20 juni van Ribadeo (Barreiros) naar Islares (dicht bij Laredo)
een ongelooflijk mooi landschap viel ons te beurt vandaag (net zoals de vorige dagen, haha).
Ik geraakte zelfs in een lyrische stemming;
heuvels in alle tinten grijs
nevels in de ochtendzon
de Autovia als een lintworm er doorheen
viaducten overspannen de valleien
heuvels werpen zich in zee
in de verte sporen van een ver verleden
gemiddeld 80 km per uur
geen tol, geen putten, geen lichten om voor te stoppen
niets houdt ons tegen…
om te genieten van al dit moois
een afrit, een oprit, rits, rits, vanzelf
een bocht, hoog in de lucht
meesterwerken in architectuur
en onverwacht een venster op de zee gericht
is een berg dan toch te hoog
dan maar eronderdoor
even een glimp op de 'normale' wereld
ai, wat een weerstand kom ik nu tegen?!
Maar oef, onze glijvlucht is nog niet voorbij
we zweven weer door dit landschap,
ik en jij.
Ik kan dus rijmen en dichten zonder…
In de buurt van Aviles gingen we tanken; daar kwam een man een camper wassen; eentje die verhuurd werd door 'Travelycars.com'; misschien een idee, Ludo? Aviles heeft een luchthaven en zij zitten er 10' vanaf, zei de man.
We vervolgden onze tocht door dit glooiend, super mooi landschap en konden even de Picos de Europa zien! Toppen boven de 2500 m; sneeuw erop! Zeker een streek om eens te gaan verkennen!!!
Om te lunchen verlieten we de autovia (tolvrij en machtig mooi aangelegd!) en deden we een ommetje richting San Vicente… we hebben buiten gegeten om van het uitzicht maximaal te kunnen genieten: aan één kant de Parque nacional de Picos de Europa, onder ons overstromingsgebied en links de zee…
Bij ons betalen we meer voor een restaurant in een mooi decor!
San Vicente heeft Côte d'Azur allures…
nooit geweten dat Spanje zo mooi is!
Wij hebben hier 22°; een staalblauwe hemel en een zeebries… bergen die uit de zee oprijzen, lagunes met kleine strandjes… sorry als we jullie jaloers maken.
Om te overnachten zijn we toch niet naar Laredo gegaan; dat is te toeristisch en te groots; in Islares vonden we een mooie plek 'Playa Arenillas' aan de kust van Cantabrië;
vanaf morgen zal de drukte alleen maar toenemen; we hebben wellicht het mooiste gehad;
Ludo, vanaf Santander verder naar het westen denk ik wel dat jullie een stekje kunnen vinden dat goed voelt! Temperaturen lager dan La Gomera in juli, ook zon en zee en een prachtige omgeving…
19 juni van de westkust naar het noorden van Spanje
gisteren zaten we op een camping die meer op een kermis leek dan op een camping…
er was een grote groep kinderen neergestreken; het leek of ze daar op kamp kwamen; ofwel vierde Spanje een feestdag; in elk geval maakten ze oorverdovend lawaai en dus zochten wij de stilte op in de natuur.
Maar al deed padvinder Edgard zijn uiterste best, het lukte ons niet om de wandeling helemaal te maken, aangezien de aanwijzingen ontbraken en wij de omgeving niet goed genoeg kenden om er maar op los te lopen.
We deden een poging en toen we de mooiste vergezichten gezien hadden, zijn we op onze stappen teruggekeerd.
Terug de kermis in.
Toen de kinderen uiteindelijk sliepen vonden een paar Spanjaarden die er op camping zaten het blijkbaar nodig om in de sfeer te blijven; ze maakten kabaal tot een uur of twee vannacht!
Maar vanmorgen was het zalig stil en wij vertrokken op ons gemak richting noorden.
Compostella lieten we liggen omdat we graag nog wat tijd hadden op onze nieuwe overnachtingsplaats en dat was een goede gok.
Onderweg zagen we massa's windmolens; tja, wat wil je? Aan de kust waait het altijd wel een beetje (of heel veel). We reden door een landschap dat erg aan Oostenrijk deed denken: alpenweiden, bossen en bloemen, glooiend… en de autovista Atlantico slingert zich daardoor.
In Barreiros, op camping Gaivota, is het heerlijk toeven!
De stranden liggen in mooie baaien; een pad van 5 km lang kan je helemaal te voet aflopen; het volgt gewoon de kustlijn. Mooi verzorgd; rolstoeltoegankelijk!
Hier en daar zijn er trappen waarmee je naar de 'privéstrandjes' kan afdalen; bovenaan staat vaak een douche (gratis te gebruiken).
Op dit moment liggen er maar enkele mensen op de stranden; het is nochtans zondag en lekker warm. Zou het hier niet zo heel druk worden?? we weten het niet.
Door de zeebries is het wellicht heel de zomer door goed te doen.
Het water is appelblauwzeegroen van kleur; net zoals in de boekskes. Een paradijs!
Op de camping, die heel kleinschalig is, ligt een speeltuintje; het strand ligt aan de andere kant van de baan; kinderen kunnen veilig spelen in het zand; schaduw vind je altijd als je dicht bij de rotsen gaat zitten…
Met kinderen een perfect plaatje! En voor ons natuurlijk ook.
Een mooie reis loopt op haar laatste beentjes...
Dit wordt misschien onze laatste blogtekst, als we geen internet meer hebben onderweg.
Morgen gaat het naar Laredo (ook noord Spanje); dan naar de Landes (onder Bordeaux) en dan richting Arras…
Zaterdagmiddag zijn we thuis, als alles goed gaat.
Vanmorgen al belde Kim ons op omdat we gisteren lieten weten dat we de gids niet te pakken kregen; ondertussen was dat wel gelukt (ze belde ons om 22.30u zelf op) en ik kon dus meteen vragen of we het paleis van Guimaraes mochten bezoeken op kosten van VKT; dat was niet zo voorzien, maar ik had kunnen besparen op de taxi's en de téléférique, en dus hoopten we op een 'yes'; wij kunnen daar als reisbegeleider niet zelf over beslissen, ook niet als we geld dat voorzien was niet hoeven uit te geven;
Maar Kim stuurde binnen de 5' al een bericht: 'doe maar; geniet ervan'; dat was fijn.
Met deze camping hadden we geluk: zeker omdat hij goed gestructureerd en heel netjes was, maar ook omdat de 'concierge' (Lucia) heel toegankelijk en behulpzaam was; ze hebben ons met een schoentrekker alle 22 kunnen stallen op het bovenste niveau; daarvoor was kennis van zaken nodig! Als je binnen kwam gereden dan leidde de man, die het terrein al 24 jaar beheert, je naar de juiste plaats; hij kende de maten van de campers als geen één en wist elke eenheid juist zó te plaatsen dat hij iedereen binnen kreeg!
Het was goed dat deze camping zo meeviel want de mensen waren de slordige campings meer dan beu. Geen warme douches, koud afwaswater, putten en bulten in het terrein, boorden waar je niet op kon geraken (en geen oprijblokken!), enz.
De camping was dan wel beter, maar het weer liet het afweten.
Lucia vertelde ons dat het er zo mooi is bij warm weer, en wij konden het ons levendig voorstellen. Een bladerdak om fris te blijven, boven op een heuvel, midden in het groen… maar nu dus een plek om uit je vel te bibberen…
En zelfs dan bleven de mensen positief! Wat een zegen!!!
We stonden dus op tijd aan de lift, nog vóór die startte; per zes in een 'eitje'… en onze gids stond ons mooi op te wachten.
