Het drieentwintigste deel van mijn reisverhaal. (Al de vorige afleveringen kan je vinden in de linkerkolom van mijn blog)
Zondag, 26 november 2006.
23. Engelstalige apen.
Het ontbijt was weer klasse! Jammer dat ik niet veel honger had, ik was een beetje groggy van mijn regels. Het eeuwige lot van de vrouw, 5 dagen van de maand depri lopen te wezen van een pms-ke, en er dan als beloning nog eens 5 dagen "ongesteld" (wat een woord!) bovenop krijgen... Er zijn wel meerdere redenen, buiten niet meer te moeten werken, waarom ik rap een échte senior wil worden.
Aan tafel worden we bediend door Natty. Een rasecht homootje! Hij spreekt redelijk goed Engels, in feite zingt hij het. Waaaant some mooooore tea madáááááám? Elk zinneke eindigt drie toonhoogtes hoger dan het begonnen is. Zijn manierkes zijn zo verfijnd en precieus als die van een Thais danseuske. Hij is de vriendelijkheid en voorkomend hij in persoon. In een van de verhalen die ik aan't schrijven ben komt een homootje voor dat "Toetje" heet. Dus toen ik Natty zo bezig zag kreeg ik weer een lading inspiratie en begon ik dus zoals steeds ijverig in mijn notaboekje wat ideeën te noteren. Met mijn kop vol Toetjes-gedachten kwam Natty met zijn theekan voorbij getrippeld en aangezien ik nog wel een taske lustte riep ik : Toetje! Can you plea-. Paul proestte bijna in zijn eigen tas thee, maar Natty vond het zo te zien niet erg om eens met een andere naam aangesproken te worden en schonk, sierlijk zijn een pinkske in de lucht, "the madáááááám" haar taske nog eens vol.
Paul en lieve Natty.
Het meisje dat u naar uw tafel begeleid is een klein fijn Thais dingske met een beugeltje rond haar tanden. Een design-beugeltje - zoals alles hier in dit hotel - maar dan een blauw! Als dat kind dus lacht dan ziet ge zon felblauwe grijns. Knap zenne.
Het bestek is ook zo design dat ge er amper mee kunt eten. Het is dure Wedgwood maar de steeltjes zijn rond, dus ge moet heel goed oppassen als ge soep eet dat ge uw lepel goed vastklemt want anders draait hij rond in uw hand en giet ge de soep telkens terug in uw kom. Op die messen hebt ge natuurlijk ook geen grip. De glazen zijn onderaan smaller dan bovenaan dus daar kunt ge ook best uw aandacht bij houden om geen ongelukken te doen.
Het leven van een rijke mens is blijkbaar niet comfortabel. Hyacynth Bouquet zou zich hier rot amuseren.
We genieten echt van ons paleis. We doen al geen moeite meer om nog een strandbed te gaan reserveren want op ons eigen terras is t veel beter om te relaxen, onze kamer ligt in de laatste blok van het baaike, dus we zitten pal aan zee. Dan ook nog aan t mooiste stukje, direkt tegen de rotswand. Beter kan hier echt niet. Rustig, een mooi zicht en ver weg van t drukke centrale gedeelte.
Paul heeft zijn "ontbijt-verteer-dutje" gedaan, ik heb geschreven, en dan zijn we gaan zwemmen. De zee is hier toch viezer dan in Koh Ngai, dat komt natuurlijk omdat er een dorpje in de buurt is en ook door het vele bootverkeer langs de kust.
Op de rand van het jacuzzi-bad dat overloopt in het grote zwembad.
Aan Thom, de half-Engels-talige spiegelglasbrildragende macho van de kanos, ben ik gaan vragen wanneer de boot naar t dorp s avonds vertrekt en aan de receptie zijn we dan de ticketjes gaan halen om straks eens met het hotelbootje naar t dorp te varen. Alles netjes conform de geplogenheden...
We vroegen ook ineens aan de receptioniste waar onze dagelijkse Bangkok Post toch bleef, want we hebben nog geen enkele avond de beloofde krant ontvangen. Ze antwoordde doodleuk : Oh? We hang it every evening on your door, but monkeys will have taken it! Waarop Paul repliceerde : Do you really think Thai monkeys are able to read English??? En o wonder, dit intelligente wezen zag de humor van de grap in en schoot in de lach. De eerste Thai met een echte, gemeende, schaterlach in plaats van het eeuwige ondoorgrondelijke glimlachje, die we hier in t hotel al tegen gekomen zijn! Ze verdient om manager te worden. Morgen vraag ik haar beslist als ultieme examenvraag de hoogte van de rotswand.
