Gevangen in duisternis. Opgejaagd door herinneringen. Verwarrende beelden die hem achtervolgen tijdens de lange nachten. Slapeloze nachten. Eindeloos gekweld door de film die tegen zijn oogleden afspeelt. Hij opent zijn ogen op zoek naar verlichting, maar in de plaats daarvan vind hij niets dan de zware duisternis die zijn ziel verslind. Dit moet de hel zijn. De hel op aarde.
Eens was hij een trotse man. Een groots man. Een hardwerkende man. Zijn hele leven heeft hij gezwoegd en gebeuld. Zonder ooit iets terug te vragen. Alleen maar gehoorzaamheid en loyaliteit van zijn knechten en vrouw. Drie prachtige dochter heeft hij. Zij zorgen voor hem. Hebben het beste met hem voor maar verstikken hem met hun onvoorwaardelijke liefde. Hij wil met rust gelaten worden. Hij is niet liever dan alleen in zijn eigen lugubere denkwereld. Belaagd door nachtmerries.
Vluchten kan hij niet. Zijn lichaam is zuiver versleten. Zijn huid voelt aan als perkament. Vier jaar geleden, zijn steun en toeverlaat verliet hem. Sindsdien is het alleen maar bergafwaarts gegaan. Het enige wat hij vroeg was loyaliteit. Waarom liet ze hem dat in de steek? Waarom liet ze hem alleen achter in deze duisternis? Iedere nacht gaat hij naar haar op zoek. Hij dwaalt door velden en spookachtige gebouwen. Hij roept haar naam. Maar hij is alleen.
Hij kreunt en jammert en smeekt om de dood. Maar de dood komt niet. Het leven is niet genadig. Het leven is hard, tot op het einde toe. Het duurt hem te lang. "Oooooh, ik zen ne sukkelaar .... ne sukkelaar...."
Het is officieel. Ik wordt op één september toegelaten aan de opleiding "Maatschappelijk Werk". Het waren enkele spannende dagen na mijn intakegesprek, wat tegenwoordig heel populair blijkt te zijn ... Je mag bij wijze van spreken nog geen scheet laten of je moet een intakegesprek ondergaan.
Mijn inakegesprek was naar mijn gevoel niet echt goed verlopen. De lerares die mij "interviewde" was op voorhand al van mening dat ik door mijn gebrek aan diploma hoger secundair onderwijs, niet in aanmerking kwam om deze opleiding te volgen. Ook al had de verantwoordelijke, haar baas dus, mij verzekerd dat dit gebrek aan, geen enkel probleem zou vormen. Moedeloos toog ik die avond huiswaarts. Geen oog heb ik dicht gedaan die nacht. Wat nu?
Maar stiekem had ik rekening gehouden met deze mogelijke afwijzing. Het was te mooi om waar te zijn, zomaar tot een graduaatsopleiding toegelaten worden, zonder enige vooropleiding. Zoveel geluk heeft een mens niet. Dus ik zette uit zelfbehoud plan B in werking en ik ging op zoek nar informatie over de opleiding "opvoeder" via de VDAB. Tegelijk zou ik dan mijn hoger secundair diploma kunnen behalen. Geen gezever meer, dan was ik in het bezit van dat o zo kostbare diploma.... Vanaf die dag concentreerde ik me volledig op deze nieuwe uitdaging in mijn leven. Ondertussen had ik wel een mailtje naar de verantwoordelijke van de graduaatsopleidng gestuurd, met de vraag om de verwarring uit te klaren.
Maandagavond, manlief doet onze mailbox open en zie ... een antwoord van de verantwoordelijke.Ik zou volgens haar zeker in september kunnen beginnen. Ik wilde het niet geloven, kon het niet geloven. Het drong zelfs niet door. Ik had dit nooit meer verwacht. Reageren kon ik niet. Ik staarde naar dat computerscherm. Heel mijn planning werd opnieuw overhoop gegooid. Mijn man kent me goed genoeg om te weten dat ik gewoon eventjes tijd nodig heb... De volgende dag werd ik verwacht op de VDAB bij mijn trajectbegeleidster. Daar doe ik mijn plannen uit de doeken. Zij had ondertussen al een verslag gekregen van de oriëntatiecurusus die ik met succes beëindigt had. Daarin sprak men ook over mijn hooggegrepen plannen. Ik had alle informatie die ik verzameld had over de opleiding bij HIK meegenomen, netjes geklasseerd in een map en gretig bladerde ze deze door. Ze was onder de indruk. Zij verzekerde me dat ik deze kans met beide handen moest grijpen en als het te zwaar zou blijken, kon ik nog altijd naar plan B overschakelen ....
Met een goed gevoel keerde ik terug huiswaarts. Maar toch bleef de twijfel een beetje knagen. De stem van mijn interviewster bleef door mijn hoofd hameren: "Je hebt geen diploma, ik betwijfel of je wel in aanmerking komt ...." Gisteren, laat in de namiddag ... telefoon. De bewuste dame van het secundair diploma. Ik mag op één september de cursus beginnen en ze vroeg me de naam en telefonnummer van mijn trajectbegeleidster, zodat ze deze beslissing officieel kon doorgeven.... Mijn deelname aan die oriëntatieopleiding heeft volgens mij de doorslag gegeven en misschien ook wel hun uitermate gunstig rapport ... Maakt me niet uit. Wat telt is dat ik een tweede kans krijg in het leven. In oktober wordt ik veertig, eindelijk volwassen ...
De cursus is voorbij. Het waren drie fijne maanden die te snel voorbij gevlogen zijn. Ik heb er veel fijne mensen ontmoet en vrienden gemaakt. Dankzij internet en de mogelijkheid tot mailen kunnen we ook makkelijker contact houden. Om niet in een zwart gat te vallen deze zomermaanden heb ik me opgegeven als vrijwilligster in een ouderlingentehuis. Ik kwam als geroepen, zoals overal staat men te springen voor vrijwilligers. Omdat ik een kunstopleiding genoten heb en nogal creatief van aard ben, krijg ik de hobbyclub toevertrouwd.
Hobby - en knutselclub ... In dit rustoord verblijven vooral zwaar zorgbehoeftige en demente bejaarden. Zelfs de besten onder hen, zijn heel beperkt in hun mogelijkheden. Niet alleen lichamelijk, maar vooral mentaal. Deze mensen maken werkjes op kleuterschoolniveau, met als grootste verschil dat kinderen bijleren, maar deze mensen niet meer. Hun hersencellen sterven langzaam af ... Wat enkele maanden geleden voor hun nog in hun bereik lag, kan daarom vandaag niet meer.
Verleden week maakten we heel simpel bloemstukjes: een hortensia, rozen en lavendel die men in een wekpot zette samen met enkele bamboestokjes. Dit kan het kleinste kind zou je zeggen ... Maar sommigen slaagden er zonder hulp niet in. Nadien zijn zo fier op hun bloemstukje, die in de refter op de tafels werden gezet. Soms werd er zelfs gekibbeld, als er twee deelnemers aan dezelfde tafel aten: "Wiens werkstukje mocht er op hun tafel staan?" Net grote kleine kinderen ...
Vandaag gingen we bloemetjes drogen. Sommigen vlogen er enthousiast in, anderen vonden dit werk en werken, dat doen ze niet graag! En daar kwam Fientje. Een klein, gebocheld lachend vrouwtje. Haar korte termijn geheugen was verdwenen. Je vertelde haar hoe ze de bloemetjes van de gedroogde lavendel moest ritsen, halfweg de eerste bloem was het weer vergeten ... Ze moest naar de wc, iemand moet meegaan, wat ze vind haar weg niet meer en halfweg vergeet ze misschien waar ze naartoe ging of waar ze eigenlijk is. Na enkele minuten komt ze terug, maar ze weet niet meer waar ze zat of waar ze mee bezig was. Toch is ze altijd even goed gezind.
Uiteindelijk had ik vormpjes uitgeknipt uit papier. Zij konden er met potlood rond tekenen, zodat we die later kunnen uitknippen om op zelfgemaakte kaarten te plakken. Een zonnetje, ster, hartje, kerstboom ... Oei, dat was al een probleem voor sommigen. En Fientje was haar bril vergeten dus ze zag het ook niet zo goed. Maar dat was nog niet alles. Halfweg het hartje was ze vergeten wat ze al getekend had, of het model was een beetje verschoven en dan begreep ze helemaal niet meer wat ze aan het doen was. Ze kon het niet, zei ze. "Maar jawel." Overtuigde in haar. Ik hield het model vast en wees haar waar ze gebleven was. Haar eerste hartje was klaar. Onbedaarlijk begint ze te schateren. Zo fier was ze. Fientje had een hartje getekend. Daarna nog één, en nog één! Een heel blad vol ...