Edgard en ik waren de dag ervoor na onze aankomst op de camping al eens gaan verkennen en in de Pousada hadden we Catarina ontmoet; een fijne vrouw die ons verzekerde dat alles goed zou komen. We kenden de weg in Guimaraes… we sliepen voor het eerst weer op onze twee oren, sinds 7 dagen.
Alessandra loodste ons door de stad; door de Middeleeuwse straatjes en pleintjes, naar de burcht en tenslotte naar het paleis; Edgard kweet zich voor de laatste keer van zijn taak als vertaler; dankjewel, schat!
Rond 13.30u had iedereen wel een plekje gevonden om iets te eten.
We waren ondertussen zo vertrouwd geworden; alsof we oude vrienden tegenkwamen in het stadje! Tussendoor werden vertrouwelijke gesprekken gevoerd, er werd geplaagd, gelachen, gezwanst met mekaar.
Een groep als deze kom je niet zo vaak tegen; ik schreef het al vaak, maar het was ook zo belangrijk op deze reis die niet liep zoals we verwacht hadden.
Edgard en ik bleven niet lang meer rondhangen in het stadje omdat we de taxi's nog wilden regelen; Lucia had een prachtig voorstel, maar dat zou die avond toch wat glans verliezen…
Ze vond iemand die ons in groepjes van 8 kon vervoeren; het zou maar 10' in beslag nemen… haha! Dat bleek wel het dubbele te zijn.
Maar ik loop voorop… om 18u stond iedereen gelaarsd en gespoord klaar voor het aperitief; we hadden Porto gekocht bij Ferreira (aan een hogere prijs dan in de grootwarenhuizen, zo bleek later, maar misschien wel een betere kwaliteit???)
Veel nootjes en saucissen waren er niet bij want we wilden niemand de apetijt ontnemen.
Groot was onze verrassing toen er eentje begon met een haiku (die geen echte is, maar dat doet er niet toe): Reizen en begeleiden... geen vakantie.
en dat was nog niet alles! Daarna kregen we nog een gedicht, en een omslag!!!
het gedicht: Ingrid en Edgard,
Voor Marcel en Denise was het een triestig afscheid in mineur
we wensen hen het allerbeste!
Maar met jullie kregen we een primeur
Onze reis viel niet in het water
En was dan ook geen flater
Maar een frisse start
met een koppel met een hart
We konden niet beter wensen
met zo'n twee prachtige mensen
die liefde uitstralen, warmte en hartelijk zijn.
We zeggen gewoon: obrigado, obrigado!
(Wat we wilden voorkomen, was dus toch gebeurd!)
Door het gedicht en het applaus van de mensen kregen we allebei de tranen in de ogen. Tjonge toch; zoveel lof, zoveel warme blikken, zoveel lieve woorden…
De taxi maakte een abrupt einde aan onze ontroering: de eerste 8 konden vertrekken, vroeger dan afgesproken, maar niet zonder reden want toen de taxi pas om 18.40u met zijn volgende lading vertrok, beseften wij dat we nooit alle 43 op tijd in de Pousada zouden zijn.
En toen de hemel helemaal dicht trok en de temperatuur met enkele graden daalde, was de pret er helemaal af.
Diegenen die aan de Pousada moesten wachten hadden nog geluk: het was daar veel warmer en de zon scheen er zelfs nog! En ze konden binnen mails checken!
Catarina maakte zich niet druk en beloofde de rondleiding ietsjes in te korten…
De Pousada was vroeger een klooster waar monniken en nonnen samen verbleven! (daar kwamen ze er dus voor uit!). Van de cellen zijn nu kamers gemaakt en al zijn die heel prijzig (in onze ogen), en helemaal niet luxueus, toch zijn ze zeer gegeerd (2 cellen vormen nu 1 vrij kleine éénpersoonskamer).
Op het einde van de gang zit een prachtig 'balkon' met fontein, maar de kou joeg ons meteen weer naar binnen.
De 'voorname' kamer kan gehuurd worden om feesten te geven! (ik durf niet gissen naar de prijs in dit uniek kader!). Prachtige inrichting, met geleende schilderijen uit musea.
Nu in bezit van de staat maar uitgebaat door een hotelketen, die hoog scoort bij Tripadvisor…
Na een brand waren alle azulejos in de gangen beschadigd en die zijn niet meer gerestaureerd, maar de gigantische tuin is nog in de oorspronkelijke staat! De kerk doet ook nog af en toe dienst.
Veel meer heb ik niet onthouden want ik had al teveel jaartallen gehoord, teveel namen van koningen, teveel lof over de koloniale tijd, en ik had deze week andere dingen aan mijn hoofd dan data of verhalen noteren, zoals bv al mijn schapen bij elkaar houden; er waren drie sjarels bij die het steeds weer klaar speelden om achterop te geraken; gelukkig vonden we ze steeds terug! En net toen ik dacht: 'nu kan er niks meer mislopen; het zit erop voor ons', toen bleken we er één kwijt te zijn gespeeld onderweg!
Maar hij wachtte ons met een guitig gezicht op aan de ingang van het restaurant; de sloeber (van 68 jaar!).
Het eten was van de bovenste plank; na het voorgerecht hebben we nog een korte speech gehouden; jaja, ik die niet kan spreken in het openbaar! Amai!
En toen was het alsof de openingsdans op mijn trouwfeest voorbij was: een zware last viel van mijn schouders en ik kon genieten, volop genieten.
Maar een ober zorgde dan toch voor een klein incident: wijn op eentje gemorst… ons vader zou gezegd hebben: 'het moest mij weer overkomen; ik had eens proper kleren aan'…
en toen we huiswaarts keerden bleek dat er maar 3 van de 5 taxi's kwamen opdagen, zodat Edgard en ik toch maar na middernacht in ons bed lagen…
De eerste kon ongemerkt ontsnappen, maar alle anderen hebben we letterlijk uitgewuifd aan de ingang van de camping.
Nog een adres uitwisselen, een knuffel geven, een heel gemeend dankjewel zeggen of krijgen, de weg nog even uitleggen… we wisten wat te doen tussen half 7 en 11 u!
Toen draaiden we zelf de camping uit, richting… huis.
Maar we zijn zó moe dat we niet ver wilden/konden rijden.
Het ging dus maar 200 km richting huis;
Ludo had gevraagd naar de omgeving van Vigo, en we kunnen hem nu al zeggen: het is een schitterende streek!!!
Van Ponte de Lima tot Valança do Minho reden we langs een prachtige weg, met een groen randje (op de kaart en in het echt).
En dan kwamen we op de 'Autopista del Atlantico'…
onze mond viel open toen we de Atlantische oceaan links van ons zagen liggen; de ene vaargeul na de andere, meanderende riviertjes die richting oceaan trekken, en… weer de zon!!! eindelijk!!!
Dat je dat zo kan missen, he?!
Toen we in Spanje kwamen, belandden we precies ook in een andere wereld!!!
een wereld van luxe, vergeleken met die van Portugal!
Grote schepen in de mondingen van de rivieren, herkenbare restaurants met parking voor de deur, C&A, Ikea zelfs… dat alles zijn we in 23 dagen niet meer tegen gekomen!
Wel mooie steden, en een 'Continente' of 'Intermarché', 'Pingo Doce' of 'supermercado', maar die laatste kan evengoed maar 10 m2 groot zijn!
Portugal heeft zijn charmes, maar wij zijn er niet verliefd op geworden.
We hebben ons uurwerk aangepast, zitten op een prachtige camping op een half uurtje van Compostella, en wij willen hier nog in geen dagen weg… maar als we ooit thuis willen geraken, zullen we zondagmorgen toch verder moeten.
