Er bestaat een oud Chinees verhaal over een vrouw wier enige zoon stierf. In haar verdriet ging ze naar een heilige man toe en zei: "Over welke gebeden, welke magische bezweringen beschikt u om mijn zoon weer levend te maken?" In plaats van haar weg te sturen of met haar te gaan praten zei hij tegen haar: 'Breng me een mosterdzaadje uit een huis dat nooit verdriet heeft gekend. Dat zullen we gebruiken om het verdriet uit uw leven te verdrijven'.
De vrouw ging meteen op pad, op zoek naar dat magisch mosterdzaadje.
Eerst kwam ze bij een prachtig herenhuis. Ze klopte op de deur en zei: 'Ik zoek een huis dat nooit verdriet heeft gekend. Ben ik hier aan het goede adres?' Ze zeiden tegen haar: 'U bent beslist aan het verkeerde adres hier', en begonnen alle tragische gebeurtenissen op te sommen die hen de laatste tijd overkomen waren. De vrouw zei bij zichzelf: 'Wie is beter in staat om deze arme, ongelukkige mensen te helpen dan ik, die zelf ongelukkig ben?' Ze bleef een poosje bij hen op hen te troosten, en ging toen verder op haar speurtocht naar een huis dat nooit verdriet had gekend.
Maar waar ze ook kwam, in krotten of paleizen, ze kreeg het ene verhaal na het andere te horen over droefenis en ongeluk. Uiteindelijk hing ze zo op in het steun bieden aan anderen die verdriet hadden geleden, dat ze haar speurtocht naar het magische mosterdzaadje vergat, zonder ooit te beseffen dat he tinderdaad het verdriet uit haar leven had verdreven.
Galeiboeven zijn prikken in onze vadsige huid ter bevordering van onze mens-wording.
Ambetante vragen
Ambetante vragen zijn galeiboeven die prikken in onze vadsige huid ter bevordering van onze mens- en christenwording
Laat je prikken!
Leven is kiezen hoor je wel eens zeggen. En inderdaad, je kunt niet buiten. Het leven bestaat uit steeds maar opnieuw kiezen:huwen of niet, kinderen krijgen of niet, en hoeveel? Een huis huren, kopen, bouwen? Naar welk werk zoek ik? Willen wij samen, man en vrouw, uit gaan werken? Naar welke school sturen wij onze kinderen? Waaraan besteden wij ons geld? Laten wij ons raken door de armoede en de onrechtvaardige behandeling van zovelen in onze wereld? Welk soort vakantie kiezen wij? Waaraan geef ik mijn tijd: werk gezin hobby anderen?
Sommige van deze keuzesituaties zijn heel belangrijk, en ons antwoord bepaalt dan ook de verdere richting van ons leven. In elk leven zijn er momenten waarop een mens een wissel neemt en op een nieuw spoor komt. Beslissingen die je slechts één keer neemt.
Maar ook andere, meer dagdagelijkse keuzen kunnen de kwaliteit van ons leven bepalen: waaraan besteden wij ons geld? Welke plaats krijgt de T.V. en de video in ons gezin? Enzovoort, enzovoort. Vaak zijn het meer koerscorrecties.
Hoe gaan we met al dit soort keuzen om? Wellicht zijn er in ons leven keuzen geweest die we heel bewust gemaakt hebben. Maar wie kan zeggen dat er niet veel keuzen onbewust gemaakt hebben, of half-bewust?
Onze cultuur dringt ons bepaalde keuzen op: we worden omringd oor min of meer verborgen verleiders die bijvoorbeeld voortdurend een beroep doen op onze kooplust, op onze hebzucht. Denk alleen maar aan de reclame die ons dag in dag uit bewerkt.
Maar keuzen kunnen ook bepaald worden door bepaalde leefpatronen in de familie, door de reacties van collegas op het werk, door de buren.
Het is al heel wat als wij ons bewust worden van de verschillende mechanismen die onze keuzen beïnvloeden.
De vraag die wij ons hier willen stellen is: of ons geloof ook een rol speelt in onze belangrijke, maar ook in onze dagdagelijkse keuzen. Laten wij ons bepalen door het Evangelie als wij kiezen?
Proef op de som: maken wij van ons natuurlijk gezin een nieuw gezin? Kijk naar het de keuze van het gezin van Prisca en Aquila en spiegel je gezin in hun gezin!
Een koppel had reeds vijf jaar ruzie gemaakt, en voor hun vijfde huwelijksverjaardag besloten ze dat er iets moest veranderen in hun relatie. Daarom gingen ze naar een oude, wijze man, en vroegen hem om raad.
Kom op jullie huwelijks verjaardag bij mij op bezoek, zei de wijze man, en ik zal jullie een fijn soupeetje voorzetten.
Die dag kwam het jonge koppel uiterlijk welgezind bij de oude man.
Ze hadden hun twee kinderen ook meegebracht, een jongen van vier-en-een half jaar en een meisje van drie.
