Het Weeuwhof
Deze huisjes, opgetrokken rond een binnenplein, doen sterk denken aan een begijnhof. Ze waren echter bedoeld om alleenstaande vrouwen en weduwen (weeuwen) onderdak te geven. Ze kwamen vroeger aan de kost met kantklossen. Kanunnik Proventier liet het hof tussen 1769 en 1782 bouwen. De pomp op het binnenplein vermeldt de namen van de stichters. Nu heeft het hof een sociale woonfunctie.
Lijssenthoek Military Cemetery
is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische stad Poperinge. De begraafplaats werd ontworpen door Sir Reginald Blomfield, met Arthur Hutton als uitvoerend architect en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het is na Tyne Cot Cemetery de grootste Britse begraafplaats in de Westhoek en telt meer dan 10.700 graven verspreid over 35 perken op een oppervlakte van ongeveer 4 ha. De begraafplaats is ommuurd en heeft een poortgebouw met twee zijgebouwen. Kort voorbij de ingang staat de Stone of Remembrance. Het Cross of Sacrifice staat in de oostelijke hoek.
In 2012 werd een nieuw bezoekerscentrum ingehuldigd. Door middel van beelden, teksten en media wordt de geschiedenis van de begraafplaats geschetst en voor elke dag van het jaar wordt het verhaal van minstens één slachtoffer verteld.
Dirk Dries David Damiaan burggraaf Frimout (Poperinge, 21 maart 1941) is een voormalige Belgische ruimtevaarder. Hij werd in 1992 de eerste Belg in de ruimte.
Dirk Frimout
werd geboren waar nu het hopmuseum gehuisvest is.
Talbot House
is een 18de-eeuws woonhuis dat in het bezit was van de Poperingse familie Coevoet. Op 11 december 1915 kreeg het huis een totaal andere functie. Midden in de Eerste Wereldoorlog, openden twee Britse legeraalmoezeniers, Philip 'Tubby' Clayton en Neville Talbot er Talbot House, een ontspanningsoord voor Engelse soldaten. Het huis ontleent zijn naam aan de gesneuvelde officier Gilbert Talbot die zoon was van de Anglicaanse bisschop van Winchester. Talbot sneuvelde op 23-jarige leeftijd in de omgeving van Ieper. Legeraalmoezenier Philip Clayton, die Tubby werd genoemd door de soldaten, stichtte de 'Toc-H'-vereniging. Zij bouwden ontmoetingshuizen voor oud-strijders en voor bezoekers van Britse slagvelden en krijgsbegraafplaatsen. Talbot House was een 'Every Man’s Club' en stond dus open voor alle Britse militairen, zonder onderscheid van rang of stand. Alleen al daarom was het uniek. Talbot House bood tussen 1915 en 1918 aan meer dan een half miljoen mannen onderdak.
Het Talbot House is in dezelfde toestand als het jaar 1917 en werd in 1929 gekocht door Lord Wakefield of Hythe. Hij schonk het aan de Talbot House Association.
Een reden voor de bijzondere ligging van het gebouw was dat soldaten er a home from home vonden in het hectische Poperinge van die tijd. De stad achter de frontlinie was het zenuwcentrum van het Britse leger. Bovendien kende Poperinge een liederlijk uitgaansleven, door de tienduizenden soldaten die er na een beurt aan het front stoom kwamen afblazen.
02-10-2017 om 16:27
geschreven door julie (Arlette)
|