Tijdens t poetsen van de kamer zijn we rustig op ons terras blijven liggen. Normaal duurt een kamerkuiske 10 minuutjes maar aan dit gedoe zijn ze dus wel een klein uurke bezig. Nochtans hou ik het zelf heel goed op orde en ben ik zuinig op t verbruik van handdoeken enzo want het wringt me wel dat ik hier mensen in de tuin, gehurkt onder een grote zonnehoed, met de hand onkruid zie uittrekken die misschien maar evenveel per maand verdienen als onze kamer per dag kost.
Daarstraks werd er gebeld (ja, wij hebben een heuse deurbel, dat moet ook wel want dit kot is zo groot dat ge t kloppen op uw voordeur niet hoort) en een hotelbediende kwam een fruitmand aanbieden. Zonder woorden vanzelfsprekend. Er lagen van die vruchtjes op die ik vanmorgen aan t ontbijt als decor beschouwde
Ofwel is die mens ons dus eten komen brengen ofwel een schoon decoratief bloemstukje
Na Paul zijn uitgebreid bezoek aan 't fitness-center hebben we wat op de lauwe deinende zee liggen drijven. Hoe plezant dat ook is, het geeft niet hetzelfde exotische gevoel als in Koh Ngai omdat ze hier niet zo zuiver en helder blauw is.
Er kwam een longtailboot naar t strand gevaren, de jongen sprong uit de boot en waadde aan land om hem vast te leggen, ondertussen rinkelde zijn gsm, hij nam die uit een zakje van zijn hemd, hurkte op t strand en begon in t natte zand ijverig een telefoonnummer te krassen dat hem duidelijk door zijn opbeller gedikteerd werd. Een enig beeld van de nieuwe soort van beschaving die hier zijn intrede doet.
Toen we terug boven waren weerklonk de hevigste donderslag die ik al ooit gehoord heb, en hij bleef maar duren! Hij weerkaatste blijkbaar tussen al de rotsen. Ondertussen scheen de zon dapper verder. Heel vreemd.
De eerste druppels beginnen te vallen, dus doe ik maar een regendanske!
Maar iets later, net toen we de boot gingen nemen begon het te gieten. Wij dus met ons parapluke naar de drijvende pier die helemaal aan de linkerkant van onze baai ligt. Ik dacht dat we de enige gekken zouden zijn die gingen uitvaren, maar nee hoor, de rest kwam ook allemaal uit zijn kamers gesopt op weg naar zijn goedkoop diner in Ao Nang! Heel grappig zicht. Gelukkig stopte de bui toen de boot vertrok en bleef het voor de rest van de avond droog.
Op de drijvende pier om het hotelbootje te nemen.
We vaarden, onder de schitterendste wolkenlucht en de ondergaande zon, wéér helemaal langs de twee baaien van Ao Nang en legden aan op één van de weinige plekken waar de speedboat aan land kan zonder dat de kostbare toeristjes hun voetjes nat moeten maken.
Onderweg naar Ao Nang. Als je heel goed kijkt zie je links aan de horizon, in de mistnevels, een nieuw groot hotelcomplex in aanbouw staan. Ik zou er nooit willen logeren want hun gasten gaan er altijd eerst een heel drukke baan moeten oversteken alvorens ze 't strand bereiken. Ziet ge u al in bikini den Boomsesteenweg oversteken?...
Daar stonden verschillende tuktuks te wachten die de mensen helemaal terug rijden, alweer langs die twee baaien, naar de andere zijde van de rots die ons dus van t dorp scheidt. Heel omslachtig allemaal om toch maar die vijf minuten niet door zee te moeten waden, of over die Bobbejaanheuvel te moeten klauteren. Het waren tuktuks van een soort die ik nog nergens gezien heb. Het is hier een brommerke met een soort maxi-"side-car" aan vastgemaakt. In het overdekte bakske kunt ge desalniettemin met een vijftal Westerlingen zitten, of een tiental Aziaten.
