Ziekte en dood
Mozart oogst in Wenen in oktober en november 1791 veel succes met zijn opera Die Zauberflöte (KV 620) gecomponeerd voor het gezelschap van Emanuel Schikaneder. Hoewel hij uitgeput is door het vele werk aanvaardt hij niettemin nog een geheime opdracht van graaf Walsegg zu Stupagg: een Requiem in d-klein (KV 626). Achtervolgd door wanen en depressies overlijdt hij ten slotte in de vroege ochtend van 5 december 1791, een halve dag na een door hemzelf op zijn ziekbed meegezongen repetitie van het onvoltooide 'Requiem', op 35-jarige leeftijd. Mozart krijgt een eenvoudige uitvaart en wordt begraven op de begraafplaats St. Marx te Wenen. De precieze locatie van zijn laatste rustplaats is niet bekend: de doodgraver kon zich achteraf niet meer herinneren waar hij begraven was.
Kinderen
Op 4 augustus 1782 trouwt hij met Constanze Weber (5 januari 1762 - 6 maart 1842), ze krijgen 6 kinderen van wie er slechts 2 volwassen worden.
|