Kan iemand mij vertellen wat er aan de hand is op seniorennet? Vanochtend geraakte ik niet op het gastenboek en kon ik ook niets veranderen. Ik kreeg allerlei vreemde woorden en tekens .... En nu zijn er zogezegd geen recente berichten meer ....
Boodschappen doen, op zaterdagnamiddag in Mol. Niet direkt mijn favoriete bezigheid. Ik ben één van die zeldzame vrouwen die niet graag shopt. Veel te druk en vermoeiend voor mij. Maar als het moet, moet het. Nu ik toch in de buurt was, snelde ik nog even naar Van den Borre om een inktpatroon voor mijn printer. Ik heb ze enkele keren laten vullen, maar de laatste keer ben ik daar slecht mee gevaren. Mijn printer herkende zijn eigen inktpatroon niet meer. Zeven euro naar de knoppen! Daar ging mijn winst!
Ik besloot om terug nieuwe te kopen en bij Van den Borre zijn ze het goedkoopst. Et voila, zo gepiept. Eerst ga ik even controleren of ze wel in voorraad zijn. Je kan ze niet zelf van het rek nemen, ze worden beveiligd met een slot tegen diefstal. Jaja, daar hangen ze. Ik wacht geduldig aan de toonbank op een verkoper. En daar komt hij aan. De typische vlotte prater met tandpasta - smile. Ik vertel hem wat ik wil. "Welk type wenst u?" Vraagt hij vriendelijk. Ik vertel het hem nogmaals. Ik beschrijf zelf het doosje.... Maar dat is niet genoeg. Ik moet hem volgen en het type printer aanwijzen, alsof ik een dom kieken ben ... Ik loop zuchtend met hem mee en wijs hem het doosje aan dat ik wil. "Je bent zeker?" Vraagt hij nog een keer aarzelend. Ik bevestig. "Waauw, dat kom je ook niet snel tegen dat iemand zo goed weet wat ze wil!" Roept hij uit terwijl hij zijn tanden bloot lacht. De doorsneevrouw zou hem een knappe jongen noemen, ik vind hem te glad ... fake.
Met een grote zwier haalt hij het haakje van het rek in plaats van met zijn sleutel één doosje los te maken. Ik haal zwijgend mijn schouders op en draai me om terwijl hij zijn fout ontdekt. "Wat doe ik nu! In plaats van het gewoon los te maken!" Roept hij uit. "Ik ben precies in mijne goeie vandaag!" Ik kon niet anders dan dit te beamen, wat hem eventjes van zijn stuk bracht. Ik wacht aan de kassa, hij komt me met zwierige pas achterna. Even moeten hij wachten tot zijn vrouwelijk colega haar klanten heeft afgerekent. Zij bedankt hem voor het opnemen van haar GSM. Hij valt even uit de lucht, begint zich daarna weer te verontschuldigen ... Enfin, een kluns. Maar hij blijft in zijn vlotte verkopersrol. Plots valt mijn oog erop: zijn gulp staat wijd open. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ik denk nog even: "Moet ik het hem niet zeggen?" Maar dan bedenk ik me dat hij zich eigenlijk al genoeg belachelijk heeft gemaakt. Hij zal het zelf wel ontdekken en dan zal hij zich mijn spottend glimlachje misschien wel herinneren, maar dan ben ik er tenminste geen getuige van ... Met veel bravoure rekent hij met me af en vlot richt hij zich tot de volgende klant. Ik verlaat glimlachend de winkel.
Ik apprecieer de avonturen van Patholoog - anatoom Kay Scarpetta wel, vooral inspecteur Marino, die me qua beschrijving en karakter aan Andy Sipowitz, de rol van een dedective in de serie NYPD blue, doet denken. Ik ben gek van die man. Zijn stuursheid, zijn zwakheden die zijn grootste sterkte is. Hij heeft me doen zwichten voor deze reeks van Kay Scarpetta.
Ik lees de boeken niet in volgorde. Ik loop ze toevallig tegen het lijf in de tweedehandswinkel, kringloop, bibliotheek of gewoon via een vriendin ... En ik begin. Meestal is dat geen probleem. Alles wordt tussen de regels door nog eens verduidelijkt en beschreven, zonder in herhaling te vallen. Dat bevalt me wel. Maar nu heeft het toch wel eventjes geduurt eer ik mee was. Het vorige boek was blijkbaar geen afgesloten verhaal. Het nichtje van Kay was geïnfiltreerd in een bende en heeft daar enkele moorden gepleegd. Die hielden verband met een maffiafamilie die een verstoten en misvormde zoon hadden door een zeldzame aangeboren aandoening. Niet alleen aan de buitenkant, maar ook zijn geest werd erdoor bezoedelt. Dit monster is een seriemoordenaar die het ook op Kay had voorzien, maar de dappere vrouw had hem in haar huis kunnen verschalken door een bijtend zuur in zijn ogen te gooien, waardoor hij defenitief blind werd. Kay's voormalige overste, een vreselijke vrouw, was eerder al door deze man op gruwelijke wijze vermoord. En hier begint het verhaal...
Kay wordt beschuldigd van moord op haar voormalige bazin. Zelfs de moordpoging op haar persoon wordt in twijfel getrokken. Iedereen uit haar onmliddelijke omgeving is op de hoogte van deze beschuldigingen en werden grondig ondervraagd, zonder medeweten van Kay. Zij komt pas veel later te weten in wat voor een hachelijke positie ze zich eigenlijk bevindt. Uiteindelijk brengt een brief, van haar verloofde die een jaar eerder vermoord werd, enig soelaas in deze krankzinnige situatie.