Als geschenk gaven ze de oude man mooie bloemen.
Groot was hun verbazing toen hij ze aannam en ze zonder verpinken met de steel omhoog in een vaas zette. De oude man excuseerde zich niet en bovendien vroeg hij zijn gasten om eerst in de keuken de afwas te willen doen.
Het soepeetje begon met een kop koffie en een taartje.
Vervolgens diende de gastheer een chocolademousse als voorgerecht op.
Na het hoofdgerecht volgde een bord soep waarop een visschoteltje de maaltijd afrondde.
In de twee grote waterglazen goot de man rode en witte wijn, en in het wijnglas water.
Toen de jonge man bruisend water vroeg kreeg hij leidingswater, en de vrouw die normaal plat water dronk schonk hij borrelend bronwater in.
Met stijgende woede had de jonge vrouw dit eigenaardige schouwspel gevolgd, tot ze beledigd rechtsprong. Nu is het genoeg riep ze uit, wij komen hier om wijze raad, niet om een maal waar alles op zijn kop staat.
Rustig keek de wijze man haar aan en deed har weer zitten.
Kijk, zei hij, zoals ik jullie nu behandeld heb, zo doen jullie al sinds je verlovingstijd met elkaar.
Je kende elkaar nog maar pas en je at al van het zoet dessert der intimiteit.
Je had thuis geleerd om wijs te zijn en je was niet eens voorzichtig en hij knipoogde even naar het oudste kind, dat onverwachts vroeg geboren was.
Je had jezelf nog niet gevonden en je wou de ander al bezitten.
En toen je- veel te vlug- getrouwd was, heb je niet opgehouden de andere te bewijzen dat jij als vrouw of jij als man baas in huis bent. Als de ander plat water vroeg, dan gaf je bruisend water om te laten zien dat jij de sterkste was. Als je verwachtte dat de ander de afwas of een bepaald werk voor jullie gezin ging doen, dan werd je gevraagd om je eigen boontjes te doppen.
Denk je dat je op die manier van het huwelijk een feest kunt maken?
Er viel een lange stilte.
En toen de man de tranen in twee paar ogen zag en twee handen die voor het eerst mekaar echt zochten, dan wist hij dat een sinds lang gescheiden koppel, nu pas voorgoed getrouwd was.
R.I.P. Heden overleed, alleen en van bijna iedere mens verlaten,
JEZUS VAN NAZARETH
Zo willen we aan Hem blijven denken.
Zacht was hij, zijn liefde mateloos, zijn vrienden: de zwakken , uitgebuiten, vertrapten en dromers. Ieder was voor hem gelijk: geen oude en geen derde wereld. Geen gele en geen blanke, niets van dat alles. Geen armen en geen rijken. Iedereen gelijk: delen tot en met. Zo deed hij, zo leefde hij: Geven om anderen gelukkig te maken. Sterven om anderen leven te schenken. God, wij danken U voor deze onvergetelijke mens.
In de eerste jaren van de christengemeente, na Pinksteren, zochten de broeders en zusters in het jonge Verrijzenisgeloof naar één teken, dat overal waar het christendom zou bloeien, zinnebeeld van eenheid zou zijn. Zo kwamen in een lange zomer afgevaardigden van de hele wereld bij elkaar in Rome om te zoeken naar zulk teken. Van overal kwamen ze: uit Jeruzalem en Antiochië, uit Filippi en Tessalonica, uit Athene en Zuid-Italië. Zelfs uit het verre Spanje dat pas bekeerd was.
De voorzitter zette het probleem uiteen. En ja hoor: de voorstellen kwamen.
Een graanhalm
Kijk, zei een afgevaardigde uit Jeruzalem: Ik stel voor dat wij als teken nemen: een graanhalm. De Heer heeft ons gezonden om vruchten voort te brengen. Honderdvoudig. Wie zal de parabel van de Zaaier niet herinneren .
Dat voorstel kreeg luide bijval.
Ook de tekenaar vond het uitstekend om in beeld te brengen.
Een wandelstok
Maar zo eenvoudig was het niet. Want de man uit het verre Spanje kwam met een ander voorstel te voorschijn. Hij stelde voor een wandelstok te nemen als symbool. De Heer en ook de jong kerk moeten rondtrekken met de wondermooie boodschap van: God is Liefde. Jezus heeft zelf de opdracht gegeven om de hele wereld door deze vreugdevolle leer te verkondigen. De wandelstok is een teken dat je telkens weer wakker schudt om niet te blijven zitten. Het Evangelie moet verspreid worden.
Een vis
Er was iemand die sprak van een vis. Hij dacht aan de wonderbare visvangst en daarbij had Jezus ook gezegd tot zijn pas gekozen leerlingen: Voortaan zult gij mensen vangen voor het leven .
