tijdens dit gevecht zijn 104 Franse soldaten door verstikking omgekomen. De Maginotlinie genoemd naar André Maginot, Minister van Oorlog (1929-32), had de verantwoording van de bouw.
In het leven geroepen door de verschrikkelijke verliezen van de Fransen, die probeerden de Duitse linies in de eerste wereldoorlog te doorbreken. De Fransen waren overtuigd van het niet kunnen doordringen van een statische defensie. In 1920 besloten de Fransen dat hun oostgrens permanent moet worden opgebouwd met vestingwerken. In 1930 begon men met de bouw van de Maginot line. Men was gereed met de bouw in 1935. Deze vesting liep van Zwitserland tot aan zuid Belgie.
De Maginot line bestond uit een aantal onafhankelijke forten, verdeeld in drie defensieve lagen. Op de grens met Duitsland lagen bunkers met mitrailleur nesten, prikkeldraad en tankversperringen hierachter kwamen grotere bunkers en tankvallen. Circa 8 km hierachter stonden de forten. Deze forten waren zelfvoorziend, compleet met slaapplaatsen en operatiekamers en geschutstorens. In het grootste fort werkte en leefde 1200 man. Geen van de grote forten van Maginot Line werd veroverd. Dat de Maginot Line zich moest overgeven lag aan het feit dat de Duitse aanval via het oogwaarschijnlijke ondoordringbare Ardennen kwam.
Het vrij intacte fort is gelegen op een bijzondere plaats in het landschap met een betoverend zicht op de omgeving. We wandelen over het fort en bekijken de gevechtskoepels en de bunkers. De natuur heeft zich hier heer en meester gemaakt en de omgeving is bezaaid met prachtige wilde bloemen waar de vlinders zich thuis voelen, gewoon prachtige om te zien. We rijden wat verder en komen aan het stadje Mouzon.
MOUZON.
Dit plaatsje heeft een mooie abdijkerk en een beroemd orgel. Deze oude abbatiale, gebouwd door de paters Benedictines in de XIII eeuw, is een van de mooiste in gotische stijl van de Ardennen: een toren van 32 m hoog, orgel van Moucherel uit de XIII eeuw.
In de prachtige tuin kunnen we een wandeling maken.
Het viltmuseum in Mouzon waar u allerlei toepassingen ziet van dit soort textiel. Dit uniek museum in Europa toont u de volledige cyclus over het bewerken van het vilt, met werkende machines, ze verhalen 8000 jaar viltgeschiedenis in het hedendaags leven en in de kunstwereld.
Mouzon heeft ook vele schilderachtige straatjes. Vanop Pont de Vue la porte de Bourgogne gebouwd in 1639 hebben we een prachtig zicht op de stad en de omgeving.
CHATEAU BAZEILLES
We rijden verder de Forten en kastelen route af richting Sedan maar eerst komen we langs het Chateau Bazeilles uit de XVIIIde eeuw, spijtig dat een vleugel van dit prachtige kasteel afgebrand is, gelukkig worden de restauratie werken aangevat. We rijden verder naar Sedan en dan terug richting België, het is een prachtige rit geworden door het Franse landschap.
HERKENRODE NETWERKT IN LIMBURG VAN WIJSHAGEN TOT JEUK
HERKENRODE NETWERK
IN LIMBURG VAN WIJSHAGEN
TOT JEUK.
HERKENRODE.
Gesticht omstreeks 1182 door Gerard, graaf van Loon. Het grondgebied maakte deel uit van het eigengoed van de graaf, dat hij tegen zeer gunstige voorwaarden verkocht aan een zekere Broeder Hendrik uit de abdij van Aulne (Henegouwen).
Sommige geschiedschrijvers spreken van een schenking door de graaf, met als voorwaarde er een klooster van Cisterciënzerinnen op te richten.
REFUGEHUIS IN HASSELT
Het graafschap Loon strekte zich uit over het grondgebied dat ongeveer de huidige provincie Limburg uitmaakt. De graven wilden hun invloed uitbreiden door gebieden van het Bartholomeuskapittel te verwerven en daarna verlangden zij een grote abdij op hun grondgebied. Toen hun burcht te Borgloon grotendeels werd vernield, bouwden de graven te Kuringen hun Kasteel en zij kozen Herkenrode als begraafplaats. In 1217 werd Herkenrode officieel in de Orde van Citeaux opgenomen; zij was de eerste en de grootste vrouwenabdij van deze Orde in de Nederlanden. Reeds in 1218 verwierf de abdij het tiende- en patronaatsrecht van Kuringen en van verscheidene andere parochies. De abdij werd door de Loonse graven en hun edellieden rijk begiftigd met ontelbare schenkingen van eigendommen, heffingsrechten enz.
VISSERSHUISJE
ABDIJMOLEN
BINNENPLAATS
Zo groeide zij al snel uit tot één der rijkste stichtingen van het hele gebied. Het grondbezit besloeg meer dan 3.000 ha met talrijke hoeven. De groei en de rijkdom van Herkenrode waren ook te danken aan het feit dat de meeste zusters en abdissen afstamden van vooraanstaande families en de adel van het graafschap Loon. Bij hun intrede brachten zij vele schenkingen en dotaties mee, zodat meubilering en stoffering van het klooster steeds waardevoller werd. Herkenrode telde twee categorieën religieuzen: enerzijds de adellijke koordames en anderzijds de lekenzusters, die naast een beperkt gebedsleven als werkzusters fungeerden. Over een tijdspanne van 600 jaar werd de abdij bestuurd door 33 abdissen die het geheel uitbouwden tot een complex van gebouwen en eigendommen.