Zogauw je alle verbanden gelegd hebt en met het verhaal mee bent, druipt de spanning ervan af.
Prille liefde ... Eigenlijk niet meer zo pril. Je kan eigenlijk zeggen dat hij een oude snoeper is die wel een lekker groen blaadje lust. Een jong ding dat de hele dag met haar verleidelijk kontje voor zijn neus staat te zwieren. Hoe kan een oude knar dat weerstaan? Die jonge snaak van hiernaast staat de hele dag te smachten aan de poort ... Maar hij is geen partij voor onze geroutineerde en ervaren Don Juan.
Hijgend loopt hij haar achterna, zij laat zich al die aandacht welgevallen. Zij is een verboden vrucht, dat is hij zich maar al te goed bewust ... Maar ze is zo mooi, ze ruikt zo lekker en haar huid is zo zacht. Wat kan je doen? Gun een man toch eens zijn pleziertje. Misschien zijn laatste kans.
Op een humorisitische manier wordt de wereld bekeken door de ogen van katten. De hoofdrolspelers zijn Kuching, een oudere wijze kater, en Sunshine, een jongere zwerver die Kuching mee naar huis heeft gebracht. Hij probeert zijn pupil voor te bereiden op het leven als huiskat.
Het boek is opgemaakt in korte verhalen die ook apart gelezen kunnen worden. Verschillende aspecten in het boeiende leven van de kat komen aan bod. Bezoek, de dierenarts, vakantie ... Hoe bekijken zij deze alledaagse dingen die hun levensritme verstoren en hoe lossen ze dit op.
Geen literair hoogstandje maar wal amusant om te lezen op verloren momenten.
Het is zover, ik heb me opnieuw een agenda aangeschaft. Als zelfstandige heb ik zes jaar volgens mijn agenda geleefd. Stresserend ... Daarna ben ik ziek gevallen en gooide ik alle agenda's die ik maar in huis kon vinden woedend in de vuilbak. Alsof het hun schuld was. Twee en een half jaar heb ik zonder agenda kunnen leven. Geen verplichtingen, niets moest, geen stress, rust ... Maar teveel rust en ontspanning is ook niet goed.
Eind vorig jaar begon ik me terug een beetje beter te voelen. Energieker, vrolijker en stilletjes aan smeedde ik nieuwe toekomstplannen. Ondertussen krijgt die toekomst wat meer vorm. Onder het motto: "No time like the present", schiet ik volop in aktie. Deze oriëntatiecursus zit er bijna op (by the way: een aanrader als je nog twijfelt over wat je nu eigelijk wil worden, later als je groot bent) en ik heb ervan genoten. Gewoon het idee dat ik iedere dag ergens verwacht werd. Een doel, hoe onbenullig ook ... Ik heb de tijd van mijn leven beleefd. Hoe raar het ook klinkt.
De zomervakantie breekt aan en ik ben een beetje bang om in het zo beruchte zwarte gat te vallen. Verveling vermoeid. Besluiteloosheid is nefast voor mijn nog wankele gezondheid. Ik wil vooruit in het leven. Ik heb al genoeg tijd verprutst aan onbenullige dingen. De tijd is rijp voor het serieuzere werk! Verleden weekend heb ik een bezoekje gebracht aan de opendeurdag van d'n HIK, een hoge school in de Kempen, en ik heb me ingeschreven voor de opleiding "maatschappelijk werk". Jaja, de beslissing is genomen, de teerling is geworpen, in heb de sprong in het diepe gewaagd ... Zoals Agaath het zo mooi verwoorde. Maar omdat ik niet in het bezit ben van een diploma hoger secundair onderwijs, ik ben dus een laageschoolde en daardoor een kansarme persoon (misschien zelfs marginaal) moet ik een intake gesprek ondergaan, waarna men beslist of ik überhaupt wel geschikt ben om dit beroep uit te oefenen.
Enfin ... In voorbereiding daarvan ben ik al op zoek gegaan naar eventueel vrijwilligerswerk dat ik in het licht van die opleiding moet volgen. Om ervaring op te doen en om te weten te komen of dit soort werk me eigenlijk wel ligt. Ik heb nu al twee plaatsen waar ik kan beginnen. Bij een gezelschapsdienst, om het werk van de mantelzorgers van zieken, ouderen en gehandicapten, een beetje te verlichten. En bij een ouderlingentehuis heb ik volgende week een gesprek. Eigenlijk voor hetzelfde werk, maar dan in een andere omgeving. Als het eventueel mogelijk is zou ik deze twee dingen willen combineren. Thuis of in een tehuis, dat moet toch een wereld van verschil zijn.
Tijdens de cursus die ik nu nog volg, maken we kennis met verschillende opleidingen. Daar zit ook de opleiding "Logistiek assistent" tussen. Dit beroep behelst in feite al het werk dat er als vrijwilliger in de zorgsector van je wordt verwacht: gezelschap houden, luisteren, helpen bij het eten, wandelingetje maken ... Kortom, de mensen hun leven een beetje aangenamer maken. Het zonnetje in huis spelen, wat me eigenlijk best goed afgaat, al zeg ik het zelf. Ik heb dus een soort plan B, als mijn oorspronkelijke doel een beetje te hoog gegrepen is. In dat geval kan ik altijd nog een opleiding als "logistiek assistent" volgen. Maar ik mik hoog en ik kijk echt al uit naar de uitdaging die maatschappelijk werk met zich mee zal brengen...
