MARCHE DE SEMAINE / LES PETITS PAS FUMALOIS / FUMAL 05/05/2010.
17E MARCHE DE SEMAINE.
LES PETITS PAS FUMALOIS.
FUMAL.
Als u het dorpje binnenrijdt via de route van Warnant biedt het geheel van gebouwen van het kasteel, die tevoorschijn komen uit een dichtbegroeide beplanting, een heel coherent en uitzonderlijk zicht.
Fumal heeft de vorm van een ster, omgeven door vele bossen. Dit dorp ligt in de vallei; de rotsachtige landschappen van schist en kalk zijn typisch voor de Maasvallei. Het dorp ziet er dus anders uit dan de andere dorpen van de gemeente. Het dorp bestaat uit twee delen, elk aan weerskanten van de Mehaigne. De meeste huizen staan op de hellingen van de vallei, langs de straten die loodrecht staan op het reliëf. De ligging van de huizen die loodrecht staan op het reliëf en de afwezigheid van huizen onderaan de vallei geven geen duidelijk afgebakend gegroepeerd beeld van het dorp. De echte dorpskern ligt op de linkeroever van de Mehaigne in het zuiden. Het centrum ligt rond de twee grote boerderijen, de "Dîme" of "Des Dames" en de "l'Escaille". De wijken "la Basse" en "Trous", langs de Mehaigne, zijn dicht bevolkt en herbergen de oude gemeenteschool.
La vieille cense, een huis met leistenen daken dateren van de XVIe eeuw (1564). Het gebouw heeft een mooie homogene gevel in kalksteen uit de gotiek-renaissance met ramen met lateien in accoladebogen. Sint-Martijn kerk, gotische gebouw in kalksteen van de XVIe eeuw is grondig gerestaureerd in 1884. Het glas-in-loodraam (XIXe eeuw) van het noordelijke dwarsschip toont de wapenschilden van de familie Fontbaré die Fumal verwierf in de XVIIIe eeuw. Na de revolutie stamden verschillende plaatselijke burgemeesters uit deze familie. Vlakbij de ingang van het park werd een kapel gebouwd ter herinnering aan een van de leden van deze familie. De muren in schist, langs de begraafplaats, zijn overblijfselen van de oude burcht (XIIe en XIIIe eeuw). Wij wandelen door de prachtige omgeving, met veel natuur in het Natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne.
We wandelen in Marneffe en Huccorgne twee dorpen uit Burdinne en het natuurpark. Dit stukje Haspengouw is zeker de moeite. We genieten van de wandeling.
In deze streek zijn nog verschillende mooie plekjes, we bezoeken er een paar: LES WALEFFES
Les Waleffes is een kasteel gelegen in de gelijknamige Belgische deelgemeente Les Waleffes. Het kasteel behoort tot het belangrijkste deel van het cultureel erfgoed van Wallonië.
De eerste eigenaar was Blaise Henri de Cort (1661-1734) een rijke Luikse munitiefabrikant. Hij was krijgsheer en dichter. Het complex omvat een kasteel, in classicistische stijl, waarvan de bouw in 1706 werd gestart onder leiding van de Franse ingenieur J. Verniole. Het woongedeelte ligt centraal en heeft aan het uiteinde twee symmetrische vleugels. En een kasteelhoeve met een 32 m hoge duiventoren. Een prachtige omgeving met hoogstamboomgaarden en weilanden.
Wat verder komen we in FAIMES Meer naar het noorden toe is het dorpje Saives gelegen, een prachtvoorbeeld van de Lumières-architectuur in het Luikse land. De kapel van Notre Dame en Saint Lambert is een uniek bouwwerk, dat tegen 1754 werd herbouwd door Lambert van den Steen, abt van Amay en heer van Saives.
In de directe omgeving werd in de 17de en 18de eeuw de kasteelboerderij opgetrokken als zetel van de oude heerlijkheid. De andere kasteelboerderij (kasteel Pecsteen) dateert uit dezelfde periode en vult het geheel wonderwel aan. Een prachtige plek met uitzonderlijke gebouwen. Zo hebben we een prachtige dag gehad in Waals Haspengouw.
De vuurwants is een bontgekleurde soort die een overwegend helder rode kleur heeft met een karakteristiek patroon van zwarte lichaamsdelen en vlekken en hieraan is te herkennen. De wants komt in grote delen van Europa voor en is ook in België en Nederland te vinden. De wants is voornamelijk een planteneter die soms dode of levende insecten eet. De wants kan niet vliegen en is soms massaal aan te treffen bij lindebomen en andere planten die gegeten worden.
