Hier stond hij nu, wind in de rug, handen in de zakken. Even moest hij terrugdenken, aan zijn legerdienst, waar hij eens op een te vroege maandagochtend, door een slecht uitgeslaapen sergeant van week, zijn beide broekzakken had moeten dichtnaaien, omdat daarin, op die koude wintermorgend, zijn verkleumde handen zaten. 's Avonds, in't "Grenadiereke", de place to be, in die tijd, heeft diezelfde sergeant van week, op dat ogenblik tamelijk zwaar aangeschoten, met een keukenmes, dat hij van rosse Olga, van achter den toog had gekregen, de grote steken in kaki garen, terug losgepeuterd. Bij het zingen van allerlei dronkemans- en andere liederen, hangend met eene arm rond zijn nek, herhaalde hij steeds dat het hem zo speet. Maar, hij staat hier nog altijd met zijn rug in de wind, met zijn handen in zijn zakken, naar de opkomende roodoranje zon te kijken. Ze kon zeker niet tippen aan die griekse zon die hij ooit eens op Santorini, samen met enkele tientallen andere toeristen, had zien ondergaan. Terwijl ze daar zo stonden, te genieten van dat fenomeen, in de nauwe wit blauwe straatjes, deden de zakkerollers hun werk. Hij hoorde daarna vertellen door de plaatselijke bevolking dat het zigeuners waren geweest. De avond daarvoor hadden zij de toeristen vergast op enkele mooie wervellende dansen, daar waren de klachten al begonnen. Mensen die hun geldbeugel misten, auto's die waren opengebroken. Naar het schijnt mag een zigeuner in elk dorp waar hij komt voor een bepaald aantal eurocenten stelen, omdat hij vroeger toen moeder Maria op de vlucht was haar eens heeft geholpen, daar hebben ze daar op Santorini wel van geprofiteerd. Wat een herinneringen er zoal bij een mens bovenkomen, wanneer hij met zijn rug in de wind, met de handen in de zakken, de zon ziet op of ondergaan.
Hij nam het geelzwarte "Union Match" lucifersdoosje, uit zijn diepe jaszak, stak een Camel , die hij even voordien met één gebaar uit het glitterpakje deed wippen, tussen de droge lippen. Met een bevende wijsvinger duwde hij het laatje, waarin de solferstekjes lagen open, nam er eentje, streek het aansteekuiteinde over, de smalle zijkant van het doosje, de solfervonk knetterde, maar doofde onmiddellijk weer uit door de felle wester, die hem recht in zijn aangezicht, uit het waaigat blies. Hij draaide zich om, rug in de wind, maakte van zijn twee handen een schelp rond zijn rookgerief, stekjes, stekkedoosje en sigaret. Bij de eerste keer vatte het kurkdroge houtje al vuur, likte met de felle vlam, aan de sigaret. Het vlammetje werd als't ware in de sigaret gezogen, en ontvlamde zo de geel bruine tabak, die dadelijk een zeemzoete typische camelgeur verspreide. Toen hij het doosje wilde sluiten, zag hij dat er op het blancogedeelte, iets geschreven was, een telefoonnummer, zeven..... negen..... zeven..... twee.... nul...... vier.
De feesttent, ge kent ze wel die groenwit gestreepte mastodonten, kon niet ver meer zijn, de makkers van de ploeg, hadden gezegd dat ze op stik dezelfde plaats zou staan als verleden jaar. Dus het dorp helemaal door, dan voorbij de Mallemolen, een bruine kroeg, laat open, bier genoeg, het derde kramikke makkadammeke op de linker kant in, dan ten einde rechts de grote weide, van boer Willemme in, die als autoparkeerplaats zou dienen......... plots flitsten er lichten links en rechts van zijn wagen aan, hij remde, uit de duisternis traden, enkele donkere figuren nader. Het in kleine cirkeldraaiende verlichte lampje, van het pillicht beduide dat ik mijn raampje moest open draaien, hier zou Urbanus " iepe, iepe, iepe" zeggen. Zijn raampje iepte hij open, en direkt blafte een norse stem hem toe, "nor waar gaade gij" hij slikte even, wat was dat hier? "Ik mut hier ergens in een fjeesttent zijn met de manne van de voetbal." hakkelde hij verder " zijde gaaie lid van de Polderboys?" riep er iemand anders " Natuurlijk" antwoorde ik vlug, met de gedachte, okee hier kom ik nog goed uit, "Ja rijd dan maar deur, hier efkes verder, ziede de tent al staan." In een flits zag ik op de rug van de man, het woord, Security staan. Het klamme zweet stond in mijn handen, zo verschieten, das nie zo gezond op mijnen ouderdom, en ja efkes verder zag ik de verlichte tent staan, door mijn open raampje sprongen muzieknoten de auto binnen, hmm, dacht ik dat liedje ken ik das nog van Wil Tura, ik neuriede mee," draai dan, zeven negen zeven twee nul vier."
