Over veelzijdige persoonlijkheid van André Demedts We willen hier een archief aanleggen over André Demedts. Uw bijdrage en/of informatie over de veelzijdige activiteiten van André Demedts is hierbij van harte welkom...
20-10-2011
2012 Herdenkingsjaar André Demedts
In 2012 is André Demedts (1906-1992) 20 jaar
overleden.André Demedts is een Vlaams
schrijver en cultuurpromotor. Hij werd in 1966 ereburger van Sint-Baafs-Vijve
en in 1986 van Waregem. Het gezin Demedts-Ide vestigde zich in Waregem, eerst
in de Karel van de Woestijnelaan en later in de Guido Gezellestraat. Schrijvers
waren nooit veraf.
In Waregem schreef hij vier stevige romans, terwijl
zijn ervaringen in het college hem stof en inspiratie leverden voor jeugdboeken
onder het pseudoniem Koen Lisarde. André engageerde zich ook in de KAJ en het
Vlaamse verenigingsleven. In 1948 organiseerde hij ook de eerste Frans-Vlaamse
Cultuurdag.
Jürgen Dekemele, Alexander Demoor, Bert De Smet en
Nick Krekelbergh richten vanuit het André Demedtsmuseum/André Demedtshuis een
stuurgroep op om in 2012 opnieuw een breed André Demedtsjaar op gang te
trekken. Externe adviseurs zoals Dirk Van Assche (De Franse Nederlanden/Ons
Erfdeel) en Dirk Verbeke (Komitee voor Frans-Vlaanderen) vullen de stuurgroep
aan. Waregem is vertegenwoordigd door Georges Vermaut en Marc Crabeels (Heilig
Hartcollege) en Bernard Delange.
De stuurgroep André Demedtsjaar 2012 wil zoveel
mogelijk mensen en organisaties in Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke), Waregem en
Kortrijk warm maken om in het najaar van 2012 of het voorjaar van 2013 een
activiteit rond Demedts of over onderwerpen die Demedts nauw aan het hart lagen
te organiseren. Het is vooral de bedoeling om met een open, frisse en moderne
geest de cultuurpromotor-schrijver via een mix van initiatieven terug onder de
aandacht te brengen. Verenigingen en organisaties kunnen nu al een
Demedts-activiteit inschrijven in hun jaarprogramma.
Vanaf eind 2011 start de digitale communicatie rond
het André Demedtsjaar. Suggesties voor en aankondigingen van activiteiten zijn
welkom bij coördinator Bert De Smet (bertdesmet86@hotmail.com ofBert De Smet, Priesteragestraat 20a, 8710
Sint-Baafs-Vijve). Kennismaken met André Demedts kan via http://blog.seniorennet.be/adjaar.
Deze maand plaatst
Heemkunde-Vlaanderen, ankerpunt voor de cultureel-erfgoedgemeenschap heemkunde in Vlaanderen en
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als originele heemkundige activiteit de Juliaan
Claerhout-kring uit Wielsbeke in de kijker. Samen met de vzw André Demedtshuis en Davidsfonds Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve
stak de heemkring het André Demedtsmuseum in een nieuw en eigentijds jasje. Het
vernieuwde museum opende op 18 juni de deuren. Tijdens het openingsweekend
kwamen meer dan 500 bezoekers de herinrichting bewonderen.
Op zaterdag 18 juni
werd het vernieuwde André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve geopend na een vier
maanden durende renovatie. Bijna 30 jaar na de opening in 1983 was het gebouw,
een 18de-eeuwse pastorie, dringend aan herstel toe. De gemeente Wielsbeke
investeerde 275.000 euro om het kunsten- en cultuurcentrum genoemd naar
schrijver-cultuurpromotor André Demedts (1906-1992) klaar te stomen voor de
toekomst. Tegelijkertijd werkte de vzw André Demedtshuis samen met Davidsfonds
Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve en heemkring Juliaan Claerhout-kring een volledig
vernieuwd André Demedtsmuseum uit.
De vernieuwing van
het André Demedtsmuseum werd gedragen door vier jonge enthousiastelingen
(Alexander Demoor, Jürgen Dekemele, Bert De Smet en Nick Krekelbergh) tussen
de 22 en de 33 jaar die allemaal verbonden waren met ofwel de vzw André
Demedtshuis, het Davidsfonds of de Juliaan Claerhout-kring. Samen met flink wat
andere vrijwilligers o.a. Jozef Deleu (medestichter Ons Erfdeel), Luc Verbeke
(medestichter Komitee voor Frans-Vlaanderen), Dirk Verbeke (hoofdredacteur
KFV-Mededelingen), Jooris Van Hulle en mensen van de Juliaan Claerhout-kring
kon het museum opgefrist worden. Er werd daarbij gekozen voor een nieuw concept
dat eigentijdser is.
Het museum kreeg
een combinatie van een statische en een dynamische insteek. De zes panelen met
het leven van André Demedts zijn statisch. Naast een korte biografie wordt
vooral dieper ingegaan op zijn rol als schrijver en cultuurpromotor. De rol van
Demedts voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking (hij inspireerde Jozef Deleu om
Ons Erfdeel op te richten) en zijn inzet voor Frans-Vlaanderen (hij richtte
samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen op, die vooral
Nederlandse lessen in het vergeten stukje Vlaanderen gaf en geeft) en
Zuid-Afrika is niet te evenaren en blijft onuitwisbaar.
De zes panelen zijn
vastgemaakt op boekenkasten, waarin alle boeken van Demedts, over Demedts en
over zijn interessevelden (literatuur & cultuur) worden ondergebracht.
Vooral de Vlaams-Nederlandse samenwerking en Frans-Vlaanderen en Zuid-Afrika
krijgen bijzondere aandacht. Ook worden flink wat tijdschriften waarvan André
Demedts stichter, bezieler of redacteur was opgenomen. De boekerij wordt de
komende weken, maanden en jaren verder aangevuld en verfijnd. Het is de
bedoeling dat het museum via de boekerij een dynamisch karakter krijgt, waarbij
de bezoeker op een speciaal daartoe voorziene leestafel de werken uit het
museum kan raadplegen.
Om het geheel extra aantrekkelijk te maken
werd een vide gemaakt die de eerste verdieping waar het museum zich bevindt
verbindt met de benedenverdieping. Om de aandacht naar het museum te trekken
werd het prachtige gedicht Gelegenheidsvers in het groot op de muur van de
boven- en een stukje van de benedenverdieping geplaatst. Het museum wordt zo
verbonden met de rest van het André Demedtshuis.
Pronkstukken van
het museum zijn het authentieke bureau van André Demedts, twee van zijn
originele boekenkasten en een deel van zijn eigen boekencollectie, samen met
veel (archivalische) documenten, medailles, fotos
Zicht op het vernieuwde museum, met rechts het
authentieke bureau van André Demedts
In 2012 als
Demedts 20 jaar overleden is wordt het museum aangevuld met een interactief
multimediaproject, waarbij radio- en tv-fragmenten met Demedts zullen ontsloten
worden. Daarvoor zal samen met de gemeente Wielsbeke een projectsubsidie bij de
provincie West-Vlaanderen worden aangevraagd.