Het dorp is gelegen tussen Epen en Vaals aan de Mergellandroute, met uitzicht op het Geuldal. Tot het dorp Vijlen behoren de buurtschappen Camerig, Harles, Rott, Melleschet en Cottessen. Hier zijn ook nog de oude vakwerkhuisjes te zien. Het van oudsher tot de heerlijkheid Vijlen behorende gehucht Mamelis valt tegenwoordig officieel onder het nabijgelegen dorp Lemiers. Vijlen, met de gehuchten Cottessen en Camerig, is een paradijs voor de wandelaar.
De statige toren van de St. Martinuskerk torent fier en vooral hoog boven het landschap uit. Van verre is dit Vijlense Godhuis zichtbaar en manifesteert zich daardoor als oriëntatiepunt bij talloze wandelaars. De uitgestrektheid van de Vijlenerbossen vormt een aparte attractie. Aan alle kanten omzoomd door veelal steile hellingbossen, is het plateau een eldorado voor de echte wandelaar. Vijlen ligt op een hoogte van 200 meter boven NAP en is daarmee het hoogst gelegen dorp van Nederland. In Vijlen was een van de oudste nederzettingen van Zuid-Limburg te vinden.
Het dorp heeft een markante kerk uit het midden van de vorige eeuw, maar het ontleent zijn recreatieve aantrekkingskracht vooral aan het grootste loofhoutcomplex in Limburg, een bosgebied van meer dan 600 ha, zeer geliefd bij de wandelaars. Wij genieten van deze prachtige streek met zijn bossen en de kleine gehuchten met nog vele en waardevolle vakwerkhuizen. Het is goed om te zien hoe men hier met zijn erfgoed omgaat, het koestert en het veilig stelt voor de toekomst waardoor wij ervan kunnen blijven genieten en nog vele duizenden wandelaars na ons.
Wat is er mooier om een vakwerkhoeve midden in de velden te zien, gewoon prachtig. Wandelend door dit prachtige landschap met zijn holle wegen en groene weilanden, genieten van de natuur, nu en dan worden we voorbij gevlogen door een vlinder, de vogels fluiten hun lente lied, de schapen met hun lammeren gewoon buiten gewoon. Wat moeten we nog meer hebben om een fijne dag te hebben, al wandelend met ons twee en Jefke die ons vergezeld. Zo wandelen we verder tot we weer terug in Vijlen komen.
Nog wat bij gepraat met onze wandelvrienden en een dikke bedankt aan de wandelvrienden van Vijlen voor de prachtig tocht. Tot volgende keer dan maar weer.
MARCHE DES TROIS VILLAGES / GROUPE SPORTIF JAUCHOIS / JAUCHE - ORP-JAUCHE 01/05/2010.
37E MARCHE DES TROIS VILLAGES.
GROUPE SPORTIF JAUCHOIS.
JAUCHE ORP-JAUCHE.
Haspengouw is een uitgestrekte streek die op het grondgebied ligt van de provincies Brabant, Limburg, Namen en Luik, en tot aan de Maasvallei reikt. Het is een van de rijkste landbouwstreken van het land. De rijkdom is af te leiden uit de grote vierkantshoeven, deze hebben nogal eens kasteelallures of een abdijverleden. In Waals Brabant hebben de Grote en de Kleine Gete het landschap geschapen. Hier kunnen we genieten van de stilte en wijde, verre horizonten met prachtige landbouwgronden. Orp-le-Grande is een belangrijk toeristische centra, maar ze zijn eigenlijk nog maar weinig gekend door het grotere publiek. Hierdoor kunnen wij ongestoord wandelen in deze prachtige streek.
Wij wandelen vandaag in Orp-Jauche; niet alleen is dit Haspengouwse landschap rond de Getevallei bijzonder mooi, maar vrijwel elk dorpje kan hier uitpakken met een kerkje dat nog in meerdere of mindere mate Romaans is. Wij vertrekken in Orp Jauche aan het oude station, en wandelen langs de oude spoorweg. Prachtige zichten over het landschap in de weilanden liggen koeien met grote horens mooi om te zien, wij wandelen verder mooi zichten over het landschap met weilanden vol met gele paardenbloemen.
Zo komen we in Orp- le-Petit, hier in een oude hoeve is de toeristische dienst en ook controlepost voor de wandeling. Naast de toeristische dienst een prachtige woning en tegenover de kerk. Wij wandelen wat verder en komen aan de grote Herenhoeve met twee vierkante torens gelegen langs de beek. Met een grote binnenkoer en een prachtig wit woonhuis. Een prachtig geheel op de zijgevel staat 1728 als datum.
Wij wandelen verder langs een mooie bomendreef en langs de watermolen. Wij klimmen uit het bos en komen zo op een openvlakte. Hier hebben we een prachtig zich op de wolken, ze vormen mooi figuren in de lucht, soms moet je ook eens naar de hemel kijken. Wij komen aan het Roze kasteel in Orp le Petit. Hier hebben ze schandpaal terug geplaatst en neemt nu een mooie plaats in de weide voor het kasteel.