POORTHUIS
HERKENRODE Tekening door Steven Wilsens
Zij beheerden hun patrimonium aan de hand van inkomsten die zij betrokken uit het patronaatsrecht van een 20-tal parochies. Herkenrode kreeg al snel de naam van adellijk klooster; maar, ondanks herhaalde pogingen, werd het geen adellijk stift. Vanaf 1317 werd de abdij bekend als bedevaartsoord, omwille van het Heilig Sacrament van Mirakel. Deze legende vertelt dat, toen de onderpastoor van het nabijgelegen Viversel bij een zieke werd geroepen om hem de H. H. Sacramenten toe te dienen, de hostie door oningewijde werd betast. De hostie was hierdoor met bloed bevlekt en de priester was ten einde raad. Na overleg met zijn pastoor, werd hem opgedragen de ontwijde hostie naar Herkenrode te brengen. Tijdens zijn reis kwam hij een kudde schapen tegen die prompt op hun knieën vielen. Bij Herkenrode gekomen begonnen de klokken te luiden, zonder dat iemand daar een hand naar uitstak. Toevallig werd er de H. Mis opgedragen door Adam, kloosterling van Aulne. De nonnen zongen en toen de kapelaan met de hostie de kerk binnenkwam, draaide de priester die de mis opdroeg zich om aan het altaar en viel op de knieën, zonder dat hij van tevoren wist wat de kapelaan naar binnen bracht. Toen de kapelaan de ciborie met de hostie op het altaar plaatste, vertoonde de Zaligmaker zich in de gedaante van een mooie jongeling, met op zijn hoofd een doornenkroon, die opvallend blonk. Al degenen die aanwezig waren keken verrukt toe en begonnen intens te bidden. Een vrouw die reeds enige tijd was bezeten door de boze geest, genas meteen. Deze feiten maakten van Herkenrode een bedevaartsoord, waar jaarlijks op Sacramentsdag een grote processie werd gehouden. De H. Hostie werd in een prachtige monstrans tentoongesteld en er gebeurden nog talrijke mirakelen. Het hele verhaal dient wellicht om het dogma van Christus' aanwezigheid in de eucharistie, waar in deze periode twijfels over worden geuit, kracht bij te zetten. De Heilige Hostie heeft een hele lijdensweg afgelegd. Troebelen en plunderende soldaten en ook de Franse Revolutie waren de oorzaak dat de H. Hostie in 1804 naar Hasselt werd overgebracht, waar zij nog steeds wordt bewaard. In het Hasseltse Museum Stellingwerf-Waerdenhof wordt de verguld zilveren monstrans uit 1286 bewaard waarin het Sacrament van Mirakel getoond werd.
Wat de gebouwen betreft, had Herkenrode als lid van de Orde van Citeaux, zich aan strenge voorschriften te houden. Het klooster diende opgericht te worden op een afgelegen plaats, ver van alle bewoning, en buiten de kloosterpoort mochten er geen gebouwen worden opgetrokken. Er bestaan nog slechts weinig sporen van de oorspronkelijke gebouwen die werden opgericht vanaf de 12de tot de 15de eeuw. Plunderingen en verwoestingen in het begin van de 16de eeuw leidden tot een intense bouwactiviteit.
Abdis Mechtildis de Lechy was gedreven door een grote vernieuwingsdrang; tot 1538 werden talrijke werken uitgevoerd in Maaslandse laatgotische, vroegrenaissance-stijl. Dit was ook de periode dat prins-bisschop Erard van der Marck het kasteel van Kuringen, na jaren van verwaarlozing, liet ombouwen tot een luxueus buitengoed. Het imposante poortgebouw van de abdij dateert van 1531; het draagt de wapenschilden van abdis Mechtildis de Lechy en van prins-bisschop Erard van der Marck. Tijdens de 18de eeuw werden aan het poortgebouw dagelijks honderden broden aan de armen uitgedeeld. Op het neerhof bevinden zich een woonhuis, stallingen en een grote tiendenschuur met het wapenschild van Anne Cathérine de Lamboy met haar spreuk: "Pie et Provide", zinspelend op de tienden die in de schuur werden ondergebracht. Verder lezen we "L'abondance de Dieu", waarvan de in hoofdletters gebeitelde LDCDDIV een chronogram vormen met het jaartal 1656, het jaar dat abdis Anne Cathérine de Lamboy (1653-1675) de schuur liet verbouwen. 'Gods overvloed' zoals die op de velden van Kuringen is geoogst, wordt in deze reusachtige ruimte in de vorm van tienden opgeslagen.
ABDIJMOLEN
De twee buitenhoeken van het neerhof waren geflankeerd met torens; één staat er nog, het was een duiventil voor postduiven Op de Demer stond (momenteel gerestaureerd) de oude abdijmolen, nog gebruikt tot de eerste helft van de 20ste eeuw. Nemen wij nu de weg die loodrecht op de schuur uitkomt; deze weg loopt op de plaats waar eens de abdijkerk gestaan heeft. Het klein vierkantig gebouw rechts is een kerkhofkapel; zij stond los van het kerkgebouw. Het gewelf is versierd met het wapenschild van Anne-Cathérne de Lamboy. De kloostergemeenschap emigreerde, na de definitieve bezetting van onze gewesten (1794), naar Duitsland. Na de annexatie (1795) werden op 1 september 1798 alle kerkelijke instellingen en goederen tot nationaal domein verklaard.
De kunstvoorwerpen uit de kerk zijn verspreid: de prachtige glasramen werden in 1802 in de kathedraal van Lichfield en de St.-Giliskerk in Ashtead - Londen (Engeland) geplaatst. Dit gebeurde na de verkoop van de abdij ingevolge verordeningen na de Franse Revolutie in 1797. Guillaume Claes en Pierre de Libotton waren de nieuwe eigenaars. Het monumentale Le Picard orgel (1744-46) uit de abdijkerk kwam terecht in de Sint-Michielskerk (1804) te Leuven. Met zijn vier klavieren, 42 registers en 2769 pijpen werd dit orgel beschouwd als een van de mooiste van het land. Tijdens de bombardementen (1944) werd het orgel volledig vernield. Het hoofdaltaar (door J. Del Cour) en twee praalgraven van abdissen werden in 1803 overgebracht naar de O.L.V. kerk te Hasselt.
De gebouwen kregen nieuwe industriële bestemmingen: wolspinnerij, suikerbietenraffinaderij, stokerij en suikerfabriek (1812). Andere gebouwen, waaronder de kerk die in 1826 afbrandde, werden gesloopt.
HERKENRODE ANNO 2007.
Sinds 1972 is het oostelijke deel van de gebouwen (sacristie, verblijf van de monialen, infirmerie, 16e eeuws abdissenverblijf en 18e eeuws abdissenverblijf) en het Engelse landschapspark eigendom van de Kanunnikessen van het Heilig Graf.