Men sprak nog van het vuur, van een vredesduif, van levend water, van een grafsteen die man dacht allicht aan lege graf -
Uit de overvloed van voorstellen kwam men in het geheel niet tot een oplossing.
Een kruis
Toen stond een oude man recht. Het gewicht van de jaren drukte op hem. Een gefluister ging door de zaal. Het was die man, die heel veel jaren in de gevangenis had verbleven. En zo sprak hij waarom houden we het niet bij het kruis
Het gemompel in de vergadering nam toe
Een jonge afgevaardigde sprong recht en zei vol pinkstervuur: Het kruis. Dat is een dwaasheid. Christus heeft het leven gebracht. Wij hebben een blijde boodschap. De oude man wild nog wat zeggen maar hij werd niet meer gehoor, vanwege het geweldige applaus dat de jongeman gekregen had.
Dus zouden ze een tiental jaren later weer bijeen komen. De tijd zou wel raad brengen. En zo gebeurde het. Tien jaren later waren ze er weer. Ze waren al wat ouder. Wat trager en met heel wat minder. De man met het voorstel van de graanhalm zweeg. Er was al veel onkruid in de jonde kerk.
En de Spanjaard met zijn wandelstok verteld over de velen die niet meer meegingen om de jezusboodschap blij te verspreiden.
Het vuur was ook al bij velen gedoofd.
De oude man die sprak van het kruis was niet meer bij hen.
Maar iemand zei: Ik wil je toch nog spreken over dat kruis Eigenlijk: daarom ging het. Het kruis hoort en nu eenmaal bij. We kunnen het niet ontlopen. En al is Jezus er op gesorven Hij heeft het och weer overwonnen. Het kruis is een teken van hoop en geloof in Gods liefde. Kom: neem het kruis als teken
Vroeg of laat stoot je met je kop tegen de ellendige dwarsbalk die je leven maakt tot een kruis. Je wordt ziek! Je hebt een accident! Degene die je liefhebt sterft! Men werkt je tegen! je wordt vernedert, uitgestoten!
Deze dwarsbalk kan alle vormen en afmetingen aannemen. Hij kijkt niet jaar je titels, je plaats, je naam, je aanzien, je cijfer op school en je succes bijde mensen! Je bent gelukkig! Alles gaat goed...en plots...die verschrikkelijke dwarsbalk. Hij kan je zoveel pijn doen dat je ontgoocheld, ontmoedigd en ontredderd, dood zou willen zijn;
Het kruis is een realiteit in ieder mensenleven. Maar steeds miner mensen zijn ertegen opgewassen. Je hebt geen keuze! Je draagt je kruis ofwel zal het kruis je verpletteren! Maar je kun te pas dragen, als je de zin en de functie van kruis leert begrijpen. Het kruis brengt je terug tot de waarheid, tot je juiste afmetingen van arm, zwak, kwetsbaar, klein mensenkind.
Het is als een antennen, waarmee je een boodschap van God kunt opvangen. Ze zal je niet verlossen van je lijden, maar ze zal je verlossen van de zijnloosheid en de nutteloosheid ervan! Je kunt weer 'mens' worden en het gebeurt dat je alles heel anders en veel beter ziet door oegen die geweend hebben!
KRUISIGEN: koud maken - het zwijgen opleggen - doof maken - paaien - blind maken - verstikken - iemand tot consument maken - iemand verblinde televisiekijker laten worden KRUISIGEN: richten naar de valse waarden van de maatschappij - aanpassen - terechtstellen - bewapenen voor de oorlog - iemand geen kans geven - afschrijven - veroordelen met vooroordelen - kapotmaken - doen lijden - laten lijden KRUISIGEN: eenzaamheid toelaten - iemand laen verdrinken in problemen - geen oog en oor hebben voor iemand - aan zijn lot overlaten - niet bekommerd zijn om de anderen - je niets aantrekken van de wereldsituatie KRUISIGEN: roddel - stoef en bluf - proberen te overtreffen - met de ellemogen werken en overal de eerste willen zijn - alleen maar aan zijn eigen voordeel denken
Vergeet maar niet dat kruisigen veel meer is dan alleen twee balken en drie nagels. Maar vergeet ook niet dat na de kruisdood van Jezus de verrijzenis komt.
In haar boek "In het huis van menseneter, teksten over vrede" geeft de duitse theologe Dorothee Sölle een lijstje met woorden, die een "vertaling" zijn van "kruisigen". Zoals Christus aan het kruis genageld werd,zo worden er vandaag géén mensen meer gemarteld. Het gebeurt anders, beter, smeriger, meer doordacht, pijnlijker! Het ergste is: ook wij doen daaraan mee, dikwijls onbewust, dikwijls zonder het eigenlijk goed te willen, maar het gebeurt...