De vernieuwing
begon als een wild idee van vier jongeren op café. Het bleef niet bij
cafépraat. Het wilde idee werd een echt project. De jonge enthousiastelingen
trokken hun stoutste schoentjes aan, werkten een conceptnota uit en maakten
naast Franck De Munster en Dominiek Wemel van de vzw André Demedtshuis flink
wat vrijwilligers en sponsors warm om samen een vrijwilligersproject aan te
vatten. Alles samen nam de vernieuwing drie jaar in beslag, waarvan de eerste
twee jaar vooral voorbereidend waren (concept uitwerken, inventariseren,
contacten met vrijwilligers, verenigingen, gemeente en sponsors leggen ). Het
laatste jaar werd alles concreet en zeker nadat de renovatie vanuit de gemeente
gestart was, kwam alles in een stroomversnelling terecht.
Dochter Mieke
Demedts knipt het lint door en opent hiermee het vernieuwde André Demedtshuis.
Bert De Smet
(Juliaan Claerhout-kring) geeft toelichting over het vernieuwde concept van het
André Demedtsmuseum. Rechts staat Franck De Munster, voorzitter van de vzw
André Demedtshuis, links Dominiek Wemel van dezelfde vzw.
Om de vernieuwing
van het André Demedtshuis te vieren werd een feestelijk heropeningsweekend
georganiseerd, van vrijdag 17 juni tot zondag 19 juni. Omdat Demedts het zo
verlangde, organiseert de vzw André Demedtshuis elke maand
kunsttentoonstellingen, en sinds een tiental jaar ook klassieke concerten en
theaterproducties. Speciaal voor de heropening werd de tentoonstelling Dolen.
Onderweg in Europa van fotograaf Michiel Hendryckx naar Sint-Baafs-Vijve
gehaald. Op vrijdagavond huldigde de gemeente Wielsbeke het vernieuwde gebouw
in. Dochter Mieke Demedts mocht het lint doorknippen. Op zaterdagavond werd het
André Demedtsmuseum geopend door de vzw André Demedtshuis, Davidsfonds
Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve en de Juliaan Claerhout-kring. Op zondag was er tot
slot nog een koffieconcert met Vier op n rij. Het openingsweekend was goed
voor meer dan 500 bezoekers.
Flink wat bezoekers bewonderden het vernieuwde André
Demedtshuis
De tentoonstelling
Dolen. Onderweg in Europa van Michiel Hendryckx is tot eind augustus elke dag
van 14 tot 18 uur te bezichtigen. Het André Demedtsmuseum kan hopelijk nog
jaren bezocht worden, met dezelfde openingsuren. Er is ook een gezellig terras,
met zicht op de oude Leie en de neo-romaanse Sint-Bavokerk.
Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de
renovatie van het André Demedtshuis. De
vorige ingreep dateert al van 1983, toen de oude pastorie van Sint-Baafs-Vijve
verbouwd werd tot een cultureel centrum dat naar de gerenommeerde schrijver van
proza, poëzie en essays, André Demedts werd genoemd (1906-1992). Op zaterdag 18
en zondag 19 juni 2011 opent het nieuwe Demedtshuis met een fototentoonstelling
van Michiel Hendryckx en een koffieconcert van Flanders Recorder Quartet. Ook
het vernieuwde museum opent dan de deuren.
Na ruim een kwarteeuw was het Demedtshuis dringend
aan renovatie toe. Er waren problemen met opstijgend vocht, ook de
toegankelijkheid kon beter, de toiletten dienden vernieuwd... Na een klein half
jaar zijn de renovatiewerken bijna voltooid. Het resultaat mag gezien worden. Voor
de ramen stond vroeger een wand, maar nu kan je weer naar buiten kijken. Ook de
voordeur is terug bruikbaar, tonen Dominiek Wemel en Franck De Munster van de
vzw André Demedtshuis tijdens een rondgang in dat bewuste Demedtshuis. Eigenlijk gaat het om de oude pastorie die in
1983 door de gemeente werd omgebouwd tot cultuurcentrum. André Demedts zelf
groeide elders in een uithoek van het dorp op. De schrijver overleed in 1992.
De vzw staat sinds de vroege jaren tachtig in voor de uitbating van het
Demedtshuis, dat idyllisch geprangd zit tussen de Romaanse Sint-Bavokerk en de
oude Leiearm.
Maandelijks worden er exposities georganiseerd met werk
van binnen- en/of buitenland. Zo waren er in het verleden al projecten rond
hedendaagse kunst, internationale kunstenaarsboeken en mail-art, Russische
iconen, traditionele Afrikaanse kunst, fotografie, stripverhalen,
kunstambachten en kunst van mentaalgehandicapten te bezichtigen. Daarnaast zijn
er de concerten in de nabijgelegen Sint Bavokerk, waar op het kerkhof daar rond
André Demedts begraven ligt.
De renovatie van het André Demedtshuis in
Sint-Baafs-Vijve, goed voor een kostprijs van 225.000 euro, is gestart op 31
januari dit jaar. De werken drongen zich al een tijdje op. De laatste grote aanpak van het pand, toen de
pastorie een cultuurtempel werd, dateert immers al van 1983", zegt schepen
van Patrimonium Rik Buyse (N-VA). Eerst werd de ruwbouw van het André
Demedtshuis onder handen genomen, met onder meer een opfrisbeurt van de gevel
aan de kant van het kerkhof, de plaatsing van nieuwe goten, het isoleren van
het dak en het slopen van alle muren in het gebouw. Die ruwbouw alleen al is
goed voor een kostenplaatje van 151.000 euro.
Daarna volgde de vernieuwing van het sanitair en de
verwarming. Zo verhuizen de toiletten naar boven, terwijl er ook een nieuw
toilet voor personen met een handicap komt. De derde fase omvat aanpassing van
de elektriciteitsvoorziening en aangepaste verlichting met losse spots. Er
wordt ook een lift geïnstalleerd.
De dienst Cultuur, dat sterk samenwerkt met de vzw
André Demedts, is bijzonder gelukkig met de vernieuwingen. Cultuurfunctionaris Griet
Delanghe: Hier verlangen we echt al
jaren naar. Zo zullen we bijvoorbeeld heel blij zijn met het verdwijnen van het
tapijt. Nu krijgen we een gietvloer, waar we snel met een dweil over kunnen
gaan. Hier hebben we jaren naar gevraagd. Het is een droom dat dit eindelijk
gebeurt.
De renovatiewerken maken het André Demedtshuis klaar
voor de toekomst. Die toekomst is verder gepland met onder meer maandelijks een
nieuwe tentoonstelling. Elke maand krijgt een nieuwe kunstenaar of groep
kunstenaars de kans hier tentoon te stellen. Soms melden ze zich zelf aan,
anderen komen op onze vraag. We zoeken zowel naar onbekend talent als
gevestigde waarden. Zelfs de jeugdacademie exposeert hier.
In juli en augustus wordt volgens een ander stramien
gewerkt. Dan wordt het terras hier geopend. Sinds de fietsbrug hier werd gerealiseerd,
richt men zich ook naar de vele toeristen die hier voorbijkomen tijdens de
zomermaanden. De hele site is een ideale locatie voor een tussenstop. Je hebt
hier immers niet alleen het Demedtshuis, maar ook de Sint-Bavokerk is zeker een
bezoekje waard.