ABDISSENKWARTIER
OUDE ABDISSENKWARTIER
Zij vulden de gebouwen aan met een kerk en verblijfsgebouwen. Sinds 1998 is het westelijke deel van de gebouwen (poortgebouw, hoeve, tiendschuur paardenstal, vissershuisje, molen en de verder gelegen Tuiltermolen) en de 105 ha omliggende grond eigendom van het Vlaamse Gewest. De gebouwen zijn voor het beheer toevertrouwd aan Erfgoed Vlaanderen, de gronden aan de Afdeling Natuur van de Vlaamse Gemeenschap. De exploitatie is in handen van Herkenrode vzw. Het geheel van de gebouwen en de omgeving is sinds 1974 beschermd als monument en als landschap. Een toekomst voor Herkenrode is verzekerd en de restauratie is volop bezig.
TUILTERMOLEN
Wit-zwart foto's genomen op de tentoonstelling: Herkenrode netwerkt in Limburg van Wijshagen tot Jeuk.
Beverst een deelgemeente van Bilzen, ooit een klein landbouwdorp rond het adellijk Leen Schoonbeek, nu een woondorp voor forenzen naar Hasselt. Beverst staat bekend om zijn geklasseerde gebouwen, genaamd "De Zon" en "De Maan". Dit zijn twee authentieke boerderijen maar vooral om het waterkasteel in het gehucht Schoonbeek. Maar ook de vakwerkhuizen komen nog voor. De Schilswinning een vakwerkboerderij uit de 17 de eeuw met een overkragende verdieping en een kaasrek onder de dakrand. De dwarsschuur uit begin 19de eeuw.
VAKWERK
Vakwerk boerderij is een sinds oud-Germaanse tijd uitgeoefende bouwstijl waarbij een dragend skelet uit houten balken met mortel of leem en roeden opgevuld wordt. Het is boven alle twijfel verheven dat er eeuwen geleden al vakwerkhuizen in Limburg stonden. Het vakwerkhuis staat op een houten voetraam dat dicht boven de grond op een laagje natuur rust op de bodem van stenen. Dit fundament, hoe ondiep ook, was in feite een geniale vinding. Het houtwerk kon lang niet zo snel verteerd worden door het vocht, de levensduur van het huis werd aanzienlijk verlengd. Tot in de vorige eeuw bouwde de boer zijn huis zelf, zoals hijzelf in zijn onderhoud voorzag. Hout was er voldoende; stenen, klei en stro ook. Dat was alles wat hij nodig had. Eerst zette hij een houten raamwerk op, een huis zonder muren en zonder dak. Later maakten sommige handwerkers daar hun beroep van. Ze trokken van dorp tot dorp om raamwerken te bouwen en ze noemden zich raammaker. De vakken tussen de balken van het raamwerk vulde de bouwer op met een vlechtwerk van buigzame twijgen dat aan binnen en buitenzijde bepleisterd werd met een mengsel van natte klei en stro dat in korte stukjes was gehakt. Als dat na een paar weken droog geworden was, maakte de doe-het-zelver de wanden glad om ze vervolgens wit te kalken. Het dak werd bedekt met stro tot men in de vorige eeuw de dakpan ging gebruiken. Dat dak liet men ver over de zijwanden heen reiken zodat de regen geen vat kreeg op de toch wel kwetsbare buitenmuur. En het onderste deel van de muur wreef de bouwer in met teer: Dat vormt een uitstekende beschermlaag tegen regen.
Nu nog ziet men hoe de eigenaar van een vakwerkhuis in de week voor kermiszondag de teerlaag en de kalklaag oververft, zodat zijn huis er weer nieuw uitziet. In oorsprong waren de vloeren in het interieur van leem, maar tegenwoordig ziet men houten vloeren of houten plavuizen. Nieuwe vakwerkhuizen worden al meer dan honderd jaar niet meer gebouwd. De exemplaren van nu zijn zeker een eeuw oud. Als parels in het landschap staan ze langs de wegen en in de weilanden. Op onze wandeling kunnen verschillende prachtige exemplaren bewonderen.
Ook komen we langs de Demer op dit riviertje komen verschillende watermolens voor. In Beverst vinden we de Nieuwe Molen een 19de eeuwse watermolen, spijtig dat het waterrad verdwenen is maar het binnenwerk is nog volledig intact. Als men wat tijd uittrek om op een wandeling te kijken en te genieten kom men heel dikwijls prachtige gebouwen tegen die allemaal een verhaal vertellen en met wat zoekwerk kom men vel te weten over deze gebouwen. Zo word een wandeling meer als alleen maar wat wandelen, genieten van de omgeving, de natuur en het nagenieten zijn zeker de moeite waard. En al heb je al dikwijls op dezelfde plaatsen gewandeld toch ontdekt je telkens weer iets nieuws.
We maken vandaag kennis met de bijzondere schoonheid van een natuurgebied Het Leudal zon 500 hectare grote gebied. Een wandeling door het Leudal is een fascinerende ervaring door de combinatie van cultuurgeschiedenis en natuur.
DE VOGELMOLEN
Het Leudal is voornamelijk begroeid met bos, hier en daar afgewisseld met graslanden, akkerlanden en heideveldjes. We vertrekken met de wandeling in Haelen en komen langs de Vogelmolen, gelegen achter het kasteel van Haelen.
KLOOSTERHOF
Het huis stamt waarschijnlijk uit de veertiende eeuw. Oorspronkelijk was het kasteel een klein versterkt huis, maar rond 1435 werd het huis uitgebreid tot een forse burcht, met vier torens, grachten en wallen. Rond 1578 werd het gebouw grotendeels verwoest, waarbij één van de vier torens bewaard bleef. Rond 1700 werden de woonvleugels opgetrokken en in 1750 de toegangspoort. We wandelen hier dan het Leudal binnen, er zijn nog vele stille getuigen te vinden van de bewoning van dit stukje natuurgebied.
KLOOSTERHOF
Wij zien watermolens, kapellen, en veldkruizen. Boerderijen en een klooster. We komen langs de Sint Elisabeths hof en molen, hier is een museum ondergebracht. In het voormalige molenaarsmolen is een café, de Elisabethsmolen die er is sinds 1278 de molen is eigendom van het vlak bij gelegen Klooster St. Elisabeth. De molen was aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in gebruik als munitiedepot. Op 15 november 1944 werd hij door de terugtrekkende Duitsers opgeblazen. De ruïne is nooit meer gerestaureerd.
SINT ELISABETH HOF - MOLEN
We wandelen ook langs het kloosterhof de boerderij dateert waarschijnlijk uit de 13de eeuw. Deze prachtige vierkantsboerderij met tegenover gelegen bakhuisje. Dit soort bakhuisjes werd altijd op enige afstand van het hoofdgebouw neergezet wegens het brandgevaar. We wandelen nu terug naar Haelen, een prachtige wandeling door deze prachtige streek, we komen zeker nog eens terug wandelen in het Leudal.