Op 10 minuten, en voor 40 bath, waren we dus terug op de plek waar we elke avond gingen eten. Maar deze keer was ons doel een tocht langs de twee winkelstraten. 't Was een lange aaneenschakeling van souvenirwinkeltjes, schildersateliers waar ze kopieën van o.a. Dali aan de lopende band maken, kleermakers, reisbureautjes, bars, restaurants, horlogewinkeltjes, gekopiëerde videotape-verkopers, en nog meer prul- en bazaartoestanden.
Modern massage-centrum met airco.
Schilderijen-kopieërders-atelier.
De Boedha-souvenirs die ge hier vindt zijn duurder en van een veel slechtere kwaliteit dan diegene die ge tegenwoordig bij ons bij Blokker of Casa kunt kopen. Dus gedaan met loodzware godenbeelden van over heel de wereld mee naar huis te sleuren. Ferm gemakkelijk. Want als ik er over nadenk hoeveel van die loodzware beelden onze Paul al van overal heeft moeten meesleuren voor mij... 't Kon niet missen dat toen ik tot die constatatie kwam mijn arme muilezel ineens een stralende glimlach op zijn snoet kreeg.
Wel enkele toffe kussenovertrekken gekocht in Thaise zijde. Ik stond even te twijfelen over de aankoop omdat ik niet wist of die stof kon gewassen worden en toen Paul me vroeg waarom ik aarzelde sloeg ik een van de heerlijkste versprekingen sinds maanden uit mijn voeten : Ik koop ze niet zo graag omdat ik bang ben dat het kassens zijn waar de kutten niet op mogen pissen. Dat had dus moeten zijn :
dat het kussens zijn waar de katten niet op mogen pissen. We lagen zo ongeveer dubbel van 't lachen. Uiteindelijk hebben we ze toch gekocht en heb ik nog wat plezante kleren gevonden ook.
De zijden kussenovertrekken waarop onze katten zich goed gaan moeten gedragen.
Een van onze doelen was ook een goed restaurant vinden. Ik ben al heel mijn leven gek op de Thaise keuken maar met wat ik deze reis allemaal al tussen mijn kiezen heb gekregen is mijn enthousiasme wat bekoeld geraakt. OK, alles kan altijd erger want in Vietnam hebben we eens 5 weken aan een stuk nog véél slechter gegeten. En de 4 weken in Birma is mijn maag ook nog niet vergeten. Maar deze reis is ze toch ook echt wel ongelukkig aan 't worden. Aangezien we allebei dol zijn op Japans voedsel gingen we dus vanavond een Japans restaurant trachten te vinden. En een betaalbaar, want in ons hotel is er wel eentje maar daar betaalt ge meer dan 100 bath voor 1 sushi-ke.
We vonden een mooie eethut aan een relatief rustige straat waar we een schotel sushi bestelden voor 850 bath. Er lagen er maar liefst 50 op!!! Overheerlijke, koele, verse sushi's... Verrukkelijk! En we hebben die allemaal opgegeten. Goddank dat we maar 1 schotel besteld hadden. We hebben in geen tijden zo lekker gegeten! In ons hotel zou dat grapke dus 10 maal zoveel gekost hebben. Net zoals een blik bier hier 25 bath kost en in t hotel 250 bath (aan t zwembad dan nog, niet eens in de nachtclub.)
Het schoteltje sushi...
Na het 't goddelijke diner moesten we kiezen tussen ofwel nog een uur tussen de winkeltjes ronddarren en een taxi terug naar die pier nemen om met de boot terug te varen, ofwel te voet onze berg over te klimmen. Toch maar besloten ons nog maar wat langer in t dorp te amuseren om de vermoeiende apenwandeling te vermijden. Ik wou nog een draakje om - volgens de regels van de feng shui - mijn nieuwe "hobbithol", dat ik de laatste maanden thuis aan 't bouwen ben geweest, te beschermen, en ik had er leuke gezien. Het enige jammere was dat de verkopers allemaal hartstochelijk bleven beweren dat de draakjes uit sandelhout gesneden waren terwijl ik na grondige keuring voor 100% zeker ben dat ze van plastic of kunsthars gemaakt zijn. (Ik heb me 1 keer op Koh Samui plastieken goden laten aansmeren, dus ik zal t verschil nu toch wel kennen zeker!) Desalniettemin heb ik op de duur, willens en wetens toch maar, na het obligate afpingelen, zon draakje gekocht. Eens die kwatta doorhad dat ik er aan gesnoven had en wist dat het plastic was ging de prijs van 550 naar 350 bath. Nóg veel te duur voor wat het is, maar kom, ik vind het een lollig beeldje dat een herinnering aan een geestige avond met zich meedraagt.
