Dinsdag (nog altijd, ongelofelijk maar waar), 29 oktober 2002. 21.30u. Century Park Hotel, Bangkok, Thailand.
2. De koninklijke sauna.
Wat een dag! Zoveel te vertellen en zo moe.
De rest van de vlucht is goed verlopen. Ik zat naast twee West-Vlaamse kwebbelende homootjes en heb maar proppen in mijn oren gestoken en een tentje van mijn Vietnamese sjaal gemaakt en ben voor een paar uur onder zeil gegaan. Gewekt met een plastieken roerei. Typische vliegtuigfluf. De kok is ondertussen een ster verloren.
Nu boeken we voor een keer eens een georganiseerde reis, en dan komt de pipo die ons moet ophalen aan de luchthaven niet opdagen! Enfin, op de duur hebben we mekaar dan toch gevonden, en het bleek een heel geestige madam te zijn, met een geweldige talenknobbel. Ze doorspekte haar Engels, met Vlaamse woorden als "loemperik" en "dikke nek". Heel lollig, we hebben haar dan nog maar een paar woordjes bijgeleerd. Kaartlezen kon ze totaal niet, ze wist zelfs het hotel niet te vinden. Hoe ik ooit de charme van Bangkok ga moeten ontdekken ik weet het niet. Ik haat de stad nog altijd even erg als voordien. Niks dan auto's, lawaai en smog. Tien miljoen Bangkokolezen, en 1 miljoen Birmese vluchtelingen waar ze hier totaal niet mee opgezet zijn. Naar 't schijnt vier miljoen auto's, en dat kan best waar zijn, want ik denk dat ik ze vandaag ook allemaal gezien heb.
Het hotel is een gigantisch ding midden in de stad. Dik in orde qua comfort, een badkamer met bad en aparte douchekabine enzo, en het eten is fantastisch. Na 't aankomen maar direkt in een serieus ontbijtbuffet gevlogen : Japanse misosoep en wat dim sum gerechten. Heel lekker, al weet ik totaal niet wat ik binnengespeeld heb. De smaak was wat vreemd als ontbijt, maar 't kon ook evengoed een midnight-buffet zijn, we waren toch kompleet alle besef van tijd kwijt. Dus who cares. De tekstuur van de gerechtjes was alleszins al heel plezant.
Het meisje had ons aangeraden het Royal Palace en de bijhorende tempels eens te gaan bekijken, want dat zou het hoogtepunt van de stad zijn. Ze vertelde er gelukkig wel bij dat het zeer zedig gekleed moest gebeuren. Lange broek of rok, lange mouwen, gesloten schoenen (of sandalen met een riempje langs de hiel. Héél belangrijk blijkbaar
Stel u voor : een hiel zonder een riempje!!! Nen bloten hiel!! Shocking!!!) Ze drukte ons ook nog op t hart om goed op onze uitspraak te letten als we een taxi terug naar t hotel namen. Nadrukkelijk vragen naar het "Centuly Palk Hotel", en nooit proberen aan een taxichauffeur een naam te laten lezen.