Blues met zijn DuéRoza.
Een DuéRoza, is de samenstelling van de woorden Duet en Proza, het is als't ware een duel of duet, in proza, over een onderwerp of een dezelfde zin in dit geval, zeven... enz. Eerder verscheen al in deze vorm: Een klein schots portemoneeke.
Verdomme wat maken we het ons, mensen toch allemaal moeilijk. Zou het dan echt niet kunnen dat we in de toekomst vreedzaam naast elkander gaan leven. Dagelijks maken ik mooie, zeer mooie dingen mee, maar dan komen die weer te verwelken, door stomme gebeurtenissen, die echt niet door de beugel kunnen. Ik heb me een fijne vriendenkring opgebouwd, ik dacht hier laat ik niets of niemand meer tussen komen, die de boel kunnen verzieken. Maar dan zijn er weer van die nietsnutten die het tot hun hoofddoel in het leven hebben maken om zulke vriendschapsbanden, uiteen te rafelen, ik wil alleman te vriend zijn , ik wil alleman zelfs begrijpen, en vergeven, maar wanneer deze personen , en ik heb er nu juist geteld 3 in mijn directe omgeving, wanneer zij blijven agiteren, blijven stoken, dan raakt zelfs mijn vergeveingsgezindheid ook op.
Erg hee!!!
Ik zou een groep willen samenstellen, zoals je weet schilder ik een beetje, beeldhouw ik een beetje, pruts ik een beetje, ga me nu niet zien als een volwaardige schilder nee belang niet, ik ga me zeker ook geen beeldhouwer noemen, wij WERKEN in steen of in speksteen, maar we zijn echt geen beeldhouwers, tot daar die lange inleiding.
Wel ik zou zo graag een selecte groep van zulke kunstbeoefenaars willen vormen, maar dan zit je weer met, wie wel, wie niet. Je zou als een soort van loge kunnen gaan werken, dat die kunstminnende leden, alleen op voorstel mogen toetreden. Dit lijkt kinderachtig maar de mens maakt het zelf zo, ik ben bang dat eens die voorbeeldkunstkring, er is, dat we de slechte mensen de verkeerde mensen aantrekken, dan kun je weer met een proefperiode gaan werken, is die goed genoeg, blijft die zo goed, BEN IK WEL GOED GENOEG??, meent die het wel, heeft die of die goede bedoelingen, ik weet ik ga het ver zoeken, maar daar wordt je tegenwoordig toe gedwongen.
VERDRAAGZAAMHEID.
Daar draait het allemaal om luister eens meer naar uw medemens, begrijp hem, laten we toch eens proberen, het begint een preek of sermoen te worden, als ik nu maar enkele mensen tot nadenken kan zetten die deze woorden op mijn blog hebben gelezen dan ben ik al tevreden, wanneer enkele mensen gaan denken in dezelfde richting als ik, dan heb ik al een beetje mijn doel bereikt, en die groep van kunstliefhebbers, die hartegroep, komt er toch.
Ik hou u op de hoogte, ik ga er zeker mee beginnen.
Mijn koffie word koud, tot nog eens, ik hou van jullie.
Wat is het goed, nog even, in de deemstering, van de avond, te mediteren. Vragend, denkend, wie ben ik, waar ben ik, wie of wat loopt er naast mij, bekijk kleur, ruik geur. Ervaar die omringende wereld, doe indrukken op, laad u op, beleef intens en bewust.