Tien hartjes stonden er op haar blad. Maar knippen, dat ging niet ... Ik knipte er eentje uit en gaf het haar: "Asjeblief, een hartje dat jij zelf getekend hebt." Je zag haar ogen oplichten. Ze glimlachte en stak het hartje in de zak van haar schort. Ik wist, binnen vijf minuten is ze het al vergeten, maar deze minuut dat ze trots is op zichzelf omdat ze nog iets verwezenlijkt heeft, kunnen ze haar niet meer afpakken. Ze zal het zich niet meer herinneren, maar ik ben ervan overtuigd dat het gevoel blijft hangen ...
Agaath zit een beetje in een dipje. Ze wil stoppen met haar blogje. Ze vind haar talent niet goed genoeg voor blogland, ze heeft maar een heel saai leven, daardoor heeft ze niets te vertellen .... Maar het ergste van al vind ze het jammer dat ze nooit kan reageren op de verhalen van haar favoriete blogschrijvers, door die codes. Zo voelt ze zich een beetje buitengesloten. Nu, die codes kan je uitschakelen. Zo gepiept. En ja, je hebt meer kans op spam, maar is het dat risico niet waard als we zo Agaatje bij ons kunnen houden?
Hierbij roep ik iedereen op, steun ons Agaath, zet die idiote codes uit en steek haar een hart onder de riem.
Van een huilende baby die geen moment zonder zijn mensenmama kon, is prins Enrique de Eerste uitgegroeid tot een ondernemende peuter. Vooral na gisteren... Negen weken oud ... Een cruciale leeftijd voor onze katertjes. De twee broertjes gingen voor de eerste maal naar de poezendokter. Na een ritje in zijn koninklijke koets, gingen we eerst en bezoekje brengen aan landheer Harry. Als een koningszoon betrad Enrique zijn broers eigendom en eiste deze op, na eerst de sanitaire voorzieningen geïnspecteerd te hebben. Heer Harry wist zijn plaats en gunde zijn broer deze aangeboren gunsten. Het natuurlijke gezag dat Enrique uitstraalde was niet te negeren. Wat wil je, met twee pit bulls als persoonlijk leger, is je aanzien toch wel heel wat groter dan met een York als body - gard...
Nadat de grenzen verkend en de regels vastgelegd waren, trokken we naar de dierendokter. Heer harry Carravacho kreeg een lift met de koninklijke koets. Hij was eerst aan de beurt en hij onderging het onderzoek en het bijbehorende prikje als een echte dappere aanvoerder: zonder een kick te geven... Onze stoere kerel woog 900gr. Daarna was Enrique aan de beurt. Nieuwsgierig ging hij op onderzoek uit. Al dat gepotel betekende een beknotting van zijn vrijheid, waar hij niet echt van gedient was. Daarna kreeg hij zomaar, zonder enige toestemming, een naald in zijn vel!. Luid en verontwaardigd protesteerde hij. Hoe zou je zelf zijn, als koningszoon! Onze prins heeft de laatste weken zijn achterstand meer dan ingehaald. Het bewijs: hij woog maar liefst 800gr!!!
Na deze beproeving toog het gezelschap opnieuw naar het landgoed van heer Caravacho. Prins Enrique voelde zich er thuis en hij eigende Harry's kattenbak, Harry's maal en Harry's paal voor zich op. Tegenspraak werd op een dreigend gegrom onthaald. Maar Harry aanvaardde deze voorwaarden. Het was immers een eer dat Zijne Koninklijke Hoogheid zich wilde verlagen tot zijn status! Heer Caravacho nestelde zich in de zachte zetel en deed daar zijn middagdutje.
Thuis gekomen gind Enrique doodmoe slapen. Nadat hij enkele uurtjes later zijn buikje had rondgegeten en de trap voor de eerste keer had beklommen, was het voorgoed gedaan met de rust. Hij speelt, klimt, bijt, krabt, ligt in hinderlagen, maakt gekke bokkensprongen en klimt tegen je blote benen omhoog. Weg is de kleine peuter van die ochtend, die lieve baby die zachtjes op je hand sabbelt en lieve poezenwoordjes fluistert. Wat er vanmiddag ook gebeurt is terwijl ik eventjes boodschappen ging doen, Heer Caravacho heeft geen goede invloed op mijn kleine, lieve Enrique ...
Door eigen ondervinding weet ik hoe lichaam en geest met elkaar verbonden zijn. En ik ben er heilig van overtuigd dat niet je lichaam moet genezen om een kwaal te overwinnen, maar wel de geest. Begrijp me niet verkeerd, kanker of aids zijn verschrikkelijke dingen die je niet met een therapie bij de psycholoog op één, twee, drie kan genezen. Dan is je lichaam al zover "afgetakeld" dat er drastisch moet ingegrepen worden. Maar dat de onderliggende oorzaak wel psychisch is, daar ben ik nu wel achter. Ik ben geen dokter, alleen een ervaringsdeskundige en ik observeer ...
Migraine, Chronische Vermoeidheid, Fybromialgie (Chronische gewrichtsonstekingen) en zelfs griep ... Allemaal symptomen van een wankel mentaal evenwicht. Jarenlang werd ik rond de kerstdagen geveld door een vervelende griep. Nee, geen kater, ik was in die periode te ziek om te feesten. Sommige jaren bleek ik de feestdagengriep overgeslagen te hebben en kon ik toch deelnemen aan de kunstmatig opgewekte feestelijkheden. Maar gegarandeert dat ik op twee januari doodziek in bed lag. Deze jaarlijkse griep episode is overgegaan toen ik besloot om niet meer deel te nemen aan die opgefokte massahysterie. Ik zet een kerstboom en ik hou van die sfeer, maar dan rustig thuis. Bij mijn man en mijn dierenfamilie.
Mijn moeder leed aan migraine. Niet zomaar migraine, maar de ergste soort die je je maar kan voorstellen. Helse hoofdpijnen, misselijk, braken, geen geluid of licht kunnen verdragen. Huilen en tieren van de pijn ... iedere vrijdagavond begon haar hel tot maandagochtend. Als ik naar school vertrok en mijn vader ging naar zijn werk, herstelde mijn moeder wonderwel. Maar als het drukke weekend in het vooruitzicht kwam, werd ze telkens weer geveld. Ook als er uitstapjes of familiefeestjes gepland werden moesten we telkens op het laatste moment afblazen. Begrafenissen, zelfs die van haar eigen moeder, heeft ze allemaal voorbij moeten laten gaan: migraine.
Samen met mijn herstel aan CVS, is dit begrip tot mij doorgedrongen. Ik realiseer me, ik ben niet genezen. Men geneest niet van CVS of van Fybromialgie. Maar men leert ermee leven, je grenzen respecteren en je er aan te houden. Naar je lichaam leren luisteren en zijn mening respecteren, want je lichaam verteld je waar je grens ligt. Negeer hem, daag hem uit, drijf het te ver en je blokkeert, letterlijk. Je lichaam dwingt je om je problemen in de ogen te kijken. Het zegt je: "Je kan deze situatie niet aan. Stop!" In het begin is hij nog tactisch en beleefd. Met een beetje stresshoofdpijn of spastische darmen als gevolg. Maar je zet door. Je bent sneller moe en je geraakt niet uitgeslapen. Je neemt wat extra vitamienen en je gaat door. Je begint allerlei vage klachten te ontwikkelen zoals: buikpijn, keelpijn, allergieën (lagere weerstand), maag- en darmproblemen, verkoudheid ... Je neemt een aspro en je gaat verder. Nu begint het lichaam te protesteren. Al jaren krijg je alarmsignalen, maar je wil het niet herkennen. Dus door de eerste de beste griep die je tegen komt, wordt je geveld. Nu ben je gedwongen om een tijdje het bed te houden. Maar lang leve de moderne geneeskunde! Je slikt tonnen antibiotica en binnen enkele dagen ben je weer op de been. Dus als een buldozer gaan we door...
Dit kan je nog enkele jaren volhouden. Daarna krijg je ernstige klachten die veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk, hoge cholesterol, vreemde celontwikkelingen in je lichaam ... Noem maar op. Maar je negeert het. Je hebt geen tijd. Druk, druk druk ... Tot het te laat is. Met een hartinfarct, hersenbloeding of soms zelfs kanker tot gevolg. Al of niet fataal....
Twee maanden geleden overleed mijn schoonvader. Zijn vrouw, die nooit in een ziekenhuis komt of naar begrafenissen gaat, zelfs het kerkhof waar haar moeder begraven ligt bezoekt ze nooit omdat ze dat niet aankan (te gevoelige natuur), werd nu gedwongen om haar dagen in het ziekenhuis te slijten en de begrafenis van haar man te regelen en bij te wonen op de eerste rij. Wat ze met veel verdriet en liefde heeft gedaan. Zij is de oudste van een groot gezin. Haar jongste zus vocht al jaren tegen kanker. Drieëntwintig jaar geleden werd er borstkanker bij haar vastgesteld. Ondanks een amputatie, nabehandeling en halfjaarlijkse controles zaaide de kanker uiteindelijk toch uit. Haar grootste angst werd werkelijkheid. Terminaal. Een jarenlange chemokuur rok haar leven en haar lijden. Vorig jaar voorspelde men al dat ze kerstmis niet zou halen. Mijn schoonouders gingen haar, voor de laatste keer veronderstelden ze, opzoeken. Maar ze haalde kerstmis, nieuwjaar, pasen ... Ze heeft zelfs haar kerngezonde schoonbroer overleeft!