Tot nu toe schreef ik alle afspraken op mijn hand. Anders vergeet ik alles. Maar ondertussen begint mijn hand een beetje te klein te worden. Ik besloot dat daar toch verandering in moest komen. Dapper ging ik naar de winkel en kocht me daar een agenda. Een kleintje, bij gebrek aan beter want de agenda's van dit jaar zijn niet meer te krijgen. De agenda's voor volgend jaar liggen al bijna in de winkels. Vanaf vandaag leef ik opnieuw naar mijn agende en weet je, het doet deugd ... Alsof ik een oude vriend terug zie. Onze relatie was een beetje bekoelt door een misverstand, maar nu de gemoederen wat bedaard zijn, beginnen we opnieuw aan onze prille en breekbare relatie te werken. Mijn agenda en ik ... onafscheidelijk.
Manlief gaat tatooëren, zoals jullie allemaal ondertussen wel weten. Ondertussen heeft hij al heel wat professioneel materiaal verzamelt. Het enig wat nog ontbrak was een degelijke stoel voor het potentieel "slachtoffer". Een massagetafel hebben we, maar daar moet hij al staande bij werken en dat ligt hem niet ... Tegenwoordig wordt er in de meeste tattooshops een tandartsenstoel gebruikt. In hoogte verstelbaar, rugleunig verstelbaar zodat de klant erbij kan liggen als dat nodig is. Ideaal!
Hij ging op zoek naar prijzen. Nieuwe: minstens 5000! Daar ga je wel effe bij neerzitten. Op e-bay maar wat rondgeneusd. Tweedehands tussen 350 en 1500. Dat begon er al wat meer op te lijken. Niet dat we dat geld hadden, maar het was al wat betaalbaarder. Iets om voor te sparen. Verleden week vertelde zijn moeder terloops over de garageverkoop dat weekend in Mol. "Misschien vind je daar wel zo'n stoel!" Riep ze hoopvol uit. Maar wij waren er zeker van: zoiets vind je nooit op een garageverkoop of rommelmarkt. Nee, dat was onmogelijk ...
Een uurtje later ontmoet ik toevallig een vriendin. Volgens haar stond er op de lijst een oude kappersstoel te koop. Kijk, dat zou eventueel een goed alternatief zijn. Man en ik plantten ons voor de computer en via de site van Mol gingen we op zoek naar wat er dat weekend allemaal te koop werd aangeboden. Niks kappersstoel, wel kappersbenodigdheden... Ik noteerde het adres toch maar. Het kon geen kwaad om eens een kijkje gaan te nemen, dacht ik. Ik gaf het zoeken op, ik was al die lijstjes met tweelingbuggies, speelgoed en kinderkleding stilletjes aan beu. Maar hij bleef verder zoeken. Koppig en volhardend als hij is. Plots roept hij dolenthousiast: "Hier sé! Hier staat hem! Een tandartsenstoel!" Vol ongeloof loop ik naar het computerscherm, en inderdaad. Daar staat het. "Te koop: tandartsenstoel ...." Dit kon geen toeval zijn.
Hij belt naar inlichtingen en vraagt hun telefoonnummer op. Hij spreekt die avond nog af om een kijkje te komen nemen. Later blijkt dat die man ooit getatooëerd heeft en hij verkoopt de hele boel. Machientjes, naalden, inkt .... Alles. Wij waren sprakeloos. Toeval, dat bestaat niet ... Op de één of andere manier kom je altijd uit bij datgene wat je nodig hebt. Als je er maar klaar voor bent. Nu staat hij hier. Onze tandartsenstoel, voor 150. Een koopje. En misschien kunnen we later nog wel meer zaken doen met deze man.
Volgens mijn vriend is er met Enrique iets serieus mis. "Hij is meer dan alleen maar 'intelectueel uitgedaagd'" Verzuchtte hij de vorige dag. Hij vraagt zich af of je voor zulke katten ook subsidies kan krijgen net zoals bij de "zottekes van Geel". (Niet denigrerend bedoeld) Eén van zijn broers neemt binnen enkele weken zo'n vrouw in huis, puur om het geld. Tot 1500 zou je, volgens hen, als pleeggezin kunnen opstrijken. Dat die mensen een volwaardig lid van het gezin gaan worden met hun eigen noden en behoeften, daar wordt even geen rekening mee gehouden. Het geld, dat telt ... En de gratis babysit en hulp in huis. Volgens mij gaat dat allemaal niet goed aflopen. Enfin, afwachten maar.
Ondertussen zitten wij met ons eigen "zotteke". Hij is klein voor zijn leeftijd. Hij eet eindelijk zelfstandig brokjes, maar drinken? Dat kan of wil hij nog niet kunnen. Hij wil zijn flesje! En dat laat meneer ook duidelijk merken. Als een baby krijst hij het hele huis bij elkaar. Mijn vriend stelde gisteren voor om zo'n drinkflesje voor konijnen aan te schaffen. Dan kan hij tutteren zoveel hij wil! Spelen gaat ook nog niet echt goed. Hij heeft de behoefte of hij is er nog niet toe in staat. Hij reageert wel op bewegende dingen, maar niet zoals de gemiddelde kat van die leeftijd. Dit is mijn zesde kat, dus ik denk wel dat ik ongeveer weet waarover ik praat. Zijn vooruitgang is veel trager. "Normale" katjes leren iedere dag wel iets nieuws. De eerste drie maanden gaat dat echt enorm snel. Maar bij Enrique ben ik al blij met een wekelijkse vooruitgang.