KRUISIGEN: terechtstellen - uitschakelen - uit de weg ruimen - levenslang geven - een speciale behandeling voorschrijven - niet meer meetellen KRUISIGEN: om zeep helpen - vernietigen - schorsen -afvoeren - op de vingers tikken - saneren - ontslaan - met ontslag dreigen - iemand klein krijgen KRUISIGEN: geen onderdak geven -niets laten leren -het niet kunnen aanzien - vergassen - iemand afhankelijk maken - iemand tot verslaving bregen - dom maken - bang maken - brutaliseren KRUISIGEN: vergeten - verzwijgen - doodzwijgen - verdringen - het niet geweten hebben - het niet willen weten - voor onverbeterlijk verklaren - als een speciale beschouwen.
Citaat als onderschrift bij het evangelie van Witte Donderdag
-Maar als men je dan opmerkt dat die diakens na hun wijding toch niets anders doen dan wat ze reeds tevoren deden?
-Ik ben er nog niet helemaal uit. Ikzelf vond het heel zinvol tot diaken te worden gewijd. Ik voelde als het ware dat het méér dan nuttig, maar zinvol was. Ik dacht daarbij aan priester-leraars. Was het zinvol hen tot priester te wijden als zij tochlevenlang op een college zouden verblijven? Waarom werden zij dan geen broeder in een onderwijscongregatie? Maar het antwoord gaat veel dieper. Ik heb het zelf niet uitgevonden, maar dankbaar ontvangen. Ik heb ooit een hoofdstuk gelezen in het boek van Paul De Haes, De kerk als dienst aan de wereld, en ik heb het daarna herhaaldelijk herlezen en nog eens herlezen. Op de duur kende ik het als het ware uit het hoofd. Maar dat artikel heeft mij een heel eind op weg gezet.
-Ik weet dat je daar veel bent mee bezig geweest. Wil je ontdekking met ons delen?
-Ik wil proberen wat ik daar geleerd heb met eigen woorden uit te drukken. Mijn excuses als het niet altijd heel duidelijk is. Ik ben helemaal geen theoloog. Maar gelukkig heb ik wat gezond verstand meegekregen. Met eigen woorden probeer ik het nu kort te verwoorden. Opdat het volk van God een volk zou kunnen zijn en nog meer bepaald volk van God, heeft Jezus aan degenen die met Hem verbonden zijn door het geloof en het sacrament van het geloof, het doopsel, een werkzaam teken gegeven. En dat zijn mensen van vlees en bloed, geen brood en wijn deze keer, geen water of olie, maar concrete mensen. Misschien maakt het volgende het wat duidelijker. Kijk, de bijbel is van heel groot belang, maar in het begin was het Woord en niet het Boek. De heilige Schrift leert ons juist het oorspronkelijke feit kennen: geschreven teksten komen op de tweede plaats. Oorspronkelijk is het Woord en het levende getuigenis. Daarom is de voornaamste en bijzonderste gestalte van het woord in de Kerk van Jezus Christus niet de Heilige Schrift, maar de gemachtigde getuige. (Tussen haakjes: hoor mij nu niet vertellen dat ik de Schrift onderwaardeer en op de tweede plaats zet!) Deze getuige heeft een naam. Bij name wordt hij geroepen. De naamafroeping bij het begin van elke wijding heeft daarom een rijke betekenis. Het referentiepunt waarin het Volk zijn eenheid betekend ziet en belichaamd weet is niet een dode letter, maar de levende persoon, de gemachtigde getuige die spreekt in de naam van de Heer. Christus heeft niet gezegd: Wie u leest, leest Mij. Hij heeft gezegd: Wie naar u luistert, luistert naar Mij; en wie u verstoot, verstoot Mij. Wij Mij verstoot, verstoot Hem die Mij gezonden heeft (Lc 10, 16). Maar deze levende mensen, met eigen naam en levensgeschiedenis, zijn niet alleen passieve referentiepunten; zij zijn ook actief en werkzaam. Ik zou ook kunnen zeggen dat een diaken-zijn een sacrament is. Een sacrament is een teken: maar het teken is hier geen zaak, geen boek of papieren, maar levende mensen die Hij zendt met een opdracht en een volmacht. Maar de diaken is ook actief als sacrament. Hij stelt de dienende Christus en de dienende Kerk tegenwoordig en staat er mede voor in datde mensen dat ook daadwerkelijk kunnen ervaren. Ik ben geen theoloog, maar ik durf beweren dat het feit dat iemand diaken gewijd is al heel wat betekent en realiseert, afgezien van de concrete sacramenten die hij mag of maar mag toedienen. Nog iets dat daar een licht op werpt en voor ik het vergeet. Elke zondag dat onze priester hier voorgaat in de eucharistieviering in het verzorgingstehuis, vraag hij mij niet om te assisteren, maar om te concelebreren. Let wel, concelebreren tussen aanhalingstekens! Ik kan mij voorstellen dat zelfs collegas diakens verbaasd zullen opkijken als ze dat lezen of horen van mij.
-Diaken Laurent, dat moet je ons dan eens goed uit de doeken doen!