Wij dus goed ingepakt op weg
en het bleek een zeer hete dag te worden
alhoewel ze ons vanmorgen gezegd hadden dat het koele seizoen begonnen was. Op straat werden we direkt opgevist door een taximan, die ons voor een prikje naar de tempel ging brengen. Hij loodste ons naar zijn gammele taxi, die vastgeparkeerd stond tussen andere auto's. Ik dacht efkes dat dat een probleem was, maar zo zit dat hier helemaal niet ineen. Iedereen parkeert waar hij wil, blokkeert iedere andere geparkeerde auto, maar is zo lief zijn handrem niet op te zetten. Dus als iemand weg moet begint die gewoon efkes de andere auto's wat opzij te duwen. Simple comme bonjour, en het bespaart heel veel parkeerruimte. Maar 't had natuurlijk weer te mooi geweest moest die gast ons echt ineens naar onze bestemming gebracht hebben
Eerst maoevreerde hij ons onderweg bij een kleermaker en een juwelier binnen. Bleek dat elke keer als hij er een potentiële klant dropte dat hij een liter benzine gratis kreeg van die winkeliers. Heel bangelijk. Staat ge daar ineens bij ne kleermaker, suf van de jetlag, bleek van moeheid, en ge hebt dan nog geen kostuum nodig ook niet. Erger nog, ge weet zelfs amper hoe ge daar terechtgekomen zijt
Onderweg zag ik een "eethuisje" dat volgens de tekeningen op zijn uitstalraamke reclame maakte voor kip, eend en
kat. Eens gecheckt bij die chauffeur, en ja daar serveerden ze kattesoep
Klassiek, de eerste vraag die die kwibo ons stelde was weer hoeveel kindjes we hadden. Zes dus. (Ik pak simpelweg mijn katten als kinderen, dat voorkomt heel veel verdere vragen over potentie, egoïsme, en pensioensproblemen). Hij schrok, want hij had er maar vier! Waarschijnlijk voor de eerste keer in zijn leven dat hij outnumbered werd door een Europeaan. Paul zat te gniffelen, en wij maar onnozel doen hoe blij we toch wel waren dat ons zestal bij de bomma's en de bompas verbleef, en dat wij eens een week weg waren zonder kindergezeur aan onze kop. Ik zei tenandere dat als ze te ambetant gingen worden ik ze wel in de pot zou steken. "A ja, kannibalisme", antwoordde Paul daar direkt op refererend naar dat kattesoeprestaurant. Allez 't was weer schoon, we lagen daar op die achterbank bijna te rollen van t lachen. Totdat we dus bij die juwelier gedropt worden, en die verkoopster tegen Paul zegt, "Maar als ge dan niks wilt kopen voor uw vrouw, koopt dan toch iets voor haar of uw ouders!". Waarop Paul heel triestig : "Die zijn al allemaal dood". Doet die vrouw nog de moeite om heel lief te zeggen "Koop dan een juweel voor uw kinderen! En wij in koor : "Die hebben we ook niet!". Enfin, wij begonnen daar bijna samen "Ciske de Rat" te zingen, of iets te citeren uit "Alleen op de wereld". Goddelijke moment, moeten gieren van 't lachen terwijl dat het allemaal toch eigenlijk wel triestig was.
Het Koninklijk Paleis en de tempels waren prachtig! Heel kleurrijk. Die stonden letterlijk te blinken en te schitteren in de zon. Allemaal kleine gekleurde mozaïkskes, toppunt van kitsch, maar heel sprookjesachtig. Iets minder was dat we zo ondertussen ongeveer uit onze kleren dreven van de hitte
Paul vond ik regelmatig groggy terug in een hoekske op de vloer kompleet gaargekookt in zijn eigen sop. Het was ook echt heel bangelijk heet, en dan met een dikke jeans, en een hemd met lange mouwen
Stiekum een paar plezante berefotoos genomen. Lekker in onzedige klederdracht, met alleen zijn zwembroek aan, in hunnen heiligen tempel waar ge nog niet met een blote hiel moogt rondlopen. Yes!
Mijn beer was cool! Dat kon van ons echt niet meer gezegd worden.
Haricot schaamteloos in zwembroek in 't Koninklijk Paleis.
In een overdekte galerij die helemaal rond het gigantische komplex liep was de hele Ramayama uitgebeeld in fresco's! ONGELOFELIJK! Een prachtig stripverhaal, vol met schitterende details. Monsterkes die uit de wolken komen, de waanzinnigste vissen duiken op uit de zee, heelder apenlegers die liggen te roefelen onder leiding van apenkoning Hanuman, landschappen met de fijnste details
Enfin, ge had er uren naar kunnen staan kijken. Gesteld dat ge niet verder gedreven waart op het zweet uws aanschijns, rug, poep, billen en voeten. En we moesten er nog wel even blijven rondhangen, want er was een eredienst bezig en tot die gedaan was mochten we de hoofdtempel van de Emerald Boeddha niet in
Dus sopten wij maar wat verder. Enfin, 't was stijf de moeite. De tempels waren in een kompleet andere stijl dan wat we in de buurlanden gewoon waren.
