Geschiedenis
Over de ontstaansgeschiedenis van het feest zijn veel speculaties. Vaak wordt verondersteld dat het feest teruggaat op een Germaans winterfeest, maar ook een zuiver kerkelijke oorsprong is mogelijk. Wel duidelijk is dat de ontwikkeling tot algemeen, door alle gezindten gevierd, volksfeest tamelijk recent is.
Oorsprong
De Schotse antropoloog James George Frazer veronderstelt een heidense oorsprong van het feest: het ronddragen van het (heilige) vuur zou een voorchristelijk vruchtbaarheidsritueel zijn, wijdverspreid over West-Europa. Het heidense ritueel zou dan door de kerk zijn overgenomen, vooral om het vertrouwen van de bevolking te winnen. Veel andere onderzoekers stellen echter dat er niets heidens aan het feest valt op te merken. De Duitse volkskundige Dietz-Rüdiger Moser stelt dat het feest door de kerk is geïntroduceerd. In Lucas vinden we de tekst: Niemand steekt een lamp aan en zet die in de kelder of onder de korenmaat, maar op de standaard, opdat wie binnentreden het licht zien (Lukas 11:33 e.v.). Deze regels uit het evangelie werden vaak op 11 november voorgedragen en in de mis besproken. Moser neemt aan dat door deze voorlezing in de mis de bevolking werd aangespoord tot een lichtjesfeest.
Moderne onderzoekers houden vaak het midden tussen beide standpunten. Sint-Maarten is een bedelfeest, en bedelfeesten waren nodig in de moeilijke wintermaanden. Bedeloptochten zoals met Sint-Maarten werden en worden (in Vlaanderen) ook gehouden met Driekoningen of met Nieuwjaar, en ook het Sinterklaasfeest heeft kenmerken van een bedelfeest
|