Weer is t genootschap van het bier Verenigd deze avond. Wie t gerstenat bemint is hier Zijn droge kele lavend. Wie gaarne drinkt, die zet zich bij En opent keel en longen
Wij minnen t bier en zeggen vrij ; Gedronken en gezongen (bis)
Voor eeuwen toen het aarderijk Geleek een wildernisse, Dronk men reeds bier in t Vlaamse rijk ; t Is geen geheimenisse. Ook toen, in vreugd en leed Verroerden zich de tongen.
En machtig klonk de schone kreet ; Gedronken en gezongen ! (bis)
Bleef hertog Jan een wijze vorst, Bezield met goede gaven. t Is dat hij dronk en zijnen dorst Aan tonnen bier dierf laven. Was t aan zijn hof, soms grote feest Werd er gedanst, gesprongen !
Zijn harteroep is steeds geweest ; Gedronken en gezongen ! (bis)