Voortgedobberd langs de koninklijke paleizen. Eén woord : sprookjesachtig! En als bloemmekee staat daar een caféke met een terraske, en ze verkopen daar vanalles met IJS! Zelfs gekoelde handdoekskes! Dus wij vliegen er in! Paul de gelukkigste mens van de wereld : onder een ventilator, met zijn frisco, zijn ijsthee, en zijn bevroren handdoekske in zijn nek! Op de duur heb ik de resterende ijsblokjes in een plastic zakske gedaan en heb daar dat voddeke rondgewikkeld dan kon hij dat ook nog in zijn pollekes houden. Ge hebt zelden ne mens zo gelukkig gezien! Ondertussen had hij dus ook al een beker met ijs onder zijn oksel gekneld. 't Spijtige was dat ik me ook efkes liet gaan, en daar bij een vlotte 40° onmiddellijk een snotaanval kreeg
Heel vervelend als ge maar 1 papieren zakdoekske bij hebt
en geen winkels in zicht. (En WC-papier is er vanzelfssprekend niet, dat krijgt ge als toerist gelimiteerd mee als ge naar 't toilet gaat. Twee vellekes de vrouw. Tenandere, ik spreek uit ervaring nu, ge kunt er ook uw neus niet in snuiten, ge toetert er los door!)
In dat cafeetje verkochten een bloedmooi boek over al die fresco's kompleet met heel het verhaal van de Ramayama in 't Engels en in 't Thais, maar het boekske woog vlot drie kilo. Heb het dus met veel spijt in 't hart maar laten liggen
Alhoewel Paul er vóór zijn ijsbad kompleet onderdoor zat, wou hij nu ineens verder trekken naar een volgende tempel waar een 46m lange Boeddha lag. (Pff, so what, we hebben er zo al tientallen weten liggen). Enfin, wij op pad, door de stovende, klammige hitte pal op de middag. Komen we toch voorbij een reeks winkeltjes
En ik had me nochthans voorgenomen geen olifanten te kopen, aangezien ik er toch geen meer vind die ik nog niet heb. Jawadde, nog geen vijftig meter verder was ik zes olifantjes rijker. Allemaal originele. Vijf heel kleine koperen, en 1 grotere (maar een lichtgewicht) door een oud madammeke uit touw gemaakt. Ondertussen opgevist door een tuktuk-rijder die ons voor 20 fr. (1 bath is 1 frank, ferm gemakkelijk) naar die liggende Boeddha ging brengen. Ikke blij : niet meer te voet verder moeten soppen en snotteren! En Paul zag het gelukkig ook zitten. Dus wij kruipen achterin dat bakske, kop in kas als twee gieren, want dat tentzeil hing als gewoonlijk veel te laag voor grote mensen. En wat is de eerste vraag : "En? Hoeveel kindjes hebt ge?" Maar Paul is me deze keer net iets te vlug af en zegt keihard : "Geen". Kerel heel geshockeerd natuurlijk. Daar begon het spelleke dus weer
Iets mis met de potentie? Wie gaat er later voor u zorgen?... Heb zijn gevraag in de kiem gesmoord door maar met onze Paul te beginnen argumenteren : dat ik het toch écht niet schoon vond dat hij me met zes kinderen had laten zitten. Gelukkig dat die chauffeur heel die uitleg niet kon volgen
Hilarische momenten, ware het niet geweest dat mijn snot waanzinnige proporties begon aan te nemen, door de luchtvervuiling (veel mensen lopen hier met een doekske voor hun mond en neus) en door de wind vanachter op die zijn brommer dus. In een winkel het laatste pakske WC-papier gaan kopen, want papieren zakdoeken hadden ze niet. Mens wat een gesukkel toch weer. Enfin, in plaats van ons naar de liggende Boeddha te rijden wist hij er ook nog ne grote rechtopstaande staan, en die moesten we volgens hem echt eerst zien, maar nog "eerster" werden we alweer in een juwelier geduwd
Ellendig. Die airco, mijn neus! En dan weer terug achterin die tuktuk in de wind en de autodampen! Ik begon gewoon leeg te lopen. En Paul nog altijd in de weer met al zijn zorgvuldig gekoesterde ijsblokjes, natte voddekes en koude flessen water.