-Het is helemaal niet de bedoeling om hier sensationele verklaringen af te leggen. Maar ik kan het als volgt duidelijk maken: wij moeten de symboliek van het wijdingsambt leren begrijpen. Het wijdingsambt heeft niet met macht te maken maar wel met dienen. De priester symboliseert Christus,de Herder en de diaken Christus, de Dienaar. Als zij beiden aanwezig zijn bij het vieren van de eucharistie is de symboolwaarde pas volwaardig aanwezig!
-Dezelfde Paul De Haes heeft het ooit ongeveer als volgt verwoord. De consecratie en de communie zijn de twee sleutelwoorden van de eucharistie. Maar zijn wij soms niet eenzijdig geweest? Er is immers een dubbele consecratie. Dezelfde waarheid kunnen wij uitdrukken met een ander woord: er is een dubbele identificatie. De Heer zegt: Dit is mijn Lichaam. Dit is mijn bloed. Brood en wijn worden geconsacreerd. Het is de Heer in persoon. Hij is het zelf, wezenlijk en waarachtig.
-Maar de Heer zegt ook: Ik had honger Ik was ziek Ik was naakt Zwakke mensen, arme zondaars worden geconsacreerd tot het Lichaam van Christus dat de kerk is. Jezus zelf bouwt zijn gemeenschap op, neemt mensen op en omvormt ze tot zijn lichaam. Er is dus een dubbele consecratie, een dubbele identificatie. Jezus is niet alleen de tochtgenoot die met ons gaat: door de eucharistische communie komt Hij in ons, in een allerinnigste eenheid. Waarom? Omdat hij door ons naar de mensen wil gaan. Om wat te doen? Om te doen wat Hij gedaan heeft: - om brood te breken voor hen die honger hebben; - om wijn van vreugde te schenken aan hen die het niet meer zien zitten; - om vertrapten en vernederden op te richten en hen een waardigheid van mensen en kind van God te geven; - om eenzamen op te nemen in een vriendenkring; - om God te leren ontdekken als een lieve Vader; - om mensen te leren ontdekken niet als rivalen en concurrenten maar als broeders en zusters; - om een wereld op te bouwen waar plaats is voor iedereen, waar geen oorlog en haat meer zijn maar enkel vrede in Jezus naam. Als ik met onze priester concelebreer, komt de symboolwaarde van het gewijde ambt volledig tot zijn recht. De priester met de eerste consecratie en de diaken met de tweede consecratie!Oef! Ik hoop dat mijn laatste antwoorden niet al te ingewikkeld waren! Al heb ik deze gedachten van Paul De Haes al enkele keren mogen gebruiken bij getuigenissen, het blijft toch moeilijk om het klaar en duidelijk te zeggen. Laat ons maar terugkeren op begane grond. Citaat uit mijn 'fictief' interview met diaken Laurent. Een mooi onderschrift bij de viering van Witte Donderdag.
Waarom draagt de diaken de stool zo dat de rechter arm vrij blijft?
Waarom dragen de diaken de stool zo dat de rechterhand vrij blijft?
Het concilie van Toledo in 633 spreekt over de stool in verband met de bisschop, de priesters en de diakens. Maar voor de diakens wordt er bijgevoegd dat zij hem over de linker schouder dragen, "omdat hij bidt, zoals hij predikt." Dat is belangrijk omdat wij hier duidelijk zien dat de diakonia daardoor wordt benadrukt. De diakonia wordt door de diakenstool gesymboliseerd. En waarom over de linker schouder? Omdat zodoende de rechterarm vrij blijft om zonder hinderpaal dienstbaar te zijn. Een ander bron vermeldt dat de diakenstool verwijst naar het doek waarmee Jezus tijdens Het Laatste Avondmaal de voeten van zijn leerlingen waste. Op Witte Donderdag een gedachte om bij stil te staan.
Brochure bisdom Den Bosch stimuleert parochies tot diaconie
Rkkerk.nl, 4 maart 2005 - In dagblad Trouw woedde recent een discussie over diaconie in tijden van secularisatie: de Rotterdamse predikant At Polhuis vroeg zich af of de PKN zich nog wel diaconie kan permitteren in tijden van leegloop en vergrijzing moet er niet eerst en vóór al evangelisatie zijn? Het bisdom Den Bosch, dat op weg naar het diocesane jubileum in 2009 een evangelisatieprogramma afwerkt, ziet diaconie juist ook als kerkelijke core-business: "De bisschop van s-Hertogenbosch wil de parochies stimuleren vorm te blijven geven aan de diaconale opdracht van de Kerk", zo luidt de openingszin van de Bossche brochure over diaconie (Christus zichtbaar maken), die op 18 februari werd gepresenteerd.