Maar eerst genieten van dit prachtig Corubedo natuurgebied, op een boogscheut van de oceaan, badend in de zon…
( Ludo, kijk eens op 'camping rural Ria de Arosa 2' in Oleiros- Ribeira. Hier zijn ook bungalows te huur, er is zwembad voor groot en klein, je kan hier wandelen maar ook naar de kust gaan...foto's genomen al rijdend vanuit de auto bijgevoegd; kwaliteit niet bijzonder; morgen beter! dan verkennen we de omgeving)
we hadden een bus kunnen regelen voor 30 mensen die naar de Dourovallei wilden (maar niet met eigen camper).
Het werd een reuze dag;
Het weer was aan het keren, en toen we 's avonds op de bus stapten begon het te miezeren en daarna hield het op met stil regenen en gingen de hemelsluizen open, maar we hielden het de hele dag droog en hebben genoten, genoten, genoten.
Onze chauffeur van eergisteren ( Antonio Almeida) was om 9u al op post; hij had een hele tour bedacht en bracht ons eerst naar Vila Real; op zich een stad als zoveel maar wel gezellig en we vonden een uitzichtpunt achter het kerkhof waar we twee valleien in mekaar zagen overvloeien; de naam van de rivieren ken ik niet meer, maar dat doet er ook niet zo toe.
Vandaar reden we naar Casa do Mateus, en haha, we kregen er helemaal niks van te zien! Het ticketkantoortje stond bijna op de straat, dus geen glimp opgevangen, noch van de tuinen, noch van het kasteel.
Voor een rondleiding op het kasteel moet je maanden tevoren reserveren en om de tuinen te zien moet je 7.5 € pp betalen; dat vonden we net iets teveel.
Dan ging het over wegeltjes die we zelf niet zouden berijden dalend naar de Douro; o wat was dat mooi! Antonio stopte gewoon telkens als we 'oh!' riepen en blokkeerde de hele weg zodat we alles tien keer konden fotograferen.
Op de linkeroever van de Douro hebben we gegeten… zalig en weer zo goedkoop! Voor 18 € eten en drank voor 2 personen! En lekker!
De sfeer zat echt in de groep; we hebben al onze kinderliedjes gezongen om Antonio te bedanken!
Op een moment kwamen we aan een stuwmeer op de Douro, net toen twee cruiseschepen vanuit Porto een niveauverschil van zo'n 30 m in de sluis moesten overbruggen; indrukwekkend;
De zon bleef ons verrassen tot in Regua, onze laatste stop, waar we dan eindelijk toch de 'etecatoros' vonden (veters in leer) voor de schoenen van Edgard; we ontlokten een grote smile bij de verkoopster zeggende: 'we kwamen helemaal naar Portugal voor die veters'…
Toen kreeg Antonio een daverend applaus en de vraag om weer naar Porto te rijden; ook hij zat in de sfeer en lachte: 'zijn jullie nu al moe?'; maar het was nog 18u voor we thuis waren want de afstand was behoorlijk groot!
De mensen zegden dat die uitstap sowieso in het pakket van Portugal moet komen…
Die avond gaven twee mensen, die verjaarden, een feestje dicht bij onze staanplaatsen; we hebben gedanst, gelachen, gedronken en bedankt voor 'het geheel'; zowel de groep als het weer is zo meegevallen; maar we hebben nog twee dagen te gaan en het weer gaat veranderen; afwachten of de groep ook dat kan verdragen...
Al regende het vanmorgen en hadden sommige mensen geen douche met warm water gevonden, toch bleef het moreel van de groep goed; niemand verpest de sfeer om een tegenslag en dat is fantastisch.
De bus pikte ons op aan de camping; de gids stapte op in Porto; so far so good.
Porto is een mooie stad, gelegen aan de Douro, die ontspringt in Spanje en hier, 1000 km verder, uitmondt in de oceaan.
Ik heb niets meer genoteerd want we hebben nu andere zorgen aan ons hoofd; bus regelen voor morgen, vertalen, aftasten hoe het met iedereen gaat,…
Edgard is een prima vertaler, maar het is een schande dat hij de ziel uit zijn lijf moet roepen omdat er geen audioguides voorzien zijn.
Wij hebben geen van de twee een krachtige stem en 43 mensen vormen een heel grote groep, dus gaat veel verloren al doe je nog zo'n moeite.
We hebben al heel wat suggesties doorgegeven aan VKT, en we hebben veel uitleg gegeven op de bus, door de micro, maar ja, in de beurs of in een kerk moet er ook nog veel vertaald worden…
Het beursgebouw was heel bijzonder; Porto was altijd al heel belangrijk voor de handel en in de geschiedenis was er zelfs een periode waarin Porto eigen handelswetten kon opleggen, waar de koning niets over te zeggen had!
Er was een 'Arabische zaal' en die was zo mooi dat ze aan het Alhambra in Granada deed denken… foto's komen wel een andere keer door;
De rondvaart op de Douro was heel fijn; de zon scheen ondertussen weer en we hadden de beste plaatsen omdat we ruim op tijd aan de kade stonden; prachtig!
We legden aan in de buurt van de Porto huizen. De opslagplaatsen, geen verwerkingsplaatsen. Prachtige rondleiding gehad en daarna een degustatie… iedereen heel tevreden.
Moe maar voldaan…
We zijn blij dat de 21 andere eenheden hun vakantie wel konden verder zetten maar voor ons is dit hard werken.
Nog drie dagen te gaan; dat zal wel lukken.
Wij hebben iets minder warm weer (en soms een spatje regen, zoals vannacht en vanmorgen) maar vergeleken met het weer in België is dit hemels, dus geen geklaag van onze kant! Tot gauw!
gisterenavond stond ons hart wel een poosje stil, of beter: het klopte wat sneller toen de bus van 18.05 u pas om 18.30 u kwam opdagen, maar we waren nog voor de opening van het restaurant ter plekke!
Het Fadoconcert erna was een succes; moe maar voldaan kwamen we thuis na onze eerste dag als reisbegeleiders.
Vanmorgen stond iedereen keurig op tijd aan de bus; en deze keer was ze wel op tijd!
Het was een hele klim naar het Universiteitsgebouw, maar iedereen geraakte boven.
Vooral de bibliotheek was een voltreffer! 40 000 boeken uit de 17e, 18e en 19e eeuw!
En wat een kader! Prachtige tafels uit Braziliaans hout die elke avond afgedekt moeten worden omdat er vleermuizen wonen in de bib!
Alleen een elite van studenten mag er komen; ze moeten speciale schoenen aan doen om de tafels niet te beschadigen en handschoenen om een boek aan te raken!
Echt de moeite waard om te bezoeken!
In de kerk van de universiteit moet bijna IEDEREEN lager zitten dan de rector, zelfs de paus!!! alleen het koor, de koninklijke familie en de organist zitten hoger!
Edgard deed de vertalingen heel goed (chinese vrijwilliger). Ze vonden mijn voorstel prima om hem de micro te geven ipv de gids (iedereen met audioguide) want anders moet alles twee keer verteld worden en verstaan de mensen de vertaler toch niet zo goed; hadden we eerder al moeten doen… les geleerd!
De namiddag was vrij en iedereen ging zijn gangetje; wij zochten een klein authentiek restaurantje op en daarna zakten wij met de bus weer af naar de camping want we sliepen niet zoveel de laatste nachten en zijn moe…
morgen weer verhuizen, richting Porto… het einde is in zicht
Niet alleen het weer is veranderd, maar ook onze positie in de groep...
Gisterenavond, tijdens het optreden van iemand uit de groep, werd ik bij de reisbegeleider geroepen; zijn vrouw was slecht geworden en we besloten samen dat ze naar het hospitaal moest gaan.
Om 23u kwamen we weer op de camping, zonder haar...