Die staande Boeddha was weliswaar een meter of 18 hoog, maar ik ben echt niet meer gefascineerd door hoge, lange of dikke Boeddha's. I've seen them all. Het enige dat er geestig aan was, was dat tussen zijn reuze-tenen een paar poezen lagen te slapen, en dat de tempeltjes rond het beeld ook vol poezemannen zaten met alle mogelijke staartlengtes.
Een van de vele redenen waarom ik altijd al zo'n bloedhekel heb gehad aan Bangkok heeft te maken met de hondenmiserie die ge hier ziet. Maar dat is iets verbeterd. Al de echte sukkels zijn denkelijk overreden, weggeteerd of vergiftigd, en de overblijvers (meestal ook niet in al te denderende staat, vol wondjes en kale plekken) zijn nu gepromoveerd tot "huisdier", ze hebben een koordje rond de hals. Ik heb zelfs een hond met 1 oog en oude afgesleten tanden achter in een pick-truck zien meerijden. Dus die had zelfs een Thai zijn hart weten te vermurwen. Of 't moest zijn dat hij onderweg was naar zijn restaurant natuurlijk
Uiteindelijk dus toch bij de "liggende" geraakt, en die bevondt zich in een prachtig, reusachtig tempelcomplex. Weer allemaal daken van flikkerende steentjes die schitterden in het zonlicht. Maar al de energie is in de buitenkant gestoken, de interieurs vallen overal nogal tegen. Aangezien we nog grootse plannen hadden voor de avond : een driehonderd meter hoog gebouw beklimmen en daar gaan dineren (voor Al Quada dat ook platvliegt), moesten we wat voortmaken.
Dus wij een taxi genomen en nadrukkelijk gevraagd naar het Centuly Palk Hotel. De kerel mummelde wat, naar goede Aziatische gewoonte kunnen ze niet zeggen dat ze het niet kennen en de weg niet weten, want dan lijden ze gezichtsverlies
Dus wij op weg. Heel Bangkok doorkruist maar die vond dat hotel dus niet, en hij kon het ook aan niemand vragen wegens
gezichtsverlies alweer. Op de langen duur maar betaald en uitgestapt en te voet op pad gegaan. In den donkere langs de drukste banen
Een echt wonder dat we niet overreden zijn. Als ik alleen was geweest zou ik nu nog aan de rand van die weg gestaan hebben, want het oversteken is echt iets voor kamikazes. Na twee kilometer stappen, moe, hongerig, nijdig, plakkerig, snotterig, toch thuisgeraakt.
Direkt maar uit mijn MASH (een oude créme-glace doos vol pillen en drankjes en spuiten en zalfkes) de strafste neuspil opgediept en in een warm bad in slaap gesukkeld. Toen de neus wat bekomen was van de doorstane ellende maar besloten niet meer buiten te komen en in ons eigen hotel te blijven eten. Fantastisch buffet gevonden met allerlei Japans spul. Ons ernstig te buiten gegaan aan sushi en sashimi, en de zaak netjes afgerond met wat vreemde, maar lekkere dessertjes. Een stuk of zes.
Het enige minpuntje was toen ik mijn vakantiesjakoske voor de eerste keer opende ik er een fax in vond
van ons ma. Was efkes een moeilijke moment. Want vroeger pikten we altijd haar schrijfsel aan de receptie op voor we aan tafel gingen en lazen we die tijdens het avondmaal. Tijdens het filmen 's namiddags heb ik ook dikwijls aan haar gedacht. Omdat ge dan altijd denkt : "Oh dit gaat ze na de vakantie leuk vinden om te bekijken
". In Zaventem had Paul zijn moeilijke moment, toen hij haar voor 't vertrek gelijk gewoonte nog efkes rap wou opbellen
Tja, zo'n ogenblikken zullen we nog wel meer hebben, dat is onvermijdelijk.
Hondsmoe op bed gesukkeld. Paul ligt al een dik uur in coma. Ga dat nu ook doen. Haricot, mijn beertje, zit met een dromerige blik tussen de olifantjes op mijn nachtkastje.
18-01-2009 om 00:00
geschreven door Laathi
|