Veel aandacht zal in de nabije toekomst ook gaan
naar het vernieuwde André Demedtsmuseum. Op de etage wordt één kamer volledig
als museum ingericht. 'Enkele jonge universiteitsstudenten schraagden hier hun
schouders onder. Alle attributen die verband houden met de Vlaamse schrijver
werden geïnventariseerd en zullen duidelijk uitgestald staan volgens een
educatief concept. Achter zijn bureau wordt ook nog een tv-scherm
geïnstalleerd. In de toekomst zullen we daarop opnames van hem kunnen laten
afspelen. Hij zal dus de mensen opnieuw toespreken. Er bestaat heel veel
materiaal over, maar dat dient gedigitaliseerd te worden, wat duur is. Daarom
hopen we dit met subsidies te kunnen realiseren, maar dit wordt toekomstmuziek.
Niettemin zal het vernieuwde museum ook al te bezichtigen zijn op de opening op
18 juni.
Luc Verbeke herinnert vandaag in zijn poëzieblog aan
Hilde Demedts:
Onlangs overleed Hilde Demedts, de jongste dochter
van onze goede vriend wijlen André Demedts. Ze was nauwelijks 64 jaar oud en had
al jaren af te rekenen met een slepende ziekte. Ze werd zaterdag j.l. begraven
in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Kortrijk, door de nieue deken Geert Morlion .
Een gevulde kerk nam afscheid van de Kortrijkse ereschepen, die 27 jaar actief
was in de Kortrijkse politiek, eerst als gemeenteraadslid vaanf 1983 en vanaf
1989 als schepen. Op de uitvaart noteerden we de aanwezigheid van Europees
president Herman Van Rompuy, het schepencollege van Kortrijk en de ministers
Stefaan De Clerck en Vincent Van Quickenborne.
Hilde had zelf haar uitvaart geregeld. De liederen
en teksten had ze zelf gekozen of geschreven. Waarnemend burgemeester van
Kortrijk, Lieven Lybeer, noemde haar een sterke vrouw met een enorm
doorzettingsvermogen. De kracht die van haar uitging werd ook geprezen door een
vriendin uit de Soroptimisten, een vereniging waarvan zij één van de stichtende
leden was. Zelf schreef Hilde dat ze graag geleefd heeft en dat ze dankbaar was
voor het leven en de liefde. Op het bidprentje stond een gedicht van vader André,
dat hij voor haar had geschreven en dat we separaat publiceren.
Ze werd geboren in Waregem op 22 mei 1947 en
overleed thuis in familiekring te Kortrijk op 20 april 2011. Ze had twee
kinderen: Andres en Eve. Ik kende haar van kleinsaf, toen het gezin van André
en Germaine Ide eerst woonde in de Gustaaf Vandewoestijnestraat en later in de
Guido Gezellestraat en volgde ook later haar levensloop in Kortrijk. Ze is
trouwens ook enkele jaren bestuurslid geweest van het Komitee voor
Frans-Vlaanderen, gesticht in 1947 door André Demedts als voorzitter en door
mezelf als secretaris.
Via de werking van het KFV zijn we nauw verbonden
geweest met het gezin Demedts en die vriendschap bleef ook na het te vroege
afscheid van André op 4 november 1992. Menigmaal ging ik op bezoek bij
Germaine, waar ik ook vaak Hilde zag. We vergeten haar niet.
Speciaal voor zijn jongste dochter schreef André
Demedt zijn gedicht Voor Hilde. Het
verscheen in zijn bundel Daarna (1968). Dit bundel bevat slechts vijftien,
meestal langere gedichten en overbrugt een periode van meer dan twintig jaar na
zijn tweede bundel Vaarwel, dat verscheen in 1940. Ouder geworden had André
Demedts leren relativeren.Op zekere dag
was hij tot het inzicht gekomen dat het zelfs geen belang heeft wat er over
ons gedacht en gezegd wordt. Van dat ogenblik afr had ik niets meer tegen het
uitgeven van poëzie.
Bij één van onze ontmoetingen tijdens het
Demedtsjaar 2006 liet Hilde ontvallen dat ze van haar vader vooral zijn poëzie
nog regelmatig las. Zijn poëziebundels lagen bijdehand en s avonds vond ze
meermaals troost in het werk van haar vader. Ongetwijfeld hoorde daar ook Voor
Hilde bij. We vinden Voor Hilde ook terug
op blz. 85 in de Verzamelde Gedichten (Leuven, Davidsfonds/Clauwaert, 1995,
ISBN 90-6306-328-8)
Voor Hilde
In de dagen van mijn diepste verslagenheid,
toen
het mij 's avonds onverschillig liet
of
ik 's morgens nog wakker zou worden,
liep
zij met mij naar het bos.
Ouder
dan vier was zij toen niet
en
haar handje in mijn hand,
liet
mijn leven niet los.
Spreken
wij reeds met elkander?
Ik
geloof dat wij gesprekken voerden
over
Roodkapje en de wolf,
over
een prinses met gouden haar,
over
de kabouters in het kreupelhout,
die
ons volgden en alles afloerden,
en
toen ons gesprek ten einde was,
als
dieren die ziek zijn,
gelaten,
verlaten en koud,
lagen
wij dicht bij elkaar,
want
het plekje was klein
waar
de zonneschijn scheen op het gras.
Haar
hoofdje zonk op mijn borst
en
mijn hart klopte tegen haar hoofd;
soms
stel ik mij voor, als alles voorbij zal zijn,
In Kortrijk is donderdag 21 april 2011 ereschepen Hilde Demedts overleden aan de gevolgen van kanker.Ze was de jongste dochter van veelzijdig cultuurpromotor André Demedts en Germaine Ide. Ze was doctor in de rechten en had een lange staat van dienst in de stad Kortrijk. Hilde Demedts kwam in 1983 in de Kortrijkse gemeenteraad. Zes jaar later, in mei 1989, werd ze schepen. Ze was doorheen de jaren onder meer bevoegd voor financiën, juridische zaken, burgerzaken, facility, veiligheid en openbare werken. Tijdens haar jarenlange politieke loopbaan ontpopte Demedts zich tot een vastberaden schepen met een grondige dossierkennis, een kritische blik, zin voor verantwoordelijkheid en perfectionisme. Vorige zomer nam ze wegens gezondheidsreden afscheid als schepen en onlangs werd haar de titel van ere-schepen van de stad Kortrijk toegekend. De uitvaartplechtigheid vindt plaats op zaterdag 30 april om 10.30 uur in de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk in Kortrijk. Op haar uitdrukkelijk verzoek zal geen rouwregister geopend worden.
Hilde Demedts werd geboren in Waregem op 22 mei 1947 en bracht haar jeugd door in de Guido Gezellestraat in Waregem. Haar vader André Demedts was toen leraar aan het H. Hartcollege in Waregem en benevens algemeen cultureel ook reeds literair actief. Tijdens zijn leven schrijft hij meer dan dertig romans, heel wat toneelstukken, essays, en poëzie. Zijn oeuvre is doordesemd van een existentialistisch-filosofische inslag en wordt bekroond met de Staatsprijs. André Demedts is lid van de Koninklijke Akademie voor de Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij gaf ook honderden voordrachten in alle uithoeken van Vlaanderen. In 1949 wordt hij benoemd tot directeur van de gewestelijke omroep West-Vlaanderenen samen met zijn echtgenote en vier kinderen verhuist hij in 1953 naar Kortrijk. Hilde Demedts is op dat ogenblik zes jaar en de jongste in de rij. Ze heeft één zus en twee broers.