Wij hebben zo veel om te geven, daar zijn we echt rijk aan, van dit geven wordt je niet arm, in tegendeel. Een vriendelijk woord, een klein gebaar,een lach een knipoog is zo vlug gegeven.
Probeer elke dag iets liefs iets goeds te doen.
Begin nu morgen eens anders, probeer mij eens te volgen, sta wat vroeger op, nu zeker in deze tijd, beloond, de vroege morgend zij die de dauw nog zien hangen in het klamme gras. Ga zitten in uw tuin of op uw terras, rustig, en luister. Sttt, niets anders doen dan luisteren, als je zo even stil zit, begin je aan mooie kleuren te denken warme kleuren, laat rood, roze, oranje in uw geest voorbij gaan. Heb je al bloemen in uw tuin staan, ga wat dichter bij die bloemen zitten, steek er uw neus in, aanschouw dat wonder, verplaats u al zwevend, glijdend over de grond, probeer die duizende Tai Chi beoefenaars na te doen, zij schuiven behoedzaam verder. Geen te grote passen nemen, zwaai soms eens behoedzaam met je armen. Denk even dat je een grote bal in je armen hebt, en je rolt hem gracieus weg, volg zijn beweging tot hij verdwenen is, je moet nu helemaal op uw tenen staan om die bal aan de einder zien weg te rollen. Streel eens de manen van een paard, sluit uw ogen , leg je linker arm onder de nek van het paard, zodat zijn kop op uw schouder ligt, en streel met rechts de lange zachte manen van die ingebeelde merrie. Zoek de opkomende zon, steek je armen uit, voel de weldadige warmte ervan buig dan door je knieen ga op je hukken zitten, en krimp u ineen maak u zo klein mogelijk, blijf weer zo even maar in deze toestand, denk nu hoe nietig we zijn tegenover deze wereldnatuurwonderen, probeer dit ook te doen bij slecht weer in de regen, in de sneeuw, ik weet het zeker beleef dit doe dit eens een zekere tijd, en je zult beloond worden. Doen, en denk dan even aan mij.
Uit mijn dagboek, dat ik jarenlang heb bijgehouden.
Het verleden moet een springplank zijn, geen hangmat.
Op een tentoonstelling stelde een bezoeker aan al de deelnemers lastige vragen, eigelijk onnodige vragen, toen hij aan mijn stand was gekomen vroeg hij aan mij," dat moet wel heel moeilijk zijn om zo een neushoorn uit een blok steen te hakken." Ik antwoorde hem," Nee hoor, je kapt gewoon alles weg wat niet op een neushoorn lijkt."
Je hebt nieuwelingen, en nieuwelingen op het werk, ik wil maar zeggen de eene is de andere niet, en de eene is ook snuggerder dan de andere. Toen een jongeling, hij rook nog naar de schoolbanken, op een dag bij ons op het werk het sorteerprobleem zou komen oplossen, had ik hem juist voor de middagpauze, rond de papierversnipperaar zien draaien. Toen ik hem vroeg," kan ik je helpen", antwoorde hij," hoe werkt dat ding hier,"" heel simpel," zegde ik en stak het dikke dossier in de versnipperaar. "Hee, bedankt," antwoorde hij " maar waar komen nu de copies uit?".
Onder mijn schildervrienden heb ik er toch enkele speciale zitten, Willy had een garage, waar hij samen met zijn broer, en enkele werkmakkers de boel draaiende hield. Op een dag moest hij op de rechtbank komen getuigen, een advocaat van de tegenpartij liet hem een foto zien van een deel van de vernielde wagen," herkent u dit?" vroeg de zwart witte man, en hij overhandigde Willy een foto men daarop een massa vervrongen leidingen en gekleurde draden, het bleef even stil toen antwoorde Willy,"Picasso?".
Er zijn tijden geweest dat we ons eigen boterhammetje mee naar het werk moesten brengen, er zullen zeker nog wel firmas zijn waar dit nu nog gebeurt maar, dan gingen we gewoonlijk aan de overkant van de straat, een kom soep eten of een andere kleinigheid. Die dag ook, de baas van de zaak die zelf de bediening deed bracht de soep aan't tafel en zegde," het ziet er naar uit dat het gaat regenen, meneer." Na een hap van de soep te hebben genomen zei Leo, een man uit Herentals,"Het smaakt er ook naar."