Ze werd overgebracht naar een ander ziekenhuis, om scans te ondergaan.
en de resultaten ervan zijn verontrustend... dus moet ze gerepatrieerd worden;
Plots geen reisbegeleider meer... dus kregen wij de opdracht en zijn we meteen deelnemer af.
De mensen van de groep zijn heel begripvol en vol medeleven met de zieke en haar man; we gaan samen verder, maar het is nu wel een kwestie van alles tot een goede afloop te brengen voor de andere 43 mensen.
De blog zal dus even stil liggen...
We krijgen steun vanuit de zetel van VKT dus geen probleem voorlopig
alle goeds voor jullie en ons mag je altijd wat energie sturen want het worden korte nachten...
we kregen alweer een les geschiedenis; de Portugese gidsen beginnen hun uitleg natuurlijk allemaal ongeveer op dezelfde manier om het onderwerp van hun betoog een beetje te plaatsen in de tijd.
Het was weer een fijne gids, die duidelijk en goed Engels sprak.
Na de Romeinen werd Portugal dus door de Moren bezet; een groep Arabieren die heel erg onderlegd waren in wiskunde, taal, architectuur, en die heel wat sporen nalieten in Portugal.
Toen zij dan weer verdreven waren speelden de Tempeliers hier de baas en zij begonnen met de bouw van de burcht bovenop de rots boven Tomar.
Hendrik de Zeevaarder was trouwens een grootmeester van hun orde!
De bouwwerken en verbouwingswerken besloegen meerdere eeuwen, maar de Charola (ronde kerk) werd het eerst gebouwd; daarna kwamen het klooster, en het was diegene die aan de macht was die de bouwstijl bepaalde: Manuel (koning) trouwde maar liefst drie keer, en zijn 3e echtgenote was eigenlijk beloofd aan zijn zoon…
Die nam het zijn vader erg kwalijk dat die met zijn lief trouwde en dus bouwde de zoon in een heel sobere stijl verder aan het gebouw dat zijn vader in de Manuelijnse stijl liet optrekken; na de dood van de zoon probeerde zijn vrouw dan op haar beurt toch nog wat vrouwelijke touch te geven aan het geheel…
Mensen blijven mensen, he?!
De Tempeliers moesten soms hals over kop gaan vechten, maar altijd passeerden ze (te paard) de Charola om door de deur (die nu een raam is) ten strijde te trekken. Ik zag het zo voor mij… moet niet gemakkelijk geweest zijn om die bocht goed te nemen!
We zagen de laatste week zoveel kerken en kloosters dat ze me de strot uitkomen.
Na dat van Bathala had ik er liefst geen enkel meer gezien.
Edgard en heel wat mensen uit de groep hebben er eveneens een indigestie van.
Maar Portugal moet er voor een groot stuk van leven.
Je ziet wel welke gebouwen in privébezit zijn en welke door de Staat moeten verzorgd worden; die laatste heeft geen geld (of besteedt het ergens anders aan?) en dus blijven de restauraties uit.
De zandsteen, waaruit alle oude gebouwen opgetrokken zijn, is door de vervuiling grauw en grijs geworden; soms zie je een stukje dat opgepoetst is, terwijl er meters en meters steen vuil blijven…
Dat doet dan weer geen goed aan het imago van Portugal;
de mensen die gebouwen in privébezit hebben, vinden sponsors en maken alles weer mooi en aantrekkelijk;
Na het Convento hebben we nog de synagoge bezocht; ze is een museum geworden omdat er al jaren geen rabbi meer in Tomar woont; slechts twee Joodse families leven nog hier en ze hebben een zware voorgeschiedenis te dragen want de Joden zijn in de loop van de geschiedenis verplicht geweest zich te laten dopen (en dan 'nieuwe christenen' te worden) of ze moesten vertrekken.
Velen vertrokken naar het noorden en doken daar min of meer onder.
Ze beleden hun geloof niet meer in het openbaar en toen er dus een Poolse Jood naar Portugal kwam tussen de twee Wereldoorlogen vond hij niemand die wilde zeggen dat hij Jood was! Pas toen hij stukken uit de Thora kon tonen, gaven mensen toe dat ze Jood waren; zo erg zat de schrik er nog in.
De Joodse vrouw die het museum open houdt vertelde oa in welke volgorde de kaarsen van de 7-armige kandelaar moesten ontstoken worden, maar veel wijzer zijn we uit dat bezoek niet geworden.
Vanavond gaat een deelnemer hier wat ambiance brengen door een optreden (hij speelt gitaar en heeft muziek mee uit de jaren '60!). Benieuwd wat het wordt… misschien kunnen we wel een beetje dansen (op heel oneffen terrein, tussen onze campers)?!
Morgen rijden we naar Coimbra, de universiteitsstad. Dat is een keer iets anders...
een korte rit (75 km) en snel op onze bestemming omdat we niet in Fatima wilden stoppen; ik kon het niet opbrengen om daar een bezoek te brengen aan de religieuze supermarkt en Edgard was evenmin liefhebber; nochtans waren er mensen in de groep die het totaal anders ervaarden dan bv Scherpenheuvel of Lourdes. Voor elk wat wils.
We zijn in de namiddag, bij temperaturen boven de 30°, toch de stad in gegaan.
Een klein parkje, eigenlijk een eilandje aan de buitenkant van de stad, was wel leuk, maar de stad zelf heeft niet zoveel te bieden naast een hoofdstraat en een Plaça do Republica, waar werken aan de gang zijn.
We vonden al de trappen die naar het Convento de Cristo leiden maar lieten de beklimming ervan wijselijk voor morgen. Ze behoren tot de Compostela route.
In het bureau van toerisme kregen we een paar plannetjes en één ervan deed ons besluiten om naar het 'parque de Versailles' te gaan; wat een grap!
De eerste meters doen vermoeden dat het een mooi park wordt, maar al van bij het begin van de wandeling (3 km) naar boven, zagen we dat het niet veel zaaks was.
Maar wij bewegen graag en maakten de cirkel toch rond, al waren de perkjes beneden serieus verwaarloosd.
Tomar wordt vooral bezocht omwille van het Convento dat zich boven op een berg bevindt. Het stadje heeft zijn naam te danken aan de Arabieren die de rivier Nabao die naam gaven.
Een andere versie is dat 'tomar', wat 'nemen' betekent, refereert naar een oude gewoonte; wie zal het zeggen?
Alle 4 jaar gaat hier een groots feest door: het feest van de Tabuleiros; dan dragen vrouwen, in het wit gekleed, en met een sjerp volgens de wijk waaruit ze afkomstig zijn, een heel speciaal hoofddeksel: met broden en bloemen, en bovenaan een kroon of een duif.
Het was een heidens gebruik maar zoals zo vaak heeft de katholieke kerk het overgenomen en tot een katholiek feest omgebouwd omdat ze het niet uitgeroeid kregen. Het is nu dus een feest voor de H.Geest (vandaar de duif bovenaan).
Toen de Moren hier verdreven waren werd het gebied aan de Orde van de Tempeliers toegewezen. Geen brave jongens, maar wel van groot belang voor de koning van Portugal; dus toen die orde door de paus verboden werd, richtte de koning een gelijkaardige orde op, met dezelfde mensen en hetzelfde geld (de Orde van Christus).
Morgen bezoeken we het Convento dat de Tempeliers bouwden...
We mochten met Jacqueline en Arnold ( caravanrijders) meerijden voor deze uitstap zodat we onze camper niet uit 'de zandbak' hoefden te halen; het was niet evident om hem een beetje waterpas te parkeren omdat de ondergrond zo zanderig is en je makkelijk gaat patineren als je moet manoevreren, dus was dat wel meegenomen; dankjewel!
