Boodschappen doen, op zaterdagnamiddag in Mol. Niet direkt mijn favoriete bezigheid. Ik ben één van die zeldzame vrouwen die niet graag shopt. Veel te druk en vermoeiend voor mij. Maar als het moet, moet het. Nu ik toch in de buurt was, snelde ik nog even naar Van den Borre om een inktpatroon voor mijn printer. Ik heb ze enkele keren laten vullen, maar de laatste keer ben ik daar slecht mee gevaren. Mijn printer herkende zijn eigen inktpatroon niet meer. Zeven euro naar de knoppen! Daar ging mijn winst!
Ik besloot om terug nieuwe te kopen en bij Van den Borre zijn ze het goedkoopst. Et voila, zo gepiept. Eerst ga ik even controleren of ze wel in voorraad zijn. Je kan ze niet zelf van het rek nemen, ze worden beveiligd met een slot tegen diefstal. Jaja, daar hangen ze. Ik wacht geduldig aan de toonbank op een verkoper. En daar komt hij aan. De typische vlotte prater met tandpasta - smile. Ik vertel hem wat ik wil. "Welk type wenst u?" Vraagt hij vriendelijk. Ik vertel het hem nogmaals. Ik beschrijf zelf het doosje.... Maar dat is niet genoeg. Ik moet hem volgen en het type printer aanwijzen, alsof ik een dom kieken ben ... Ik loop zuchtend met hem mee en wijs hem het doosje aan dat ik wil. "Je bent zeker?" Vraagt hij nog een keer aarzelend. Ik bevestig. "Waauw, dat kom je ook niet snel tegen dat iemand zo goed weet wat ze wil!" Roept hij uit terwijl hij zijn tanden bloot lacht. De doorsneevrouw zou hem een knappe jongen noemen, ik vind hem te glad ... fake.
Met een grote zwier haalt hij het haakje van het rek in plaats van met zijn sleutel één doosje los te maken. Ik haal zwijgend mijn schouders op en draai me om terwijl hij zijn fout ontdekt. "Wat doe ik nu! In plaats van het gewoon los te maken!" Roept hij uit. "Ik ben precies in mijne goeie vandaag!" Ik kon niet anders dan dit te beamen, wat hem eventjes van zijn stuk bracht. Ik wacht aan de kassa, hij komt me met zwierige pas achterna. Even moeten hij wachten tot zijn vrouwelijk colega haar klanten heeft afgerekent. Zij bedankt hem voor het opnemen van haar GSM. Hij valt even uit de lucht, begint zich daarna weer te verontschuldigen ... Enfin, een kluns. Maar hij blijft in zijn vlotte verkopersrol. Plots valt mijn oog erop: zijn gulp staat wijd open. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ik denk nog even: "Moet ik het hem niet zeggen?" Maar dan bedenk ik me dat hij zich eigenlijk al genoeg belachelijk heeft gemaakt. Hij zal het zelf wel ontdekken en dan zal hij zich mijn spottend glimlachje misschien wel herinneren, maar dan ben ik er tenminste geen getuige van ... Met veel bravoure rekent hij met me af en vlot richt hij zich tot de volgende klant. Ik verlaat glimlachend de winkel.
|