Dit zijn moppen, smakelijk.
We moesten toch allemaal naar de keuring, voor we naar het leger gingen, en de meeste jongelingen probeerde van alles uit om maar afgekeurd te worden, zo ook den Alexander. Hij kwam bij de dokter in het militair hospitaal, de dokter stak een kaart met grote gedrukte letters omhaag en vroeg aan Alexander, welke letters er op de bovenste rij stonden. Heel verwondert antwoorde de rekruut,"welke kaart?" Toen de arts een bezemsteel in de hoogte hield, met de woorden "wat is dit",antwoorde hij "een potlood." Hij werd afgekeurd. Toen Alexander s'avonds naar de cinema ging, en het licht ging aan, zag hij tot zijn schrik de legerdokter vlak voor hem zitten. Hij boog zich naar de arts toe en vroeg," Dit is de bus naar de Luchtbal toch niewaar?"
Er zijn toch nog slimme vrouwen op deze aardbol. Een vrouw vertelde aan een vriendin hoe zij het klaarspeelde om nooit ruzie met haar man te maken," De helft van de tijd doet hij waar hij zin in heeft, en de andere helft doe ik waar hij zin in heeft."
"Dokter denkt u dat ik nog vijftig jaar mee kan," vroeg de patiënt,"hoe oud bent u nu?" "veertig" "drinkt u gokt u, of zit u achter de vrouwtjes aan?" "Nee" zegde de man" ik rook niet, ik drink niet, en vrouwen zeggen mij niets." "Waarom wil u dan nog vijftig jaar blijven leven?" vroeg de dokter verbaasd?
Het was weer zo'n koude winteravond. Op weg naar de benzinepomp, vroeg ik mijn vriendin haar oude handschoenen uit de kofferbak, omdat die, vulmonden soms zo koud kunnen zijn, maar toen ik aan de desbetreffende pomp kwam, had de bediende van het station er een kleurijke wollen want aan gebonden. Dat noem ik nu eens service, bedankt Paul, tot vulles.
Na een zware sneeuwval, maakte ik zoals gewoonlijk de oprit van mij en van de buren, een ouder koppeltje, ook schoon. Toen ik na die gedane arbeid aan de kachel zat te genieten, van de gezellige warmte werd er gebeld, mijn buurman stond er met een schaal soezen, op de drempel, ik kende de keukentalenten van zijn vrouw, dus mijn "Dat had je nu niet moeten doen," protest was alleen maar voor de vorm. Genietend van deze traktatie, zegde ik plagerig tegen mijn vriendin, dat ze toch eens naar het recept moest vragen, bij de buurvrouw, "ik vind het recept dat wij hebben zeer goed "zegde mijn vriendin" sneeuw, jij die de buren hun oprit schoon maakt, en dan maar wachten." Geen slecht gedacht van mijn keukenprinces, niet waar?
Mijn dochter werd nogal te veel volgens mij opgebeld, dus op een dag toen zij niet thuis was en de telefoon rinkelde weer om die ongeveer zelfde tijd, nam ik de hoorn af en zegde"Proficiat, je bent in verbinding met het huis van Brenda. Helaas ben je pas de zevende beller, ze komt tegenwoordig alleen maar om de tien maal bellen aan de lijn." Geen gechiechel of enig ander lawaai aan de andere kant van de lijn, tot een oudere stem zegde," We hebben hier in de bib een boek liggen dat u hebt aangevraagd, misschien kunt u na het tiende telefoontje er even tussen uit om dat op te halen."
Blues (met rode wangen, van de sneeuw te ruimen maar ook verschoten van de reactie van de bib-bediende.
Ik denk, dat ik enkele goede, zelfs zeer goede, vrienden, heb gewonnen.
Sinds enkele tijd krijg ik mailtjes van zeer vriendelijke mensen, Rene en Fina zijn er twee van.
En dan mag ik zeker Chris niet vergeten, die nog half in de mooie Provence zit. Ben je het al gewoon terug te zijn.