Hilde Demedts kwam tijdens het André Demedtsjaar in 2006 meermaals terug naar haar roots in Waregem en Wielsbeke. Zo was ze met haar moeder ook aanwezig bij de inhuldiging van de gedenkplaat aan haar geboortehuis in de Guido Gezellestraat. Ze dankte toen het stadsbestuur in naam van haar moeder en haar familie voor de eer die Waregem bewees aan haar vader. Alhoewel zij als jongste kind hier niet zo lang heeft gewoond, bleven haar nog heel wat Waregemse herinneringen bij. In de voorkamer, achter het raam waarlangs de gedenkplaat is bevestigd, was het bureau gevestigd van André Demedts. Daar stond bijvoorbeeld de tafel en de boekenkast, die momenteel nog te bezichtigen is in het André Demedtsmuseum in het Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve. Een goede herinnering had Hilde Demedts ook aan het kastje rechts van het bureau, waar haar vader steeds chocolade in voorraad had om zijn kinderen te plezieren als deze zich braaf bij hem aanmeldden. Achteraan was de tuin en haar vader hield eraan tijdens het weekeind in de tuin te werken om tot rust te komen. Hij vond daar zijn inspiratie en creativiteit. Hilde Demedts stelde toen vast dat zij dat gebruik van hem had overgeërfd.
Na de inhuldiging van de gedenksteen André Demedts in de Guido Gezellelaan, volgde nog een boeiende lezing over de veelzijdige literator André Demedts van recensent Jooris Van Hulle voor ruim honderd geïnteresseerde ingeschrevenen in de raadszaal van het stadhuis. Vlak voor de inhuldiging van de gedenksteen, hebben Mevrouw Germaine Demedts en Hilde Demedts nog een bezoek gebracht aan de André Demedtstentoonstelling in de stadsbibliotheek. Ze kregen daarbij uitleg van samensteller Filip Cottenie. Hilde Demedts ging dat jaar ook graag in op het verzoek om haar vader nader toe te lichten voor leerlingen van het H.Hartcollege en hield eraan om tal van activiteiten tijdens het André Demedtsjaar persoonlijk bij te wonen.
Op de bres voor gelijke kansen
Na haar studies aan O.L.V. van Vlaanderen twijfelde ze tussen een opleiding psychiater en journaliste, maar haar vader raadde haar aan om rechten te volgen omdat zo'n opleiding brede perspectieven biedt. In 1970 studeert ze af aan de KULeuven als doctor in de rechten en schrijft ze zich in aan de Kortrijkse balie als stagiaire. In 1977 behaalde ze nog een postgraduaat economie. Hilde Demedts huwt in 1972 met Joseph Devoldere. In 1973 wordt ze moeder van zoon Andres en in 1975 bevalt ze van dochter Eve. Tussen de twee geboorten in gaat ze aan de slag als juridisch adviseur voor een grote verzekeringsmaatschappij. Samen met drie andere dames behoort ze tot de eerste lichting universitaire vrouwen. Telkens één van deze dames een trapje klimt in de hiërarchie, betekent dit een nieuwe overwinning voor de vrouwen in het bedrijf. Hilde Demedts ondervindt er aan den lijve de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanuit die ervaring groeit het vaste voornemen om voortaan in alles wat ze doet gelijkheid in kansen tussen mannen en vrouwen na te streven. Tien jaar na haar aanwerving wordt ze afdelingshoofd en nadien hoofdinspecteur voor de provincie West-Vlaanderen.
Politiek
Hilde Demedts is lid van de Jong Economische Kamer van Kortrijk. Daar ontmoet ze de zoon van een Kortrijks schepen die haar polst om in 1982 aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen. De CVP wil immers de lijst verruimen met vrouwen. Hilde Demedts is een jonge vrouw met een universitair diploma op zak en kan rekenen op de naambekendheid van haar vader. Ze krijgt de 37ste plaats op 41 kandidaten en wordt verkozen. Haar slogan luidt: Stem vrouw, stem Vlaams. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 wordt ze schepen. Hilde Demedts is de eerste vrouw in Kortrijk die rechtstreeks verkozen wordt tot schepen. Bovendien zetelt ze tijdens die legislatuur als enige vrouw in het schepencollege. In 1989 wordt Hilde Demedts schepen van Financiën, Juridische Zaken, Gelijke Kansenbeleid, Onderwijs en Jeugd. Na het overlijden van schepen Byttebier in 1990 krijgt ze er het departement Openbare Werken bij en draagt ze de bevoegdheid voor Onderwijs en Jeugd over aan een collega. In 1995 opteert ze opnieuw voor Financiën, Juridische Zaken en Gelijke Kansenbeleid.
Tijdens haar jarenlange politieke loopbaan ontpopte Demedts zich tot een vastberaden schepen met een grondige dossierkennis, een kritische blik, zin voor verantwoordelijkheid en perfectionisme. Sinds maart 1995 zit ze de vergaderingen voor van het overlegforum van de schepenen van Financiën van de tien Vlaamse Centrumsteden. Ze is ook lid van het College van Commissarissen van de VVSG. In 1996 besluit Hilde Demedts om naast haar politiek mandaat als schepen haar echtgenoot te helpen in hun handelszaak en zegt haar carrière in de verzekeringen vaarwel. Joseph Devoldere runt een handel in kantoorbenodigdheden. De zaak in Kortrijk heeft ook een filiaal in Roeselare. Jarenlang maakt Hilde Demedts deel uit van de Raden van Bestuur van de Kortrijkse Kamer voor Handel en Nijverheid en van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden.
Gelijke Kansenbeleid
Hilde Demedts is lid van het CMBV en van het KVLV. Ze engageert zich ook in Vrouw en Maatschappij. In 1992 wordt ze in het nationaal CVP-bestuur gecoöpteerd en behoudt haar plaats tot in 1998. Na de verkiezingen van 1988 sleept Hilde Demedts de bevoegdheid voor emancipatie in de wacht. Ze vraagt het statuut van pilootgemeente aan en werkt samen met een Gelijke Kansenambtenaar een tweesporenbeleid uit. Het intern beleid richt zich tot het stadspersoneel en wordt ondersteund door een Interne Begeleidingscommissie. Het externe beleid daarentegen heeft de Kortrijkse bevolking als doelgroep. Het Gelijke Kansenplatform dat samengesteld is uit de afgevaardigden van de Kortrijkse vrouwenorganisaties van alle politieke strekkingen en alle geïnteresseerde individuen, ondersteunt dit luik van het beleid. Hilde Demedts wordt er de eerste voorzitster van. Het platform verdedigt de plaats van de vrouw in alle geledingen van de maatschappij en werkt aan roldoorbrekende sensibiliseringsacties. Omdat buitenschoolse opvang voor kinderen nog steeds een belangrijk probleem is, richt Hilde Demedts in 1993 De Puzzel op.
Getuigenissen
De rode draad doorheen de loopbaan van Hilde Demedts is emancipatie en gelijkekansenbeleid. Mij is het er gewoon om te doen dat iedereen gelijke kansen krijgt, dat iedereen kan kiezen. Nu is dat allemaal wettelijk geregeld en er is veel gerealiseerd, maar een vrouw moet zich altijd dubbel bewijzen. Ik heb daar altijd tegen gevochten en keihard voor gestreden". vertelde ze bij haar afscheid van de politiek. De politiek heeft een negatieve bijklank gekregen, politici zijn van hun voetstuk gevallen. Er zijn er veel die het goed bedoelen en hun verantwoordelijkheid opnemen, maar we moeten eigenlijk niet op een voetstuk staan".