Afgelopen vrijdag werd ze naar Leuven gebracht en ze zou niet meer naar huis terugkeren. De volgende dag ging ik even bij mijn schoonmoeder op bezoek. Een week eerder had ze alle moed verzamelt en toch een bezoekje aan haar doodzieke, afgetakelde zusje gebracht. Ze vertelde me net dat ze ieder moment een telefoontje verwachtte met het slechte nieuws. Op dat moment ging de telefoon. Haar jongste zus was overleden ...
Morgen wordt ze begraven. Mijn schoonmoeder zou er met een nog levende broer en zus naartoe rijden. Maar haar lichaam heeft anders beslist. Eén onoplettend moment. Ze viel, een lelijke val. Haar hele lichaam is gekneusd. Nu ligt ze in het ziekenhuis. Dagenlang verplichte platte rust of de toestand zou wel eens ernstig kunnen worden. Ver gezocht denk je? Misschien. Maar een feit is: ik denk anders en observeer, waardoor ik andere verbindingen leg. En voor mij is het duidelijk: lichaam en geest hebben een vreemd gevoel voor humor ...
Assertiviteitscursus ... Tegen alle verwachtingen in heb ik nog een leven buiten het bloggen. Hoe vreemd het ook mag klinken. En één van die facetten is leren. Ik ben verslaafd aan leren en studeren. Mijn honger naar kennis is onverzadigbaar. Op aanraden van de VDAB ben ik in maart met een oriëntatiecursus begonnen, wat me geen windeieren heeft gelegd. Eén van de onderdelen van deze cursus is assertiviteit.
Voornamelijk de theorie hier achter. De praktijk is aan ons, in onze vrije tijd. En of het werkt! Vraag maar aan Agaath! En mijn man natuurlijk, die deze fase met engelengeduld ondergaat. Maar vandaag kregen we een praktijkoefening. Twee aan twee tegenover elkaar staan en dichter naar elkaar toe komen om onze persoonlijk grens af te tasten. Mijn klasgenoot stond een meter van mij af en dat vond ik al dicht genoeg. Zij zette een stap dichter en ... ik zette het op een lopen. Letterlijk. Ik schrok van mijn eigen reactie.
Ik ben niet tuk op lichamelijk contact en drukte kan ik helemaal niet verdragen. (Asperger) Maar dit had ik echt niet verwacht. De vrouw zette een stap in mijn richting en ik deinsde onmiddellijk achteruit. Zonder nadenken. Puur instinct. Nu moet ik er wel bijvermelden dat ik heel goed kan opschieten met deze bewuste vrouw. Ik durf mij er stilletjes aan te wagen haar een "vriendin" te noem en ik deel deze titel niet snel uit. Deze vriendin liet het daar niet bij (ik denk dat ze stiekem een beetje genoot van deze macht) en kwam me achterna. Echt, ik werd zot en bleef achteuit gaan. Tot ik het niet meer aankon en door de klas holde. En dat triggert het jachtinstinct natuurlijk (bij mensen net zo goed als bij dieren.)Uiteindelijk heb ik een stoel tussen ons gezet om de afstand "veilig" te houden.
De lerares heeft een eind aan de achtervolging gemaakt door te zeggen dat mijn grens gerespecteerd moet worden. Oef ... Maar ik begrijp mezelf niet. Waarom hecht ik zo'n belang aan die persoonlijke ruimte. Waarom raakte ik in paniek? Waarom zei ik niet gewoon stop, maar ging ik aan de haal. Ik ben normaal gezien geen angsthaas. Meestal ga ik op het gevaar af. Mogelijke inbreker, stalker, rondzwervende honden ... Noem maar op. Maar een vriendin die één stap te dicht naar me toe komt en ik ga er als een haas vandoor...
Ik hou van schrijven, mijn gedachten toevertrouwen aan het witte scherm. Via dit blog heb ik mijn trouwe schare aan lezers, wat me aanspoort om nog meer te schrijven. Mensen zeggen me dat ik me te veel bloot geef, maar is dat niet de essentie van iedere kunstvorm? Jezelf bloot geven? Hoe kan er anders een spatje gevoel inkruipen? En dat gevoel is dàt beetje meerwaarde.
Dat gevoel speelt mij de laatste tijd parten. Dat doet het wel meer met mij. Ik wil hier gewoon mijn ding doen, niet meer, niet minder. En misschien hier en daar enkele gelijkgestemde zielen ontmoeten. Ik ben een kabbelend beekje en daar hou ik van. Ik waag me niet graag in woelige waters, maar meestal kom ik er op de één of andere manier wel in terecht. Als kind heb ik me ertegen verzet, maar de laatste jaren liet ik me op die stroom meevoeren. Uit overlevingsdrang. Ik was gewoon niet sterk genoeg meer om terug te vechten. Maar daarin is verandering gekomen. Als het nodig is, zwem ik tegen de stroom in, om opnieuw mijn voortkabbelend beekje te bereiken.
Ik ben onvrijwillig in deze wilde stroom meegevoerd. Ik zag een drenkeling en wilde hem helpen. Ik heb me laten meesleuren, maar gelukkig is deze rivier ondertussen iets kalmer geworden. De drenkeling is veilig op het droge en ik keer dus terug naar mijn vertrouwde beekje...
Het plezier van het schrijven ontglipte mij. Dat wil ik terug vinden, in alle rust. Dus lieve lezers, je bent welkom in mijn kalme wateren, maar bevuil het asjeblief niet. Niet met woorden, daden of slechte bedoelingen.
Ze is een beetje anders dan anderen. Daarom ging ze naar een speciale school. Maar zelfs op die speciale school hoorde ze er niet bij. Ze werd uitgestoten, uitgescholden en gepest. Niet alleen door de leerlingen. Ze werd kwaad. Niet zomaar kwaad, maar woest. Ze kende haar eigen kracht niet en deed mensen pijn. De pesterijen werden alleen maar erger, maar nu onderhuids. Niet meer zichtbaar voor anderen. Ze werd stil en nors, maar in zichzelf huilde ze.
Nu is ze een volwassen vrouw. Uiterlijk ... In haar binnenste blijft ze een kind. Ze voelt zich het beste onder kinderen. De maatschappij eist van haar dat ze gaat werken, zoals iedere volwassene. Zij wil met kindjes werken, ze kan immers goed met kindjes omgaan! Iedereen is het daar mee eens. Haar moeder, haar vader, haar grote en heel slimme zus en de buurvrouw. Op haar kindjes mag ze af en toe passen. En grote zus heeft ook pas een kindje. Een baby nog, met roze wangetjes en grote blauwe ogen die je zo eerlijk aankijken. Van hen heeft ze niets te duchten. Zij houden van haar en zij van hen. Ze wil doodgraag met kindjes werken.
Af en toe moet ze op sollicitaitegesprek. De meneren en mevrouwen zijn heel vriendelijk en geïnteresseerd schrijven ze haar gegevens op. Tot op het moment dat ze horen dat ze naar een speciale school is geweest. Iedereen kent die school. Iedereen kijkt haar vreemd aan als ze het horen. Alsof ze achterlijk is. Maar ze is helemaal niet achterlijk! Ze kan niet zo goed rekenen en ze leest het liefst kinderboekjes. De volwassenboekjes zijn niet leuk en veel te moeilijk. Maar ze wil met kindjes werken, dus dat is toch geen probleem?
Ze is bijna drie jaar van school af en nog altijd vind ze nergens werk. Het is niet haar schuld! Maar van die stomme school. Ze heeft de moed al lang opgegeven. Ze is best gelukkig zo, veilig bij moeder thuis en af en toe mag ze op de kindjes van de buurvrouw passen en nu het babietje van grote zus wat groter is, mag ze ook af en toe op haar passen. Maar nu moet ze van een mevrouw terug naar school, anders krijgt ze geen geld meer. Ze haat school. School doet haar denken aan verdriet en pijn ... Maar ze moet. Ze huilt, zeurt en wordt kwaad, maar niets helpt. Moeder is vastbesloten. Maar moeder is ook bezorgd, ze ziet dat in haar ogen. Moeder denkt dat ze het niet merkt, maar ze is niet achterlijk! Ze kan alleen niet zo goed rekenen. Maar dat is ook de schuld van die stomme school, want ze hebben het haar nooit geleerd.