Het was aan de diocesane Raad voor Diaconie om de intentie van mgr. Hurkmans uit te werken in beleidssuggesties voor bisdom en parochies. Christus zichtbaar maken is daarvan het resultaat: "Parochies die de handschoen opnemen mogen rekenen op ondersteuning vanuit het bisdomkantoor. Deze ondersteuning kan alle gewenste vormen aannemen: van een vrijblijvend adviserend telefoontje tot een langdurige begeleiding van een groter diaconaal project", belooft de inleiding.
Barmhartigheid Een parochie heeft als opdracht Christus zichtbaar maken en zijn Evangelie te verkondigen, zo stelt de brochure, die dit gegeven verder concreet uitwerkt in de werken van barmhartigheid: de hongerigen te eten geven, dorstigen te drinken geven, de naakten kleden, de doden begraven, de vreemdeling opnemen, de zieken bezoeken en de gevangenen bezoeken. De brochure voorziet elk werk van barmhartigheid van adresgegevens in het bisdom, waartoe parochies zich kunnen wenden voor raad, daad en samenwerking.
Buitenwacht Bij de presentatie van Christus zichtbaar maken sprak onder anderen dr. H. van Munster o.f.m., oud-hoogleraar wijsbegeerte en oud secretaris-generaal van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Hij benadrukte het belang van het beeld dat de buitenwacht van diaconie heeft: "duidelijkheid over het concept van barmhartigheid bevordert dat parochies weten wat zij van een diaconie kunnen verwachten."
Als voorbeelden noemde hij zr. Edmundine, die leprapatiënten verzorgde, Moeder Teresa en Franciscus van Assisi. "In barmhartigheid scheppen mensen een hemel tussen zich in, waar God zich thuis voelt. In ons omgaan met mensen is God aan de hand of anders is het satan", aldus Van Munster.
Broosheid van het bestaan Zr. Edmundine, Teresa en Franciscus gaven allen een antwoord op noden die zij om zich heen zagen. Het eerste dat opvalt is "dat zij persoonlijk geraakt werden", aldus Van Munster. Vanuit een be-schermd leven ontdekten zij "de broosheid van het bestaan".
In de huidige samenleving wordt vooruitgang in geld gemeten, maar "de traditie van het evangelie houdt de mens bij de les waar liefde is en toewijding daar is God". De afgelopen eeuw is volgens Van Munster de samenleving onherkenbaar veranderd, en kwamen medisch handelen gericht op verjonging, de dominantie van het geld en de onttovering van de wereld centraal te staan. Van Munster: "Die drie machten verleiden de machthebbers ... Edmundine, Teresa en Franciscus zouden uit het wereldje van de machten treden en mensen omgeven met de mantel van barmhartige toewijding. Hun wapen tegen de heersende machten zou zijn de macht van de barmhartigheid."
Enkele uitspraken over de diakens in Testamentum Domini
1.31,10 : Zoals het goed (juist) en passend is, gaat de priester samen met de diaken in de huizen van de zieken en brengt hen een bezoek. Hij overlegt (denkt er over na) wat passend en nuttig is om aan de zieken te zeggen , vooral aan de gelovige zieken.
I.33,1: De diaken doet en deelt alleen dat mee wat de bisschop hem opdraagt. Hij is de raadgever van heel de clerusen zo iets als het zinnebeeld van de hele kerk. Hij verpleegt de zieken, bekommert zich om de vreemdelingen, is detoeverlaat van de weduwen. Op vaderlijke wijze ontfermt hij zich over de wezen, gaat de huizen van de armen in en uit om na te gaan of er iemand is die in angst leeft, ziek is of in nood is geraakt. Hij gaat in de woningen van de catechumenen op bezoek om diegenen die twijfelen te bemoedigen en om de onwetenden te onderrichten. Hij kleedt de overleden mannen aan en schmückt hen op, hij begraaft de vreemdelingen, en ontfermt zich over degenen die hun vaderland hebben verlaten of eruit verdreven werden. Hij maakt aan de gemeente de namen bekend van degenen die hulp nodig hebben (die in nood verkeren). Daarbij zal hij de bisschop niet lastig vallen en hem alleen s zondags verslag uitbrengen, opdat hij daardoor over alles op de hoogte is.
1.34,3: Als een diaken werkzaam is in een stad die aan de zee ligt, zal hij zorgvuldig de oevers afzoeken, of er geen lijken van schipbreukelingen zijn aangespoeld. Hij zal de drenkelingen aankleden en begraven. In het onderkomen van (voor) vreemdelingen zal hij er zich van gewissen (op verkenning gaan) of er daar geen zieken, armen of overledenen zijn, en hij zal de gemeente meedelen, wat zij voor iedereen moeten doen, wat nodig is. De verlamden en zieken zal hij een bad geven, waardoor zij in hun ziekte (in hun noodsituatie) even op adem kunnen komen. Allen die in nood verkeren moet hij melden aan de gemeente.