Mijn draakje begint aan zijn eerste taak : de bescherming van de hotelkamer!
Dan hebben we met pak en zak terug een tuktuk genomen naar dat piertje waar de rest van de zwaarbeladen en volgevreten hotelcollegas ook aan t instappen waren. Alweer zat dat bootje vol. Een beetje verkeerd vol, want het geraakte niet weg en liep vast in t zand. Op de duur zijn we toch kunnen vertrekken onder de donkere sterrenhemel, alweer konstant opgelicht door bliksems. Heel raar, maar ik heb het in Thailand al zo dikwijls weten bliksemen zonder dat het regent.
Bij onze thuiskomst zat onze Bangkok Post ineens aan de deur vastgemaakt! De aap zal zijn bril niet op zak gehad hebben waarschijnlijk. Ofwel had hij zijn Humo nog niet uitgelezen. Morgen ga ik alleszins die lieve receptioniste bedanken en haar de laatste examenvraag stellen, als ze juist antwoordt dan promoveer ik haar tot directeur van t spel. De cruciale vraag zal dus luiden : How high are the rocks that are surrounding the hotel?
De Bangkok Post. Maar trieste avondlectuur want de moslimrellen zijn hier maar een hondertal kilometer zuidelijker nog altijd in volle gang. Ze eisen dat de boedhistische en christelijke winkeliers, in plaats van alleen op zondag te sluiten, ook op vrijdag hun zaak dicht houden. Als ze aan die nieuwe regel niet gehoorzamen worden ze vermoord. En dat gebeurt dan ook dagelijks. Er zijn de laatste dagen ook al heel veel leerkrachten gedood en de scholen zijn gesloten. Kan al beter mijn eigen verhalen verder gaan schrijven, die zijn een pak vrolijker.
Nog lekker wat schrijven op 't monsoon-terras.
Een andere vraag die ik eens ga proberen te stellen aan wat hoger kader is Which nationality does the hotel-manager have?, maar ik moet die vraag simpeler maken dus ik ga het omvormen tot : Where does manager come from? Anders is het te moeilijk. Het intrigeert me van waar hij komt want op die man zijn badge staat precies een Oost-Europese naam en hij spreekt mooi Engels. Ik ben nu met Paul aan t wedden welke antwoorden we hierop gaan krijgen. Het is natuurlijk multiple choice. Ik word een echte Gokchinees en heb er op gegokt dat het antwoord gaat zijn : Manager come from room 1.
Kans twee is : Manager now sleep.
Mogelijkheid drie : Here.
Keuze vier : Yes.
Ofwel vijf : ???
Maar ge zult zien, ze zullen me toch verrassen met nog andere antwoorden. Ze zijn moeilijk in te schatten deze jongens.
Als ge hier s avonds vanop de trap naar onze kamer naar boven kijkt, tegen de rotswand omhoog, waarop bomen groeien waarvan ge niet kunt begrijpen hoe ze zich tegen die steile zijkant ooit kunnen geworteld hebben, dan hebt ge t gevoel dat ge aan t duiken zijt. Het lijkt alsof ge op de bodem van de zee staat en de rots lijkt dan begroeid met planten waarvan de bovenste lagen hun silhouet tegen de maanverlichte lucht afsteekt als tegen een donkerblauw wateroppervlak. Precies wat ge overdag onderwater in t miniatuur ziet als ge maar diep genoeg duikt en dan uw blik omhoog richt. Alle dingen in de wereld keren steeds maar terug. Soms in t heel klein, zoals in het kleinste stukske van een koraal dat nog altijd uit microscopische bloemekes met tentakeltjes blijkt te bestaan en dat hoop en al een halve centimeter groot is. En soms in rotsen van honderden meters hoog. Zeeën zijn verwisselbaar met luchten, vissen met vogels, en koralen met bomen.
En nu ga ik mijn kussenovertrekken bewonderen en zien of er echt wel ritssluitingen aan zitten die open en dicht kunnen of dat ik toch weer in t zak gezet ben. En me daarna oprollen in mijn superbed. Ah nee. Eerst nog de worsteling met al de jaloezieën...
Lees verder : 24. "De tragedie van de sokken." Klik hier.
23-01-1995 om 00:00
geschreven door Laathi
|