Eerst bezochten we de Monasterio de Sancta Maria da Victoria in Batalha, zo'n 30 km van de camping.
Portugal kende 4 dynastieën; het was de 1ste koning van de 2e dynastie, Joao I, die de opdracht gaf voor de bouw van dit klooster om zijn belofte aan Maria na te komen: als hij de volgende dag de veldslag zou winnen, zou hij een groots Dominicaner klooster laten bouwen, en zo geschiedde.
Bijna 200 jaar werd eraan gebouwd! 6 koningen regeerden in die periode! Het werd een koninklijk pantheon!
Nu is de kerk een gewone parochiekerk geworden, maar ze was in de 14e eeuw dus een kloosterkerk; en wat voor één!
Wel sober, maar juist daarom zo indrukwekkend.
Vlak na het portaal vind je het graf van de architect; een hele eer maar die man verdient een standbeeld!
In de nissen in de buitenmuren liggen de nazaten van de koningen; ook dat van Hendrik de Zeevaarder, die blijkbaar alle overzeese expedities bedacht, financierde en zelfs een zeevaartschool oprichtte, maar zelf niet één keer vertrok!
Toen de jongste zoon van de koning gevangen genomen werd in Noord- Afrika en een losgeld werd gevraagd voor zijn vrijlating, nl een bezette stad teruggeven, weigerde brave Hendrik dat en de jongen stierf ver van huis (maar zijn lijk werd wel overgebracht… ).
Na de kerk was het klooster zelf aan de beurt, en dat was nog veel indrukwekkender; prachtige zuilengangen, schitterende fontein en refter, maar vooral de grootse kapittelzaal maakte indruk; een overspanning van maar liefst 25 m! Hoe deden ze het, zonder één steunpilaar? En in die zaal liepen ook militairen...
Eerst dachten we dat het bewaking was maar toen bleek er een graf van de onbekende soldaat in die zaal te liggen. We maakten net de wachtaflossing om 11u mee; ook speciaal, al roept het vragen op aangezien het gaat om WO I. Portugal vocht niet mee in WO II.
Los van die militairen was het een plek om stil van te worden…
Tenslotte belandden we in een kapel, die de naam 'onafgewerkte kapel' kreeg omdat er geen dak op ligt. Er zijn meerdere speculaties over de reden van het ontbreken van een dak:
– is het zo bedoeld?
– is de constructie niet in orde om een dak te kunnen dragen?
– vond koning Manuel I in de 19e eeuw dat het welletjes geweest was en wilde hij liever investeren in het Jeronimusklooster? Trok hij geld en architecten mee naar Lissabon?
Wie zal het zeggen?
Wij namen de vraag mee naar Alcobaça…
Daar hebben we lekker gegeten;
je moet wel opletten in Portugal: je bestelt een gerecht en krijgt meteen brood en allerlei hapjes voorgeschoteld; als je niet meteen zegt dat je iets niet moet hebben, kan je alles betalen!
De wijn is meestal heel goed en spotgoedkoop; een verwittigd mens is er twee waard.
Voor 6.5 € aten wij risotto met backeljauw, een typisch Portugees gerecht. Backeljauw is gedroogde kabeljauw die geweekt wordt in melk en dan bereid; een delicatesse, al ziet hij er in de winkels alles behalve smakelijk uit!
We bezochten de Jardim do Amor en begaven ons dan weer naar het plein. Daar wachtte de gids ons weer op; deze keer aan het 'Monasterio de Sancta Maria'. Het dateert uit de 12e eeuw maar de barokke gevel werd er pas in de 18e eeuw voor geplaatst; die vormt een schril contrast met het sobere van het Cisterciënzerklooster; er woonden '1000 min 1' monniken!
Ook dit klooster werd gebouwd om een belofte na te komen ivm een kroning van de koning die maar niet door de paus bekrachtigd geraakte. Daarvoor moest flink onderhandeld worden door Berna en rd de Clerveaux, stichter van de Cisterciënzerorde.
Portugal moest nog voor een groot stuk heroverd worden op de Moren en die grond werd aan de Cisterciënzers beloofd; zo kwamen zij in het bezit van een immens grondgebied (17 gemeenten nu!)
De monniken waren onderverdeeld in twee groepen: met de bruine pij liepen zij die het land bewerkten, aan de witte pij herkende je de monniken die in contemplatie leefden.
De Cisterciënzers brachten veel kennis mee naar Portugal; ze leerden de mensen hier keramiek vervaardigen, ze richtten landbouwscholen op, en de eerste echte school, die later zou leiden tot de oprichting van de universiteit van Coimbra, was ook van hen!
Een pittig detail: koning Pedro trouwde maar werd snel weduwnaar; hij was al van vóór zijn huwelijk verliefd geworden op een hofdame van zijn vrouw: Ines de Castro; dat was op zich geen probleem, maar hij kreeg van zijn vader geen toelating om met haar te huwen…
De vader liet Ines zelfs vermoorden. Pedro nam zich voor haar dood te wreken en dat deed hij ook: na het overlijden van zijn vader liet hij de resten van Ines opgraven; heel de hofhouding werd verplicht haar als koningin te eren door haar hand te kussen!
Zij werd begraven in de kerk, recht tegenover Pedro; ze liggen met de voeten naar mekaar zodat ze bij de heropstanding van de doden mekaar als eerste zullen zien! Zo romantisch, niet?!
De twee tombes zijn beschadigd door de troepen van Napoleon; 28 jaar lang zat de koning van Portugal in Brazilië (kolonie van Portugal); bij zijn terugkeer werd Brazilië onafhankelijk.
De aardbeving van 1755 had haar epicentrum in de Algarve, zodat Alcobaça niet zo erg leed als bv Lissabon waar vooral de wijken die op zandgrond gebouwd waren met de grond gelijkgemaakt werden (Alfama was op de rotsen gebouwd en overleefde het wel).
Drie jaar voor de aardbeving was de huidige keuken van het klooster af, en zij bleef dus ongedeerd.
Ze hadden de rivier die door de stad loopt afgetakt en die liep door de keuken zodat er altijd water in het bereik was! Je moet er maar op komen!
We bezochten nog de slaapzaal van de monniken: één grote ruimte! Ze sliepen gewoon op de grond, in hun habijt! Pas later werden cellen gebouwd; badkamer was er niet… dat moet geen 'welriekende dreef' geweest zijn!
Maar nu hebben we echt genoeg stenen gezien, hoor! Morgen verkassen we naar Tomar...
de voormiddag hebben we nog gebruikt om onze was en plas verder te zetten en rond een uur of drie vertrokken we, gewapend met wandelgps en kaart (want sommigen van de groep waren al eens verdwaald geraakt!), richting Nazaré; een mooi 'sardienenvissersdorp' (met een eigen inblikfabriek), volgens de boekjes, maar daar zagen wij niet zoveel van, eerlijk gezegd.
We gingen meteen naar de 'Sitio', het op een rots gelegen deel van Nazaré, waar je met een treintje of te voet naartoe kan; omdat onze tijd beperkt was namen we voor 1.20 € pp het treintje maar; je moet dat ook eens gedaan hebben.
Het is een vernuftig systeem dat één treintje naar boven trekt terwijl het ander daalt op hetzelfde spoor; in het midden is het spoor ontdubbeld zodat ze mekaar kunnen passeren;
Boven gekomen vielen we al meteen voor het prachtig uitzicht; héél Nazaré en nog veel meer kon je zien!
Een oudere man stond een bootje te maken en wij konden het niet laten er eentje voor ons Boke te kopen; hopelijk kan het varen in het bad!
Daarna bezochten we de bedevaartskerk ' Nossa Señhora da Nazaré'; (12e eeuw); Vasco da Gama zou hier aangelegd hebben om de Senhora te danken voor haar bijstand op zijn ontdekkingsreis naar Indië (17e eeuw).
