Opnieuw het donkere ontwaken. Straks gaat het beter, als ik het van me afschreef. De onmacht die wil schreeuwen 'laat me even met rust, laat me stilaan ontwaken in dit leven met wat meer licht dan in dat andere waar ik net vandaan kom'... maar ik krijg een vracht woorden en gevoelens over me... en kan niet zeggen 'stop, zwijg, laat me even... ik ben nog bezig me te worstelen uit het duistere, het zware donkere'. Ik probeer te luisteren maar van binnen schreeuwt het. Die stille strijd voer ik zoveel jaren. En waar ik dat gevecht al die jaren kon voeren, kan nu bijna niet meer. Omdat de weerstand heel veel klappen kreeg de afgelopen drie jaar... breuken, een psychiater die je dumpt... het zijn clusterbommen...
Ook vanmorgen trachtte ik de geschreeuw in me te negeren en te luisteren naar de stroom woorden en gevoelens. Ik probeerde aanvankelijk feedback te geven maar moest dat opgeven, krijg mijn gedachten niet geformuleerd, een verhakkeld zootje ongeregeld komt er uit mijn mond. De zinnen klonken als uit een versleten robot.
Het is nu opnieuw rustig. De grootste ellende binnen me komt tot bedaren.
Zij die me omringen kunnen vaak beter grenzen trekken dan ik. Wanneer zij het gesprek willen beëindigen, zeggen ze, ik ga maar eens, of 'ik wil het er niet meer over hebben'. Maar het zijn mijn kinderen en ik ben hun moeder en ik vind dat ik niet hetzelfde kan als zij ... Ik vind dat ik moét luisteren, het is mijn plicht en hun recht die vervulde ik steeds als vanzelfsprekend kon vervullen tot de ellende in mij dat niet meer toeliet of met ontzaglijk veel méér moeite dan ervoor.
Als zij zich eenzaam voelen en vragen of ik met ze mee kan gaan dan doe ik dat ook al voel ik me moe of down. Ik zeg er niets over, wil er gewoon voor ze zijn.
Ik denk dat ik nu een gevoel over me heen kreeg, vooral na de laatste enorme klap, de psychiater die me na acht jaar behandeling (deed hij dat wel?) vergooide. Sindsdien is er en stukje 'zelf' vermoord. Alles voelt verloren en voorbij, weg, dood. Niets hoeft nog, werd zinloos, en als dan toch alles verloren voelt, kan ik tenminste dat wat nog rest aan ze geven dan is dat ellendige leven toch niet helemaal voor niets geweest'.
Waarom zou ik ze dat deel ontzeggen dat nog restte van wat de anderen opeisten? Maar een wrak is geen schip meer. Ik geef wat ik nog heb... Als ik er niet meer voor ze zou kunnen zijn, valt het laatste stukje zin weg. Ook al is hoe ik er kan zijn gevierendeeld, omdat ik zelf gevierendeeld werd.
Binnen de stilte in mij weet ik dat er een dag kan komen dat ook zij me niet meer nodig hebben en dat het mogelijk is dat ze net zoals de anderen niet stil zullen staan bij wat ik voel. Er lijkt geen besef dat ik ook een mens ben met kwetsbaarheden zelfs meer dan een normaal mens, met pijn en verdriet, met af en toe nog een glimp van iets wat ik vaag herken als vreugde. Het kan best dat ook zij me op een dag bij het huisvuil zetten. Dienst bewezen, weg met haar. Dan is dat maar zo. Ik ben zo ver heen dat zelfs dat me niet meer kan schelen. Ik ben sinds jaren niets anders meer gewend dan zulke houding, dat ik gebruikt word en ze me zonder enige gewetenswroeging vergooien als ik niet meer in hun leven pas of ze me niet meer nodig hebben. Hoe pijnlijk dat ooit was... voor de trauma's van de laatste jaren... ik bezie het nu met dode vissen-ogen. Ze doen maar, mijn leven voelt toch als voorbij.
Dus terug naar de titel 'Grenzeloos?' Neen... want die ene grens trokken mijn lichaam en geest... die grens kan ik zelf niet meer negeren.
|