Wij komen terug in het centrum en dan wandelen we terug naar Jauche. Door een mooie holleweg en langs de Molen van Jauche wij wandelen even naar het centrum om het kasteel van Jauche even te bekijken. Van het 17de eeuwse slot van de Heren van Jauche resten het hoofdportaal en twee vierkante torens met Barokke dakbekleding.
De kerk is ook open en wij gaan even binnen kijken. Een prachtig altaar en preekstoel. Wij wandelen terug naar ons vertrekpunt. Een mooie wandeling met vele prachtige gebouwen in een mooie streek: Haspengouw.
BLOESEMTOCHT / AVIAT SINT TRUIDEN / HOEPERTINGEN 26/04/2010.
BLOESEMTOCHT.
AVIAT SINT TRUIDEN.
HOEPERTINGEN.
Vandaag wandelen we in Helshoven, vertrek in het fruitbedrijf van Karel Vaes. Hellingsfort is een fruitbedrijf dat het hele jaar door rondleidingen geeft door het bedrijf, laat de bezoeker zien hoe fruit geteeld word. Tegenover het fruitbedrijf ligt Kapel van Helshoven.
De Kapel van Helshoven is een eeuwenoud gebedsoord, ligt aan de heerweg die Keulen, via Tongeren, met Bavay verbond. Oorspronkelijk stond hier een in 1254 opgericht oratorium of bidkapel, gebouwd door de Johannieters, die later ridders van de Maltezer Orde werden genoemd. De Johannieters bezaten een gasthuis tegenover de kapel ter verzorging van de voorbijtrekkende pelgrims. Toen ze in de 14e eeuw in geldnood geraakten, verkochten hun bezittingen te Helshoven aan Gozewijn, een commandeur van de Duitse Orde. Rond 1574 werd de kapel tijdens de Tachtigjarige Oorlog door brand verwoest. Edmond, grootcommandeur van Alden Biesen, bouwde de kapel rond 1661 weer op. Zijn wapenschild is nog steeds aanwezig boven de ingang van de kapel.
In april 1674 werd, om in het onderhoud van het gebouw te voorzien, toelating aan Gerardus van Deventer uit Terheijden gegeven, tot dan toe kluizenaar in Lantremange, om naast de kapel een kluis te bouwen. Er verbleven in totaal 14 mannen. Ze onderhielden de kapel gedurende 234 jaar, verzorgden zieken en gaven onderwijs. De laatste overleed in 1908 (Andreas Gielen). Broeder Andreas verbleef er gedurende 56 jaar. De kluis geraakte in verval en werd afgebroken in 1925. De kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, koningin van de Blije Vrede. Haar beeld werd tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan België in 1985 te Ieper gewijd. Het is een kapel die het hele jaar druk bezocht word en er worden dopen en huwelijken gehouden uit heel het land. Het is ook prachtig gelegen in het Haspengouwse landschap.
Nu de bloesems op zijn mooist zijn is er een drukte van belang. Katarakt heeft daar wel wat bij toegedragen maar dit verminderd nu wel. Voor wandelaars een ideale vertrekplaats voor een verkenning in dit prachtige landschap.
Wij wandelen langs de Romeinse Heerweg en door de velden met de prachtige bloesem, wij wandelen verder richting Rijkel waar het kasteel al in het landschap te zien is. Dit kasteel is was sinds 1965 eigendom van de Provincie Limburg en deze hebben dit stukje Loons Erfgoed verkocht aan de privé, waardoor het nu aan verkommeren is. Oorspronkelijk was het eerder een hoeve vervolgens een kasteel of een burcht. Het oudste gedeelte is de oostvleugel stammend uit de 16e eeuw. Die was opgevat als een laatgotisch herenhuis met trapgevels. In de loop van de 17e eeuw, toen het geheel eigendom was van de familie de Hinnesdael, werd het geheel uitgebreid tot een U-vormig waterkasteel, met 3 hoektorens. Gedurende de 18e eeuw (ondertussen zijn we bij de familie van baron Pierre-Antoine de Thiribu) volgden er verdere aanpassingen, waarbij o.a. de ophaalbrug in 1785 verdween. Nadat Marie Thiribu in 1831 overleed, heeft het kasteel 100 jaar leeg gestaan! Na enkele herstellingen in 1939, werd het gebouw in 1942 beschermd. In 1966 stortte de noordwestelijke hoektoren in. Met de heropbouw van die toren in 1972 startte een algehele restauratie. Sinds enkele jaren terug in privé bezit en de afbraak binnen is volop bezig. Wat er met dit stukje Loons erfgoed gaat gebeuren weet niemand. Het word bewoont door arbeiders van buitenlandse afkomst die hier tijdelijk verblijven en de werken uitvoeren. De restauratie op kosten van de gemeenschap gaat zo geheel verloren. De omgeving is stilaan aan verloederen, eens een mooi park met kastanjedreef ligt er maar treurig bij.