Hij is lief, aanhankelijk, loopt me overal achterna ... krijsend. Kruipt tegen me omhoog en zuigt zich onmiddellijk vast in mijn nek. Dat probeer ik te vermijden maar hij is zo verdomd snel. Je zit vijf minuten gespannen naar tv te kijken, langer is echt niet nodig en ffffffietttt! ... Daar hangt hij, als een volleerde bloedzuiger in mijn hals. Ik moet hem er echt af trekken, waarna hij uit protest luid begint te krijsen. En ik zit met de zoveelste zuigplek in mijn nek... Jaja, lach maar. De enige plek in huis waar ik (nog) niet belaagd wordt is hier boven, achter de computer. Hij kan de trap nog niet op. Maar dat gaat ook niet lang meer duren. Vanmiddag zat hij al op de tweede tree. Mja, op zijn tempo zal ik toch nog een week of drie hoog en droog zitten .... Liesl sleurde op deze leeftijd allerlei rommel van de zolder naar beneden.
's Avonds is het zijn speeluurtje. Onder mijn leesuurtje, iedere avond in bed, komt Phoebe gezellig bij me liggen. Dat nemen ze ons niet af. Dat is ons uurtje. Enrique mag dan ook een beetje rondsnuffelen en hij is gek op zijn tante Phoebe. Hij doet niets liever dan op haar klimmen, met zijn klein klauwtjes rond haar poot geslagen rolt hij tegen haar aan. Gaat op zijn rug liggen en zwiert alle vier zijn kleine pootjes in de lucht, om haar uit te dagen. Als ze iets te ruw is, gilt hij heel hard, zodat ze onmiddellijk terugspringt ... Vrolijk huppelt hij opnieuw rond haar poten, met zijn staartje fier de hoogte in. Je begrijpt dat er van lezen tegenwoordig niet veel meer in huis komt. Soms speelt hij even met een snippertje papier. Enkele minuten, langer niet. Soms vecht hij eventje met zijn beertje of Plutopop, enkele minuten ... Een propje papier, een balletje, speelgoedmuisje, koordjes ... Niets wekt zijn poezeninteresse.
Vanmorgen springt hij vlot zijn kattenbak in ... Gisteren moest hij nog klimmen, dus er was vooruitgang! Hij begint te graven, en graven, en graven ... Ik dacht dat hij door de bodem zou gaan. Uiteindelijk ging hij zitten en deponeerde zijn drolletje vlak naast het gat ... Waarna hij de hele bak heeft omgeploegd om zijn drolletje te bedekken. Zijn richtingsgevoel is ook niet je dat. Maar hij doet zo zijn best! Het is aandoenlijk. Hij begrijpt het niet, maar hij houdt van je. En iedereen houdt van hem. Je moet wel als je die grote blauwe ogen ziet die je vol vertrouwen aankijken. Hij komt er wel, mijn flinke kerel. Lotje en Liesl hebben hem ondertussen aanvaardt. Enrique hoort bij ons. Ons gezinnetje ...
Jarenlange is dat oude gerenoveerde gebouw mijn tweede thuis geweest. Letterlijk: "Home away from home ... "Afgelopen september ben ik nog volle moed aan het nieuwe schooljaar begonnen, amper drie maanden later begon de afkeer te groeien. Waarom? Ik kon het niet zeggen. Er was iets, een lichte verschuiving in de sfeer ... De nieuwe directrice had haar intrede gedaan en ook al zag je haar niet, toch was haar aanwezigheid te voelen in iedere porie van het oude gebouw. En ik hield niet van dat gevoel. Ik sloeg lessen over, ik die dat anders nooit deed. Die bijna leefde in de ateliers ... Zelfs de zin om thuis te creëren verdween. Tijdens de kerstvakantie besloot ik om mijn aandacht elders te leggen: op mijn toekomst ...
Het schooljaar loopt op zijn einde en mijn spullen stonden nog altijd op de kunstacademie. Ik heb het zo druk gehad met andere dingen ... En ik zag er enorm tegen op. Ik gruwelde van die akelige en kille sfeer die er hing. En ik was niet de enige. Ik hoorde dat er nog meer leerlingen afhaakten. Maar niet mijn vriendin Agaath. Moedig maakte ze het jaar uit. Mopperend en soms zelfs een beetje vloekend, maar ze heeft het gehaald. Haar creaties moesten naar ginder gebracht worden voor de jury en onze spullen moesten nog opgehaald worden. Gisteravond gingen we samen op weg. Bepakt en bezakt met loodzware werken. Puffend sleurden we samen haar spullen naar het atelier.Niet zonder problemen: twee trapjes, enkele smalle doorgangen en een atelier vol breekbare spullen waren onze hindernissen. Uiteindelijk leidde ik Agaath naar haar plaats, maakte die proper zodat zij haar werkjes erop kon uitstallen terwijl ik onze spullen en tientallen kilo's klei naar de auto kon sleuren. Niemand reageerde. De lerares niet, de andere leerlingen niet. Het was alsof we daar niet waren. Een deur open houden of alleen maar aanbieden om te helpen als ze zien dat je een beetje staat de sukkelen met een blinde vrouw aan je arm die een bak vol keramiek draagt.