De eerste dag op die nieuwe school. Het is eigenlijk geen school, heeft de mevrouw uitgelegd. Het is gewoon een gebouw met grote mensen zoals zij, die allemaal geen werk kunnen vinden. "Zijn die ook allemaal naar een speciale school geweest?" Vroeg ze aan de mevrouw. Maar de mevrouw zei van niet. Ook slimme mensen vinden soms geen werk.Ze is bang. Als ze haar fiets in de fietsenstalling zet, zoals haar moeder het heeft gezegd, komt er een mevrouw op een brommertje aan. Zij komt ook naar de school. Ze begint te praten, maar ze durft niets terug zeggen. Ze kijkt naar de grond en loopt snel door. Maar die mevrouw gaat met haar mee, want zij moet ook naar de les! De eerste les viel wel mee. Ze ontmoette er een meisje dat ook naar die speciale school is geweest. Zij zat wel in een andere klas, maar zij heeft haar nooit pijn gedaan. Ze denkt dat ze een vriendinnetje heeft. Voor de eerste keer! Mischien is deze school zo slecht nog niet.
Ze moet op gesprek bij een belangrijke mevrouw. Zij vraagt haar wat ze later wil worden. Ze vertelt haar dat ze met kindjes wil werken, want daar is ze goed in.Maar de mevrouw zegt dat ze dat niet kan. Ze zegt dat ze bij oude mensen moet gaan poetsen, enzo! Maar ze wil niet bij oude mensen gaan poetsen! Ze wil met kindjes werken. De mevrouw vertelt nog meer, maar ze hoort haar niet meer. Ze wil hier zo snel mogelijk buiten. Dadelijk moet ze huilen en ze wil niet dat die mevrouw dat ziet. De mevrouw heeft haar pijn gedaan! Maar ze wil dt niet laten merken. Als ze terug in de klas kom, vragen de anderen hoe het is geweest. Ze wordt boos en vertel hen alles, waarna ze toch begin te huilen. Maar zij troosten haar. Ze zeggen haar dat ze moet doen wat ze graag doet, dat die mevrouw haar niet kan dwingen om bij oude mensen te poetsen. Ze is een beetje gerustgesteld...
Gisteren was het haar verjaardag. Ze werd tweeëntwintig jaar! Ze is al heel groot. Vol ...wassen noemt haar papa dat. Ze heeft nog nooit een verjaaragsfeestje gehad, want ze had geen vriendinnen om uit te nodigen. Haar moeder heeft haar geholpen om een cake te bakken om op school te trakteren. Ze was zo opgewonden om die dag naar school te gaan! Ze had die cake heel voorzichtig in een doos en zo in haar tas gestoken. Wat zal de klas ervan zeggen!. Iedere ochtend rijdt ze samen met haar nieuwe vriendin op de fiets naar de les. Maar net vandaag is ze te laat! En ze wil ook nog een omweg maken, omdat ze haar spreekbeurt nog moet oefenen. Ze zeg niets en gunt haar dit plezier. Het is haar verjaardag, een hele speciale dag en ze is heel goed gezind. Niets kan haar kwaad maken. Ook die vervelende mevrouw niet!
Vreemd, er staat niemand buiten te wachten. Normaal wacht iedereen op elkaar voor de deur. Ze gaan naar binnen en boven in de klas hoort ze al opgewonden stemmen. Halfweg de trap houdt één van de vrouwen uit de les hun tegen. Ze mogen nog niet verder. Haar vriendin zegt dat die vervelende mevrouw al boven is. Ze draait zich onmiddellijk om en gaat terug naar buiten. Ze wacht wel tot ze weg is. Na tien minuten is de kust veilig en mogen ze naar boven komen. Het is heel stil in de klas. Ze hoort een beetje gegiechel, maar ze stoort zich er niet aan. Aan de deur ziet ze balonnen hangen en als ze de klas binnenkomt gooien ze slingers over haar hoofd en staan ze te toeteren en te juichen. De hele klas is versierd! En ze hebben kadootjes en een verjaardagskaart ook! Een echt feestje, speciaal voor haar! Ze kreeg boeken over kindjes en een klein beertje! Ze was zo gelukkig! Haar moeder moest huilen toen ze het haar vertelde. Ze was heel blij voor haar dochter. En zij heeft zich in de zetel genesteld met haar nieuwe boeken en haar verjaardagskaart...
Kleine Enrique drinkt nog altijd uit het flesje. Hij geniet ervan, en ik ga ervan uit dat hij vanzelf wel zelfstandig zal drinken, zo gauw hij er klaar voor is. De laatste weken heb ik het enorm druk gehad, waardoor ik heel weinig thuis vertoefde. Dus, 's morgens vroeg kreeg onze baby zijn flesje en 's avonds voor ik ging slapen. Ik was er zeker van dat manlief zich daar niet me bezighield. Eigenlijk vond ik wel dat onze kleinste weinig dronk, ook al was het snikheet en laf. Maar er staat altijd een bakje fris water klaar, dus ik maakte me niet echt zorgen.
Maar vandaag ben ik thuis. De hele dag. Ons stoer katertje huppelt de hele dag door huis. Ligt in hingerlagen, sabbelt op tante Phoebe's oren, hangt te zwieren aan Vinnies snoet en speelt met Lotjes poten. Af en toe lijkt hij een beetje elektriciteit in zijn kontje te krijgen en schiet hij als een razende door huis. Alles wat los hangt moet eraan geloven ... Na enkele uren onvermoeid streken uithalen, kruipt hij op de schoot van mijn man en begint op zijn hand te sabbelen. Hij kijkt even op en vraagt teder: " Heb je dorst, jongen?" Hij neemt het zuigflesje van tafel en geeft de kleine deugniet zijn drinken. Even kijk ik op en loer stiekem naar het tafereeltje, durf me niet te bewegen, bang om dit prachtmoment te onderbreken. Onze papa ....
Twie blondjes zitten on den toeg in een cafééken oep den dijk .
Zee tie ien: "'k zeng zjust wer men raaiexoam gon doeng."
"Allee", vroagt d 'aander: "en, oe was't?"
"Nie goe, zenne", zee ze, "k zen weer geboasd! Ik koom wer on da rongd pungt, en der stod em bord me daartig oep, dus 'k raaie kik daartig kier rongd da rongd pungt."
"Ai", zee d 'aander, " en verkierd geteld, of wa?"
Boek gelezen: Ik kende hem al twee dagen - Barbara Samson
Barabara, een zeventienjarig meisje dat door de stress die de huwelijksproblemen van haar ouders met zich meebrengen, aan anorexia lijdt, wordt ten einde raad in een rusthuis opgenomen. Ze leert er de oudere Anthony kennen en wordt hals over kop verliefd op hem. Hij verleidt haar en ze eindigen al snel samen in bed. De directie van het rusthuis laat het allemaal oogluikend toe, ook al zijn ze op de hoogte van Anthony's verleden en gezondheidstoestand.
Uiteindelijk wordt Anthony toch gevraagd om het rusthuis te verlaten en men stelt Barbara op de hoogte. Anthony blijkt een seropositieve drugsverslaafde te zijn. Haar bloed wordt onderzocht en Barabra blijkt seropositief te zijn. Nog altijd worden haar ouders niet op de hoogte gesteld en Barabara blijft haar grote liefde ontmoeten. Omdat er geen verbetering in Barabara's toestand komt, ze vermagert zienderogen, keert ze naar huis terug. Haar woede en de anorexia die erbij hoort, concentreert zich vooral op haar moeder. Gedurende de volgende maanden blijft ze Anthony ontmoeten, zelfs nadat haar ouders, jonger broertje en oudere zus op de hoogte zijn van haar toestand.
Anthony is ondertussen opnieuw zwaar verslaafd en dreigt haar mee ten onder te nemen. Mentaal is ze hier niet tegen opgewassen, maar steun van thuis kan ze ook niet verwachten ...
Dit boek is zeker geen hoogstandje, maar toch blijft het boeiend. Het blijft aan je kleven ... Je weet dat dit verhaal niet goed kan aflopen, maar toch lees je door, hopend op beterschap. Ik heb dit boekje in één ruk uitgelezen. Hier krijg je een uniek inzicht in de problematiek van een probleemjongere en haar verwarde gevoelens. Voor mij was het heel herkenbaar.
Vele mensen zijn niet in staat om te begrijpen hoe diepgaand en traumatisch de ervaringen van autistische mensen zijn. Ik zal het een beetje proberen te verduidelijken. Maar zelfs als je denkt het een beetje te begrijpen of mee te voelen, versterk dat gevoel met honderd ... Misschien dat je het dan een beetje benadert. Ik overdrijf situaties. Voor alle duidelijkheid: wij hallucineren niet. Het is alleen maar om aan te tonen welke impact gewone alledaagse dingen op ons hebben.