Haar medewerkers noemden haar vorig jaar in het Kortrijks Handelsblad: ,,Energiek, dynamisch, open en rechtuit, strijdlustig en alert, creatief, sociaalvoelend, wilskrachtig en besluitvaardig. Het was voor Elise Heffinck haar eerste werkervaring. Ik kon me geen betere jaren voorstellen als eerste werkervaring. In tegenstelling tot wat veel mensen misschien denken, was het echt wel leuk werken met haar. Ze was heel respectvol en moedigde ons aan om bij te leren. Schepen Demedts had altijd het beste voor met de mensen en was heel gedreven. Ik heb het grootste respect voor haar. Ook voor de manier waarop ze omging met haar ziekte." Ann Desauw, die vaak met haar samenwerkte rond gelijkekansenbeleid, herinnert zich Demedts als een trotse vrouw die de emancipatie erg genegen was. Desauw: Ze hield ervan dat alles goed geregeld was. Ze kon als schepen van Personeel ook goed luisteren naar de mens achter de werknemer.
Haar voormalige echtgenoot Jo Devoldere herinnert zich haar als een sterke vrouw. Devoldere: De positie van de vrouw in onze maatschappij vond ze zeer belangrijk. Ze vond dat vrouwen het nog altijd niet gehaald hadden. Desondanks werkte ze even graag met mannen als met vrouwen. Onze kinderen wonen en werken in het buitenland. Ze waren de jongste twee maanden in Kortrijk om haar bij te staan.
Schepen Christine Depuydt : Het overlijden van Hilde is niet onverwacht, maar toch komt het hard aan. We hadden altijd een goed contact. Ik ben blij dat ik nog twee jaar met haar in het college heb gezeten. Ik heb er veel van geleerd. Hilde dacht altijd na over het geheel, ze was niet enkel met haar eigen dossiers bezig. Ze was kritisch en daagde je uit om scherp te blijven. Ik zal haar strijdvaardigheid missen."
Ter illustratie dat in het werk van André Demedts ook stof ligt voor heemkundige en historische navorsers, dit resultaat van opzoekingswerk naar de vermelding van Scheepstrekkers in het werk van Demedts. Voor de vrachtboten langs onze bevaarbare en voltbare rivieren en kanalen voorzien waren van eigen motorkracht, werd de hulp ingeroepen van scheepstrekkers of scheepsjagers om deze schepen te jagen.
De Belgische republiek (1973)p53/332
In een terugblik gaat verteller Karel Gillemijn (1765-1848), (over)overovergrootvader vanAndré Demedts, terug naar een gelijknamige voorouder. Hij was de zoon van Gillis Gillemijn die in 1625 met zijn gezin in Wakken kwam wonen.In deel 1, 19 vermeldt hij op blz 53 :
De oudste zoon van Gillis heette Karel, wat kerelbetekent, iemand met fut in zijn lijf, een man die een man is. De Gillemijns hebben hun oudste zonen dikwijls Karel of Gillis laten dopen en zo draagt ook jullie vader die naam. De Karel Gillemijn waarover ik vertel, was vooraan in de twintig, een stevige jongen met haar op zijn tanden. De luiaard scheren, met zijn handen in zijn broekzakken op een stoel zitten, dat kon hij niet. Als hij geen goed kon verrichten, zou hij kwaad gedaan hebben. Dezulken mogen niet werkeloos zijn, of zij ontbinden hun duivels. Thuis had hij geen bezigheid genoeg, het bedrijf was te klein. Daarom begon hij, waar hem dat gevraagd werd, in daghuren te werken. Toen was de Mandel nog bevaarbaar voor kleine schepen en op zekere dag liet zhij zich aanmonsteren, als scheepstrekker van de boten die naar Roeselare voeren met graan.
Zijn moeder was er tegen dat hij elders ging werken, maar dat deed de maat overlopen. Scheepstrekkers haddeneen slechte faam. Het gemeenste gespuis had er niets aan, zij leefden buiten de gemeenschap op hun eigen, kenden gebod noch verbod, dronken, vloekten en wallebakten met zot vrouwvolk, zonder naar iets of iemand om te zien. Nooit geweten dat er één oud zou worden, dertig jaar en zij waren versleten.
Dat wil ik niet! zei Karels moeder. Van zulk volk zijn wij niet.
Omdat hij eerst toegezegd had, wilde hij zijn woord niet eten. Een enige keer trok hij een schip naar Roeselare. Je ziet toch dat ze mij niet opgegeten hebben, zei hij toen hij terugkeerde. Ik ben niet eens geschonden. Maar om jou te believen, moeder, zal ik niet meer meegaan.
De Belgische republiek P 61 /332in oorspronkelijke uitgave p 69 van 380.
We zijn omstreeks 1789 met opnieuw Karel Gillemijn (1765-1848). In deel 1, 23 verhaalt André Demedts op blz. 61 Ongelooflijk wat een naarstige kerel kan doen op één zomerse dag! Nu was het negenmaal dertig dagen dat Karel op De Neringen zijn duivel in tweeën gewerkt had. De lange schone zomer lag op zijn reeuwstro, het was nu de laatste week van augustus. In maart had Karel genoeg grond ontgonnen om een vierendeel zomertarwe te zaaien, in april had hij bonen en raapkolen geplant en achter het huis , in de lochting, had hij een bed aardappels aangelegd, het nieuwe gewas waarover wonderen werden verteld. De knollen had een scheepstrekker voor hem meegebracht uit de streek van Roeselare, waar hij ze voor schoon geld voor Karel gekocht had. Wij kennen elkaar toch een beetje,grinnikte hij. Was je niet beter bij onze gilde, aan de waterkant gebleven?
Geluk voor iedereen (1981)
André Demedts, Geluk voor iedereen, C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I - 194916 - 1981 - 383 paginas.
We zijn in de jaren 1840. De toenemende industrialisering veroordeelt het ambachtelijk spinnen en weven. Donkere armoede schuift over het land. Honqer ook, door de mislukte aardappeloogst in 1846 met cholera- en tyfus-epidemieën als gevolg. Op het Vlaamse platteland bezwijken duizenden mensen. Velen wijken uit naar Gent, naar de Waalse mijngebieden, naar Roubaix en Amerika.
p. 18-20 : t Ging inderdaad slecht in de fabrieken,gaf hij toe. Spinnerijen, weverijen, wolwasserijen vielen de enee na de andere stil. In Roebee, Rijsel en Terkoenje waren er honderden mensen zonder enig inkomen. Asiel had het evenwel voorzien en tijdig zijn voorzorgen genomen.
Had hij gezeid dat hij in dienst van de koning van Pruisen getreden was, Dees en Wieze zouden niet meer verwonderd geweest zijn, dan nu hij hun vertelde dat hij scheepstrekker geworden was. In hun overtuiging was dat de slechtste en gemeenste van alle maniere, om zijn brood te verdienen. Wie zijn vader en moeder vermoord had, was er nog te goed voor.
-Vooroordelen van kwezelaars en luiaards!