In de dwarsbeuk bevinden zich azulejos die in de Nederlanden gemaakt zijn en over zee naar hier gebracht!
We konden ook (mits 1 € pp te betalen) achter het altaar door maar het was het echt waard! Onder prachtige Gregoriaanse gezangen beklommen we het trapje en kwamen we uit bij het beeldje van de zwarte Madonna.
Dan zijn we langs de andere kant afgezakt naar de 'Majores ondas do mundo', weer volgens de Portugezen die houden van superlatieven. We zagen al veel hogere golven op de wereld (zeker in Australië), maar het windspel met het water was wel mooi; uitgewaaid zijn we weer afgedaald naar het lager gelegen deel van de stad.
Daarna wat 'geflaneerd' over de dijk, winkeltje in en winkeltje uit, tot het 19u was en we in Taberna Adelia verwacht werden voor een gezamenlijk etentje; super lekker! En een gelegenheid om weer eens met andere mensen van de groep beter kennis te maken.
De mooie dag werd bezegeld met een mooie zonsondergang, die we voor de laatste seconden konden meemaken; daarna ging het bergop naar de camping…
een mooie rit van maar 130 km, dus alle tijd om rond te kijken, maar we waren verzadigd van stenen en steden en daarom lieten we Mafra toch links liggen.
In Obidos zijn we wel gestopt en dat was zeer de moeite waard.
Het zit trouwens helemaal onder, dus toeristisch tot en met, maar helemaal niet dichtbevolkt: slechts 800 mensen wonen er. Wellicht allemaal mensen die leven van het toerisme wanr rust ken je er niet.
Het stadje zelf is autovrij, maar er zijn ruime parkings voorzien buiten de stadswal; we kwamen binnen langs het kerkhof, voorzien van rijkversierde familiegraven en grafkapellen.
De straatjes lopen allemaal omhoog of naar beneden; niets is er vlak; wie daar woont moet wel in goede conditie blijven…
Het is een middeleeuws stadje, helemaal ommuurd en op die wallen kan je lopen! Tussen de kantelen door kan je mijlen in het rond kijken.
De hoofdpoort bevat een nis met een 18e eeuwse azulejos; op het stadsplein staat nog een schandpaal uit de 15e eeuw; de kerk dateert uit de 7e eeuw en werd gebouwd door de Westgoten! In de 15e eeuw trouwden daar mensen (zeg maar kinderen) van 8-;12 jaar!
Het kasteel dat in de 16e eeuw verbouwd werd tot koninklijk paleis, is sinds de jaren 50 omgevormd tot een Pousada (zeg maar 'chique hotel'). In dat restaurant betaal je drie keer zoveel als in een lokaal tentje, waar je ook heel goed kan eten.
Calda da Reinha is één van Portugals meest bekende kuuroorden, maar we lieten die baden en massages aan ons voorbij gaan want we hadden een vracht aan was te doen.
Het werd een gezellige avond met mensen uit de groep die ons weer wat wijzer maakten in de camperwereld. 'Campercontact .nl ' is een app die je kan downloaden en offline kan raadplegen; een schat aan informatie vind je daarop als je een camperplaats zoekt onderweg.
De eerste druppels vielen toen iedereen net vertrokken was, maar grote hoeveelheden vielen hier niet.
4 juni bezoek aan het Palacio Nacional de Sintra en de Cabo da Roca
Het Palacio Real van Sintra is het meest westelijk gelegen paleis van Europa; de Portugezen pakken graag uit met uitersten: het meest westelijk gelegen punt (Cabo da Roca), het meest zuidelijk punt van Portugal, en nu een paleis dat op een uiterste gelegen is.
Het is niet in handen van de staat; dat heeft zo zijn voor- en nadelen: voordeel is dat het gerestaureerd wordt door de private eigenaar (de staat zou er het geld niet voor hebben) en nadeel is dat de inkom hoger wordt, maar dat is nogal normaal, niet?!
Het is eigenlijk een Moors kasteel uit de 11e eeuw maar in 1147 kwam het in Portugees bezit. Koning John I liet het optrekken zoals het nu nog te bezichtigen is; hij bouwde het voor zijn vrouw.
Reden om in Sintra een zomerverblijf te bouwen was dat het in Lissabon te heet wordt in de zomer.
De Zwanenzaal was ter ere van zijn dochter; ze dragen allemaal een kroon rond hun nek; de terrassen die sommige zalen verbinden zijn nog van Moorse oorsprong; er zitten vernuftige systemen in om water te sproeien als het te heet zou zijn!
De Eksterzaal kreeg haar naam toen de hofdames begonnen te roddelen over een affaire die de koning zou hebben met één van hen; dat kwam de koningin ter ore maar de koning kon haar ervan overtuigen dat hij geen slechte bedoelingen had gehad; vandaar dat bij de eksters de woorden 'Por Bem' geschreven staan, wat zoveel betekent als 'in alle eer'.
Veel muren zijn bekleed met tegels met Moorse motieven, als een mozaïek.
Bij de slaapkamer van de laatste koning (die het paleis bewoonde) zagen we tegels met reliëf; geëmailleerd! In die tijd!!!
In zijn kleedkamer was het plafond versierd met meerminnen… (kwestie van geïnspireerd te worden?!).
De 'galeienzaal' toont alle rijkdom die Portugal verzamelde tijdens zijn koloniale tijd; toen was Lissabon de ontmoetingsplaats van alle ontdekkingsreizigers (16e eeuw); ze vormde de draaischijf van alle handel uit de koloniën; zo vinden we meubels vervaardigd uit hout uit Brazilië en Indië, met marmer en ivoor ingelegd, in het paleis.
De wapenzaal is de mooiste (of beter: de rijkelijkste); in het plafond zijn blazoenen van 72 adellijke families uit Portugal te zien; twee blazoenen zijn half leeg gebleven; allebei van de dochters van de koning: de eerste overleed op jonge leeftijd en de ander trouwde niet (?).
Hoog in de kapel zaten de koning en zijn gezelschap achter een schutting met gaatjes; zo konden zij zien wie beneden de dienst volgde zonder zelf gezien te worden! Isabel was blijkbaar gefascineerd door de H. Geest want de hele kapel is versierd met duiven.
De Arabischezaal was eigenlijk een badkamer; voor de Arabieren was water zo waardevol als goud en in Portugal was er héél veel water…
de zaal werd, buiten een fontein in het midden, leeg gelaten omdat Arabieren nu eenmaal geen meubels gebruiken zoals wij.
De keuken tenslotte was immens groot; in het begin bevond ze zich los van het paleis maar later werd ze ermee verbonden.
Ze was hypermodern voor haar tijd want er stond bv een kast in (met een oven eronder) om het voedsel warm te houden!
Twee enorme schoorstenen vormden de dampkappen uit die tijd; ze zijn heel apart: 2 grote kegels, die van overal in de buurt herkend worden als de schoorstenen van het koninklijk paleis.
De artisanale witte tegeltjes tegen de muren dateren uit de 19e eeuw! De eigenaars lieten ze helemaal oppoetsen, zodat de keuken er smetteloos uit ziet.
Aan één zijde staat een 'aanrecht' met misschien wel 8 oventjes! De koning ontving zijn gasten graag goed en hij keek niet op eentje meer of minder, blijkbaar!
Tot de 18e eeuw werd het paleis door koningen bewoond…
Als laatste kregen we een zaal te zien in … jawel, Manuelstijl (dus rijkelijk versierd met dieren, planten, en andere symbolen uit de koloniën)! De spiegel en luchter waren vervaardigd uit kristal uit Moreno!!!
