Hagelstormen zijn een typisch zomerfenomeen. De aarde warmt op, lost haar warmte en stuwt zo de passerende donderwolk wel 10 kilometer hoger. Daar is het vrieskou, waardoor ijspartikels dikker worden. De wolk daalt en de ijspartikels die ondertussen hagelbolletjes zijn geworden, krijgen opnieuw water op zich. Vervolgens wordt de wolk weer omhoog gekatapulteerd en dikt de hagel opnieuw aan.
Doordat de windrichting beneden en boven verschilt, komt de donderwolk in een vicieuze cirkel terecht. Daardoor gaat zij tot tien keer op en neer. Telkens worden de ijsbollen groter, zonder dat ze vallen. ‘En tegen zo’n opwaartse beweging van een donderwolk is weinig te doen’, zegt Frank Deboosere.
Uiteindelijk ontsnapt de wolk toch aan de opwaartse druk van de aarde en storten de hagelbollen zich met een vaart van 200 kilometer per uur naar beneden.
Philippe Huybrecht, klimaatprofessor aan de universiteit van Brussel, zegt dat hagelstormen geen gevolg zijn van de opwarming van de aarde. ‘Je kan een natuurfenomeen pas toeschrijven aan de opwarming van de aarde, wanneer je over lange tijd een trend ziet. Een hagelstorm is nu net een fenomeen waarin we geen trend zien.’