Nadat ik de spullen naar de auto gedragen had en doodmoe terug in de klas aankwam, was Agaath ondertussen ook klaar met haar werken uit te stallen. En daar stond ze, moederziel alleen aan de kant. Steunend tegen de rekken om niet haar evenwicht te verliezen in haar eenzame duistere wereld. Niemand sprak haar aan. Er kon niet eens een goeiedag af. Ik kookte inwendig. We pakten de laatste dingen in en ik loodste haar tussen de werkbanken naar de buitendeur. Samen droegen we een zware bak vol klei en vrij keramiek werk. Pas toen Agaath in de smalle doorgangen tegen een werk dreigde te lopen (er was niemand die het in zijn hoofd haalde om eventjes de doorgang voor ons vrij te maken) vroeg een vrouw, dik tegen haar goesting: "Moet ik soms helpen?" Ik snauwde kort dat dat niet nodig was, waarna ik tegen Agaath siste: "Daar komen ze nu mee af, nu het werk achter de rug is ...."
Nee, ik mis het niet, die aangename en creatieve sfeer op de kunstacademie ....
Boek gelezen: Mijn eigen kind van Jacquelyn Mitchard
Dit boek is eigenlijk de moderne versie van het verhaal van Koning Salomo. Twee families vechten om een kind waarvan de ouders bij een verschrikkelijk ongeluk zijn omgekomen. Een dramatisch verhaal, dat echter met weinig gevoel wordt verteld. Het is een oppervlakkige opsomming van de feiten, dat wordt vervolgd door de logische gevolgen hiervan. Met natuurlijk een heel voorspelbaar einde.
Jacquelin Mitchard zou een bestseller auteur zijn, met Oprah Winfrey onder één van haar bewonderaars. Er zou zelfs een boek van haar verfilmd zijn. Mij heeft ze niet overtuigd van haar talent als romanschrijfster. Als journalist ... misschien
Daarnet een ontspannend wandelingetje met de honden gemaakt. Sinds ik een tijdje geleden door mijn enkel ben gezakt, was het er niet meer van gekomen. Eerst door de pijn, daarna uit voorzorg,. Maar hoe voorzichtig ik ook was, het heeft niet veel geholpen. Twee weken geleden geleden zakte ik opnieuw door die verdomde enkel.Terug in de windels en enkele dagen kreupel. Zonder de steun van dat verband kan ik amper een voet voor de andere zetten. Maar ingetaped met stevige schoenen en mijn enkel vast ingesnoerd, geraak ik redelijk goed van plaats. Dus ik dacht: "Laten we een wandelingetje maken!" Dat is niet meegevallen. Pijn! En omdat ik waarschijnlijk meer op mijn andere voet steun om de pijnlijke enkel te ontlasten, begint die ook serieus te protesteren. Maar toch heb ik ervan genoten. Alleen al om die honden bezig te zien. Hoe ze uitgelaten rondhollen, vrolijke bokkensprongen maken en in de meest vieze dingen liggen te rollen (de jonge Phoebe dan toch), is al een grote beloning op zich.
Onze koningszoon daarentegen, is niet echt tevreden met zijn bestaan hier op aarde. Sinds gisteren mag hij niet meer sabbelen aan mijn oorlelletje (wegens te pijnlijk) of in mijn hals (wegens ontsierende zuigplekjes). Nu moet hij het met mijn hand stellen, maar aangezien die huid niet zo zacht is, is hij het daar niet mee eens.
Tot hiertoe leeft onze prins nog altijd op zalm. Het zacht vlees werd plat geplet en hij zoog het in feite nog op, ook al is hij gezegend met heel stevige en scherpe tandjes. Waar hij blijkbaar het nut niet echt van inziet.'s Nachts, als Enrique zich in de prinselijke slaapkamer (zijn transportbox) terugtrekt, krijgt hij alleen een kommetje brokjes mee. Sinds gisteren had ik het vermoeden dat hij ervan at. Vanmorgen was ik zeker, dus vanaf vandaag krijgt hij brokjes te eten. Gedaan met het zachte vissenvlees! Vissenvlees alleen is niet genoeg voor een opgroeiende jongen. Daar wordt je niet groot en sterk van. Maar van stevige kittenbrokken wel.
Hij zeurt en moppert tegen de hel op. Hij vloekt en schreeuwt om vis. Maar niets helpt. Ik ben een kijkje gaan nemen in zijn bakje en jawel ... Welliswaar dik tegen zijn zin, maar hij is beginnen knabbelen aan zijn brokjes. Nu zetten we door!
In Spanje worden windhonden, waaronder voornamelijk Galgo's, schandelijk behandeld. Als hun carière bij de hondenrennen erop zit, staat hun geen welverdiend pensioen te wachten. Martelen, pijn en foltering is hun deel. De gelukkigen onder hen vinden snel de dood. Anderen kwijnen weg en laten zich die "ondierlijke " behandelingen welgevallen. Zich verdedigen of aanvallen zit er bij hen niet in. Daar zijn ze te zachtaardig voor. Ik laat de verschrikkelijke beelden achterwege van dieren die opgehangen werden, open wonden hebben, ledematen missen of levend begraven werden. Daarvoor verwijs ik jullie naar
Genoeg horrorverhalen en - beelden om je wekenlang slapeloze nachten te bezorgen. Ik vertel jullie liever een verhaal van hoop. Over een meisje, 17 jaar is zij. Haar hele jonge leven heeft ze zich het lot van dieren ingezet. Jarenlang heeft ze geijverd voor de opgejaagde en bijna uitgestorven wolven. Vroegrijp als ze is, geeft ze haar geld of vrije tijd niet uit aan vriendjes of uitgaan. Daar heeft ze allemaal geen tijd voor. Het was dus eigenlijk maar een kwestie van tijd voor zij zich de ellende van deze dieren zou aantrekken. En ziehier het resultaat: Churra, het Galgo teeftje uit Portugal samen met haar dolgelukkige nieuwe baasje. Gisteren aangekomen.Churra weet niet half hoe ze geboft heeft ...