Toen waren we echt verzadigd van stenen (van gebouwen toch) en zijn we na de lunch de berg op getrokken, tot aan de rand van een oud Moors kasteel; vandaar zijn we afgedaald langs het historisch centrum van Sintra; we liepen door een prachtig park met allerlei (voor ons) exotische planten;
Om 15u zaten we alweer in de bus op weg naar Cabo da Roca: het meest westelijk gelegen punt van Europa.
Een prachtige kustrand aan de Atlantische oceaan, bezaaid met bloemen; duizelingwekkende kliffen die zich in de oceaan storten; normaal waait het daar stevig, dus waren we allemaal gewapend met truien en sjaals, maar het was windstil deze keer en heerlijk dus om daar te vertoeven!
Wij hebben weer een mooie dag gehad… een dag om 'dank u' voor te zeggen!
Een Portugese vrouw die in Nederland gestudeerd heeft, was vandaag onze gids in Lissabon. Een apart taaltje, maar al bij al goed verstaanbaar! Ze deed het super goed als ambassadeur van haar stad.
Lissabon is gebouwd op 7 heuvels (eigenlijk 8 maar die laatste zie je niet vanuit de stad) . Sinds de 13e eeuw al speelt de haven een belangrijke rol voor de stad; nu is er zowel een haven voor cruiseschepen als één voor containerschepen;
Lissabon heeft, als kosmopoliet (met 17 randgemeenten) 3 milj inwoners, maar de stad zelf telt maar 600 000 inwoners.
Een rijke familie (Champalimand) heeft met eigen middelen hier een oncologisch centrum laten bouwen dat een belangrijke functie heeft ivm kankeronderzoek, wereldwijd.
In de 16e eeuw was de Taag veel breder dan nu; door verzanding is ze smaller geworden, waardoor de Torre de Belém nu niet meer in het midden van de rivier staat, wat dus eerst wel het geval was.
De toren was wel een burcht en diende om de koning uit te wuiven maar hij heeft ook dienst gedaan als gevangenis.
De naam Belém verwijst hier naar Maria van Bethlehem (voorgesteld als moeder); in de tijd van de Inquisitie werden alle beelden waarop Maria van de Melk (ze gaf borstvoeding) of waarop Maria zwanger was, verboden; er bleven er maar enkele over in Portugal (Evora en Lissabon).
Vóór het monument der ontdekkingen dat gebouwd werd ter ere van het 5e eeuwfeest van het overlijden van Hendrik de Zeevaarder, ligt een groot plein waarop de geschiedenis van Portugal uitgebeeld staat.
Aangezien het land bijna helemaal omringd is door water, waren de Portugezen heel snel goede zeevaarders; zo begonnen ze al in de 15e eeuw te koloniseren.
Hier woonden nl veel Joden en Arabieren, die veel kennis hadden van astronomie, wiskunde ed.
Zo waren zij de eersten die met pyramidale zeilen vaarden, waardoor ze in staat waren tegen de wind in terug te keren; (in die tijd kwam niemand terug van een reis naar Kaap de Goede Hoop, maar zij dus wel).
Ze ontdekten bijna toevallig Brazilië omdat ze een grote boog moesten maken op weg naar Indië;
Portugal en Spanje waren allebei aanwezig in de Nieuwe Wereld en zij verdeelden die ook onder hen, zodat alleen Brazilianen nu nog Portugees spreken en de rest van Zuid- Amerika Spaans.
We bezochten het Mosteiro dos Jeronimos: een schoolvoorbeeld van Manuelstijl (zo genoemd naar de koning Manuel I).
– in de kerk liggen niet alleen koningen maar ook anderen begraven, die een belangrijke rol speelden voor Lissabon, zoals Vasco da Gama, dichters en kardinalen.
Toen men ontdekte hoe men gotische bogen in mekaar kon laten passen, kon men hogere gebouwen optrekken. De medaillons in het plafond verdelen op hun beurt ook nog eens het gewicht zodat niet alles op de zuilen en muren terecht komt. Een huzarenstukje!
Wat ze gezien hadden in de koloniën werd ook in de bouwwerken verwerkt; zo zie je onder een altaar bv twee olifanten staan;
De monniken konden de biecht horen via een kruis dat uitgewerkt was in de deuren in de zijgang die toegang geeft tot het klooster (een biechtstoel kende men toen nog niet).
– de kloostergang uit de 16e eeuw in Manuel- en renaissancestijl is één van de mooiste ter wereld.
Hiëronymus heeft hier de vertaling van de bijbel van Grieks naar Latijn gemaakt!
Toen gingen we de stad in en legde de gids uit hoe Azuleijutegels al in de 17e eeuw konden gemaakt worden: vanaf het moment dat men een stabiele temperatuur van 800° kon creëren in de ovens om de beschilderde tegels te bakken; de baktijd nam 12u in beslag! (later werd die tijd ingekort toen men een temperatuur van 1000° kon stabiel houden).
De huizen worden hier vaak betegeld met Azuleiju omdat de bewoners anders verplicht zijn om elk jaar hun gevel te schilderen. De tegels zijn veel meer bestand tegen de invloed van de zee.
We bezochten het koetsenmuseum; zowel koetsen (met een dwarsbalk onder de koets en in het begin met wielen die vooraan en achteraan bijna even groot zijn) als berliners (waarbij de koets op lederen riemen steunt en dus bijna zweeft) stonden er bij mekaar.
Zelfs de koets die koningin Elizabeth gebruikte bij haar bezoek aan Lissabon was te zien daar! (bekleed met witte zijde!!).
De koets waarmee koning Philip II in 1619 van Spanje naar Portugal reisde is eveneens gerestaureerd; er zat een gat in als wc! De koetsier moest op één van de paarden zitten want de koets bood geen plaats voor hem.
Ook postkoetsen en koetsen die alleen in processies gebruikt worden waren te zien. Eén ervan woog 2 ton! Ze was gemaakt voor de paus! in massief hout en bedekt met bladgoud; ze werd getrokken door 12 paarden! De beelden op de voorkant stelden de Atlantische en Indische oceaan voor, die mekaar bedankten; op een andere stonden beelden van lente en zomer of van overvloed en faam.
Na de lunch trokken we de Moorse wijk Alfama in. Een doolhof van straatjes die in juni allemaal versierd worden ter ere van het feest van st Antonius (13 juni). De nacht van 12 op 13 juni wordt een groot bal georganiseerd.
De mensen eten dan gegrilde sardienen: een delicatesse omdat ze hier super vers zijn (daarom moet de kop er aan zitten want aan de ogen kan je de versheid aflezen). Ze kunnen nog niet gekweekt worden! Rijk aan omega 3!
De 13e trouwen 13 paren in die wijk! Hun feest gaat door op de straat!
In die wijk zijn opgravingen aan de gang van een Romeins theater! Het loopt onder de huizen verder, maar die blijven gespaard want die overleefden de aardbeving van 1755 (9 op de schaal van Richter! Gevolgd door een tsunami en een brand!) en stammen dus nog uit de 16e- 17e eeuw!
Toen de kloosters geen inkomen meer hadden begonnen ze bij ons bier te brouwen en hier bakten ze pasteitjes: Pastejus de Belém; alleen in Lissabon maken ze de echte! En dat hebben we zelf mogen proeven! Ongelooflijk lekker!!!
Als je de stad nadert vanuit het zuiden, dan passeer je automatisch de brug van 25 april. Toen in 1974 de dictatuur omver geworpen werd, veranderden ze de naam van de brug in de datum van de revolutie. Ze is 2 km lang en lijkt erg op die van San Francisco; de middenrijstrook is leeg om de bewegingen te kunnen trotseren.
Sinds '99 hangt aan de onderkant ervan een spoorlijn! De trein rijdt dus onder de auto's door!