Ik kan me geen beeld van jullie vormen, misschien is dat beter zo, ik had eens iemand van zeer nabij waar ik woon, en die maakte zich bekend, ja toen was er, vond ik toch, de lol, het mysterieuze, er af.
Nu kan men, zich iemand voorstellen, blijft natuurlijk een gokken, zij beweren dat ze door mijn gedichten, en mijn artikeltjes, mij blijven, mailen, hierdoor hebben ze me beter leren kennen, lieve mensen,
Hebben jullie soms een blog, zo ja laat het mij dan spoedig weten, zo nee, probeer het eens, volg de raadgevingen, hoe je een eigen blog, kan ineensteken, echt gemakkelijk, en dan leer ik jullie misschien, nog beter kennen,
In ieder geval, bedankt voor die steun, die ik van jullie krijg,
P.S. Ik ben gisterenavond nog op de chat geweest, mensen wat is daar veel verandert, ik probeerde, even om terug op de aloude wijze erin te komen , maar alles leek zo koel, geworden, ik denk nog dikwijls terug aan die tijden, toen we op de chat, een bal organiseerde, we nodigden de dames uit, zij zegde welk kleed ze gingen aandoen, wat ze graag dansten, toen ze telkens vroegen "hee blues wat drink jij," zegde ik telkens " botermelk" en dan antwoorde Jen steeds met" bleueeueurk"enz. Dan was er nog die tijd toen we mekaars beroep probeerde te raden, mooie herinneringen, zeg bloggers van toen, a u b ik ga nu regelmatig terugkomen, en hoop van U hetzelfde, tot, hoores, tot, BLOG.
(dag Fina, dag chris dag rené) Chris, Fina en René, laten we blijven mailen, het doet zo goed om, jullie namen op het scherm te lezen
Gisteren ter gelegenheid van de opening van de week der amateurkunsten, heb ik jong talent moderne klassieke muziek horen spelen. Ze speelden van Terry Riley - in C, de meeste van de toehoorders vonden het zeker niet goed. Ik begrijp deze mensen niet, alleen al het instuderen, deze groep jongelingen, is daar een jaar mee bezig geweest, dient alle lof, en dan zulke uitlatingen doen, dit gaat mijn petje te boven. Deze jeugd die eigelijk nieuw voor mij is, deze jeugd heeft te samen, onder leiding van zeer bekwame mensen iets, kunst, volgens mij voortgebracht. Ik weet het de moderne klassieke muziek wordt nog altijd niet volledig aanvaard, maar wanneer horen wij deze muziek, misschien op KLARA maar anders, en denk eraan onbekend is onbemind. Ik vergelijk het met de moderne kunst, die wordt ook niet door al te velen geapresieerd, maar moderne kunst kan ook voortgebracht zijn door een zondagsschilder die plots besluit ik ga abstract schilderen, dan vind ik dat ook kitch, wanneer ik dan mag terug komen op die musicerende jeugd, zij hebben allemaal de muziekscholen sommige zelfs het conservatorium doorlopen, dan krijgen zij van mij een dikke tien. Proficiat deugnieten, 'twas tof. En ik heb er wel van genoten. Zeker tot hoores.
Bestaat er hierna echt niets meer?'t Is moeilijk te vatten, ik hoop, uit de grond van mijn hart, de er nog iets anders is,
Het kan toch mogelijk zijn, er zijn zoveel duistere problemen, zoveel vraagtekens, zoveel gebeurtenissen, die als't ware een onverwachte wending krijgen, alsof ze door een hogere macht of kracht worden bestuurd.
Is het dan toch waar, moest er toch nog iets bestaan, hierna, dan zou mijn moeder zaliger mij al lang hebben gewaarschuwd.
Hee, blogger wat denk jij durf jij hierop antwoorden, en met mij proberen enige klaarheid, in deze mysterie te brengen.
Blues ( heeft u uitgedaagd, wie neemt de handschoen op.)
