Soms is het niet meer alleen overleven ... net met je hoofd onder water, spartelend om het boven water te krijgen en te houden. Door mijzelf af te sluiten, lukt het me... en ik hoop dat het blijft lukken, dat moet, tot dit voorbij is... en die dit wil ik niet eens meer benoemen, er niet meer aan denken... dit vanaf die mail, nu anderhalve maand geleden...
Ik heb afgelopen nacht gedroomd, een nare droom. Ik woonde in een kasteel. Ik weet niet waar ik dat vandaan haal want als ik ergens niet wil wonen dan is het wel in een kasteel. Gisteren schrok ik me een ongeluk toen mijn dochter en haar vriendin vroeg thuiskwamen en ik ze niet had gehoord... Plots geluid uit die kamer... ik schrok me te pletter, riep of ze al thuis waren... toen er geen antwoord kwam, begon mijn hart als gek te kloppen... ik dacht dat er een dief binnenzat die er niet eens om gaf dat iemand riep. Omdat er niet veel meer op zit dan je angst onder ogen zien, trok ik de deur open... en oefff... het was mijn dochter. Stel je dan eens voor dat ik in een kasteel zou wonen... waar duizend geluiden zijn... :-(
Ik droomde dus dat ik in een kasteel woonde, ik bevond me op het terras, een terras zoals je soms ziet op opengestelde kastelen waar dan al het publiek van de zon kan genieten bij een glaasje wijn of kopje koffie. Zucht. Plots kwam daar mijn zoon binnen, lachend, met zijn vrouw ... alsof er niets was gebeurd en hij me niet al jaren doodzweeg en er geen contact meer was. Daar stond hij plots... lachend. Net zoals ook vroeger was ik zo blij hem eindelijk na al die jaren terug te zien, dat hij daar zomaar onverwacht was teruggekomen dat ik ook alleen maar blij kon zijn en ze met open armen ontving...
Toen, even later... liet hij mensen binnen... heel veel mensen... zijn en haar vrienden maar ook vrienden die ik niet eens kende. Alsof het vanzelfsprekend was, liet hij ze plaatsnemen op al die tafeltjes op het terras van mijn kasteel, hij liet een traiteur komen en bediende ze van speciaal eten... Hij leek dat zo vanzelfsprekend te vinden. Ik stond erbij... perplex... keek... en hij lachte, smalend... met zo'n blik van 'heb ik je goed zitten hé... ' Toen alle vrienden vertrokken waren vertrok ook hij met zijn vrouw. Opnieuw die nare smalende lach... En precies die smalende lach... kan ik niet vergeten. Ik lag nog lang wakker, heel verdrietig en ellendig... Het was zo naar... zo ontzettend naar.
Dat gevoel van belachelijk gemaakt te worden... zo naar behandeld te worden, als een ding waar je eindeloos mee kan sollen... is zulk bekend gevoel... en het laat me van binnen schreeuwen en huilen, maar van buiten blijft het stil...
|