Vinnie begreep de bevelen, dus de hondenschool werd al een stuk plezanter. Alleen het apporteren ging nog niet zoals gewenst en dat moest hij kunnen wilde hij overgaan. Hij kon het wel! Maar als je zijn apport voor de tweede keer wegsmeet, vertikte hij het om hem terug te brengen. Demonstratief ging hij ermee aan de kant liggen en hij leek te zeggen: "Nie met mijn voeten!" En geef hem eens ongelijk.
Vinnie was ook niet snel onder de indruk van andere honden. Het leek wel alsof hij ze niet zag. Hij vertoefde helemaal alleen in zijn eigen wereldje, waarvan ik af en toe ook deel uit mocht maken. Wat ik best een grote eer vond. De vierde maand in de A - klas. Een jonge Rottweiler vervoegde onze gelederen. Hij was enorm stoer, dominant en sterk. En dat wist hij. Er was geen huis mee te houden. Ik keek gelaten toe. Ik had in die vier maanden al gezien hoe een Rotweiler voorgoed het plein werd afgestuurd wegens onhandelbaar. Een jonge Amstaff veegde ook de vloer aan met iedereen. Hoe harder men brulde op hem, hoe erger hij tegenwerkte. Op een gegeven moment zag ik hoe de instructeur van dienst met zijn hele gewicht op de hond zijn rug ging zitten om hem neer te krijgen. De Amstaff plaatste zijn vier poten stevig op de grond en gaf geen krimp. Hij brak nog liever zijn rug dan toe te geven. Met lede ogen bekeek ik het allemaal terwijl Vinnie mij trouw en verliefd aankeek. Ik fluisterde zachtjes: "Vinnie af?" en Vinnie ging zo fier als een pauw liggen.
De Rotweiler in onze groep grauwde en gromde tegen iedere klasgenoot. In de A - klas zitten voornamelijk jonge honden, recht uit de puppyklas. Die reageerden allemaal heel bang of ze vlogen tegen hem uit. Met als gevolg dat de hele klas op stelten stond. Af en toe moesten we door elkaar lopen en zo kwam onze vechtjas per ongeluk naast ons terecht. Opnieuw datzelfde tafereeltje: grommen, grauwen, blaffen en bijten naar Vinnie. Vinnie merkte het niet eens. Het was alsof daar helemaal niets stond. Hij was lucht. Ik keek hem toch een beetje bevreemdend aan, maar inderdaad, Vinnie keek dwars door die furie heen. De rotweiler kreeg niet het gewenste resultaat ... Hij kreeg helemaal geen enkel resultaat, dus hij stopte al gauw. Vanaf toen kwam die man altijd naast mij staan. Hij vroeg me zelfs om iedere les naast hem te komen staan. Hij ging aan het begin van de rij staan en Vinnie en ik ernaast. En de rotweiler gehoorzaamde.Tot hij toevallig in de buurt van een andere hond kwam, dan begon het kabaal opnieuw. Een maand heeft die man kunnen genieten van een rustige en gehoorzame hond. En toen was het overgangsexamen en Vinnie slaagde. Ik heb die man en zijn Rotweiler nooit meer terug gezien ...
Als een verantwoordelijke Pit Bull "eigenaar" toog ik samen met onze jongen naar de les. Eerst de puppyklas! Lekker rondhollen met andere puppies en spelen. Basis oefeningetjes leren en het baasje volgen. Fijn! Maar Vinnie is volgens mij licht autistisch. Hij leeft in zijn eigen wereldje en daarin laat hij niemand zomaar toe! Andere honden intereseren hem niet echt, zeker niet als ze een beetje opdringerig zijn. Op zijn eentje verkende hij het afgesloten puppiepleintje en een beetje te uitbundig begroette hij de andere baasjes. Mensen vond hij meteen geweldig, maar hiij kende zijn eigen kracht niet. Mensen knielden vertederd neer, streelden hem en praatten op een vrolijke toon tegen hem. Vinnie begon met zijn hele lijfje te kwispelen, waarna hij met vier poten tegelijk van de grond sprong. Op dat moment gaf ik een waarschuwende gil maar tegen dan was het al te laat. Mensen bogen hun hoofd om hem te knuffelen, niet snel genoeg naar meneers zin en dus hielp hij een handje. Bruusk stootte hij zijn snoet in hun richting en zo kreeg menig bewonderaar een flinke stomp op de neus en belandde zo met de voeten in de lucht op het gras... Na een tijdje verwittigde ik op voorhand al: "Pas op, hij mikt op de neus ..." En dat hielp. Veel minder gekneusde neuzen en ego's sindsdien.
