Meester Rottiers, Onder de bespelers van muziekinstrumenten neemt de beiaardier wel een bijzondere plaats in, die niets anders dan bewondering kan afdwingen. Ook bij de niet zo direct muzikaal geïnteresseerde luisteraar. Want een beiaardier, een kunstenaar als u, is letterlijk boven duizenden mensen verheven. Eenzaam in zowat het hoogste punt van de gemeenschap : een kerktoren. Daar kan de beiaardier naar hartelust en met volle overgave, zonder dat hij gezien wordt, heerlijke klanken naar de hemel en de aarde sturen. (Wij willen in Meise dat in de hal van de kerk de beiaardier kan gezien worden al spelend op een T.V. - scherm.) En er is geen mens die zo'n hemels klankenfestijn onberoerd kan laten. Meester Rottiers, er zijn er niet zo heel velen die weten dat het bespelen van de beiaard bovendien een bijzonder felle inspanning vraagt. Er is de altijd terugkerende klim naar de top en het hanteren van het beiaardklavier, dat een volledige lichaamsinzet vergt.
Toespraak van schepen Noël Catry + I Ter gelegenheid van het laatste beiaardconcert 1984, waarvan we vanavond mochten genieten en tevens ter gelegenheid van de hulde en de viering van Jef Rottiers om zijn 80ste verjaardag, is het zeker passend en zelfs onontbeerlijk aan enkele data te herinneren en enkele namen op te roepen zonder dewelke de bekendheid en de genegenheid die meester Rottiers in Meise heeft gekregen, niet mogelijk ware geweest. Slechts enkele namen van de vele die ertoe bijdroegen dat in Meise kon gezegd worden : dan mocht de beiaard spelen ... burgemeester Jules Van Campenhout, architect De Gand, de parochiepriesters Brams en Verstraeten, de klokkengieter Marcel Michiels en ten slotte de eindregisseur Staf Nees. Toen op 10 juni 1951 de beiaard werd ingehuldigd, was u, meester Rottiers nog een jongeling van amper 47 jaar. Na meer dan 30 jaar zijn slechts weinig initiatiefnemers nog onder ons. In naam van alle beiaardvrienden uit Meise, uit Brabant, uit gans Vlaanderen heb ik dan ook de eer een speciaal woord van dank en erkentelijkheid uit te spreken aan wijlen de heer en mevrouw Jan Van Gijsel. Zij zochten geen eer, maar door dit vorstelijk geschenk waren zij eer in zichzelf en bewezen zij eer aan de Vlaams - Brabantse gemeente Meise waar zij leefden en waarmee zij zich kultureel, geestelijk en religieus verbonden voelden.zich. Passen ook nog in dit rijtje : Jef en Irma Claes en dokter Jan Van den Eynde : zie de inscripties op de beiaardbanken op de luisterplaats voor de kerk van St.-Martinus.