Om de twee jaar worden de Fruitfeesten georganiseerd. Het is altijd een gezellige bedoeling. Wat standjes van als en nog wat alles wat met fruit te maken heeft. Van de bijen die de bloesem bestuiven tot het fruit. En al de afgeleide producten, confituur, stroop, zelf fruittaarten, likeuren en fruitjenevers en niet te vergeten de wijnen. Dankzij het mooie zonnige weer zijn toch velen komen opdagen om een bezoekje te brengen aan de fruitfeesten.
MARCHE INT. / LES GLOBE-TROTTERS. / AWIRS-FLEMALLE 01/09/2007.
MARCHE INT.
LES GLOBE-TROTTERS.
AWIRS-FLEMALLE.
Flemalle word ook het « dorp van de 8 kastelen » genoemd, het belangrijkste staat hoog boven op een rots met uitzicht op de Maas. Chateau d Aigremont is zeker de moeite waard om te bezoeken. Wij starten met onze wandeling in Awirs.
Tussen de bossen op de heuvel zien we één van de vele kastelen liggen die hier voorkomen, prachtig zicht is het. Wat verder op de wandeling zien we het nog beter. We wandelen langs de prachtige hoeven die hier in het landschap staan en dan klimmen we de Maasvallei uit om straks boven op de heuvel te komen en daar te genieten van het prachtige uitzicht over de vallei. We wandelen verder en komen in Sur-le- Bois een deelgemeente van Saint-Georges-sur-Meusse. We volgen hier het Circuit de lecureuil een parkoers van een 4kilometer opgenomen in onze wandeling.
Dit is wel een van de mooiste stukken die we hier gewandeld hebben, afwisseling dan weer een stukje bos, dan weer stevig klimmen door de straten van het dorpje, op elke belangrijke plaats staat een infobord met het verhaal van de plaats, gewoon prachtig. We komen aan het huis van Catherine Seret zij brouwde middeltjes tegen maagpijn en infecties, de legende verteld dat het geheim van de bereiding aan haar grootvader gegeven werd door een ordonnans van een geneesheer bij de Slag van Waterloo Het middel was zo populair dat er een tramhalte aan het huis kwam om de toeloop van mensen mogelijk te maken. Vandaag worden nog altijd producten van Catherine Seret gemaakt door een afstammeling van haar.(www.catherineseret.be/)
LOGO BROUWERIJ "LA BOTTERESSE"
Een tweede nieuwe attractie is de in 2006 opgestarte artisanale brouwerij. Brasserie La Botteresse in Sur-le-Bois brouwt 3 bieren, de Sur-le-Bois en Botteresse We ontdekken de biertjes laten ze ons smaken. We wandelen verder door het mooie landschap en we verlaten het Circuit de lecureuil en wandelen door de velden, de balen hooi liggen op het veld, wat een verandering enkele jaren geleden waren het nog rechthoekige balen, nu grote ronde balen. Wel mooi om een foto van te maken. Zo komen we terug aan in Awirs door de straten van het dorpje en aankomst. Toch een mooie wandeling, zeker het stuk in Sur-le-Bois
De Loonse stroop is op zijn eigen al een lekkernij. Vakmanschap is meesterschap dat geld zeker voor de Loonse stroop. De lekkere Loonse stroop is zeker meer dan alleen maar toespijs op de boterham. Gebruik als extra op pannenkoeken wel gekend nu in Vlaanderen, na ons grandioos Pannenkoekenfeest na de overwinning van de Monumentenstrijd. Maar Loonse stroop is nog veel meer. Koken met Loonse stroop. Was ook al in het verleden al een alledaagse zaak, Konijn met Loonse stroop, Boerenworst met Loonse stroop waren maar enkele recepten met Stroop. Vanaf 02 oktober word er een nieuw kookboek voorgesteld aan het grote publiek. Niet zo maar een kookboek, recepten en het verhaal van stroopstoken.
Even de auteur van het boek aan het woord: Dirk Onclin
Sinds februari ben ik bezig om een kookboek te maken met gerechten waar de Loonse stroop op een smakelijke manier in verwerkt is. Mensen zijn steeds meer op een creatieve manier bezig met het maken van eten. Daar waar men vroeger eigenlijk al tevreden was met simpele boerenkost, wil men er tegenwoordig wat meer tijd en energie insteken. De Loonse stroop is een heel dankbaar product om te gebruiken in de keuken, het geeft immers een meerwaarde aan vele gerechten. Daarom ben ik ook aan de slag gegaan om verschillende recepten te creëren. Dit vergt natuurlijk heel wat inspiratie en liefde voor het koken, na een tijdje proberen en proeven had ik zo een 15 tal gerechten klaar. Dit is natuurlijk niet genoeg om een heel boek mee te vullen en omdat het toch een beetje snel moest gaan, want er was nu eenmaal veel vraag naar, ben ik gaan aankloppen bij verschillende Limburgse toprestaurants. Ieder van hen was enorm enthousiast om aan dit project mee te werken. Ik had hun de vraag gesteld om elk een voorgerecht, een hoofdschotel en een nagerecht te creëren met de Loonse stroop als overheerlijk ingrediënt. Maar om een boek te maken moet je natuurlijk ook een uitgever hebben. Zo ben ik in contact gekomen bij Ivan Seymus van de uitgeverij BMP, hij heeft me op een correcte en vriendelijke manier geholpen bij het samenstellen van mijn boek. Van elk gerecht moest een foto worden gemaakt, maar om zelf 15 gerechten op 1 dag klaar te maken en te laten fotograferen is praktisch gezien bijna onhaalbaar. Daarom ben ik naar de Hotelschool van Hasselt gestapt met de vraag of zij mij hierbij konden helpen. Ik wist wat ik kon verwachten omdat ik er oud leerling van ben en mijn vermoeden werd al snel realiteit. Een zeer professioneel en vriendelijk ontvangst door mevrouw de directeur Boyen, al snel waren de juiste afspraken gemaakt. Een paar weken later werden, verdeeld over 2 dagen, werden mijn recepten opnieuw gecreëerd door de leerlingen en leraars van het 6de en het 7de jaar gastronomie. Ook in aanwezigheid van verschillende chefs die ook hier hun recepten volledig hebben kunnen uitwerken.