1.34,4: De diaken zal in alles als het oog van de kerk zijn; hij zal zich inspannen om een voorbeeld van vroomheid te zijn. (Hier volgen nog waarschuwingen voor degenen die nog niet tot het eucharistievieren bekwaam zijn en over de voorbeden die de diaken moet voordragen.)
Een oosterse monnik werd eens uitgestuurd naar het westen. Bij zijn terugkeer in het klooster riep de abt alle monniken bijeen. Toen vroeg hij zijn medebroeder: "Wat heeft de reis geleerd?" De broeder boog het hoofd en bleef geruime tijd in meditatie verzonken. Iedereen zweeg eerbiedig. Uiteindelijk nam de monnik het woord. "Ik droomde", zo zei hij, "dat ik aan de kant van de weg zat. Ik was moe en er hing een zeer dichte mist. Plots hoorde ik links van mij snel hoefgetrappel. Nieuwsgierig keek ik op en zag ineens een ruiter opduiken. Zonder kijken galoppeerde hij mij voorbij. Ik had nauwelijks de tijd hem te vragen: "Waarheen gaat die snelle reis?" "Dit moet u aan mijn paard vragen!", hoorde ik nog net. Toen slokte de mist de ruiter op.
Het monument aan de ingang van Cité Secours te Lourdes
Tot mijn verbazing merk ik dat weinig bedevaarders Cité Secours bezoeken. Het ligt links van de basiliek op de flanken van de Pyreneeën. Cité Secours werd gesticht door Mgr Rodhain, o.a. stichter en directeur van Secours Catholiques in Frankrijk en één van de belangrijke promotors van het permanent diaconaat.Cité Secours heeft als doelstelling om aan de armen die een bedevaart naar Lourdes niet kunnen betalen, toch de kans te geven om zon bedevaart te beleven.
Op het domein van Cité Secours werd de herdersstal van Bartrès nagebouwd en doet dienst als kapel en bezinningsplaats. Naast het altaar is een grote weegschaal gebouwd. Op de ene schaal rechts merk je een tabernakel en op de schaal links tarwehalmen, rijst en een wereldbol. In het middel ligt de Bijbel open bij Matteüs 25, 31-46, bij de perikope die wij lezen op het feest van Christus Koning, de laatste zondag van de zondagen door het jaar van het A-jaar.
De betekenis van dit prachtig symbool is duidelijk. Op de rechterschaal het brood en de wijn. Jezus zegt dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed. Hij identificeert zich als het ware met het gebroken brood en de vergoten wijn.
Op de linkerschaal de wereldbol met de tarwehalmen en de rijst. Hier wordt verwezen naar de honger in de wereld. Honger staat hier symbool met alles wat mensen missen om volwaardig mens te kunnen zijn. In Mt 25 identificeert Jezus zich met mensen rondom ons die in nood zijn, die het levensnoodzakelijke ontberen. Hij zegt: Wat gij voor een van deze mensen hebt gedaan, dat hebt gij aan Mij gedaan.
Wij kunnen dus spreken van een dubbele identificatie of als je wil van een dubbele consecratie.
De twee armen van de weegschaal kunnen wij zien als de twee armen van de bisschop. Hij heeft beide armen, die van de priester en die van de diaken, nodig om de volheid van zijn wijding te kunnen uitoefenen.
Onlangs hoorde ik tijdens een eucharistieviering op tv als refrein van het slotlied: Ga nu heen en vrede en maak het waar!. In het leven van elke dag moeten wij voeten en handen geven wat wij in de eucharistie vierden.
De weegschaal in de nagebouwde herdersstal van Bartrès vinden wij terug aan de ingang van Cité Secours. Het is een bronzen monument, maar voor iedereen en zeker voor diakens een welsprekend symbool.
Vader Joe reageerde op de persoon, op de eenvoud en de helderheid van een geschrift, en niet zozeer op de mate van ordelijkheid die aan het explosieve, mysterieuze proces van de verlossing kon worden opgelegd. Dat was misschien de reden waarom hij me de pittige, puntige en gepassioneerde dertiende-eeuwse Duitse Meister Echhart aanried, een bliljante prediker die door protestantse geleerden als een voorloper van de Reformatie werd beschouwd. Dom Aelfred had me uitdrukkelijk opgedragen hem pas veel later te lezen, omdat hij moeilijk was.
Ik vond Meister Eckhart geweldig:
Als God de ziel toelacht en de ziel lacht terug naar God, worden de personen van de Drie-eenheid voortgebracht. Als de Vader de Zoon toelacht en de Zoon lacht terug naar de Vader, brengt die lach plezier voort, dat plezier brengt vreugde voor en die vreugde liefde, en die liefde is de Heilige Geest.
Dat was een heilige Drie-eenheid waarmee ik uit de voeten kon.
p.120 - 121
Wat ik meteen zal zo leuk vond, vader Joe, was dat u de enige priester was die mij aan het lachten maakte.