Stel je voor, het is ochtend. Je staat op, eet je ontbijt, kleed je aan en je vertrekt naar je werk. Maar je auto staat niet waar je hem verwacht. Je bent zeker dat je hem gisteren voor de deur hebt geparkeerd, maar niets. Je bent in paniek en je denkt meteen dat hij gestolen is. Je rent naar binnen waar manlief je doodleuk verteld dat je nooit een auto hebt gehad. Je gaat immers iedere dag met de fiets naar het werk. Terwijl je er zeker van bent dat je een rode mini - cooper hebt. Maar je hebt geen tijd te verliezen wil je niet te laat op je werk komen. Dus spring je op die fiets. Je rijdt in zeven haasten de straat uit en je bent verloren. Je herkent je omgeving niet meer. De zo vertrouwde huizen, gebouwen en straten zijn weg. In de plaats ben je in een wildvreemde omgeving terecht gekomen. Een nachtmerrie? Nee de pure werkelijkheid. Als het licht anders valt of er is een verkeersbord of bushokje verdwenen, de referentiepunten, dan loop je verloren. Weg is je zekerheid.
Uiteindlijk geraak je op van de stress op je werk. Een half uur te laat, maar kom. Je haast je naar binnen, maar in de kleedkamer vind je je kastje niet terug! Wat nu? Waar moet je je spullen nu laten? Geen tijd te verliezen, dus neem je ze mee naar je werkplek. Maar je herkent je vertrouwde colega's niet. Onbekende gezichten staren je aan. Je kan wel door de grond zakken van schaamte. Het werk is het enige waar je een beetje zeker van bent dus: hoofd naar beneden en je doet je job zo goed mogelijk, zonder een woord communicatie met je colega's. Jij durft niet, weet niet wat te zeggen of er is zoveel rumoer rondom je dat je hen toch niet begrijpt.
Alsof het afgesproken is verdwijnt iedereen plots en laat je alleen achter. Niemand zoekt contact met die rare kwiebus, ze laten je in je sop gaar smoren. Je gaat er dan maar vanuit dat het pauze is, maar daar heb je een hekel aan: socialiseren met anderen ... Ze praten een andere taal en hebben andere gewoontes die jij niet begrijpt. Iedereen staart je aan omdat ze jouw ook niet begrijpen. Een vreemde cultuur in een buitenaardse wereld. Het is alsof jij in de etalage staat en alleen maar mag kijken. Je mag niet deelnemen, want je kent de spelregels niet...
De werkdag zit erop. De zoveelste nachtmerrie in een rij heb je overleeft. Je gaat naar de fietsenstalling om met je fiets naar huis te rijden, maar weer is hij verdwenen. Je vloekt en twijfelt aan jezelf. Voor de zekerheid kijk je even rond op de parking en jawel, daar staat hij te pronken: je rood mini coopertje. Opgelucht dat er eindelijk een vertrouwt iets in je wereld verschijnt. Je puft naar huis. Verlangend naar een beetje rust. Maar zelfs dat is je niet gegunt. Thuis gekomen wacht de famlilie je op met hun problemen en noden. Je verliest je geduld en woedend vlieg je tegen hen uit. Zij zijn verbolgen, want ze begrijpen je niet. Jouw plotse stemmingswisselingen zonder schijnbare reden.
Opnieuw neem je de rol aan die van je verwacht wordt en je kropt alle machteloosheid op. Tegen een uur of acht 's avonds ben je helemaal op en je kruipt in je bed. Het enige veilige plekje in huis. Maar niet voor lang ... Zogauw het licht uit is begin je de afgelopen dag te overlopen en al de vorige die je je maar kan herinneren. Nooit gebeurt er iets zoals verwacht. Altijd kom je in onbegrijpelijke toestanden terecht. De angst bekruipt je, de angst voor de volgende ochtend. De angst voor de rest van je leven. Misschien ziet morgen de lucht roze? Of vliegen er olifanten door de lucht? Alles is mogelijk in het leven van autistische mensen.
"Never a dull moment"
Maar wat snak je naar wat verveling, een beetje sleur ... ontspanning ...
Uiteindelijk val je in slaap vol koortsachtige dromen en nachtmerries waarin je je angsten herbeleeft. De volgende ochtend wordt je doodmoe wakker. Ellendig, doodziek van angst: Wat gaat deze rotdag weer voor me in petto hebben. "Ik wou dat ik naar huis kon!" ...
Uitgegeven: 12 oktober 2006 10:28 Laatst gewijzigd: 12 oktober 2006 11:26
AMSTERDAM - De hoge bazen van Euro Disney zijn woedend over een internetfilmpje waarin Disney-figuren seksuele handelingen simuleren. Het filmpje is opgenomen achter de schermen in het Franse themapark en circuleert op het internet, zo meldt The Sun donderdag.
Op de video is onder meer te zien hoe Goofy de borsten van Minnie Mouse vastgrijpt. Ook vinden er suggestieve seksuele handelingen tussen Mickey Mouse en een sneeuwman plaats. Na al het gedartel achter de schermen gaan de Disney-karakters doodleuk het themapark weer in, om vervolgens honderden kinderen te vermaken.
");
Een woordvoerder van Disney laat weten dat de video gemaakt is op een plek die niet toegankelijk is voor gasten van het park. Hij denkt dat de video met een verborgen camera gemaakt is.
Het pretpark betreurt het incident en zegt actie te gaan ondernemen om te voorkomen dat het nog eens gebeurt. De directie zegt in de krant het gedrag niet ongemoeid te laten. Of het internetfilmpje tot ontslagen zal leiden wilde Disney niet zeggen.
Commotie over internetfilmpje met 'Disneyseks'
Uitgegeven: 12 oktober 2006 10:28 Laatst gewijzigd: 12 oktober 2006 11:26
Mijn eerste schooldag was een typisch voorbeeld van autisstisch gedrag. Niet weten hoe reageren op al doe nieuwe indrukken. Alles gebeurt zo snel. Ik blokkeerde. Reageerde op geen enkel prikkel, maar ik observeerde. Het blonde meisje waar ik naast zat leunde met haar hoofd op haar hand, ik deed haar in een reflex na. Het meisje vond dat niet fijn en zei me dat ook onomwonden. Op dat moment leerde ik dat iemand achterna doen niet hoorde. Op enkele seconden had ik mijn eerste levensles gehad. Sindsdien probeer ik erop te letten.
De juffrouw probeerde me aan te sporen om met de andere kinderen te spelen. Maar ik veroerde geen vin. Vermeed om haar aan te kijken (veel te griezeling, oogcontact maken met een vreemde), vermeed om de andere kinderen aan te kijken. Hoofd naar beneden en ik sloot me zo goed mogelijk af van al die overdonderende indrukken. Het liefst was ik ver weg in een donker hoekje gekropen, maar ik dierf me niet te verplaatsen. Bang dat iemand mij dan zou opmerken. Ik was doodsbang.
Plotseling stormde iedereen naar de deur. Ze gingen in een rij staan en de jufrouw hielp ons onze jassen aan te doen. In een lange rij werden naar de speelplaats gebracht. Iedereen stormde het grote plein op. Hier was ik nog nooit geweest. Opnieuw blokkeerde ik. Op de één of andere manier kreeg ik een grote plastic zak met chocolade eieren in mijn handjes geduwd. Ik keek naar het vreemde ding in mijn handen en vroeg me af "waarom?" Ik keek op en iedereen was verdwenen. Zomaar. Daar stond ik, voor het eerst helemaal alleen. Ik keek niet rond, ging niet op zoek ... Ik stond daar, verloren in die grote wereld ... Verloren in mijn eigen wereld ... Alleen op een vreemde planeet ...
Sindsdien verliep iedere dag op deze manier. Ik kon op voorhand niet inschatten wat de dag zou brengen. Doodsbang was ik. Ik haatte het ochtendgloren. Alweer nieuwe verschrikkingen in het verschiet. Onoverzichtelijke gebeurtenissen. Situaties waar ik niet om gevraagd had. Er galmde een zinnetje constant in mijn hoofd: "IK WIL NAAR HUIS!" Ik wist niet precies wat thuis was. In alle geval niet de plaats die ze thuis noemden. Ik had nog nergens een thuis - gevoel gehad. Een plek waar ik me veilig en geborgen voelde. Bij iemand die me beschermde en me begreep ... Een kind, amper drie jaar en ik stond er al alleen voor.
Natuurlijk werd toen de diagnose nog niet gesteld. Daar moest ik nog 27 jaar op wachten. Ik was overdreven verlegen. Een angstig kind, maar wel intelligent. En die intelligentie, die tijdens mijn kinderjaren een handicap was, werd op volwassen leeftijd mijn redding.
Leven aan de zijlijn. Observeren en leren. Dat is mijn voornaamste bezigheid. En zoals ik gisteren al zei: het is niet altijd even mooi ....