Vele vroegen ons bij de monumentenstrijd of er ook een receptenboek bestond over stroop. Wel dankzij de inzet van Dirk hebben we vandaag een prachtig boek dat ons heerlijke recepten bied met stroop.
Het boek zal vanaf eind september in de winkel liggen aan de mooie prijs van 19,50euro, maar kan ook besteld worden via onclin.dirk@skynet.be
HET FEEST VAN DE SINT-PIETERSBERG. / NATUURWANDELING MET ONTBIJT / KANNE. 08/09/2007.
HET FEEST VAN DE SINT-PIETERSBERG.
NATUURWANDELING MET ONTBIJT.
KANNE.
Het prachtige natuurgebied Sint-Pietersberg op de grens van Nederland, Vlaanderen en Wallonië is altijd een bezoekje waard. Maar zeker als het Feest is op de Sint-Pietersberg. Wij kiezen voor een wandeling door dit prachtige natuurgebied. Niet alleen maken we kennis met de natuur maar ook worden verhalen van vroeger verteld langs het parkoers.
Vertrek van de wandeling in het centrum van Kanne, hier vertelt de baljuw het verhaal van de openbare straffen en de rechtspraak in de streek. Wat verder langs de mergelhuizen en de Jeker wandelen we de holleweg binnen naar het plateau van Caestert, hier wandelen we langs de grens van België en Nederland duidelijk te zien aan de grenspalen. Het Plateau van Caestert is een natuurgebied op het Belgische deel van de Sint-Pietersberg.
Op de Sint-Pietersberg waan je in een ver buitenland! Waar anders kom je zulke mooie heuvels en zo een bijzonder mergellandschap nog tegen? Het plateau is in de krijtperiode, door opeenhoping van kalkresten van dieren, allerlei soorten schelpen en zee-egels ontstaan op de bodem van de Krijtzee.
Je vindt op het Plateau van Caestert ook een prachtige hoeve, de Hoeve Caestert, die dateert uit 1686. Deze is opgetrokken uit zogenaamde speksteenlagen, baksteen afgewisseld met mergel. Het Plateau van Caestert bestaat uit waardevolle hellingbossen en kalkgraslanden, een zeldzaam biotoop in Vlaanderen. Onder deze bossen en graslanden bevinden zich unieke mergelgroeven die een waar paradijs vormen voor een tiental soorten vleermuizen. Aan de boerderij is het ontbijt voorzien, lekkere koffiekoeken en koffie, zeker lekker na al een tijdje gewandeld te hebben. Hier word ook een demonstratie geven van boogschieten en speerwerpen.
We dalen even de helling af om uitleg te krijgen over de beroemde plaats Atuatuca de plaats waar Ambiorix en de zijnen de Romeinen in de pan hakten. Wettenschappelijk onderzoek zal eindelijk eens uitmaken of deze plaats eigenlijk Atuatuca is, maar de archeoloog is er bijna zeker van dat het hier moet zijn, in het landschap zijn nog duidelijke sporen te zien van de aardewallen welke rond castrum kamp opgetrokken waren.
Ook laat de archeoloog vondsten zien van het steentijdperk. We wandelen terug naar de hoeve om daar onze tocht verder te zetten. Een bijzonder stukje bos is waar de orgelpijpen te zien zijn. Diepe kuilen die ontstaan zijn door insijpelend regenwater die de kalk oplost en daardoor de plantengroei mee naar beneden trekken en zo diepe kuilen achterlaten.
Wat verder hebben we een prachtig zicht op de nieuwe brug van Kanne en het Albertkanaal. We wandelen nu op het Waalse deel van de Sint-Pietersberg en komen aan de mergelgrotten Thier de Caster we wandelen nu langs het Juliana- kanaal naar Maastricht en komen aan de Sluis van Lanaye welke de verbinding is met het Albertkanaal.
We wandelen verder en komen langs het Albertkanaal en het Fort van Eben-Emael. Verschillende bunkers staan langs het kanaal en het fort is in de mergelberg bebouwd. Nu wandelen we terug het dorp Kanne binnen met nog een paar mooie boerderijen in mergel.
Aan de kerk staat de heks van Millen om haar verhaal van de vertellen. Zo komen we terug in het centrum. Een mooie wandeling is het wel geworden, we willen nog even genieten van ons bezoek aan Kanne.
Op de terugweg willen we nog even naar Lanaye en dan naar Roclenge-sur-Geer. We komen ook langs accourt Haccourt Haccourt waar het Oorlogsmuseum open is en gratis bezocht kan worden, in een grote hoeve kunnen we de uitgebreide verzameling bezichtigen. Zo eindigt een prachtige dag.
OPEN MONUMENTENDAG 2007. / GORS-OPLEEUW. 09/09/2007.
OPEN MONUMENTENDAG
GORS-OPLEEUW.
Het Belang van Limburg schrijft DUIZENDEN GLUREN ACHTER KASTEELMUREN Het bijna Mooiste dorp van Vlaanderen, want Gors-Opleeuw is een van de 15 finalisten van het Mooiste dorp van Vlaanderen zorgde voor een primeur, 2500 deelnemers bezochten het kasteel van Gors-Opleeuw.
Na een lange en grondige restauratie werd het kasteelpark met vijver opgesteld voor het publiek. Een rondwandeling over dit prachtige domein is zeker de moeite waard, een blik op het statige Kasteel van Gors. Het kasteel van Gors was in de middeleeuwen het centrum van de Loonse heerlijkheid Gorsleeuw. De naam Gors is afgeleid van Godfried van Leeuw die in het begin van de 13de eeuw bewoonde. De laatste adellijke familie die het kasteel bewoonde waren leden van de familie dAsprémont en de Beaufort.
Het huidige kasteel rust op de grondvesten van een 17de eeuwse renaissancistische waterslot. Het gebouw verwierf zijn classicistisch uitzicht in1820. Twee rustende leeuwen verwelkomen je bij de toegangstrappen..
De achterzijde is het 17de eeuwse gedeelte bewaard. In het kasteelpark bevindt zich de ijskelder, een uitzonderlijke element met een industrieelarcheologische waarde.
Een ijskelder is een met aarde afgedekte, bakstenen constructie. Doortwee achter elkaar geplaatste houten deuren is de ruimte binnenin prefect geïsoleerd van de buitentemperatuur. In de winter werden blokken ijs uit de kasteelvijver in deze ruimte opgeslagen. Een sociale bezigheid waarbij de gehele dorpsgemeenschap actief was. Zodoende konden de kasteelbewoners tot ver in de zomer over deze ijsvoorraad beschikken om hun dranken te koelen. Tegenwoordig zijn deze ijskelder van groot belang voor het instant houden van de vleermuizen.