Hij zou verklaren wat ervan was. Scheepstrekkers waren altijd op weg., vandaag te VIjve en mogten in Gent of Rijsel. Nooit twee keer in hetzelfde bed slapen, geen wijf aan je been, geen kinderen aan je slippen hangen. Een vrij leven in open lucht. Aan niemand gehecht en door niets gebonden. Dàt was de schoonste toekomst voor de mensheid! Geen dwang, geen bazen of gendarmen, heren of papen; iedereen gelijk arm of rijk,en wie tegen zou strubbelen werd de nek afgewrongen.
-Dat zingen ze nu al te Gent, verzekerde Asiel.
Hij had het met zijn eigen oren gehoord, dat ze den keuneinck Leopold den Iersten van Saksen, Coburg-Gotha, op die manier zouden onthoofden.
-Methoevelen trek je aan dat schip in VIjve?Vroeg Dees, om aan de zotteklap een einde te maken.
Met drieën, twee mannen en een vrouw. Eigenlijk waqs het een manwijf, dat haar deel deed naast de felste kerel. Eten en smeren, vloeken en zweren, vechten als het erop aankwam dat het haar stoof, en haar snater roeren als een ratelende rattemolen.
Een geladen schip tegen de stroom in slepen, moest toch zware arbeid zijn?
Wat stroomopwaarts gesleept werd, kwam stroomafwaarts terug. Dat betekende halve krachtinspanning voor de trekkers. Wandelen op de tragel, een tijdje op een berm in de zonneschijn verpozen en toch geld verdienen. Er was ook mogelijkheid om een zeil uit te zetten. Als de wind gunstig woei, scheelde dat de helft van het werk.
Dees glimlachte Marja ontdekte veel beter dan haar broer Jin, waar er overdrijving of leugentaal in het spel was Zijn ware levensroeping lag elders dan aan de waterkant Nu besefte hij ten volle, dathij zich door het kapitalisme in del uren had laten leggen.
Goede avond (1976) -360 p.
1797 De Zuidelijke Nederlanden zijn in Franse handen. Vanuit een milde menselijkheid schildert rasverteller André Demedts het harde leven van mensen in een tumultueuze tijd.
p. 86Vijve was een belangrijk knooppunt van wegen, met een posterij en bovendien een aanlegsteiger aan de Leie. Reizigers te voet en te paard bleven er overnachten, schippers en scheepstrekkers pleisterden er zolang tot hun schepen gelost of geladen waren en al dat vreemd volk, onbekenden die kwamen en gingen, staken het veelal niet nauw in hun manieren. Wat kon het hun schelen wat een naam zij achterlieten ? Vooral de scheepstrekkers werden weerzien voor t gemeenste volk van de wereld, maar als zij geld te verteren hadden, had ook hùn geld geen reuk ...
De houten kroon 522 blz.
P 439 Sofie was niet thuis of had zich weggestoken, om hem geen goede dag te moeten wensen. Hij mocht haar hebben, de dokter waarmee zij nu aangeleid had. Francies Gillemijn zou zich door niemand meer laten vernederen, had hij geen geld en geen toekomst, hij zou bij de aardewerkers gaan om het even waar een vaart gegraven werd, of scheepstrekker of losser worden. t Gemeenste dat bestond? Wat gaf het? Soort bij soort en werd hij geen veertig jaar oud, des te beter.
Zulke buien van opstandigheid moesten uitwoeden. ..
40e André Demedtsprijs voor EUVO (Europa der Volkeren)
Op 29 november 2009 ontving EUVO tijdens een
academische zitting op het stadhuis te Kortrijk de jaarlijkse Andre Demedtsprijs,
een prijs uitgereikt door Marnixring Broel. Dokter Gui Celen, gewezen algemeen voorzitter
van Marnixring en nu ondermeer voorzitter van Knokk en dedenktank Pro Flandria ,
was gastspreker. EUVO staat voor EUropa
der Volkeren, een Belgisch Vlaamse vereniging die actief met kleinschalige projecten
ijvert om de Vlaamse toponymie en topografie in Frans-Vlaanderen te bewaren en
te bevorderen. Dit project kadert uitstekend
in de doelstellingen van de in 1992 overleden Vlaamse cultuurpromotor.
De werkgroep Euvo ( Europa der Volkeren ) is al vele
jaren actief in Frans-Vlaanderen. Onder de leiding van Luc Vranckx uit Brugge
werden al ruim 600 Vlaamse naambordjes in bijna alle dorpen van
Frans-Vlaanderen aangebracht. Op de gevel van hoeves, cafés en oude gebouwen vinden
we geelzwarte bordjes met Vlaamse namen. Het initiatief is bijzonder populair
ter plaatse. Tel daarbij ook nog eens een gelijkaardig aantal straatnaamborden
die in de loop der jaren werden geplaatst. Wie Frans-Vlaanderen doorkruist zal
er wel een aantal zien hangen, al werden er sommige weggenomen ( gestolen?
verwijderd door tegenstanders?). Afwisseling met
gedichten en ook met een aantal foto's met teksten die een stukje geschiedenis
van Frans-Vlaandere aantonen, leveren ook het bewijs dat Frans-Vlaanderen zijn
Vlaams uitzicht en patrimonium wil bewaren en zelfs nu oude Vlaamse namen door
Euvo hersteld wil zien.
Bij de Veugelberg in Belle ( Bailleul ) in 1997. Van
links naar rechts Luc Verbeke, toenmalig schepen Jeroom Steenkiste en Luc
Vranckx.
Enkele hoeve-
of herbergnamen zijn: Bij de goeien in Waten, Zaetgarshof in Volkerinkhove,
Lampernisseveld in Merkegem, In de vlasboote in Merkegem, Peene-meersch in
Bollezele, Hofland in Bollezele, De ronde Kaffoore in Lederzele, In 't Centrum
in Bollezele, Nunnenbusch-hof in Steenvoorde, In de Krone in Hardevoorde,
Haeghedoorn in Zermezele, In 't Centrum in Arneke, Blauwershof in
Godewaersvelde, In St.-Elooi in Merkegem, De twee Meulen in Wormhout, De drie
Keuningen in Oudezele, De Busseboom in Kaaster, Erkelsbrugge in Bollezele, De
koekoek in Kassel. Een
ander initiatief van de vzw EUVO was op zaterdag 8 mei 1999 de
inhuldiging aan de Frans-Belgische grens aan de kust van een aantal
gerestaureerde grenspalen uit 1819.
Dr Gui Ceelen startte zijn toespraak met de zinsnede
"Geen tronen blijven staan, een volk zal nooit vergaan.", bevlogen
worden uit onze nationale hymne waarvan hij de inhoud durft te
betwijfelen . Want
na 179 jaar staat de troon van de Coburgers er "voorlopig" nog
altijd. En dat een volk nooit zal vergaan, is zuiver wetenschappelijk
gesproken, ook geen absolute zekerheid. Want waar een taal verdwijnt, daar
verdwijnt ook een volk en omgekeerd. Precies omdat de taal gans het volk is en
omdat de taal niet alleen de ziel van de natie is, maar de natie zelf. Of, om
het met woorden van Guido Gezelle te zeggen: wie geen taal heeft, is geen naam
weert en waar geen taal leeft, is geen volk.