Een Pit Bull is mentaal veel later rijp dan de doorsnee hond. Kleinere honden zijn voor hun eerste levensjaar al geestelijk volwassen. Grote honden bereiken deze rijpheid rond hun anderhalf. De Pit bull ten vroegste op de leeftijd van drie jaar ... Komt daarbij dat Vinnie een beetje traag van begrip was. Nog trager dan de gemiddelde Pit. Agaaths dochter zou beweren dan Vinnie "Intelectueel uitgedaagd" is. Het moderne woord voor: "Achterlijk". Achterlijk en autistisch, en dat na een hoogbegaafde Witte herder. Een serieuze aanpassing, dat kan ik je vertellen. Zes maanden oud was hij ondertussen en hij mocht over naar de A-klas. "De grote school", als het ware. Fier liepen we samen in de rij met de echte "studenten". Gedaan met spelen! Nu begon het echte werk. En hij wilde zo graag werken. Echt, maar hij begreep de bevelen niet. Gedurende die eerste maanden had ik een pracht van een instructeur. Hij begreep deze honden en hij zag meteen wat voor vlees hij in de kuip had. Hij liet me doen, en moedigde me aan om het rustig aan te pakken.
Niks commanderen zoals de meeste baasjes en instructeurs doen. Dat pakt niet bij hen. Geduldig probeerde ik Vinnie wijs te maken wat ik met "voet", "af" of "volg" bedoelde. En tot overmaat van ramp was er ook nog het bevel "zit" wat blijkbaar toch iets anders betekende dan "Voet", ook al moet je hetzelfde doen. Hij wilde me zo graag plezieren, maar hij begreep het niet. Tot op een mooie zaterdagnamiddag op de les. Ik vraag hem beleefd (want daar staat hij op: beleefdheid en respect) "Vinnie, zit?" En je zag zo zijn frank vallen! Dat lichtje zag je schijnen in zijn ogen. Fier ging hij zitten en keek me aan. Ik was zo trors op mijn jongen. Uitbundug prees ik hem. Mijn flinke jongen.
De ligoefening, duurde een beetje langer. Drie maanden om precies te zijn. De meesten vliegen op één of maximum twee maanden door de A - klas. Maar wij hadden tijd. Hiij begreep het niet. Wanhopig keek hij me met zijn droevige hondenogen aan. En toen werd ik ziek: een gemeen voorjaarsgriepje.De hele week lag ik uit te zieken in de zetel met de trouwe Vinnie aan mijn voeten. Na die week, ik stond nog een beetje wankel op mijn benen, liet ik onze drie honden in de tuin. Om de één of andere reden moesten ze gaan liggen, dus ik geef hun het bevel. Onze twee herders gehoorzaamden meteen en Vinnie volgde hun voorbeeld. En weer zag ik dat lichtje in die ogen die zeiden: "Oooooh!!! Dat wil je zeggen!"
Onze Vinnie was dus gearriveerd in ons nederig stulpje. Op dat moment woonden er al een tweejarige Duitse herder, Quorton genaamd en een bijna driejarig Witte herderteefje, Faith, bij ons. Ook resideerde er in die tijd een kruising Siamese kater, Sooike genaamd, in onze woning. Enfin, het was op een novemberavond, rond half acht toen we na een lange rit eindelijk thuis kwamen. Vinnie had de hele weg op mijn schoot liggen slapen. Mijn vriend droeg hem naar binnen en zette hem in de woonkamer. Uit gewoonte zette hij de TV aan. Vinnie zag de beelden op het scherm flitsen en met open mond liet hij zich verbaasd op zijn kont zakken. Zeker vijf minuten heeft hij met grote ogen naar dat vreemde kastje zitten staren. Maar daarna was de lol er ook voorgoed af. We lieten hem rustig het huis verkennen, voordat we hem lieten kennis maken met zijn nieuwe broer en zus.
Die nacht moesten we een veilig heenkomen vinden voor onze nieuw gezinslid. Hij was niet echt gepland, dus eigenlijk waren we niet voorzien op een Pit Bullpup. Het was niet zozeer dat we hem moesten beschermen, maar wel onze inboedel. Ook al viel onze jongen best mee naderhand bekeken. We kantelden onze keukentafel op zijn kant en schoof deze tegen de muur. De zijkanten versperden we met alles wat we maar konden vinden. Vinnie kreeg zo zijn geïmproviceerde bench. Maar al snel leerden we dat niets een Pit tegenhoudt. We lagen amper in ons bed of we hoorden beneden een hels kabaal. Op amper enkele minuten tijd had hij de hele constructie afgebroken.
De volgende dag zijn we onmiddellijk op zoek gegaan naar een stevige binnenhuiskennel. Want wij kenden de sterke verhalen van een Bull terrier (echt gebeurd bij toenmalige vrienden van ons) die de mazoutleiding in de keuken had doorgebeten ... Zoiets wilden we voorkomen. Trouwens, een jonge Pit moet weten wie de baas is. Maar omdat zij zo goed als ongevoelig zijn voor pijn, helpen lichamelijke straffen, zoals bij het nekvel grijpen, niet. Hij was het er niet mee eens dat hij nu zijn nachten moest slijten in een kooi. Luid klaagde hij de volgende drie nachten. Maar op de derde nacht, consequent bleven we hem corrigeren op een rustige manier, draaide hij verwaand zijn hoofd en ging kopppig in een hoekje van zijn bench zitten. Vanaf die nacht sliep hij door en leek hij zich verzoent te hebben met de nieuwe situatie. Vanaf die nacht was het ook gemakkelijker om hem te berispen en te corrigeren! Wij waren mentaal tot hem doorgedrongen en hij accepteerde ons als zijn roedelleiders. Eén enkele verwijtende vinger de hoogte in, was sindsdien al genoeg om hem te berispen.