De Jacaranda's staan nu in bloei (dit jaar een maand later dan andere jaren door de koude in mei!); een prachtig gezicht! Hele lanen met die bomen…
De Fado wordt traditioneel gezongen door een vrouw; het is nostalgische muziek.
Ze ontstond toen zoveel mannen weg trokken om een betere toekomst te vinden; ook de slavenmuziek en invloeden uit Brazilië en Afrika zijn erin verwerkt;
Vroeger was het populaire muziek maar nu wordt ze ook door professionele muzikanten vertolkt, en die worden begeleid door jazz instrumenten (vroeger alleen door klassieke en Portugese gitaar).
Voor de Portugezen hoeft nostalgie niet triest te zijn; ze vinden het romantisch.
Vroeger voerden ze de slechtste wijnsoorten uit en dronken ze in Portugal zelf de beste wijn, maar dat is nu anders. De wijn uit de Douro wint nu gelukkig aan bekendheid in het buitenland.
Tot zover wat we leerden over Lissabon en Portugal...
het was alweer een leuke dag; we vertrokken met 5 open jeeps en schitterend weer naar het Monchique gebergte, dat de Algarve in noordelijke richting beschermt tegen koude; vandaar het milde klimaat hier.
Kim, een Limburgse vrouw die getrouwd is met een Portugees (Vasco), was onze gids.
Ze brachten ons eerst naar een 'templo funerario': een plek met wel 23 graftombes die gebruikte werden 3000 jaar vóór C!
Mochten de Portugezen er werk van maken om die site te gaan exploiteren, ze zouden mooi geld verdienen!
De graftombe die wij bezochten heeft de vorm van de vrouwelijke organen: een ingang met doorgang, een centrale ruimte (baarmoeder) en 2 zijniches (eierstokken).
Alle doden die er gevonden zijn lagen in foetushouding; wellicht zo binnen 'gerold' want de ingang is niet breed!
Portugal en Spanje hebben de oudste prehistorische sites; de meest aanneembare theorie is dat de nomaden tijdens de ijstijd steeds verder richting zuid- west getrokken zijn om te kunnen overleven (en zo uitkwamen in het Iberisch schiereiland); ze moesten hun doden begraven en deden dat, net zoals wij nu nog vaak, in een graf met een (grote) steen erop.
In dit graf werden heel veel skeletten gevonden, net zoals in de tombes in Avebury en op andere plaatsen, maar deze zijn dus veel en veel ouder.
Vandaar ging het naar een traditionele dorpsbakker: 200 broden kon hij in de steenoven tegelijk bakken; alles op bestelling. We proefden het brood, met lekkere gezouten boter… een delicatesse!
We passeerden het dorp Monchique dat op 458 m ligt (wat hier dus 'hoog' is).
Een eindje verder passeerden we een bron waar we onze waterflessen konden vullen: het water van het Monchique gebergte heeft een pH van 9,4 (base dus); aangezien wij heel erg verzuren door ons huidig voedsel is het belangrijk om voor wat tegenwicht te zorgen; hier is dat dus heel makkelijk dankzij dit water.
In Caldas de Monchique betaal je een fortuin om in een bad met dit water te liggen (wat natuurlijk niet helpt, tenzij bij bepaalde huidziekten).
Dan kwamen we bij een (illegale) likeurstokerij; van een locale bes, waarvan ik de naam vergeten ben, wordt likeur gestookt; puur heeft die een alcoholgehalte van 50°; niet bepaald lekker, maar met honig en citroen (en andere geheime ingrediënten) is het best te genieten (zeggen ze).
Wij kochten er wel Propolis en stuifmeelkorrels, alles puur natuur!
Op de middag aten we in een plaatselijk restaurantje; super lekkere kip, op een traditionele manier bereid; frites en sla en watermeloen als toetje; drank was inbegrepen; het heeft iedereen gesmaakt.
Daarna lichtte Kim nog eens het belang toe van de kurkboom: de kurk is de lichtste isolatiestof die er bestaat; het is vuurresistent, dus als er bosbranden woeden blijft de kurkboom gespaard, maar sinds de eucalyptusboom ingevoerd werd uit Australië door de papierindustrie is de kurkboom bedreigd: de eucalyptus groeit veel, veel sneller dan de kurkboom en heeft een dicht bladerdak zodat er op de bodem eronder niks meer kan groeien; hij brandt heel snel en door de aanwezigheid van de olieën in de bladeren is de hitte veel hoger en die kan de kurkboom niet aan…
De kurkboom groeit heel traag en kan pas voor het eerst geschild worden als hij 20- 30 jaar oud is; hij kan de zomers hier goed aan omdat hij in de poreuze kurk het regenwater opslaat en het dus niet in de grond laat afvloeien; in een vorige blog schreef ik verkeerdelijk dat de kurk alle 7 (of 4) jaar geschild werd; het is maar om de 9 jaar dat ze kurk kunnen oogsten, maar het is wel een heel duurzaam product; het kan eindeloos gerecycleerd worden en vraagt geen chemische producten om verwerkt te worden.
Daarna lieten Vasco en zijn chauffeurs hun kunsten met de jeeps zien door heel steile paden door de bush te nemen. Edgard moest wel een poosje recht gaan staan om niet ziek te worden!
En zo kwamen we aan in Silves. De ligging van het dorp was ideaal voor een versterkte nederzetting. De Romeinen bouwden er al een kasteel, maar pas onder de heerschappij van de Arabieren kwam de stad als Moorse hoofdstad tot bloei.
In de 12e eeuw was Silves bekend als cultureel centrum.
Het was een hele tijd de hoofdstad van de Algarve en telde toen evenveel inwoners als Faro nu!
Op de vroegere plek van een moskee staat nu de 13e eeuwse kathedraal.
We lieten deze keer alle gebouwen voor wat ze waren en dronken een heerlijke koffie of fruitsap op een terrasje onder Jacaranda's. Dit was het einde van een heel mooie dag onderweg.
We wensen Kim en Vasco (zij studeerde toerisme en hij economie, en dat komt hen goed van pas) alle geluk toe met hun business; ze doen niet alleen jeepsafari's door de bergen, maar ook langs de kusten. Het zijn gedreven mensen die hun job heel goed doen. Een aanrader voor wie hier in de buurt komt want ze brengen jou op plaatsen die je anders niet zou bezoeken...
niet getalmd vanmorgen! Om kwart na acht richting receptie want de taxi haalde ons op om naar Lagos te rijden.
Om 10u vertrokken we met de boot 'Bom dia' naar de grotten; met 24 mensen per boot want op zee moesten we nog eens overstappen in kleinere bootjes om de grotten in te varen (per 8).
Dat werd een mooie ervaring; ongelooflijk veel geluk hadden we met de eerste wolkeloze dag sinds een maand! Een zacht briesje, te weinig om met de zeilen te varen…
Dus helemaal niet koud op zee; onze jas, trui en sjaals bleven in de rugzak!
Rond de middag kwamen we weer aan wal; Edgard en ik gingen nog even Lagos in en na een lekkere hap zijn we met de bus terug naar de camping gekomen; heerlijk om rustig nog een waske te slagen, een douche te nemen, lakens te verversen, zijn haar te knippen…
Met Romain en Annie hebben we meloen met hesp en een lookbroodje gegeten; zij zijn de eerste mensen met wie we wat langer gepraat hebben; het ijs is nu gebroken en heel wat mensen beginnen samen af te spreken of samen iets te doen in de vrije momenten.
De groep is heel groot, en we zullen vast niet met iedereen contact kunnen maken, maar de korte gesprekjes zijn in elk geval verrijkend (en op campergebied leren we elke dag bij!)