De rondleiding door het park en langs de vijver is werkelijk de moeite waard. Ook de oude boerderij met prachtige stallingen, vooral voormalige paardenstallen van het kasteel zijn uitzonderlijk mooi.
Tegenover de Sint Martinuskerk met op het plein de waterpomp (1845) gekocht in 1905 van de stad Tongeren en tegen het kerkhof de bakoven waar de grafelijke familie en de mensen uit het dorp hun brood kwamen bakken en ook de voormalige manege. Het is merkwaardig dat op zon een beperkte oppervlakte zo een groot aantal perfecte monumenten staan. Niet zonder reden is dit dan ook een beschermd dorpsgezicht.
KINDERANIMATIE
Niet alleen bezit Gors-Opleeuw dit kasteel maar ook nog het kasteel van Opleeuw en het Belle Vue gebouwd als jachtslot van het kasteel van Opleeuw en kasteel Haagsmeer waar de laatste adellijke familie van Gors-Opleeuw woont de familie de Donnea. Verschillende hoevecomplexen sieren het landschap. Een prachtige Open Monumentendag.
Nog een paar mooie oude postkaarten van Gors-Opleeuw.
WANDERN IN DER SCHÃNEN VOREIFEL / LEBENSHILFE BÃRVENICH / BÃRVENICH 26/08/2007.
WANDERN IN DER SCHÖNEN VOREIFEL
BSG LEBENSHILFE BÜRVENICH 1984 e.V.
ZÜLPICH BÜRVENICH.
FELSENKELLER
Lebenshilfe is een vereniging die een opvanghuis heeft voor gehandicapte jongeren. Ze heeft ook een afdeling wandelen. Gelegen in de Voreifel met prachtige omgeving. We verlaten het domein waar verschillende prachtige Eifelhuizen staan. Dadelijk klimmen we het bos in maar eerst komen we langs de Felsenkeller van de voormalige brauerei Nagelsmid die van 1885 tot 1937 bier brouwde. Deze rotskelder heeft een 15 meter hoge hoofdkelder en twee zijkelders.
We klimmen door het bos en als we boven komen op het plateau veranderd het landschap van bossen naar landbouw. We wandelen door de prachtige omgeving en komen in Vlatten met zijn kerk, en de Oberburg van Vlatten het is een prachtig dorpje met vakwerkhuizen, de burg van Vlatten met een grote U-vormige hoeve en met een robuuste vierkante toren. We moeten weer stevig klimmen om aan de St. Michaelkapel te komen maar het uitzicht is overweldigend. Rond de kapel grazen schapen.
VLATTEN
BURG VLATTEN
Wat een prachtige streek in het Natuurpark Hoges Venn-Eifel. We genieten van de afwisseling die de wandeling geeft, nu weer klimmen en dalen door bossen en langs velden.
VLATTEN
ST.-MICHAELKAPEL
Als we terug aan het vertrek komen is het zomerfeest volop bezig met muziekkapellen en de Worsten en bier. Een gezellig sfeer hangt er op en rond het plein en gebouw. Een mooie organisatie is het wel en de bewoners van het home kunnen meegenieten van feestelijkheden. Hier komen we zeker nog eens terug.
ZÜLPICH
Bürvenich is een deelgemeente van Zülpich een prachtige versterkte stad waar nog een burg en verschillende stadspoorten overgebleven zijn. Maar ook getuigen van de Romeinse tijd zijn er. In 1931 ontdekte men hier thermen uit de 2e eeuw n. Chr.
BURG ZÜLPICH
Vanwege van de goede staat waarin ze zich bevinden, zijn ze een bijzonderheid in het Rijnland. Het uitgegraven gebouw omvat de typische verschillende warmwaterbaden en zweetruimtes, die deels zelfs van ingenieuze systemen voor bodem- en muurverwarming voorzien zijn. Tijdens de Middeleeuwen bouwde men een benedictijnenproosdij met een kruisgang over de thermen. Spijtig dat we de termen niet kunnen bezoeken er zijn restauratiewerken aan het gebouw.
Ook de burg is een indrukwekkend gebouw met de grote ronde torens, spijtig is wel dat er een fabriek tegen aangebouwd is en dit nu vervallen erbij ligt. De burg is volledig ingebouwd in het stadje.
Een andere minder grote kasteel is het kasteel van Wildenburg. We wandelen door de prachtige omgeving en genieten van de wandeling rond de stad. We verlaten Zülpich en komen langs de Burg van Langendorf. Ook hier even stoppen om deze prachtige burg te bekijken. De Eifel is een prachtige streek om te wandelen en ieder dorp heeft wel zijn burg of kasteel. Vakwerkhuizen kom je ook veel tegen maar het is toch de natuur die je hier het meest bekoort.
Arendonk, een gemeente gelegen aan de Nederlandse grens, is een landbouwdorp, maar een dorp die de wandelaar veel te bieden heeft. De gemeente heeft vier natuurreservaten de Lierman, de Korhaan, de Lokkerse Dammen en het Goorken, drie ervan doen we vandaag aan met de wandeling.
Het vertrek is in het centrum maar al vlug worden we de prachtige natuur ingeleid. Via het plankenpad de natuur in. Dat het een landbouwdorp is kunnen we zien aan de weidse landschappen over de groene velden.
Maar vooral de natuur is prachtig. Wij wandelen de hele tijd in Arendonk we verlaten de gemeente niet, we komen aan een bijzondere kapel gebouwd op een grot van Onze Lieve Vrouw. We wandelen verder en de controle is in een parochielokaal tegenover een prachtig huis met toren.
RIK VAN STEENBERGEN
Het tweede gedeelte van de wandeling brengt ons langs de vaart en de natuurreservaten. We wandelen door het natuurreservaat en kunnen genieten van de fauna en flora. In de sloot springen de kikkers rond heel mooi, langs de bosrand vliegen vlinders zeer mooi, we nemen onze tijd om alles te bewonderen. We verlaten het natuurreservaat en wandelen terug het dorp binnen, op een mooi groen plein staat het standbeeld van Rik Van Steenbergen.