Wij wandelen over het domein en komen aan de controlepost. Wij verlaten Rijkel en wandelen terug de velden in. Door de velden met de prachtige bloesem en dan komen we terug aan de kapel van Helshoven waar deze prachtige wandeling eindigt.
In de 14 de eeuw kreeg Borgloon, samen met de negen andere goede steden in het oude land van Loon, de rechten, vrijheden en onschendbaarheden van de stad Luik. Na het verlies van zijn hoofdstedelijke functies evolueerde Borgloon van een regionaal marktcentrum naar een bescheiden landbouwdorp.
In de 19e en 20e eeuw zijn landbouw en fruitteelt niet meer weg te cijferen. Sinds het ontstaan van het Belgisch spoorwegennet en vooral na de aanleg van de lijn St. Truiden Tongeren (1879) ontbolsterden Borgloon en de regio er omheen zich geleidelijk tot de boomgaard van Vlaanderen. Tussen de twee wereldoorlogen beleefde de Loonse stationsbuurt zijn economisch en commercieel hoogtepunt.
Er waren toen drie fruitgroothandels en vier stroopstokerijen operationeel waarvan het gebouwenbestand tot op heden gedeeltelijk als industrieel-archeologisch erfgoed bewaard bleef. Tot omstreeks het midden van de 20ste eeuw gedijde er op de heuvels rond Borgloon een monocultuur van hoogstammige fruitbomen. Teeltveredeling, modernisering en rationalisatie in de fruitteeltsector zorgden na 1960 voor een snelle overschakeling naar laagstammige fruitteelt. Sindsdien wordt op een geringere teeltoppervlakte een veel hoger rendement bereikt. Naast St. Truiden profileert Borgloon zich thans als de hoofdplaats van de Zuid-Limburgse fruitstreek.
Hier wandelen we vandaag. Prachtige omgeving met bloesems zo ver het oog reikt. We wandelen door het landelijk Borgloon met zijn monumenten. We gaan naar Colen de abdij. Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap midden in de fruitstreek straalt de Abdij "Mariënlof" vrede en rust uit. In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg. Oorspronkelijk gesticht voor en bewoond door de Kruisheren, opgeheven met de Franse Revolutie, wordt de Abdij sedert 1822 bewoond door de cisterciënzerzusters, als voortzetting van de Abdij Woutersbrakel in Waals-Brabant.
In een zijgebouw op het binnenplein van de Abdij Colen staan een aantal panelen opgesteld die de ganse geschiedenis van de fruitteelt uit Haspengouw weergeven aan de hand van foto's en teksten. Daarbij kan de bezoeker eveneens de nevenactiviteiten aangaande fruit bezichtigen en ook de moderne fruitteelt met al haar facetten. Thema's als het belang van de fruitproductie, fruit en gezondheid, fruit en wetenschap, worden zeer bevattelijk en educatief geïllustreerd, uitgelegd en getoond. Uiteraard zijn er ook een groot aantal relicten uit het verleden te zien, waaronder de oudste sorteermachine uit Europa en de oudste veilingklok van België.
Wij wandelen weer verder en genieten van de prachtige wandeling. We komen aan in de veiling. Hier start de wandeling eigenlijk, wij kozen om thuis op het parkoer te beginnen en zijn nu halfweg. Wij wandelen weer een eind verder en komen zo langs boomgaarden en laagstamplantages.
Wij wandelen naar Borgloon centrum en steken de steenweg over naar Bollenberg nu een natuurreservaat geworden met veel mooie hoogstambomen. Naar de Kersenweide, ingericht als ontmoetingsplaats met zitbanken en picknick plaatsen, wel mooi zo midden in het veld aan de Romeinse Kassei. We wandelen weer verder en genieten van de prachtige bloesem. In de verte Grootloon en dan wandelen we terug naar Borgloon centrum.
We naderen Borgloon met als beloning een prachtig zicht op Borgloon kerk en centrum. Als we door de straatjes van de stad lopen vinden we toch dat we in een mooi stadje wonen met een rijk verleden.
MARCHE DES ETOILES / LES KANGOUROUS DE FALISOLLE / VELAINE 24/04/2010
29E MARCHE DES ETOILES.
LES KANGOUROUS DE FALISOLLE.
VELAINE.
De streek tussen Samber en Maas strekt zich uit tussen de heuvels van de Maasvallei en het door de industrie getekende bekken van Charleroi.