Anders zijnde wordt je niet overal gerespecteerd. Je hoort er niet bij, bent een outcast, verbannen uit de samenleving. Bij de primitieven gebeurt dit heel duidelijk. Je wordt uit de gemeenschap weggejaagd, je bestaat niet meer voor de familie. Er wordt gerouwd om je, net alsof je dood bent. Het is hard, maar je weet tenminste waar je staat. In de "beschaafde" gemeenschap is men subtieler ...
Meestal val je bij één persoon op. Meestal is dat een angstige en onzekere persoon. Iemand die bang is om zelf "opnieuw" het slachtoffer te worden en daardoor op voorhand een ander slachtoffer uitkiest. Als een roofdier zitten ze op de loer tot ze een volgende prooi zien. Zogenaamd ongemerkt en via omwegen benaderen ze het nietsvermoedend doel, tot hij een fout begaat. Meestal een triviaal iets, onbelangrijk in de ogen van de gemeenschap. Maar deze gewiekste eenling is in staat om dit klein en onbenullig voorvalletje op te blazen tot iets groots. Plotseling lijkt het of die persoon de duivel in persoon is. Dat hij de grootste misdaad aller tijden heeft begaan.
Er wordt geroddeld, gestookt en plannen gesmeed. Hij moet verdwijnen. Als een lafaard stuurt de belager zijn handlangers op hem af. In groep verandert de mens in een bloeddorstig roofdier. Het is niet meer belangrijk om wie het gaat of wat de misdaad was. Het beest is opgejut en woedend. Het beest wil bloed zien. Hun prooi is in het nauw gedreven. Vluchten of sterven ...
Vele malen ben ik het slachtoffer geweest van dit vreemde ritueel. Iedere keer denk: "Op deze leeftijd is men te oud voor zulke spelletjes". Maar niets is minder waar. Overal wordt er gepest. Overal bestaan er bullies. Zijn deze mensen alleen maar bang of is er iets loos met hun inlevingsvermogen? Men beweert dat wij (autisten) niet kunnen meevoelen met anderen. Ik zal je een geheimpje verklappen. Ik ken er velen. Je trekt elkaar aan, je herkent elkaar. En ik heb er nog niet eentje ontmoet zonder meededogen. Ik heb er nog niet eentje ontmoet die het in zijn "gestoorde" hoofd zou halen om er één bepaalde persoon uit te kiezen; als offer om zijn eigen angsten te bedwingen. Wij zijn geen groepsmensen, wij laten onze gevoelens niet zo duidelijk zien. We hebben het al druk genoeg om ze te ontcijferen en er mee leren om te gaan. Wij hebben de nood niet om anderen te koeioneren.
Als kind voelde ik me te volwassen om me met zulke onbenulligheden bezig te houden. Als volwassene begrijp ik dat mensen mentaal nooit zullen opgroeien terwijl wij mentaal volwassen worden geboren. Zelfs hier op seniorennet, is men niet veilig voor zulke kinderachtige praktijken. Ik hoop dat mijn lezers zich volwassener zullen gedragen en zich hier overheen kunnen zetten. Voor anderen die zich herkennen in mijn beschrijving en zich eraan storen: Bullies zijn hier niet welkom ....
Mensen, het zijn rare wezens. Ik kijk op de zijlijn toe. Heb het gevoel dat ik er niet bij hoor. Ik sla jullie gade en wat ik zie is niet altijd even mooi. Af en toe kom ik een soortgenoot tegen. Hoe ik ons moet noemen? Ooit heeft een man ons "Asperger" genoemd. Juist, net zoals de groente. Die man heette toevallig Asperger (zie foto) ... Voor het zelfde geld hadden ze ons "Vleminckx" genoemd.
Het Asperger - syndroom: hoogbegaafd autisitisch of in de volksmond: de dorpsgekken. Voila het hoge woord is er uit. Heb je ergens in je voorvaders een zotte nonkel of een exentrieke tante zitten? Dan kan je er donder op zeggen dat Asperger ook in jouw familie huist...
Wat maakt ons anders? Als kind leren wij niet intuïtief aan. Wij begrijpen jullie niet. Wij zien alleen feiten, lezen niet tussen de regels. Wij kunnen geen contact maken met anderen, laat staan vriendschap sluiten. Wij weten niet te reageren op vreemde situaties. Alles moet ontleed, aangeleerd en geïmiteerd worden. Jarenlange studie vergt dit.
Dankzij onze intelligentie kunnen we uiteindelijk een beetje functioneren. Aspergers met een gemiddelde intelligentie zijn niet in staat om zelfstandig te wonen. Eenvoudige taken zijn voor ons aartsmoeilijk. Afwassen bijvoorbeeld, is een onbegonnen taak voor mij. Ik weet niet hoe er aan te beginnen. Dat genie dat nog geen ei kan bakken? Het typische voorbeeld. Dat is geen luiheid. Dat is onkunde. Een band van een fiets oppompen? Een onmogelijk ideaal voor mij. Ik begrijp het gewoon niet!
Maar er is ook goed nieuws. De grootste uitvinders, kunstenaars en filosofen zijn waarschijnlijk gezegend met dit syndroom. Ik ben dus in heel goed gezelschap. Men noemt dit splintervaardigheden. In sommige dingen blink je uit. Maar dan in een extreme vorm. Zo krijg je genieën. Zij leven voor hun "ding" omdat dat het enige is waar ze goed in zijn. Het enige waar ze vat op hebben. Het enige waar ze een beetje respect voor krijgen.
Wat is vriendschap? Je ontmoet iemand en het lijkt te klikken. Die iemand heeft hulp nodig en je staat klaar, zonder verwachtingen ...
Iedere keer ben jij diegene die de problemen oplost. Zonder er iets voor terug te willen ... Misschien een beetje begrip en respect, het gevoel dat men je waardeert voor wie je bent
...
IJdele hoop, zo blijkt keer op keer Je gevoel heeft je al ettelijke keren gewaarschuwd: "Pas op, je gaat te ver! Trek een grens voor het te laat is." Maar het is al te laat
...
Uitbuiting, goedkope slavernij
...
Vriendschap: een concept dat ik precies niet goed begrijp
...
Eénrichtingsverkeer Jij moet alles incasseren, maar zelf mag je geen meppen uitdelen Zelfs geen tikje Men schreeuwt moord en brand je bent te ver gegaan, door één keer NEE te zeggen Het verboden woord bij een vriendschap
Ik ben helemaal geen fan. Integendeel zelfs. Maar sinds vanmorgen zit ik al met dit rotliedje in mijn hoofd. Ik ben ermee opgestaan, zonder radio te horen. Ik blijk zelfs de tekst te kennen. Waar ik die opgepikt heb? God mag het weten ....
Ik wordt er gek van, echt
Dus, om mijn demon te overwinnen: hij is ie dan!!!
Kan iemand mij vertellen wat er aan de hand is op seniorennet? Vanochtend geraakte ik niet op het gastenboek en kon ik ook niets veranderen. Ik kreeg allerlei vreemde woorden en tekens .... En nu zijn er zogezegd geen recente berichten meer ....
Boodschappen doen, op zaterdagnamiddag in Mol. Niet direkt mijn favoriete bezigheid. Ik ben één van die zeldzame vrouwen die niet graag shopt. Veel te druk en vermoeiend voor mij. Maar als het moet, moet het. Nu ik toch in de buurt was, snelde ik nog even naar Van den Borre om een inktpatroon voor mijn printer. Ik heb ze enkele keren laten vullen, maar de laatste keer ben ik daar slecht mee gevaren. Mijn printer herkende zijn eigen inktpatroon niet meer. Zeven euro naar de knoppen! Daar ging mijn winst!
Ik besloot om terug nieuwe te kopen en bij Van den Borre zijn ze het goedkoopst. Et voila, zo gepiept. Eerst ga ik even controleren of ze wel in voorraad zijn. Je kan ze niet zelf van het rek nemen, ze worden beveiligd met een slot tegen diefstal. Jaja, daar hangen ze. Ik wacht geduldig aan de toonbank op een verkoper. En daar komt hij aan. De typische vlotte prater met tandpasta - smile. Ik vertel hem wat ik wil. "Welk type wenst u?" Vraagt hij vriendelijk. Ik vertel het hem nogmaals. Ik beschrijf zelf het doosje.... Maar dat is niet genoeg. Ik moet hem volgen en het type printer aanwijzen, alsof ik een dom kieken ben ... Ik loop zuchtend met hem mee en wijs hem het doosje aan dat ik wil. "Je bent zeker?" Vraagt hij nog een keer aarzelend. Ik bevestig. "Waauw, dat kom je ook niet snel tegen dat iemand zo goed weet wat ze wil!" Roept hij uit terwijl hij zijn tanden bloot lacht. De doorsneevrouw zou hem een knappe jongen noemen, ik vind hem te glad ... fake.