TOREMANSMOLEN
HEEMHUIS
Op 10 oktober 2004 werd het standbeeld van Rik onthuld. Op initiatief van Schepen Fons Vaes werd de wielrenner Rik Van Steenbergen (09/09/1924 Arendonk 15/05/2003) gehuldigd met een standbeeld.De Koning van de sprint, is ongetwijfeld één van de grootste Belgische kampioenen, Van Steenbergen is drie keer wereldkampioen geweest en heeft bijna 300 zeges op zijn palmares.
Wat verder wandelen we langs de De Toremansmolen de molen werd ter plekke opgericht in 1809 met delen van een omvergewaaide staakmolen uit de vijftiende eeuw. In 1988 werd hij gerestaureerd en kon hij weer malen. Het is een houten koffiemolen een bovenkruier, met twee koppel graanstenen op de eerste verdieping en een olieslagmolen in de kelderruimte. Deze combinatie van graan- en olieslagmolen in dit type van houten molen, maakt de Toremansmolen uniek in de wereld. De molen bevindt zich achter het Heemhuis op de Wampenberg.
Een derde van het museum wordt ingenomen door de standen over de eens zo belangrijke sigarenmakerij, en een deel over de valkensport. Een mooi en interessant museum. Na ons bezoek aan het museum vervolgen we onze tocht terug naar het vertrek. Een mooie en fijne wandeling.
TSJAFFELTOCHT / DE LOONSE TSJAFFELEERS / BORGLOON 19/08/2007.
TSJAFFELTOCHT
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
De zoete fruitverleiding, betoverend kastelenlandschap, het goddelijke wonder en prachtige natuur, zo word Haspengouw dikwijls beschreven, dat is zeker van toepassing op de Parel van Haspengouw Borgloon.
De wandeling van vandaag brengt ons naar een paar parels van Borgloon. Vandaag zijn dat de peren en appelen die nu stilaan rijp beginnen te worden, de perenpluk start binnen enkele dagen, normaal begin september maar dit jaar veertien dagen vroeger. Maar ook de druiventeelt neemt toe en je komt geregeld een wijngaard tegen, een van de oudste is deze langs de weg naar Kerniel.
BOUSHOF
We wandelen naar Boeshoven en komen langs de indrukwekkende boerderij de Boushof. Hier hebben we een prachtig zicht over het Haspengouwse landschap in de verte zien we de basiliek van Tongeren staan. We steken de steenweg over en wandelen naar Kerniel. Kerniel behoorde gedurende de middeleeuwen tot het vorstelijke domein van de graven van Loon. Het laathof van Colen en het cijnshof van Rullekoven waren beide Loonse hoven. Een derde Loons leengoed op het grondgebied van Kerniel was Haebroeck.
ABDIJ COLEN
Wij wandelen naar Colen waar de abdij met zicht op de Colenvallei een prachtig zicht is. Sedert 1822 wordt de abdij "Colen", zo wordt het klooster in de volksmond genoemd, bewoond door cisterciënzerzusters. Voorheen was het een kruisherenklooster. Kalmte en rust vind je in de abdij, waar achter dikke muren nog enkele zusters de regels van hun orde levend houden. Een deel van de abdij in de voormalige stallen is het Fruitstreekmuseum onder gebracht.
BARONSWINNING
Het museum vertelt de geschiedenis van de fruitteelt. Oude werktuigen illustreren de fruitteelt van vroeger. Een multimediapresentatie belicht de hedendaagse fruitteelt. We wandelen door de vallei van Colen naar Kerniel, langs de kerk en de Baronswinning dan terug langs de plantage naar Borgloon. Een aangename wandeling door de prachtige Haspengouws landschap.
WANDELEN IN ZOUTLEEUW / DE VINNE ZOUTLEEUW / OKRA BORGLOON 20/08/2007.
WANDELEN IN ZOUTLEEUW.
DE VINNE ZOUTLEEUW.
OKRA BORGLOON.
Vinnewandeling, door een samenspel van klimaat en bodemgesteldheid werd op het einde van de laatste ijstijd een komvormige laagte uitgeschuurd in het Vinne. Zo ontstond een natuurlijk meer. Het meer werd via twee beken, de Sint-Odulphusbeek en de Vinnebeek voorzien van extra water.
Vanaf 1841 is men begonnen met de drooglegging van het Vinnemeer door het water weg te pompen. De twee beken, werden als ringgracht om het gebied geleid om zo het oppervlakte water van de omgeving op te vangen. In 1930 kocht Union Allumetiére het Vinne om het te beplanten met Canadapopulieren voor de productie van lucifers.
In 1974 werd het domein opgekocht door de toenmalige provincie Brabant om er een recreatiedomein van te maken. In het kader van een natuur inrichtingsproject werd in 1998 het plan opgevat om het grootste natuurlijke binnenmeer van Vlaanderen terug in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Met weinig ingrepen kan het gebied terug nat worden en kon er opnieuw een open waterplas met brede oevers ontstaan waar rietkragen en broekbossen tot ontwikkeling zouden kunnen komen. De lichte hellingen oevers van het meer zijn ideaal voor een rijke variatie van oeverplanten met veel schuilmogelijkheden voor waterfauna.
Het Vinne ligt ook op een belangrijke vogeltrekroute en is dus zeer interessant voor langskomende trekvogels. Het huidige meer is minder diep en minder groot dan het oorspronkelijke meer. Dat kon niet anders want er moest voor gezorgd worden dat de Vinnehoeve en de wandelpaden rond het meer niet onder water zouden lopen. In het nieuwe meer komt alleen regen- en grondwater terecht en niet langer het water uit de twee beken, deze zijn te sterk vervuild. Men heeft gezorgd dat je een stukje over het meer kan wandelen over het plankenpad. De wandeling met Okra valt mee, voor ons is dit de eerste keer, wel wat anders als we gewend zijn. Maar toch is het geweldig meegevallen met na afloop een gezellige babbel en natje en droogje achteraf.
MARCHE INT. CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX / BELLEVAUX 18/08/2007
MARCHE INT.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
Bellevaux, deelgemeente van Malmedy. Een van de mooiste plekjes in Bellevaux is zeker het vakwerkhuis. Het Huis Maraite: boven de deur ontwaart men de inscriptie « anno 1592.Het is een gebouw met een eiken gebinte en vakwerkgevels, een oude deur met hengsels en een deurklopper. Deze prachtige woning wordt al sinds 1746 bewoond door zeven opeenvolgende generaties van de familie Maraîte.
