Hier volgt het zevende stukje uit mijn reisverhaal. Maandagnamiddag, dag vier op Koh Ngai :
Mek, de bootsjongen die zo veel van vissen kende, vroeg of hij niet best de boot zonder ons zou terugsturen en dat we onderwater terug naar huis zouden zwemmen. Natúúrlijk zijn we daar op ingegaan! Het was schitterend dat hij ons deze plek gewezen had want vanaf nu kunnen we daar dus altijd op eigen kracht naartoe zwemmen! We waren de jongen heel dankbaar en hij was blij dat hij ons zo gelukkig gemaakt had. Zeker toen we hem vanavond de fotokes toonden op de receptiecomputer.
(Goddank dat we die mogen gebruiken want anders hadden we zonder ons laptopke, "Pandorake", om onze fotos op te slagen, maar een minumum aantal fotos van deze reis kunnen bewaren.)
Ons huisrif zag er vandaag trouwens goddelijk uit, heel helder en niks zanderig. Op honderd meter van t strand is een drop-off en op die rotsmuur groeien de mooiste koralen en leven leeuwenvisjes en papegaaien. Ik heb er zelfs een sublieme slak kunnen fotograferen. Drie centimeter groot, een wit lijf met zwarte oogjes en antennetjes in de vorm van mini-waaierkoraaltjes op haar kopke.
Met deze foto was ik héél gelukkig! Hier zie je het witte slakje. Let vooral op die fijne zachtje takjes op zijn, heu, "voorhoofd?"
Een dikke zeester. Zoals je ziet hebben niet alle zeesterren vijf scherpe punten. Bij dit model zie je wel de vijf indelingen maar totaal geen armen.
We hebben voor morgen alvast met Mek afgesproken (die ik per ongeluk "Kwek" noemde) om ons naar de oostkant van ons eiland te varen (nee, dat gevecht tegen die ondoordringbare jungle gaan we écht niet nog een keer over doen!)
Het is hier heel fijn om te snorkelen omdat t water lekker warm is, ge kunt er uren in rond dartelen zonder kou te krijgen, ik draag hier zelfs geen wetsuit. Heel wat anders dan blauw verkleumd en rillerig uit de Rode Zee te kruipen na een uurke snorkelen. En als t regent is t helemaal zalig om te zwemmen want dan lijkt de zee nog lekkerder en voelt ge de koele druppels op uw rug terwijl uw buik in een warm bad lijkt te liggen.
Na een ochtend van 4 uur zwemmen en duiken kwamen we doodmoe op ons strand aan, en zijn na een verfrissende zwembadplons naar onze hut getrokken, en dat bleek een perfecte timing. De dikke wolken naderden, Koh Ma en Koh Chuek verdwenen kompleet in de regennevels, en wij konden lekker droog picknikken op t terras.
Toen we na onze picknick wat bekomen waren van onze snorkelochtend zijn we na t eten even pardoes in slaap gevallen. Wat niet zo erg was, want het bleef toch grijs en t dutje deed deugd. We hebben zelfs door t geluid van een Boeing-krekel doorgeslapen! Kunt ge u indenken hoe moe we nog zijn.
Even adem komen happen!
Gisteren hadden we zitten praten met een Zweeds koppel dat vandaag naar Koh Kradan vertrokken is, ze stuurden nu al een sms dat we daar zeker niet moesten gaan logeren want dat ze er zelf niet gingen blijven. Het enige pluspunt van het zeer basic hotel daar was dat er al dag en nacht electriciteit was wat daar vroeger niet het geval was. Dus besloten we om, zelfs nadat Pandorake aangekomen zal zijn, toch maar lekker knus op dit eiland te blijven. Ik denk niet dat we t beter kunnen treffen.
Die Zweden zijn toch een dapper volk! Die island-hoppen hier met heel hun kindertrossen. Die verhuizen om de drie dagen van eiland met heel hun hebben en houden. Daar is moed voor nodig vind ik. Ze komen hier totaal onvoorbereid aan en trekken gewoon hun plan, ze reserveren niet, ze trekken gewoon rond. Het zijn best fijne mensen, ze zijn erg op zichzelf, maar toch heel vriendelijk, beschaafd en t zijn geen strekenverkopers of druktemakers. Althans toch diegenen die we hier ontmoeten.
Paul is dan de fotos gaan saven en ik heb wat zitten schrijven. Tijd voor verveling is er niet maar ik mis mijn Pandorake toch zo erg! Zoveel inspiratie en alleen twee mini-notablockskes om alles te noteren
Bomvolle notaboekjes, en geen enkele winkeltje om er eentje bij te kopen...
Volgens de tracking-pagina op t web staat "Pandorake" nog altijd op Zaventem hoewel ons beloofd was dat ze vandaag écht ging vertrekken. Van een Express Plus-zending gesproken! En dat kost dan meer dan 200 euro!
Die laptop-historie wordt hoe langer hoe bangelijker! Het is echt ontmoedigend aan t worden. Blijkt nu dat die trienen van het call-center van UPS ons het verkeerde faxnummer gezegd hebben waarop de faktuur van Pandora moest doorgefaxt worden. En dat die fax dus nooit aangekomen is en ze nu, na een week, nog altijd in Zaventem staat, terwijl ons beloofd was dat ze vandaag hier zou aankomen.
