Ik ben Guilmet Michel
Ik ben een man en woon in Glabbeek (België) en mijn beroep is Accountant.
Ik ben geboren op 29/06/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zoals iedereen : lezen, genealogie, fietsen en wandelen en als het mogelijk is met vakantie gaan.
Dit schilderij heeft mijn zus Denise Guilmet van mij gemaakt voor mijn zestigste verjaardag in 2007
Zoeken in blog
Beoordeel dit blog
U kan mij vinden op blogplaats 203
26-05-2015
Vandaag 26 mei 2015
Het is vandaag niets speciaals, een gewone buitengewone dag. Ik heb zoëven moeten denken aan het bejaarde koppel, man en vrouw die in de jaren 1965-1970 in Geetbets vermoord in hun zetel zijn gevonden.
Blijkbaar koelbloedig afgemaankt. Een roofmoord ? De daders zijn nooit gevonden, laat staan veroordeeld. Niemand in Geetbets heeft ooit iets naar buiten gebracht. Er werd gefluisterd dat iedereen het wist, maar dat niemand iets wou of durfde te zeggen. Ik kende in elk geval de daders niet en ik ken ook niemand die de dader of daders zou kunnen ontmaskeren. Wie dan wel ? Het is verjaard, maar blijkbaar niet vergeten.
Marvin Gaye zong : I heard it through the grapevine, ofwel ik hoorde de geruchten ruisen door de struiken terwijl de slaven op de plantages aan het werk waren... Niets is nieuw.
Op 27 januari 2008 zijn Maria, Theo, Martha en ik naar Villers-le-Temple geweest. In Strée zijn we op het kerkhof gaan kijken, en ja er zijn daar drie oude grafzerken van een Guilmet. Spijtig genoeg geen data en aanwijzingen voor verder onderzoek, wel de bevestiging dat ik geografisch juist zit met mijn opzoekingen.
Een paar kilometer verderop ligt Villers-le-Temple. Toen wij voor de kerk parkeerden zagen wij dat de deur van de kerk open was. Normaal zijn deze kerken alleen te bezoeken op aanvraag en blijft de deur nooit open. Wij gingen naar binnen en er was een oud heertje aan het opruimen. Theo sprak hem aan en het bleek dat er juist een doop geweest was, maar wij mochten rondkijken. In deze kerk bevindt zich de enige bewaarde grafzerk van een ridder van de Tempeliers, Gérard de Villers. Het is een prachtig middeleeuws kerkje dat wonderwel bewaard is. Wij raakten in gesprek met het oude heertje en hij vertelde ons dat Villers-le-Temple een zeer klein dorp is en hij er iedereen kent maar dat er niemand meer met de naam Guilmet in Villers-le-Temple woonde, hij had wel een neef die Guilmet heette maar die was enkele jaren geleden gestorven. De naam komt wel nog voor in buurgemeenten zoals Strée en Outrelouxhe. Op mijn vraag of er nog parochieregisters waren en tot wie wij ons moesten richten antwoorde hij dat die er waren en wij ons moesten richten tot Victor Arnoldy, dat was hijzelf. Wij hebben zijn naamkaartje en mogen bellen voor een afspraak. Tot op heden staat deze afspraak nog open ...
Ik ben opnieuw in gang geschoten, dankzij Mireille Lambion, dochter van Georgette Guilmet, die reageerde op mijn oproep van vorig jaar op het seniorenet.
De overgrootvader van Georgette Guilmet, zij is 83 jaar oud, is Lambert Guilmet, de broer van onze bedovergrootvader Herman Guilmet. Ze woont nu in Brussel, maar is geboren in Amay, tegen Villers le Temple en heeft steeds contact gehouden met haar geboortestreek. We gaan haar binnenkort bezoeken en hopen zo meer over de familie Guilmet te weten te komen, zij is immers geschiedenislerares. Zij had ook een stamboom die vollediger was dan de mijne van de stam in de streek van Villers le Temple. De broers en zussen van Herman Guilmet stonden er namelijk op.
Een van die zussen was Rosalie Guilmet, de bedovergrootmoeder van Renée Beaujean, met wie ik nog steeds correspondeer.