Met de twee andere honden hadden we gehoorzaamheid gevolgd en vooral door Faith hadden we heel veel geleerd. Herders zijn normaal redelijk gemakkelijk op te voeden, maar een witte herder was toch nog andere koffie. Ze was koppig, dominant, onafhankelijk en enorm slim. Veel te slim voor haar eigen goed. Maar tegelijkertijd mocht je niet te hard voor haar zijn, omdat ze enorm gevoelig was. Op de hondenscholen wisten ze geen raad met haar.In die tijd was dat hondenras nog niet echt gekend. ik geloof dat zij één van de eerste Witte herders hier in de omgeving was De instructeurs wilden haar africhten zoals een Duitse herder. Dat pakt dus niet ... Bloed zweet en tranen heeft het me gekost, maar ik heb enorm veel geleerd. Dankzij haar verwierf ik het geduld en de kennis om op een fatsoenlijke manier met Pit Bulls om te gaan. Want hoe gek ik ook ben op die honden, het zijn geen honden voor iedereen. Eigenlijk zou er een wet moeten bestaan die verbiedt om Pits, Amstaffs, Rottweilers of eender welke andere "vechthondenras" aan onervaren mensen toe te vertrouwen.
En opnieuw kwam ik op de gehoorzaamheid met een ras waar ze geen kaas van gegeten hadden. Ik heb veel tragedies gezien met deze rassen, allemaal door de onkunde van de instructeurs ...
Gevaarlijke honden. Pit Bulls en Amerikaanse Staffords staan op de eerste plaats op die beruchte lijst. Net de twee rassen waar ik gek op ben. Meer dan gek zelfs. Het begon bijna elf jaar geleden. Mijn vriend kreeg interesse in de Pit Bull. Ik, gehersenspoeld door de media zoals iedereen, verklaarde hem voor gek. Maar wij lopen nooit over één nacht ijs. Ijverig en toch een beetje nieuwsgierig wonnen we informatie in. In die tijd was internet nog niet zo ingeburgerd zoals nu, dus het gebeurde allemaal via via en langs advertenties. Maar we leerden mensen kennen die de trotse bezitters waren van Bull terriërs en American Staffords. Amstaffs, zoals ze bij de "kenners" worden genoemd. We waren verkocht ... De Pit Bull en de Amstaff zijn in wezen één en dezelfde hond. Alleen is de Amstaff meer op show gefokt en daardoor zwaarder en groter gebouwd. Maar van karakter vind je weinig of geen verschil. Na een grondige zoektocht en bezoekjes aan allerlei al of niet malafide fokkers, kwamen we in West Vlaanderen uit, bij een vrouw die leefde voor haar Pits. Ze verkocht niet aan eender wie. Iedere potentiële koper moest eerst een grondige screening ondergaan en bij de verkoop werd er een contract opgesteld. Als de honden niet naar behoren werden verzorgd of er was maar het minste vermoeden van verwaarlozing of deelname aan hondengevechten, had ze het recht om de hond terug te eisen. Het resultaat van haar doortastende karakter liep bij haar in huis rond. Een licht bruin teefje, dat men had geprobeerd klaar te stomen voor de hondengevechten. Maar niet iedere Pit is daarvoor geschikt! Ze zijn enorm gevoelig en als vechten tegen hun natuur ingaat, heb je een heel ongelukkige hond. Dit hondje was er zo eentje. Een jaar heeft de vrouw nodig gehad om het doodsbange hondje terug sociaal te krijgen. En net dit doodbrave teefje had puppies. Drie maanden oud waren ze en er waren er nog drie over. We werden onmiddellijk goedgekeurd, door haar andere drachtige teefje dat bij onze aankomst zonder aarzelen op mijn schoot sprong. De aanstaande moeder werd uitgebreid door mij geknuffeld, wat een goede indruk maakte bij de vrouw. Later ontdekten we dat niet iedereen zo "onverschrokken" reageert, omdat de meeste mensen toch met het idee van de meedogenloze killer in het achterhoofd een kijkje komen nemen. Achter het huis had ze de pups in een afgeschermde ruimte zitten. Twee teefjes en een klein dik reutje ... De twee anderen sprongen opgewonden keffend tegen de lage afscheiding, maar hij bleef onverstoorbaar zitten. Goudbruin en een zwarte snoet ... Ik was verliefd.
Niet zomaar verliefd ... Ik kies mijn honden of katten niet zelf, zij kiezen mij. Het is een soort herkenning, alsof je een lang uit het oog verloren vriend terug ziet. Je weet het, hij hoort bij mij. Dat was nu ook het geval. In eerste instantie gingen we alleen maar een kijkje nemen. We hadden geen geld meegenomen, want we gingen geen pup kopen. Oh nee... Maar vooruitziend zoals altijd, had ik mijn voorzorgen genomen en ik had stiekem een cheque in mijn tas gestopt. De hele namiddag heb ik nodig gehad om mijn vriend te overtuigen. Ik weigerde gewoon te vertekken zonder mijn grote liefde! Uiteindelijk gaf hij toe en de mollige pup, die we Vinnie noemden, keerde met ons naar huis.
Ik ben zomaar iemand, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fiep.
Ik ben een vrouw en woon in Balen () en mijn beroep is dromen.
Ik ben geboren op 07/10/1967 en ben nu dus 57 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, tekenen, computeren, observeren, mijn huisdieren en mijn lief.
Ik ben herstellend CVS patient. Sinds een paar maanden durf ik opnieuw toekomstplannen maken. Via het schrijven kan ik me uiten en ik hoop om via deze blog nieuwe zielsverwanten te vinden