Deze oud streek was vaak het toneel van oorlogen en invallen. Gelukkig treffen we nog enkele getuigen aan van dit roemrijke verleden. Op onze wandeling komen we versterkte hoevens tegen. De streek bestaat uit hoofdzakelijk uit rustige landbouwdorpjes die een harmonisch geheel vormen met de heuvels die met meidoornhagen begroeid zijn. Onze wandeling is deze keer vooral heel veel natuur met prachtige bossen en weilanden.
Nu en dan een klein dorpje met een paar oude hoeven en heel veel landbouw. Wij genieten van de wandeling en nemen de rust en kalmte op. Rustig wandelen we de veldwegen af met zijn golvend landschap. De natuur op zijn best. Een wandeling van weinig woorden maar een pracht van natuur genieten is het. Het is heerlijk wandelen in de valleien, door de bossen, over heuvels en langs de akkers.
MARCHE DES GAIS LURONS / LES GAIS LURONS MELEN / MELEN 18/04/2010.
30E MARCHE DES GAIS LURONS.
LES GAIS LURONS MELEN.
MELEN.
Melen een deelgemeente van Soumagne, heeft zoals vele andere dorpjes in het Land van Herve zijn bouwkundig erfgoed kunnen bewaren in een prachtige groen kader. Ondanks het mijn verleden en de industrie, de nabijheid van de Luikse agglomeratie is het een prachtige omgeving gebleven. Het verleden is er op verschillende manieren bewaard, de prachtige boerderijen, het oorlogsverleden en de mijnbouw en het prachtige domein van Wegimont.
Elk met zijn verleden en zijn toekomst. Wij wandelen langs de prachtige boerderijen en komen dan even buiten het dorp aan het monument voor de gefusilleerde door de Duitser in 1914 op 4-12 augustus. We komen aan de nieuwe rondpunt met een model mijn erop, zo word de herinnering aan de mijnbouw levend gehouden. Wat verder komen we aan de Schachttoren van Bas-Bois. Prachtig ligt de voormalige mijn voor ons. De term Belle-Fleur mag dan al poëtisch klinken, zijn functie was dat allerminst: de schachttoren diende immers om de mijnwerkers via een liftkooi te laten afzakken en weer op te halen. Deze structuur bevatte de kartelwieltjes waarboven de kabels liepen die de schachtkooi droegen. De constructie heeft een dubbele symbolische betekenis. Gisteren nog was het leven van de mijnwerkers in handen van zijn kabels; vandaag blijft de toren samen met de terrils, de meest zichtbare herinnering aan de mijnbouw.
De gemeente Soumagne is een buurgemeente van Blegny en speelde vanaf het einde van de negentiende eeuw een belangrijke industriële rol dankzij de aanwezigheid van vele steenkoolmijnen. Deze voormalige kolen site was van 1860 geëxploiteerd. De Mijn bevatte twee schachten, één voor de extractie en de andere aan de ventilatie. Galerieën bereikt een diepte van 355 meter. De site wordt definitief gesloten in 1970. Van deze voormalige activiteit, die begin van de jaren 1960 werd stopgezet, blijft vandaag niet veel meer over. Veel terrils hebben plaats geruimd voor verkavelingen of beboste heuvels. De terril van Bas-Bois mag prat gaan op zijn geklasseerde schachttoren en zijn machinekamer waarin het volledige mechanisme staat dat de schachtkooien op en neer liet gaan. Beide werden gerestaureerd in het kader van het project Pays des Terrils, tot grote vreugde van de bewonderaars. Wij wandelen verder door het dorp met kerk en klein kasteeltje en hier hebben we controle, nu klimmen uit het dorp richting Wegimont.
We gaan het Provinciaal Domein Wegimont binnen. Het kasteel van Wégimont in Soumagne bij Luik is berucht omwille van de Lebensborn-kraamkliniek en tehuis waar de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog buitenechtelijke kinderen, verwekt door Duitse soldaten, lieten opvangen in de aanwezigheid van hun niet-Duitse moeders.
"Ardennen" in Wegimont bij Luik (1943 - september 1944) - Hier werden, op bevel van de militaire chefstaf België/Noord-Frankrijk, Aanstaande moeders van germaanse bloeden, ..., die van bloeden zijn van leden van de Wehrmacht van het Duitse rijk of buitenlandse leden van Duitse steunorganisaties (de Waffen-SS, het Waalse (SS-)Legioen, Vlaamse SS, NSKK e.d.) of anderszins Duitsen bloeden opgenomen.