Op zondag 25 november 2007 zijn Martha en ik eens naar Villers le Temple gereden. Het was bar slecht weer en we hebben weinig kunnen doen. Alleen hebben we kunnen vaststellen dat het een prachtig dorp is. Het is heel oud met de abdij van de orde van de Tempeliers (14 de eeuw). We gaan zeker terug om het eens grondig te bekijken, er is heel veel te zien en het is een prachtige streek.
Een van de broers van Herman Guilmet, namelijk Jacques-Joseph Guilmet (°Villers le Temple 20/10/1810) had 10 kinderen waarvan het merendeel jongens. Ik neem aan dat de meeste naamgenoten afstammelingen van hem moeten zijn, vermits de andere takken zoals die van Hubert Guilmet (zie Georgette Guilmet) geen naamgenoten meer hebben.
Zoals de zaken er nu uitzien is de familie Guilmet van oorsprong uit de streek in de provincie Luik op de grens met de Provincie Luxemburg. De oudste heb ik gevonden in Werbomont in 1650 en die heette Guilmet de Grand Trixhe.
Volgens de geschiedenis van de streek waren de meeste mensen werkzaam in de métallurgie, de ijzerertswinning en de verwerking ervan. De landbouw was minimaal en de grond niet zeer geschikt voor bewerking. De streek was zeer bloeiend en voor die tijd dicht bevolkt. Met de teloorgang van de ijzerindustrie is de streek bijna volledig ontvolkt en zijn ganse dorpen verdwenen.
Het is mijn bedovergrootvader Herman Guilmet die uit de streek vertrokken is en in het vruchtbare Haspengouw ten noorden van Huy is gaan wonen en landbouwer was. Een broer van hem is naar de streek aan de franse grens getrokken en van daaruit heeft de familie zich verspreid over noord Frankrijk en Canada, waar nog steeds de naam Guilmet het meeste voorkomt. In de streek van Werbomont, Ernonheid, My, Grand Trixhe en Strée komt de naam nu ook nog voor.
In de jaren 1700 is een van de zonen naar Villers-le-Temple getrokken. Hij had 10 kinderen, overwegend jongens. Vandaar uit zijn de verschillende zonen naar alle winstreken uitgezworven.
Inmiddels heb ik twee waalse e-mail correspondenten in Wallonië, gevonden op internet “geneanet.be” . Bij hun verre voorouders komt de tak van ons bij die van hun, namelijk Madame Renée Beaujean, haar bedovergrootmoeder was Rosalie Guilmet, tante van Alexis Guilmet en zus van Herman Guilmet jr. . Rosalie Guilmet was gehuwd met Jean Joseph Beaujean. De andere is Marcel Evrard, een autoriteit op het gebied van stamboomonderzoek, en die het werk van zijn vader voortzet bij het stamboomonderzoek, en in 1650 een Herman Guilmet tegenkomt in zijn stamboom in Ernonheid, niet zover van Villers-Le-Temple van onze Herman, en volgens hem is er een link. Conlusie : Onze voorouders hebben minstens vanaf 1650 in de zeer mooie streek tussen Aywaille, Huy en Hannuit gewoond. Het is echt de moeite waard eens een uitstap te maken vanuit St.-Truiden of Tienen, eerst naar Hannuit vandaar naar Huy. Op deze weg kom je na Braives de dorpjes Fallais, Fumal en Warnant tegen. Héron ligt meer westelijk ten opzichte van Huy. Huy is een bezoek waard en als je daarna de N66 richting Hamoir neemt zit kom je wel de andere dorpen tegen : Strée, Villers-le-Temple… Ernonheid ligt tegen de grens met de provincie Luxemburg (de streek van Durbuy, Xhoris).
Bezoek aan de " Archives de l'Etat " te Huy (Hoei) op 21/11/2006.