Maar ook de natuur mag er wezen, prachtige zichten over het Ardeense landschap. Het prachtige dal van de Warche beheerst de omgeving, de samenvloeiing van de Warche en de Ambléve geeft prachtige zichten, zoals de Rocher de Warche de steile rost aan de samenvloeiing.
We wandelen door de prachtige omgeving met hier en daar prachtige Ardeense huizen. We wandelen door het landschap met prachtige zichten. Door het bos over houten brugjes. Langs hoge rotsen die geel kleuren. Dan langs de wegjes met bloeiende heide, gewoon prachtig dan weer klimmen en dan weer dalen wat een prachtig landschap.
We wandelen naar Beaumont een deelgemeente van Stavelot. We wandelen Beaumont binnen en worden verwelkomt door een waterbak met pomp, en een paar mooie vakwerkhuizen. Een wandeling door deze prachtige streek is altijd een bijzondere beleving.
MARCHE DE TURPANGE / LES MARCHEURS DE TURPANGE / DIFFERT-MESSANCY 11/08/2007.
MARCHE DE LOËSBRUCK TURPANGE
LES MARCHEURS DE TURPANGE.
DIFFERT-MESSANCY.
In de streek van Sud-Ardenne en Gaume, vinden we Differt-Messancy. Het landschap in de buurt vertoont veel kenmerken van zowel de Ardennen als de Gaume.
De uitgestrekte groene weiden en de uitgerekte heuvels van het Gaumelandschap. En de uitlopers van de Ardense wouden. Een prachtige streek om te wandelen. De Gaume is een rustige natuurstreek met lage okerkleurige huisje die nog heel dikwijls bepleisterd zijn.
Je komt ongetwijfeld onder de indruk van de prachtige schoonheid en de wooncultuur uit de streek. Kleine prachtige dorpje waar aan de inwoners gevraagd word om niks te veranderen aan de woonomgeving om het zo origineel mogelijk te bewaren. Dorpje welke wij doorwandelen met mooie namen, Wolkrange, Habergy, Guelff en Bebange. Hier kun je nog genieten van de rust en de eenvoud.
In Guelff komen aan een kapelletje uit 1724 met een prachtig houten altaar. De volksdevotie is hier nog groot, als je zien hoe prachtig dit altaar nog is. Met veel zorg en liefde onderhouden. Op de boerderijen is er nog altijd activiteit en dat kun je goed zien aan de mesthopen voor de deur. Waar kom je dit nog tegen. Het leven van alledag gaat rustig verder. Als je door het landschap wandelt is het alsof de tijd hier stilstaat, door de heuvels waar je plots voor een bronnetje staat dat er ontspringt of de zeldzame planten, de vlinders en andere dieren.
Het lijkt wel een tuin met vele mooie plekjes maar je moet er wel je tijd voornemen om te genieten van de pracht die de natuur ons schenkt. Stilaan komt het einde van de wandeling in zicht, de voormalige opleidingsschool voor priesters is een opvallend gebouw in het landschap. We hebben volop genoten van deze prachtige wandeling.
JOURNEE NATIONALE DE MARCHE POPULAIRE / FEDERATION LUXEMBOURGEOISE DE MARCHE POPULAIRE / REMICH. 15/08/2007
JOURNEE NATIONALE DE MARCHE POPULAIRE.
FEDERATION LUXEMBOURGEOISE DE MARCHE POPULAIRE.
REMICH.
Remich, een gezellig stadje in het Luxemburgse Moezeldal is boven alles een wijnland. Diep geworteld in de dalen heeft de wijnbouw eeuwenlang het landschapsbeeld, de dorpen en het leven van de inwoners bepaald. De Romeinen gaven de eerste aanzet tot de wijnbouw.
Tegenwoordig nog kunnen we daarvan talrijke overblijfselen aantreffen, zoals de terrasvormige aanleg van de wijngaarden. Het is tevens een prachtige wandelstreek, waar men in alle rust van de groene natuur kan genieten. Remich is de tweede grootste gemeente langs de Luxemburgse Moezel. Zijn mooie ligging, zeer oude stadskern en de St-Martin wijnkelders zijn de belangrijkste troeven.
We vertrekken in het centrum van het dorpje en klimmen stevig de flank van de Moezel op. Een inspanning die de moeite loont want we wandelen naar de wijngaarden. We krijgen al vlug een panorama over de streek en de wijngaarden. We komen aan de wijngaarden en het is een aangenaam om tussen de wijnstokken te kunnen wandelen, maar vooral de zichten zijn gewoon geweldig.
Beneden vloeit de Moezel in een draai van 360 graden wat een speciaal mooi zicht is. Spijtig dat het weer wat tegen zit, met de bewolking het zou anders zeker veel mooier zijn maar we zijn al blij dat het droog blijft. In de verte zien we de dorpjes aan de oever van de Moezel liggen. Wat verder zien we ook Remich liggen waar we vertrokken zijn. Het is een prachtig zicht hoe de wijnranken vol hangen met druiven, witte blauwe en roze druiven.
We dalen af naar de Moezel om in het volgende dorpje aan de oever van de Moezel te wandelen. Passeren de Caves cooperatives des vigneons STADTBREDIMUS het plein met de oude kapel en dan het kasteel van Stadtbredimus. Ook dit is een wijnkasteel. We verlaten het dal en beginnen aan een serieuze klim eerst via trappen en dan verder klimmen. Hier in het bos is de controlepost.
STADTBREDIMUS
CHATEAU STADTBREDIMUS
We wandelen eerst nog langs een ommuurde kasteel, eerst nog door een laan met bomen met vreemde vruchten. Genieten van een rustpauze en de prachtige natuur maken we ons gereed voor de laatste kilometers van de wandeling. In de verte een groot kasteel geheel in geel geverfd met torens, en voorbij de Caves St Remy. Niet alleen de grote wijnboeren tellen mee, maar ook de kleine wijnboeren.
Aan de Luxemburgse Moezel vinden we ruim 50 familiebedrijven, die wijnbouw bedrijven en hun eigen oogsten aan huis verhandelen. De Luxemburgse Moezel onderscheidt zich vooral door de witte kwaliteitswijnen, die hier zijn voortgebracht. Ze worden vervaardigd uit negen wijnstokrassen, waarvan ze de naam dan ook dragen. Wij hebben kunnen genieten van de prachtige wijngaarden die de Moezel hier te bieden heeft en ook van de mooie omgeving een wandeling in Groot Hertogdom Luxemburg is altijd een aangename wandeling. Een pracht van een wandeling in een prachtige omgeving wat willen we nog meer.