Toen ik over enkele uren Las dat vrienden en geburen U zou’n feesten nog vandaag Wou ik ook mijn wensen bieden Welgemeend, want brave lieden Zoals gij ontmoet men graag
Tisken, is ‘t al vijftig jaren, Dat gij met Kato ging paren ? Met een vroom en blij gemoed. U om wel noch wee bekreunend Enkel op uw liefde steunend Wederzijds, uw enig goed?
Tisken, hebt ge niet vergeten Al die uren saam gesleten In een onbeperkte vreugd Wars van levenslast en lijden Deed ‘t herdenken van die tijden Immer aan mijn harte deugd.
Kwam dan ‘t noodlot met zijn slagen Kon de boze niet verdragen Dat er goede mensen zijn Gode waakt, geeft kracht naar lijden Hij schenkt moed aan hen die strijden Aan hen die vol liefde zijn.
Tisken, ‘t hoofd omhoog geheven Slechts de braven blijven leven Slechts de braven sterven niet Wat er ook gebeuren moge Wat men in de toekomst poge God verlaat de zijnen niet. Meysse, 26.8.1924