Het in Louis XIV stijl bebouwde indrukwekkende kasteel van Wegimont ontplooit zijn mooie architectuur voor de donkere achtergrond van het weelderige gebladerte van een groot park omringd door hoge muren. Het uitgebreide complex (22ha) ligt rondom een prachtig in Maaslandse stijl opgetrokken kasteel. Aan de rand van het plateau van Herve ligt het kasteel van Wégimont mooi te wezen tussen bomen . Sinds 1938 is het een provinciaal domein. Al sinds de 14de eeuw stond er waarschijnlijk op deze plaats een donjon met bijgebouwen, die eigendom was van Oude de Wégimont. In 1756 vinden we de familie dOultremont op het kasteel. Ze blijft er tot 1920, het jaar waarin ze het kasteel schenkt aan de provincie Luik. Rond de gebouwen bevindt zich een vrij diepe slotgracht, die gevoed wordt door een beek.
Een stenen loopbrug verbindt het kasteel met de vaste grond. Oorspronkelijk was er een ophaalbrug. In de loop van de 19de eeuw verbleef de dOultremont nu eens in het kasteel van Warfusée, dan weer in Wégimont. Achterin het park, aan de Fond de Grottes, bevindt zich de grafkelder van de familie. Wij wandelen door het park en genieten van het prachtige park en kasteel. Nog even wandelen we door het dorp en komen zo terug aan ons vertrekpunt.
Wat oude postkaarten
Een prachtige wandeling met veel natuur en prachtige gebouwen waar toch een heel stuk historie achter zit.
Gotem, een echte heerlijkheid behoorde in de middeleeuwen tot het Graafschap Loon, maar werd later bezet door de prins-bisschop van Luik. De buitenbank van Graethem zorgde voor de rechtspraak. Gotem leende zijn naam en faam aan een geslacht van ridders die een reeks niet-leenroerige goederen en bezittingen hadden.
"Les Ramiers",
Wij wandelen van Borgloon naar Kuttekoven en dan via de oude spoorweg de fruitlijn naar Gotem, we komen langs verschillende plantages en hoogstamboomgaarden, de bloesem is nog steeds prachtig en we kunnen er nog vol op van genieten, we wandelen door een laagstam kersenplantage en komen zo in Gotem. We wandelen voorbij "Les Ramiers", de kasteelhoeve van het kasteel van Hulsberg en steken dan de steenweg over naar Gotem centrum.
We komen aan de kastanjedreef die naar het Fonteinhof leidt. De kastanjedreef verbind de kerk met het Fonteinhof, het poortgebouw is van 1729. Het complex met het herenhuis en dienstgebouwen rond een binnenplein, is opgetrokken in strenge Maaslandse stijl van het begin van de 18de eeuw. Op het pleintje staat de kerk met oorlogsmonument en pastorij. De schilderachtige Sint-Niklaas en Denijskerk is een één beukige Maaslandsromaans gebouw uit de 12de eeuw. Op het kerkhof staan verschillende grafstenen uit de 13de en 14de eeuw. Wij wandelen even over het kleine kerkhof en zien een grafsteen van een hele familie die omgekomen is tijdens een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat verder komen we aan het oude schoolgebouw, ondanks dat Gotem een kleine gemeente was (280 inw/2009) is het een groot schoolgebouw. Gotem bezit ook verschillende prachtige boerderijen, wij verlaten Gotem via de Pruimensteeg en wandelen richting Hulsberg. We komen de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Loretto. Deze kapel en kluis op het gehucht Hulsberg dateren van 1882. Een steen met daarop het jaartal 1689 herinnerd aan de eerste kapel. Deze stond op de plek waar nu het kasteel staat en werd afgebroken en beneden terug opgebouwd. Het is een prachtig plekje, spijtig dat de kapel niet open is voor de bezoekers, het kasteel van de Hulsberg werd in 1882 op de heuvel gebouwd, 108 meter boven zeeniveau. De heuvelrug is beplant met hoogstamboomgaarden, gewoon prachtig nu om te zien.
Wij wandelen verder langs de kasteelmuur met prachtige zichten op de hoogstamboomgaarden. Wij verlaten Hendrieken en wandelen langs het nieuwe Centraal kerkhof. De eerste overledenen zijn er begraven. Het is een prachtig park met hoogstamboomgaarden en zeer smaakvol aangelegd. Een dikke proficiat aan de gemeente voor deze waardige begraafplaats. Wij wandelen nu terug naar Borgloon centrum waar onze wandeling eindigt.
GRANDE MARCHE INT. / STAVELOT MARCHE CLUB / STAVELOT 17/04/2010.
32E GRANDE MARCHE INT.
STAVELOT MARCHE CLUB.
STAVELOT.
