316 Aan mijn teergeliefde meter Maria-Nathalia Lettens
ter gelegenheid van haar Plechtige Heilige Kommunie gedaan in de Sint-Annakerk te Koekelberg op 21 april 1918
Met een zuiver, rein gemoed. Lof en danklied aangeheven. Tot de bron van alle goed, Tod de Schepper van het leven. Lof ! den Heer, die ’t al behoort, ’t Lot van mensen en van volken Kind en engelen ’t akkoord, Zullen Zijnen lof verkonden.
Dank, ja, de goede God, Vurig uit uw kinderharte Voor ’t verkregen gunstig lot En voor afgeweerde smarte. Dank Hem, in uw ouders naam, Voeg uw stem bij d’ engelenkoren Want ’t is Gode aangenaam, Kinders dankgebed ’t aanhoren.
Richt de blik ten hemel op ! Want het zijn beroerde tijden ’s Mensen dwaasheid t’ hoogsten top, Zaaide ramp en druk en lijden. Smeek hem, toch zo lief en teer Tot hij ’t vaderhart bewogen, Ziend’ op ons ellende neer Wij zijn hulp verhopen mogen.
Stijgen voor Jehova’s troon, Lof en dank en smeekgebeden. Uit een hart zo rein en schoon, Op een dag, zo groot als heden. Dan, dan blikt de goede God Over zijne kind’ren neder, Brengt verzachting van ons lot, En schenkt rust en vrede weder.
|