Met een grote zwier haalt hij het haakje van het rek in plaats van met zijn sleutel één doosje los te maken. Ik haal zwijgend mijn schouders op en draai me om terwijl hij zijn fout ontdekt. "Wat doe ik nu! In plaats van het gewoon los te maken!" Roept hij uit. "Ik ben precies in mijne goeie vandaag!" Ik kon niet anders dan dit te beamen, wat hem eventjes van zijn stuk bracht. Ik wacht aan de kassa, hij komt me met zwierige pas achterna. Even moeten hij wachten tot zijn vrouwelijk colega haar klanten heeft afgerekent. Zij bedankt hem voor het opnemen van haar GSM. Hij valt even uit de lucht, begint zich daarna weer te verontschuldigen ... Enfin, een kluns. Maar hij blijft in zijn vlotte verkopersrol. Plots valt mijn oog erop: zijn gulp staat wijd open. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ik denk nog even: "Moet ik het hem niet zeggen?" Maar dan bedenk ik me dat hij zich eigenlijk al genoeg belachelijk heeft gemaakt. Hij zal het zelf wel ontdekken en dan zal hij zich mijn spottend glimlachje misschien wel herinneren, maar dan ben ik er tenminste geen getuige van ... Met veel bravoure rekent hij met me af en vlot richt hij zich tot de volgende klant. Ik verlaat glimlachend de winkel.
Ik apprecieer de avonturen van Patholoog - anatoom Kay Scarpetta wel, vooral inspecteur Marino, die me qua beschrijving en karakter aan Andy Sipowitz, de rol van een dedective in de serie NYPD blue, doet denken. Ik ben gek van die man. Zijn stuursheid, zijn zwakheden die zijn grootste sterkte is. Hij heeft me doen zwichten voor deze reeks van Kay Scarpetta.
Ik lees de boeken niet in volgorde. Ik loop ze toevallig tegen het lijf in de tweedehandswinkel, kringloop, bibliotheek of gewoon via een vriendin ... En ik begin. Meestal is dat geen probleem. Alles wordt tussen de regels door nog eens verduidelijkt en beschreven, zonder in herhaling te vallen. Dat bevalt me wel. Maar nu heeft het toch wel eventjes geduurt eer ik mee was. Het vorige boek was blijkbaar geen afgesloten verhaal. Het nichtje van Kay was geïnfiltreerd in een bende en heeft daar enkele moorden gepleegd. Die hielden verband met een maffiafamilie die een verstoten en misvormde zoon hadden door een zeldzame aangeboren aandoening. Niet alleen aan de buitenkant, maar ook zijn geest werd erdoor bezoedelt. Dit monster is een seriemoordenaar die het ook op Kay had voorzien, maar de dappere vrouw had hem in haar huis kunnen verschalken door een bijtend zuur in zijn ogen te gooien, waardoor hij defenitief blind werd. Kay's voormalige overste, een vreselijke vrouw, was eerder al door deze man op gruwelijke wijze vermoord. En hier begint het verhaal...
Kay wordt beschuldigd van moord op haar voormalige bazin. Zelfs de moordpoging op haar persoon wordt in twijfel getrokken. Iedereen uit haar onmliddelijke omgeving is op de hoogte van deze beschuldigingen en werden grondig ondervraagd, zonder medeweten van Kay. Zij komt pas veel later te weten in wat voor een hachelijke positie ze zich eigenlijk bevindt. Uiteindelijk brengt een brief, van haar verloofde die een jaar eerder vermoord werd, enig soelaas in deze krankzinnige situatie.
Zogauw je alle verbanden gelegd hebt en met het verhaal mee bent, druipt de spanning ervan af.
Prille liefde ... Eigenlijk niet meer zo pril. Je kan eigenlijk zeggen dat hij een oude snoeper is die wel een lekker groen blaadje lust. Een jong ding dat de hele dag met haar verleidelijk kontje voor zijn neus staat te zwieren. Hoe kan een oude knar dat weerstaan? Die jonge snaak van hiernaast staat de hele dag te smachten aan de poort ... Maar hij is geen partij voor onze geroutineerde en ervaren Don Juan.
Hijgend loopt hij haar achterna, zij laat zich al die aandacht welgevallen. Zij is een verboden vrucht, dat is hij zich maar al te goed bewust ... Maar ze is zo mooi, ze ruikt zo lekker en haar huid is zo zacht. Wat kan je doen? Gun een man toch eens zijn pleziertje. Misschien zijn laatste kans.
Op een humorisitische manier wordt de wereld bekeken door de ogen van katten. De hoofdrolspelers zijn Kuching, een oudere wijze kater, en Sunshine, een jongere zwerver die Kuching mee naar huis heeft gebracht. Hij probeert zijn pupil voor te bereiden op het leven als huiskat.
Het boek is opgemaakt in korte verhalen die ook apart gelezen kunnen worden. Verschillende aspecten in het boeiende leven van de kat komen aan bod. Bezoek, de dierenarts, vakantie ... Hoe bekijken zij deze alledaagse dingen die hun levensritme verstoren en hoe lossen ze dit op.
Geen literair hoogstandje maar wal amusant om te lezen op verloren momenten.
Het is zover, ik heb me opnieuw een agenda aangeschaft. Als zelfstandige heb ik zes jaar volgens mijn agenda geleefd. Stresserend ... Daarna ben ik ziek gevallen en gooide ik alle agenda's die ik maar in huis kon vinden woedend in de vuilbak. Alsof het hun schuld was. Twee en een half jaar heb ik zonder agenda kunnen leven. Geen verplichtingen, niets moest, geen stress, rust ... Maar teveel rust en ontspanning is ook niet goed.
Eind vorig jaar begon ik me terug een beetje beter te voelen. Energieker, vrolijker en stilletjes aan smeedde ik nieuwe toekomstplannen. Ondertussen krijgt die toekomst wat meer vorm. Onder het motto: "No time like the present", schiet ik volop in aktie. Deze oriëntatiecursus zit er bijna op (by the way: een aanrader als je nog twijfelt over wat je nu eigelijk wil worden, later als je groot bent) en ik heb ervan genoten. Gewoon het idee dat ik iedere dag ergens verwacht werd. Een doel, hoe onbenullig ook ... Ik heb de tijd van mijn leven beleefd. Hoe raar het ook klinkt.
De zomervakantie breekt aan en ik ben een beetje bang om in het zo beruchte zwarte gat te vallen. Verveling vermoeid. Besluiteloosheid is nefast voor mijn nog wankele gezondheid. Ik wil vooruit in het leven. Ik heb al genoeg tijd verprutst aan onbenullige dingen. De tijd is rijp voor het serieuzere werk! Verleden weekend heb ik een bezoekje gebracht aan de opendeurdag van d'n HIK, een hoge school in de Kempen, en ik heb me ingeschreven voor de opleiding "maatschappelijk werk". Jaja, de beslissing is genomen, de teerling is geworpen, in heb de sprong in het diepe gewaagd ... Zoals Agaath het zo mooi verwoorde. Maar omdat ik niet in het bezit ben van een diploma hoger secundair onderwijs, ik ben dus een laageschoolde en daardoor een kansarme persoon (misschien zelfs marginaal) moet ik een intake gesprek ondergaan, waarna men beslist of ik überhaupt wel geschikt ben om dit beroep uit te oefenen.
Enfin ... In voorbereiding daarvan ben ik al op zoek gegaan naar eventueel vrijwilligerswerk dat ik in het licht van die opleiding moet volgen. Om ervaring op te doen en om te weten te komen of dit soort werk me eigenlijk wel ligt. Ik heb nu al twee plaatsen waar ik kan beginnen. Bij een gezelschapsdienst, om het werk van de mantelzorgers van zieken, ouderen en gehandicapten, een beetje te verlichten. En bij een ouderlingentehuis heb ik volgende week een gesprek. Eigenlijk voor hetzelfde werk, maar dan in een andere omgeving. Als het eventueel mogelijk is zou ik deze twee dingen willen combineren. Thuis of in een tehuis, dat moet toch een wereld van verschil zijn.
Tijdens de cursus die ik nu nog volg, maken we kennis met verschillende opleidingen. Daar zit ook de opleiding "Logistiek assistent" tussen. Dit beroep behelst in feite al het werk dat er als vrijwilliger in de zorgsector van je wordt verwacht: gezelschap houden, luisteren, helpen bij het eten, wandelingetje maken ... Kortom, de mensen hun leven een beetje aangenamer maken. Het zonnetje in huis spelen, wat me eigenlijk best goed afgaat, al zeg ik het zelf. Ik heb dus een soort plan B, als mijn oorspronkelijke doel een beetje te hoog gegrepen is. In dat geval kan ik altijd nog een opleiding als "logistiek assistent" volgen. Maar ik mik hoog en ik kijk echt al uit naar de uitdaging die maatschappelijk werk met zich mee zal brengen...