Vandaar zijn oprechte bezorgdheid en ook mijn
retorische vraag: Wat dan met het Vlemsch? Daar wil ik het over hebben met een
aantal persoonlijke, en dus meer dan waarschijnlijk politiek-niet-correcte
beschouwingen rond Taal, Volk en Staat. Beschouwingen die uiteraard nauw
aansluiten bij de opdracht van zowel de Raad voor advies van deze prijs als van
de gelauwerde zelf. Want het "EUVO - Europa der Volkeren", dat hier
vandaag terecht de Marnixring-André Demedtsprijs ontvangt, poogt op zijn eigen
bewonderenswaardige manier zijn grote steen bij te dragen tot het instandhouden
van die taal in wat het nogmaals terecht het "Vlaanderen in
Frankrijk" noemt. En hoewel we moeten toegeven dat dit "Vlemsch"
vandaag eerder een curiosum is tijdens carnaval of in de kleine dorpjes van de
streek van Duinkerke, Kassel, Hazebroek tot in Rijsel en Dowaai, toch neemt dat
niet weg dat dit "Vlemsch" een restant is van een veel grotere
streektaal, die deel uitmaakte van de noordelijker gesproken dialecten in
westelijk belgië en westelijk Nederland.
En EUVO doet er alles aan om die taal levendig te
houden. Onnodig om de werkzaamheden van deze vzw hier nog eens uitvoerig te
belichten: de laudatio was terzake overduidelijk. Toch één kanttekening: als ik
de namen overloop van de pioniers en de boegbeelden bij EUVO, dan ontmoet ik
zeer veel priesters. Niet dat ik daar iets tegen heb, wel integendeel, maar het
valt me toch op. Luister maar: eerwaarde heer Luc Vranckx, eerwaarde heer
Cyriel Moeyaert, eerwaarde heer Renaat Despicht, kanunnik Camille Looten....
allemaal klinkende namen in de lange rij van geestelijken, die naar goede
Vlaamse traditie, nog strijden of gestreden hebben voor de ontvoogding van
"hun" volk. Net zoals Gezelle, Verriest, Stracke, Verschaeve, Van
Wilderode, Callewaert, en ga zo maar door...tot en met de paters van de
IJzerwake. Vandaar mijn oprechte dank en eerbied voor alle
"eerwaardes" die zich vanuit hun kristelijke overtuiging, waar ook te
lande, belangeloos hebben ingezet en nog steeds inzetten in de ontvoogdingsstrijd
van "hun" uitverkoren volk, op zijn moeizame weg naar volledige
soevereiniteit.
En dat brengt ons bij de kern van mijn betoog. Hoe
kunnen wij aan die noodzakelijke Vlaamse soevereiniteit gestalte geven?
Noodzakelijk, niet alleen voor het veilig stellen van onze materiële welvaart,
maar evenzeer onmisbaar voor ons geestelijk welzijn, en dus voor de
instandhouding van onze taal en voor het behoud van onze identiteit! Het
einddoel is mijns inziens duidelijk: Vlaanderen moet finaal een volwaardige
staat in Europa worden, want elke vorm van "regionalisme" is altijd
synoniem voor onvolledige zeggingschap van een volk.
Maar, gegeven de politieke situatie van vandaag,
moeten we misschien toch ook eens nagaan of we "in afwachting van"
niet een stukje van de weg kunnen afleggen binnen het Europees Comité van de
Regio's? Meer bepaald dan in die domeinen, waarvoor Vlaanderen als regio, over
eigen wetgevende bevoegdheden beschikt. En dan denk ik hierbij vooral aan
"onderwijs en cultuur", waarin "taal" toch een niet te
onderschatten factor is. Dat dit comité in essentie enkel een adviesorgaan is,
blijft natuurlijk een zwakke plek. En het is ook zo, dat zowat iedereen die er
om vraagt, lid kan worden van dit comité, zoals bijvoorbeeld het Stadsgewest
Londen. Met als gevolg dat we, als we naar de huidige regio's in dat comité
kijken, helaas moeten vaststellen dat het niet zozeer de "volkeren"
zijn, maar vooral de zogeheten "handels- en economische entiteiten",
die gaandeweg het laken naar zich hebben toe getrokken. U hebt zonder twijfel
ook in de kranten gelezen dat Hainaut occidentale zich voortaan "la
Wallonie Picarde" noemt. Dit om sterk te onderstrepen dat deze regio wel
degelijk behoort tot de Euregio Rijsel-Kortrijk-Doornik....De brieflogo's van
de ziekenhuizen in Doornik vermelden overigens "centre hospitalier de la
Wallonie Picarde."
Sterker nog, bepaalde insiders beweren zelfs dat het
Comité in het leven werd geroepen, "zogezegd" om aan het
"zelfstandigheidsstreven" van de "volkeren" tegemoet te
komen, maar in werkelijkheid vooral om dat zelfstandigheidsstreven -uiteraard
onder impuls van de belanghebbende grote lidstaten- eerst te kanaliseren,
vervolgens af te remmen en tenslotte zachtjes dood te knuffelen in een Comité,
waar het begrip "volkeren" nog nauwelijks de betekenis heeft die wij,
volksnationalisten, er aan geven. Daarnaast is er binnen dat Comité, officieel
nog altijd sprake van de "belgische delegatie". Een delegatie die dan
-zo staat het er letterlijk- volgens een intra - belgisch akkoord wordt
verdeeld tussen Nederlandstaligen (en dus niet: Vlamingen!!??), Franstaligen en
Duitstaligen. Wat toch in schril contrast staat met de webstek van de
"Organisatie voor Europese minderheden", waar we onder de
veelzeggende titel "Volkeren op zoek naar vrijheid" een volledige
opsomming terugvinden van zowat alle Europese volkeren. En dat zijn er meer dan
300, waarvan er 90 zijn met wetgevende bevoegdheid.
Voor de Europese Commissie is het Comité van de
Regio's bovendien het gedroomde "glijmiddel" om uitgerekend via de regio's
met wetgevende bevoegdheden, waaronder ook Vlaanderen, de eigen Europese
regelgeving gemakkelijker te implementeren of op te leggen. Maar dit hoeft
allemaal niet noodzakelijk te betekenen dat Vlaanderen, "in afwachting
van", de beperkte mogelijkheden van dit Comité niet te volle moet
benutten. Wel integendeel: ten eerste, om zijn contacten met andere Europese
volkerenmaximaal uit te bouwen, ten tweede, om voor zijn eigen
zelfstandigheidsstreven alom in Europa de vereiste goodwill te creëren en ten derde
en zeer concreet, om ondermeer met steun van de Vlaamse regering en zich
baserend op de uitgangspunten van het Europees Minderhedenverdrag, Frankrijk er
binnen de kortste keren toe te brengen om "Frans-Vlaanderen" - de
enige minderheid die in Frankrijk nog altijd niet erkend is - alsnog als
minderheid te doen erkennen. Als ik u vertel dat 20 % van de Franse burgers als
minderheid erkend worden, namelijk de Basken, de Catalanen van de Roussillon,
de Bretoenen en de Elzassers, dan heeft Frans -Vlaanderen ook dat recht.
Ik wil toch even stilstaan bij dat
minderhedenverdrag. De Europese peilers waarop een volk als minderheid binnen
een staat kan erkend worden zijn vervat in het zelfbeschikkingsrecht der
volkeren: het recht dat ieder volk moet bezitten om een eigen onafhankelijke
staat op te richten. Het minderhedenverdrag stipuleert dat er geen eigen staat
gecreëerd wordt, maar dat sommige acties toegestaan worden zoals les in eigen
taal.