Kijk aan. En ik hoop dat ik je aan het lachen zal blijven maken. We zouden veel vaker op priesters moeten lachen. Als je er goed over nadenkt, is lachen iets heel belangrijks. Het leven zit vol kleine pretenties en dikdoenerij. En als we daarom lachen, raken we heel even aan de waarheid die daarachter schuilgaat. Dat is naar mijn idee voor alle betrokkenen erg gezond.
Ik kon me die lang vervlogen tijd herinneren toen ik bijna een van hen was, en inderdaad, dat deden ze, ze lachten, glimlachten, maakten grappen en haalden streken uit. Kennelijk hadden ze zelfs in die diepe stilte manieren gevonden om elkaar aan het lachen te maken.
We stellen ons God niet lachend voor, hé? Maar als God geluk is, moet God ook gelach zijn. Weet je nog die schitterende passage uit Meister Eckhart die je eens gevonden had?
Met de beste wil van de wereld kon ik me niet herinneren wie die Duitse kerel was. Het was vijfentwintig jaar geleden. En toch wist vader Joe het nog letterlijk uit zijn hoofd:
Als God de ziel toelacht en de ziel lacht terug naar God, worden de personen van de Drie-eenheid voortgebracht. Als de Vader de Zoon toelacht en de Zoon lacht terug naar de Vader, brengt die lach plezier voort, dat plezier brengt vreugde voor en die vreugde liefde, en die liefde is de Heilige Geest.
p. 118 119
En aldus, in de volheid des tijds, iets meer dan een jaar dat ik verbitterd van mijn oude vriend was weggevlucht omdat hij had volgehouden dat ik echtgenoot en vader was, werd er een zoon geboren, een kleine gulden knaap wiens haar al blond was, en wiens ogen even blauw waren als de lucht boven Quart in het voorjaar. Hij moest met een keizersnede ter wereld worden gebracht; ze gavenhem me stevig ingepakt in een ziekenhuisdoek in de operatiekamer aan, en ik nam het lieve pakketje mee naar het zachte licht dat ze vaders offeren om hun lieve pakketjes bij te aanschouwen.
En het eerste dat hij op deze aarde deed, wan naar mij glimlachten terwijl ik naar hem glimlachte. En de oeroude woorden van Meister Eckhart kwamen weer in me op:
Als God de ziel toelacht en de ziel lacht terug naar God, worden de personen van de Drie-eenheid voortgebracht. Als de Vader de Zoon toelacht en de Zoon lacht terug naar de Vader, brengt die lach plezier voort, dat plezier brengt vreugde voor en die vreugde liefde, en die liefde is de Heilige Geest.
p.274 - 275
Drie citaten uit het prachtige boek van Tony Hendra, Vader Joe. De man die mijn leven redde, Spectrum, Utrecht 2005. Ik bied ze jullie aan ter meditatie. Mag ik jullie ook aanraden dit boek te lezen en misschien te herlezen?
De monteur Ronald Belle (USA-Wisconsin), bezig in een hoogspanningsmast, komt met een kabel in aanraking en valt, zwaar verbrand. Een collega, twee meter lager aan het werk, vangt hem op en weet hem vast te houden tot er hulp komt.
Het samenlopend publiek ziet een schouwspel waarover het nog lang kan nadenken. De een houdt de ander vast, ofschoon hijzelf geen steun heeft en het dubbele gewicht op de draad onder zijn borstkas hem haast de adem afsnijdt. Zo hangen ze daar tussen hemel en aarde.
Dikwijls vragen wij ons af, of we wel in staat zijn anderen te helpen, als we onszelf onzeker voelen. Of we anderen de weg kunnen wijzen, als we zelf uit de bochten, de zijwegen, de kruisingen en dwaalwegen geen wijs kunnen. Of we andere houvast kunnen geven, als we het zelf niet hebben.
Maar vast staat: als Ronald Bell nog leeft, is dat omdat zijn kameraad zich niet afvroeg: zou ik hem kunnen houden; maar domweg zijn armen uitstak en hem opving. Degene die vasthoud, geeft mij houvast. Degene die dik de weg wijs, geeft mij de zekerheid, dat ik op de goede weg ben. Degene die ik liefheb, is de bron van mijn geluk. En dat gaat dan rechtstreeks in tegen de wijdverbreide opvatting, dat mijn geluk ervan af zou hangen of iemand van mij houdt.
Galeiboeven prikken in onze vadsige huid ter bevordering van onze mens-wording
In 1972 publiceerde Steven de Batselier een boek(je) bij De Nederlandsche boekhandel, Antwerpen. Het telt 46 bladzijden. De laatste maanden heb ik het herhaaldelijk doorgelezen én er veel deugd aan gehad. Daar ik vermoed dat het boek nog moeilijk te vinden zal zijn en daar de galeiboeven goed zijn voor onze mens-wording, neem ik de vrijheid er een bloemlezing van te maken. Ik wens je veel prikken ter bevordering van onze mens-wording.