Vandaag start weer een archi-druk weekeinde, onze KAPPA-tentoonstelling in de Watertoren van Kapellen loopt als een trein, in samenwerking met het Kringloopcentrum van onze gemeente. Gisteren hebben we al wat opgeruimd in "De Hoeve Van Paesschen" waar vanmorgend, dus vrijdagmorgend de tentoonstelling zal worden opgezet, een drukke maar toch plezierige bedoening, stel je voor alle kunstenaars brengen hun werk naar de tentoonstellingsplaats die worden dan samen opgehangen, de werken bedoel ik niet de kunstenaars, steeds weer een prettig weerzien en een interessante kennismaking met de nieuwelingen. Waar ik vooral naar uitkijk zijn de oudere mensen van mijn atelier, samen met mijn vriendin hou ik een kreatief atelier open hier in het" Bruggeske "te Kapellen, daar zijn dus oudere mensen bij die voor de eerste maal in hun leven HUN werken ten toon stellen. En fier dat ze zijn. Dat ze dat nog kunnen meemaken. Dan hebben we gisterenavond de tentoonstelling in het Ravenhof te Stabroek opgezet, van onze sympatieke IKIM-kring. Dus wanneer je goed kan tellen zitten we nu in drie tentoonstellingen. Nu volgen natuurlijk weer de alombekende vernis- en finnisages, met een speechke van de respectievelijke voorzitters, overgoten met een drankje en voor de hongerige een hapje, zijn dit ook weer telkens hoogtepunten in het verenigingsleven. Morgen zaterdag gaat dan ook weer die"Boulevard of Broken Dreams" open een stuk verkeersvrije straat waar alle soorten kunstenaars hun ding komen doen, misschien moest het goede weer aanhouden, dat ik daar ook eens mijn neus laat zien. Telkens met zo een tentoonstelling moet er een permanentie voorzien worden, dus dat nemen we er ook nog bij. Dan zondagavond uitgenodigd op een dansdemonstratie. Maandag de huwelijksverjaardag van een vriendin. Woensdag wonen we bij de Nederlandse Kunstkring " Uit de Kunst" een voordracht bij. Op 6 mei is de tentoonstelling in de Watertoren ten einde dus daar gaat dan weer een finnisage door, met wat muziek en woordkunst. Dan moeten telkens die tentoonstellingen weer ontmanteld worden, 6 mei verjaart er weer een vriendin, 14 mei rijden we naar Mol om de aquarelisten van de kempen te gaan bekijken met hun tentoonstelling. 15 mei ga ik de hele dag beeldhouwen bij Walter Celis in Antwerpen. 20 mei een Workshop Acryl in het Ravenhof te Stabroek........ ....enz. enz. Echt wanneer je gepensioneerd bent heb je heel, heel weinig tijd,.....OVER.
Ik heb ooit eens geëxposeerd in een ouderlingentehuis. We mochten onze schilderijen in de gangen hangen waar de verschillende kamers op uit kwamen. Na enkele uurtjes hong alles netjes omhoog, een ding ga ik zeker nooit meer vergeten, zolang we daar in die gangen rondliepen, hoorden we steeds die klagende, vragende,roepende mannenstem "zusterke help mij, zusterke help mij nu toch." Daarna ben ik nooit meer ingegaan op een uitnodiging om in een dergelijke instelling te exposeren.
Ken jij, hartepijn, nee, geen zeer, geen pilletjeskwaal. Geen ziekte, door een arts te verhelpen.
Geen medicijnman, kwak of zalver, geen ziener, kan dit bloeden stelpen.
Geen genezer, of pillendraaier, geen verpleger of wondennaaier.
Geen chirurg, of narcotiseur, geen lekebroeder, of profiteur.
Geen kinesist, of soeur sourire, geen specialist, of vlijtige mier.
Niemand kan mij helpen met die pijn, die wonde helen, zou een wonder zijn.
Wil jij mijn, Dulcinea zijn, zodat ik voor jou, reuzen kan bestrijden.
Wil jij mijn, Yellow rose of Texas zijn, zodat ik voor jou, de bull kan berijden.
Wil jij mijn, Gioconda wezen, glimlach uit duizend en een nacht, mijn Garbo, Dietrich,Bridgida of gewoon mijn Tinneke van Heule die nog mooier dan de Mona Lisa lacht.