Maria – Nathalia Lettens (dochter van Hendrik ) bij haar huwelijk met mijnheer Eugeen Danze den 7 mei 1930
XXX
Ons Meetje trouwt !
Woorden : Jef Lettens
Muziek : L.Joos
Toen d’ eerste maal der morgenzon. Me uit den slaap kwam lokken Was ’t of een reuzenfeest begon, Waarin ik werd betrokken. Het leven scheen me lichter dan Op ander werkedagen, En ik wou juist het fijn ervan Gaan aan mijn vrouwtje vragen. Toen floot een merel in het hout, Zijn meetje trouwt – Zijn meetje trouwt.
De zonne lachte welgezind Doorheen de groene blaren En in het suizen van de wind Kon men het lied ontwaren. Tot zelfs het blaffen van den hond Klonk toch zo machtig blije, Dat ik zeer duidelijk verstond Het liedje van den meie. De merel floot, - in ’t groene hout Zijn meetje trouwt – Zijn meetje trouwt.
De koetsen schoven heen en weer Naar vrienden en verwanten. En keerden och zo zere weer Met nonkels en matanten. De vreugde blonk op hun gelaat, Of z’ uit den hemel vielen…. Ze waren al in feestgewaad, ’t Was hoogdag in hun zielen ! De merel floot – in ’t groene hout, Zijn meetje trouwt – Zijn meetje trouwt
Daar krabt de oude zich in ’t haar, Zegt zacht tot moeder vrouwe Die nichten en kozijntjes daar, Ze drinken toch zo gauwe. En straks vertrekt het jeugdig paar Want varen gaan ze beide En ginder ver klinkt hel en klaar Verrukkelijk en blijde. Het merelslied in ’t groene hout Ons meetje trouwt – Ons meetje trouwt.