Voorheen een Prinsdom met Abdij, is de streek van Stavelot nu een groot Ardeens Woud. Vanuit de venen van Hockai tot Coo, waar de mooie Amblève sprankelt , biedt zij grandioze landschappen aan, alsook tientallen kilometers wandelingen die langs legendarische wegen, naar rustige dorpjes leiden. Door de eeuwen heen hebben de mens en de natuur het zicht van Stavelot bewerkt, cultureel-historisch gebied maar ook, en vooral, een streek van goed onthaal !
onze wandeling brengt ons door een van de prachtigste plaatsen in en rond Stavelot. Een stuk door de prachtige natuur. Mooi om te zien, aangenaam om te bewandelen. Een stukje verder en we komen aan het Leau Rouge een riviertje dat wat verder uitmond in de Amblève. De wandeling brengt ons naar Wavreumont, met prachtige huizen in vakwerk, de zon schijnt heerlijk over het landschap en wij houden even halt om te rusten en wat te eten, prachtige huizen en dan weer verder langs de waterpomp en daar wat verder ligt een prachtige kasteelhoeve met ronde toren. Mooi om te zien. Wij wandelen de oude spoorweg op, hier is het rustig om te wandelen geen verkeer alleen wandelaars.
Wij genieten van de route en we komen aan de Abdij van Wavreumont, een prachtig gebouw waar je kunt overnachten, verder met de wandeling en komen in Binsta-Hausta met prachtige vakwerkhuizen, wat verder komen we in Rivage met een prachtige vakwerkhoeve. Beneden ligt de kapel de Binsta, wij wandelen verder en komen in Village de Challe een klein plaatsje met enkele vakwerkhuizen aan de Amblève. Van hieruit komen we in het centrum van Stavelot, met de abdij. Temidden van de ongerepte natuur, niet ver van het natuurreservaat van de Hoge Venen, op de oever van de Amblève, in de nabijheid van de beroemde waterval van Coo en het Circuit van Spa-Francorchamps ligt Stavelot, de stad van de Blancs Moussis.
De stad Stavelot heeft een bijzondere charme met haar schilderachtige steegjes en het Saint-Remacleplein en kan trots gaan op een buitengewoon erfgoed. Een belangrijke rol speelde de abdij van Stavelot en vandaag is het een van de belangrijkste plekken van de streek.
Hier wat info: De abdij van Stavelot is gesticht in 648 door Remaclus, abt van het klooster te Solignac in Aquitanië, die van koning Sigebert III van Austrasië een stuk bos in de Ardennen kreeg, om hem in staat te stellen dit deel van het rijk te kerstenen. Hij stichtte de dubbel-abdij van Stavelot-Malmedy. Dit werd het begin van de twee steden en van een kerkelijke staat, het prinsdom Stavelot-Malmedy, die meer dan 1000 jaar autonoom is gebleven. De rivaliteit tussen de twee abdijen werd in 980 door Otto III in het voordeel van Stavelot beslist.
De bloeitijd van Stavelot was de periode van de 10e tot de 12e eeuw. Poppo (abt in 1020) was een hervormer in de traditie van Cluny. Hij kreeg de leiding over 17 andere abdijen, waaronder Echternach en Sankt Gallen. Wibald (abt in 1130) was diplomaat in dienst van de keizers en opdrachtgever van talrijke kunstwerken. Hij werd ook abt van Corvey. Zijn brieven behoren tot de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van de tweede kruistocht. De abdij herbergt thans drie musea, een over het de geschiedenis van de abdij en het prinsdom Stavelot-Malmedy, een over schrijver Guillaume Apollinaire en een over het circuit van Spa-Francorchamps
Wij wandelen door en rond de abdij en kunnen zien hoe prachtig de gebouwen gerenoveerd zijn en ook de opgravingen. Wij verlaten de abdij door de zijingang en wandelen zo het centrum in. Smalle straatjes en steegjes met overal prachtige vakwerkhuizen. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling in Stavelot.
Woensdagnamiddag, zon en wandelen, gewoon genieten, we vertrekken met de wandeling in Borgloon, Kuttekoven en wandelen zo het parkoer af naar Wellen en komen zo terug. Eens iets anders dan op het vertrek te vertrekken. De vroege kersen staan al in bloei, zo kan de bloesemperiode beginnen, wij wandelen naar Kuttekoven.
Langs de oude spoorwegberm nu natuurreservaat. De kerk van Kuttekoven komt in zicht en we wandelen naar de kasteelhoeve de Klee , we komen aan het kasteel de Klee. Kuttekoven werd voor het eerste vermeld in 1213 als Cuttinchoven. Het was een Loons dorp dat behoorde tot het rechtsgebied van de schepenbank van Graethem die op zijn beurt een buitenbank was van Borgloon. Kuttekoven was reeds in de vroege 13e eeuw een parochie. Tot 1252 behoorde ook Gotem tot de parochie. Het patronaat en de inning van de meeste tienden behoorden aanvankelijk toe aan de graaf van Loon maar deze gingen in 1232 over in de handen van de abdij van Herkenrode die later meer dan de helft van het grondgebied van Kuttekoven in haar bezit zou hebben. In 1795 bij het ontstaan van de gemeenten werd Kuttekoven een zelfstandige gemeente. Het is steeds een landbouwdorp gebleven zonder enige industrie. De neoclassicistische dorpskerk uit 1840 toegewijd aan Johannes de Doper. De kerktoren dateert uit de 13e eeuw en is het enige overblijfsel van de vroegere romaanse kerk die op dezelfde plaats stond. De toren is sinds 1935 een beschermd monument terwijl de kerk zelf in 2004 beschermd werd. De huidige kerk is sinds november 2006 gesloten vanwege de bouwvallige staat waarin ze verkeert. Het dak is al hersteld en nu nog de binnenkant. De voormalige pastorie uit 1726. In 1768 werd het gebouw verhoogd met een verdieping. Ook de oude pastorie is sinds 2004 een beschermd monument.