Er zijn zo voor de vuist 4 punten op te sommen, die
wat betreft Vlaanderen in Frankrijk, perfect en compleet toe te passen zijn om
erkend te worden als minderheid:
1. De
geografische reden: Vlaanderen in belgie en Vlaanderen in Frankrijk zijn
éénzelfde geografisch gebied ( de "screve" is inderdaad een
willekeurige streep die men getrokken heeft om de grenzen te doen vervagen....)
2. De
historische motivatie:De creatie van de 17 provincies in de zestiende eeuw
onder Karel de Vijfde was veelbelovend. Ik hoef u echter alleen maar in
herinnering te brengen het verlies van het land van de Westhoek, Artesie en de
Somme door het verdrag van Nijmegen in 1678 door Lodewijk de XIV, om u mee te
delen dat die vreugde van korte duur was..... De Spaanse successieoorlog, de
Franse Revolutie, de Frans Duitse oorlog van 1870,de bloedige slachtingen van
14-18 en de vier jaar durende Duitse bezetting van 40-45 hebben geen wezenlijke
veranderingen meer gebracht. Noord en zuid zijn historisch echter één geheel.
De omvangrijke uitdunning van vele culturen door de eenheidsdwang van Frankrijk
hebben echter van de toentertijd gesproken taal in Frans- Vlaanderen een
curiosum gemaakt. Doch de Franse regering heeft ingezien dat het van rijkdom
getuigt wanneer er binnen de landsgrenzen autochtone minderheden en culturen
bestaan.
3. En
ik kom terug op de Culturele eenheid van dit Vlaams gebied: beide delen van
Vlaanderen hebben veel gemeen: denk maar aan de vele belforten, begijnhoven,
kerken, kathedralen, windmolens, hoeven enzovoort,die geen landsgrenzen kennen.
4. Ten
laatste: de linguïstische argumenten. Deze beide Vlaamse gebieden delen
dezelfde Vlaamse ( dialect) taal. En hier ligt de Franse staat dwars: zij
willen enkel het Vlaams als regionale taal voor de Vlamingen als minderheid in
Frankrijk erkennen, en niet het Algemeen Nederlands. Vergeten we echter niet
dat zo'n 300 jaar geleden het Vlaams de Taal was, die gesproken werd van
Utrecht tot Atrecht. Nu vandaag in de 21°eeuw moeten wij er echter voor ijveren
dat de Taal van de Vlamingen in Frankrijk de door de Europese Unie erkende
Algemeen - Nederlandse Taal zou zijn. De jongeren in die regio mogen niet
opgezadeld worden met een dialect - Vlaams. Zo hypothekeren wij immers hun
toekomst...
Als de Franse centralistische Staat, mede door de
druk van de Vlaamse regering, inziet dat die zo-even genoemde beweegredenen
volstaan om ook Vlaanderen in Frankrijk als minderheid te erkennen, dan pas kan
het onderwijs van het Nederlands in dit "Vlaanderen in Frankrijk"
uitgebreid worden tot tweetalige scholen. Net zoals in Bretagne of in de Elzas
bijvoorbeeld. De Franse staat geeft overigens geldelijke steun aan Bretoense,
Elzassische en Catalaanse cultuur en taalorganisaties om hun taal te behouden
en uit te bouwen.
Bovendien kunnen dan alle wegwijzers en officiële
naamborden van dorpen en steden in de streektaal verschijnen. Want officiëel
zijn de namen helaas nog altijd Bergues, Bailleul, Dunkerque, Esquelbecq,
enz... En dan kan bovendien de bestaande synergie tussen EUVO en de vzw KNOKK,(
Komitee voor Nederlandstalig onderwijs en Kultuur in het Komense ) significant
versterkt worden. Niet alleen zal er een sterkere samenwerking komen met de vzw
KNOKK, maar ook met het komitee voor Frans Vlaanderen, de vereniging
werkgroep de Nederlanden, en de Michiel de Swaenstichting.
Samenvattend kunnen we dus stellen, dat Vlaanderen -
ongeacht de weg die het uiteindelijk kiest om zijn soevereiniteit te bereiken-
wil het in Europa en daarbuiten als "volk" gerespecteerd worden, zich
dan ook eerst en vooral, niet alleen als een volk, maar ook als een natie dient
te gedragen.
Kijk maar naar Quebec: dat is ook geen staat, maar
gedraagt zich ondertussen wel als een natie. En dat is belangrijk. Want was het
niet Charles De Gaulle -toch een supernationalist- die ooit met de hem eigen
dédain orakelde, dat belgië wel een staat was, maar allerminst een natie?
Vandaar dat we in dat opzicht van onze Vlaamse politici dan ook moeten eisen
dat zij het voorbeeld geven. En precies daarom kan en wil ik hier niet
voorbijgaan aan het gezamenlijk interview dat Filip Dewinter, Jean-Marie
Dedecker en Bart De Wever recent lieten optekenen door HUMO. Bij de bedoelingen
van de Humo-redactie moet ik uiteraard geen tekening maken. Maar dat deze
heren, Vlaanderen op zo'n lompe manier te kijk hebben gezet, is zonder meer
onaanvaardbaar. Ik vind dan ook dat ze zich ten overstaan van het Vlaamse volk,
dat zij beweren te vertegenwoordigen, publiekelijk moeten verontschuldigen.
Punt andere lijn.
En dit gezegd zijnde, Vlaamse en Vlemsche vrienden,
ga ik afronden, in vier stappen:
Ten
eerste, de grote en wijze Lodewijk Dosfel zei ooit, En ik citeer: "de
Vlaming is een Nederlandse mens en een belgisch staatsburger en hij kan beide
blijven. Op voorwaarde dat het belgisch burger-zijn geen schade toebrengt aan
zijn Nederlands mens-zijn". Einde citaat. Maar helaas, reeds in 1914 was
ook het vertrouwen van Dosfel in belgische politieke oplossingen volledig
ondermijnd en vroeg hij zich luidop af of Vlaanderen wel moest blijven
luisteren naar slechte meesters! En terecht want wij, Vlamingen van vandaag,
hebben inmiddels gezien waartoe dat mateloos "blijven luisteren" ons
heeft geleid.
Ten
tweede: wetende dat een volk van slaven altijd een regering van tirannen zal
krijgen, moeten we desnoods dan maar het voorbeeld van de Oost-Duitsers volgen,
die 20 jaar geleden met honderdduizenden op straat zijn gekomen. En precies
zoals zij toen "Wir sind das Volk!" zijn blijven schreewen, moeten
wij dan maar "Wij zijn het volk!" blijven scanderen. Net zolang tot
wanneer de belgische blinde muur die ons van een volwaardig Europees lidmaatschap
blijft scheiden, met de grond is gelijk gemaakt!
Ten
derde: een afscheidshaiku ter ere van Herman Van Rompuy:
Een belgische ster
Europa uw firmament
Vaarwel President
En
ten vierde en ten laatste richt ik mij met de woorden van Anton van Wilderode
tot de Vlaamse Regering en overigens tot alle Vlamingen: Volk word Staat, word
Vlaamse Staat! En ik voeg daar aan toe: en nog vandaag als het gaat, want
morgen is het misschien te laat!