Paul heeft dus weer een kwartier met UPS zitten bellen. Dat is altijd behoorlijk stressy want internationaal bellen kost 3 euro per minuut. En ge moet dus elke keer terug helemaal opnieuw met uw uitleg beginnen tegen een onwetend en dikwijls onwillend personeelslid.
Toen bleek dat die fax op de verkeerde verdieping is terecht gekomen en niet op het exportbureau. Ondanks het feit dat op die fax in grote letters Heel dringend!!! stond hebben die ellendelingen van dat verdiep toch vertikt om onze fax naar het juiste bureau te brengen. Maar eer we dit allemaal aan de weet kwamen, waren we alweer enkele gezellige uren van faxen, bellen en mailen later.
Sommigen beweren dat ze toch vertrokken is en iemand anders zegt dat hij ze daar voor zijn neus ziet staan. Ik begin stilaan te vrezen dat ze verloren gegaan is. Ik probeer me dat niet aan te trekken want ze is verzekerd en er staan geen dingen op die ik thuis niet op mijn grote pc heb staan, maar toch
Echt van me afzetten kan ik het niet, het blijkt door mijn hoofd spoken. Heel die affaire zet toch een zware domper op de pret. Alhoewel er hier zoveel goeie dingen zijn.
Wij hebben echt chance met de ligging van dit hotel. Helemaal ingesloten, dus geen passage van gasten van andere hotels, een mooi zandstrand en geen puntige stenen ervoor zodat ge op een vrij grote plek ook nog gewoon kunt in t water spelen en dobberen zonder u te beschadigen. t Moet er wel hoog water voor zijn.
t Superhuisrif is helemaal onbetaalbaar. Om nog te zwijgen van de zalige rust en het majestueuze uitzicht dat minuut na minuut verandert. t Is hier zeker geen luxehotel, en t eten is een verschrikking, de reuk van Phra Prot is soms hinderlijk, maar dat neem ik er op de koop allemaal graag bij. Dat weegt echt niet op tegen al de positieve aspecten van deze wonderplek.
t Is heel praktisch om op een eiland in een National Marine Park te kunnen logeren zonder er altijd met een boot naartoe te moeten. Ge stapt s morgens uit uw bed en ge staat direkt in t paradijs. Ferm gemakkelijk. Ik hoop dat deze plek nooit door t massatoerisme ontdekt wordt zoals Koh Phi-Phi met zijn doolhof van opeengeplette winkeltjes en lawaai-bars. Ge moet er hier wel tegen kunnen om vrij basic op een stukske eiland vast te zitten, dus misschien is dat wel een reden waarom het hier lang zal gevrijwaard blijven van t groot toerisme. De meeste mensen blijven hier maar een dag of twee, drie, dan schijnt de verveling onherroepelijk toe te slaan.
In t hotel is t nog altijd heel rustig. Zweedse gezinnen met beschaafde kinderen. Ge kunt er altijd gewoon in een pareoke rondhossen, opkleden hoeft niet. Uw kleding zou het trouwens ook niet overleven met al die puntige rotsen.
Als we gaan eten in t Fantasy Hotel hiernaast, in dat toch wel een streep sjiekere restaurant dan onze refter, dan krijg ik zelfs daar mijn cola toch ook nog altijd geserveerd in een blikje met een rietje. Vanzelfsprekend komt ook heel de bende van ons hotel daar aan in slechte kleren om over die rotsen te kunnen klimmen, de ene in al wat gehavendere toestand dan de andere. Maar in avondkleding ben ik hier nog geen mens tegengekomen. Ik ziet al gebeuren om met een lange rok opgestroopt tot onder uw oksels struikelend naar een boot die diep in zee ligt te waden. Met een sjacoche balancerend op uwe kop!
Ik heb dus, ondanks het grondig wieden van mijn kledingpakket op t laatste moment, toch weer veel te veel kleren bij.
Zicht vanop onze steiger naar het lange zandstrand waar het Fantasy Hotel met zijn relatief lekkere restaurant lag. Helemaal links op de foto zie je een klein deeltje van de rotsen waar we steeds over moesten klauteren om er te geraken.
Sinds Em gisteren naar t vasteland vertrokken is, is de receptie in handen van Tavorn en das best een vrouw van goede wil maar Ems Engels was veel beter. Dus nu loopt alles nog een beetje meer op stenen want nu is er helemaal geen verstaanbaar aanspreekpunt meer in ons hotel.
Vanavond ben ik dus maar gaan inbreken in t werkhuis om een hamer te gaan pikken zodat we zelf de uitstekende nagels in de vloerplanken van onze boomhut dieper kunnen kloppen want Paul heeft zijn voet weeral opengehaald. Ik denk dat die Thai denken dat wij de voeten van een fakir hebben. Toch liever zelf even klussen dan dat allemaal aan Tavorn te moeten gaan explikeren!
Ge krijgt veel op een dag gedaan als ge altijd om 5 uur uit de veren zijt hé?!
Lees verder : 8. "Het veldhospitaal." Klik hier.
07-01-1995 om 00:00
geschreven door Laathi
|