Hoeve en oud-kasteel De Klee. Oorspronkelijk was dit een hoeve uit de 17e eeuw en behoorde ze toe aan de abdij van Herkenrode. In de 19e eeuw werd de hoeve uitgebouwd tot een kasteel met herenhoeve. Het geheel is sinds 2004 een beschermd monument. Het eclectisch kasteel De Klee uit 1904-1907. Het kasteel werd grotendeels vernield door een brand in 1933 maar werd daarna volledig gerestaureerd. Het kasteel is sinds 2004 een beschermd monument. Wij verlaten Kuttekoven en wandelen naar Rullingen, midden in het veld staat een grote hoeve.
We wandelen verder en genieten van de prachtige Haspengouwse velden en weilanden. We vervolgen onze route naar Herten, hier wandelen we langs de vijver en het natuurreservaat binnen. Het natuurgebied De Broekbeemd ligt in de vallei van de Herk, tussen de dorpskom van Wellen en de deelgemeente Herten. Het is een gebied dat ca. 18 ha meet en is omrand door de Dorpstraat, de Broekstraat, de Smissebroekstraat, de Herstenstraat en de Molenstraat. De Broekbeemd onderscheidt zich van de meeste andere natuurreservaten door zijn openbare toegankelijkheid.
Van waar de naam Broekbeemd. Broek is een toponiem, dat typeert een van nature moerassig gebied. De climaxvegetatie bestaat uit een dichte struweelgemeenschap of een elzenwilgenbos. Het woord beemd is een gecultiveerd broekland en duid dus op de agrarisch valorisatie van extreem vochtige gronden. Een broek evolueerde naar een beemd door de aanleg van greppels en sloten waardoor de bodem tot op een zeker diepte ontwaterd werd. Na het binnenhalen van het hooi in juni mocht het vee de beemden verder begrazen en bemesten en dit tot in het najaar wanneer de bodem te drassig werd. Zeer typerend aan de Broekbeemd zijn natuurlijk de schotse Hooglanders. Het meest ideale beheer van verruigde beekdalen bestaat uit regelmatig maaien. Het gebruik van zware machines was uit de boze want deze zou de bodemstructuur verstoren. Men ging daarom op zoek naar een goedkoper alternatief. Zij verorberen in de lente gras en kruiden (riet, zuring, kleefkruid, ). In de herfst eten de Schotse gasten werkelijk alles, zelfs netels. Ook een voordeel is dat ze bikkelhard zijn en s winters buiten kunnen overleven. Na een eind door het Broekbeemd komen we in het centrum van Wellen. Hier is het vertrek van de wandeling, voor ons halverwege de wandeling. Na een beetje rust vertrekken we voor het tweede gedeelte van onze wandeling.
Voor we de Broekbeemd binnen wandelen komen langs de Wellenmolen. Het huidig molenhuis dateert uit 1775 en is samen met het 20ste eeuwse woonhuis onder één zadeldak verenigd. Alhoewel reeds sinds 1973 buiten werking is de molen nog steeds maalvaardig en maakt ze deel uit van het Vlaams industrieel erfgoed. Technisch gezien is de Wellenmolen een graanwatermolen van het onderslagtype met een molenrad van 5 meter doorsnede. Bij één omwenteling (ca. 6 seconden bij normaal debiet) van het molenwiel draait de molensteen twaalf keer rond. De Wellenmolen is uitgerust met twee koppels stenen.
Wij wandelen terug het Broekbeemd binnen komen we terecht bij een poel. Door paden die voorzien zijn met planken kunnen we doorheen de vochtige zones wandelen. Zo komen we om de begrazingsblok heen en langs de buitenzijde van het gebied waar we een tête-à-tête met een ruig, bruin rund beleven. Nog een heel eind wandelen we door het natuurreservaat en wandelen terug richting Kuttekoven, waar we onze wandeling eindigen. De wandeling van de Wellense Bokkerijders is een pracht van een wandeling genoten van de wandeling.