Tot nu toe schreef ik alle afspraken op mijn hand. Anders vergeet ik alles. Maar ondertussen begint mijn hand een beetje te klein te worden. Ik besloot dat daar toch verandering in moest komen. Dapper ging ik naar de winkel en kocht me daar een agenda. Een kleintje, bij gebrek aan beter want de agenda's van dit jaar zijn niet meer te krijgen. De agenda's voor volgend jaar liggen al bijna in de winkels. Vanaf vandaag leef ik opnieuw naar mijn agende en weet je, het doet deugd ... Alsof ik een oude vriend terug zie. Onze relatie was een beetje bekoelt door een misverstand, maar nu de gemoederen wat bedaard zijn, beginnen we opnieuw aan onze prille en breekbare relatie te werken. Mijn agenda en ik ... onafscheidelijk.
Manlief gaat tatooëren, zoals jullie allemaal ondertussen wel weten. Ondertussen heeft hij al heel wat professioneel materiaal verzamelt. Het enig wat nog ontbrak was een degelijke stoel voor het potentieel "slachtoffer". Een massagetafel hebben we, maar daar moet hij al staande bij werken en dat ligt hem niet ... Tegenwoordig wordt er in de meeste tattooshops een tandartsenstoel gebruikt. In hoogte verstelbaar, rugleunig verstelbaar zodat de klant erbij kan liggen als dat nodig is. Ideaal!
Hij ging op zoek naar prijzen. Nieuwe: minstens 5000! Daar ga je wel effe bij neerzitten. Op e-bay maar wat rondgeneusd. Tweedehands tussen 350 en 1500. Dat begon er al wat meer op te lijken. Niet dat we dat geld hadden, maar het was al wat betaalbaarder. Iets om voor te sparen. Verleden week vertelde zijn moeder terloops over de garageverkoop dat weekend in Mol. "Misschien vind je daar wel zo'n stoel!" Riep ze hoopvol uit. Maar wij waren er zeker van: zoiets vind je nooit op een garageverkoop of rommelmarkt. Nee, dat was onmogelijk ...
Een uurtje later ontmoet ik toevallig een vriendin. Volgens haar stond er op de lijst een oude kappersstoel te koop. Kijk, dat zou eventueel een goed alternatief zijn. Man en ik plantten ons voor de computer en via de site van Mol gingen we op zoek naar wat er dat weekend allemaal te koop werd aangeboden. Niks kappersstoel, wel kappersbenodigdheden... Ik noteerde het adres toch maar. Het kon geen kwaad om eens een kijkje gaan te nemen, dacht ik. Ik gaf het zoeken op, ik was al die lijstjes met tweelingbuggies, speelgoed en kinderkleding stilletjes aan beu. Maar hij bleef verder zoeken. Koppig en volhardend als hij is. Plots roept hij dolenthousiast: "Hier sé! Hier staat hem! Een tandartsenstoel!" Vol ongeloof loop ik naar het computerscherm, en inderdaad. Daar staat het. "Te koop: tandartsenstoel ...." Dit kon geen toeval zijn.
Hij belt naar inlichtingen en vraagt hun telefoonnummer op. Hij spreekt die avond nog af om een kijkje te komen nemen. Later blijkt dat die man ooit getatooëerd heeft en hij verkoopt de hele boel. Machientjes, naalden, inkt .... Alles. Wij waren sprakeloos. Toeval, dat bestaat niet ... Op de één of andere manier kom je altijd uit bij datgene wat je nodig hebt. Als je er maar klaar voor bent. Nu staat hij hier. Onze tandartsenstoel, voor 150. Een koopje. En misschien kunnen we later nog wel meer zaken doen met deze man.
Volgens mijn vriend is er met Enrique iets serieus mis. "Hij is meer dan alleen maar 'intelectueel uitgedaagd'" Verzuchtte hij de vorige dag. Hij vraagt zich af of je voor zulke katten ook subsidies kan krijgen net zoals bij de "zottekes van Geel". (Niet denigrerend bedoeld) Eén van zijn broers neemt binnen enkele weken zo'n vrouw in huis, puur om het geld. Tot 1500 zou je, volgens hen, als pleeggezin kunnen opstrijken. Dat die mensen een volwaardig lid van het gezin gaan worden met hun eigen noden en behoeften, daar wordt even geen rekening mee gehouden. Het geld, dat telt ... En de gratis babysit en hulp in huis. Volgens mij gaat dat allemaal niet goed aflopen. Enfin, afwachten maar.
Ondertussen zitten wij met ons eigen "zotteke". Hij is klein voor zijn leeftijd. Hij eet eindelijk zelfstandig brokjes, maar drinken? Dat kan of wil hij nog niet kunnen. Hij wil zijn flesje! En dat laat meneer ook duidelijk merken. Als een baby krijst hij het hele huis bij elkaar. Mijn vriend stelde gisteren voor om zo'n drinkflesje voor konijnen aan te schaffen. Dan kan hij tutteren zoveel hij wil! Spelen gaat ook nog niet echt goed. Hij heeft de behoefte of hij is er nog niet toe in staat. Hij reageert wel op bewegende dingen, maar niet zoals de gemiddelde kat van die leeftijd. Dit is mijn zesde kat, dus ik denk wel dat ik ongeveer weet waarover ik praat. Zijn vooruitgang is veel trager. "Normale" katjes leren iedere dag wel iets nieuws. De eerste drie maanden gaat dat echt enorm snel. Maar bij Enrique ben ik al blij met een wekelijkse vooruitgang.
Hij is lief, aanhankelijk, loopt me overal achterna ... krijsend. Kruipt tegen me omhoog en zuigt zich onmiddellijk vast in mijn nek. Dat probeer ik te vermijden maar hij is zo verdomd snel. Je zit vijf minuten gespannen naar tv te kijken, langer is echt niet nodig en ffffffietttt! ... Daar hangt hij, als een volleerde bloedzuiger in mijn hals. Ik moet hem er echt af trekken, waarna hij uit protest luid begint te krijsen. En ik zit met de zoveelste zuigplek in mijn nek... Jaja, lach maar. De enige plek in huis waar ik (nog) niet belaagd wordt is hier boven, achter de computer. Hij kan de trap nog niet op. Maar dat gaat ook niet lang meer duren. Vanmiddag zat hij al op de tweede tree. Mja, op zijn tempo zal ik toch nog een week of drie hoog en droog zitten .... Liesl sleurde op deze leeftijd allerlei rommel van de zolder naar beneden.
's Avonds is het zijn speeluurtje. Onder mijn leesuurtje, iedere avond in bed, komt Phoebe gezellig bij me liggen. Dat nemen ze ons niet af. Dat is ons uurtje. Enrique mag dan ook een beetje rondsnuffelen en hij is gek op zijn tante Phoebe. Hij doet niets liever dan op haar klimmen, met zijn klein klauwtjes rond haar poot geslagen rolt hij tegen haar aan. Gaat op zijn rug liggen en zwiert alle vier zijn kleine pootjes in de lucht, om haar uit te dagen. Als ze iets te ruw is, gilt hij heel hard, zodat ze onmiddellijk terugspringt ... Vrolijk huppelt hij opnieuw rond haar poten, met zijn staartje fier de hoogte in. Je begrijpt dat er van lezen tegenwoordig niet veel meer in huis komt. Soms speelt hij even met een snippertje papier. Enkele minuten, langer niet. Soms vecht hij eventje met zijn beertje of Plutopop, enkele minuten ... Een propje papier, een balletje, speelgoedmuisje, koordjes ... Niets wekt zijn poezeninteresse.
Vanmorgen springt hij vlot zijn kattenbak in ... Gisteren moest hij nog klimmen, dus er was vooruitgang! Hij begint te graven, en graven, en graven ... Ik dacht dat hij door de bodem zou gaan. Uiteindelijk ging hij zitten en deponeerde zijn drolletje vlak naast het gat ... Waarna hij de hele bak heeft omgeploegd om zijn drolletje te bedekken. Zijn richtingsgevoel is ook niet je dat. Maar hij doet zo zijn best! Het is aandoenlijk. Hij begrijpt het niet, maar hij houdt van je. En iedereen houdt van hem. Je moet wel als je die grote blauwe ogen ziet die je vol vertrouwen aankijken. Hij komt er wel, mijn flinke kerel. Lotje en Liesl hebben hem ondertussen aanvaardt. Enrique hoort bij ons. Ons gezinnetje ...
Ik ben zomaar iemand, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fiep.
Ik ben een vrouw en woon in Balen () en mijn beroep is dromen.
Ik ben geboren op 07/10/1967 en ben nu dus 57 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, tekenen, computeren, observeren, mijn huisdieren en mijn lief.
Ik ben herstellend CVS patient. Sinds een paar maanden durf ik opnieuw toekomstplannen maken. Via het schrijven kan ik me uiten en ik hoop om via deze blog nieuwe zielsverwanten te vinden