De winter is weer in aantocht en ik heb opnieuw tijd om mij met het voorgeslacht bezig te houden. Gisteren zijn wij (Marthe, Denise en ik) naar Huy geweest en in het rijksarchief gaan zoeken. Ze zijn daar vriendelijk en behulpzaan en zo heb ik toch nog informatie bij mekaar gekregen, alleen was het mij nooit gelukt (met dank aan de heer Francis Gilsoul, Directeur honoraire de Liège, die daar ook aan het zoeken was en mij geholpen heeft) . Zo heb ik een fotokopij van de huwelijksakte van Alexis Guilmet, ze zeggen dat zo mooi, ik kan het niet imiteren, en Joséphine Saintgeorge (dit is de juiste schrijfwijze). Het is handgeschreven, leesbaar in ambtenaren frans, zinnen van een halve bladzijde, die je driemaal moet lezen vooraleer je weet wat ze bedoelen. In die akte heb ik de ouders van Alexis Guilmet gevonden : Herman Guilmet en Marie France Wéry. De naam Herman is belangrijk, zijn grootvader heette ook Herman en het is helemaal geen waalse naam en wordt dikwijls genoteerd als Armand of Arnaud , maar is germaans en bevestigt de duitse (limburgse) invloed in de geboorteplaats van de oudste Herman namelijk Ernonheid, tegen de grens met de provincie Luxemburg. Ernonheid komt volgens de heemkunde van Arno en heide. De streek van Ernonheid was vroeger gekend voor de ijzerertswinning en verwerking, wat de vreemde invloeden verklaart.
Maar terug naar de ouders van Alexis, Herman Guilmet, geboren in Villers-Le-Temple op 10/11/1804 en gehuwd met Marie France Wéry, geboren te Marneffe op 10/03/1798. Met Villers-Le-Temple zijn we ineens zuid-oostelijk van Huy en de Maas over, richting Ernonheid en My, waar nog steeds de naam Guilmet voorkomt. De ouders van Herman Guilmet waren Batholomé ( Bartélémy ?) Guilmet en Anne Joséphine Halleux, geboren op 17/05/1770. De gegevens van Bartholomé Guilmet zijn onleesbaar. De ouders van Bartholomé Guilmet waren Herman Guilmet en Marie Josée Bognée, hier heb ik alleen hun trouwdatum namelijk Villers-Le-Temple 9/05/1762. Er is dus nog opzoekingswerk, maar nu is het in latijn en slecht leesbaar.
Héron, Fumal, Fallais, Warnant en Waleffe, zijn allen piepkleine dorpjes tussen Hannuit en Huy (noordelijk van Huy). Villers-Le-Temple, Vierset, Ernonheid en My liggen zuid-oost van Huy en de Maas ( even kleine dorpjes). Nu het raadsel van hoe Alexis in Halen terechtgekomen is opgelost is, is er een nieuw raadsel : rondreizende landbouwers (cultivateurs), geen dagloners, knechten of seizoensarbeiders (in Fumal bij Herman stond in het bevolkingsregister bij hem als hoofd nog een schoonbroer en andere namen). Herman Guilmet (°1804) is geboren in Villers-Le-Temple en huwt Marie France Wéry geboren te Marneffe op een andere plaats, de oudste zoon Alexis wordt geboren te Héron (1828), Hortense in Villers-Le-Temple(1834) en ten slotte Cathérine in Waleffe (1838) . Bij het huwelijk van Alexis wonen zij in Fumal.
Van contacten met de familie in Wallonie heb ik nooit iets gehoord. Alfons herinnerde zich wel nog een begrafenis in Wallonie en nog eens toen ze, de schoonbroer van Louis Vanluyten die in die tijd reeds een kleine vrachtwagen had, kalk waren gaan halen in een kalkgroeve bij een zekere Oscar Dubois. De zus van de “oude waal” Alexis Guilmet was Hortense Guilmet, gehuwd met Pierre Dubois. Deze Oscar Dubois moet dus waarschijnlijk de broer van de oom van Louis, Joseph en Valérie Guilmet geweest zijn. Alfons kon zich de juiste naam van het dorp in Wallonie niet herinneren: “het was iets zoals Méhanje-Horion…..?”
Ik heb uitgevist dat het dorp dat Alfons Vanluyten bedoelde misschien Horion-Hozémont kan zijn, daar woonde immers Antonius Dubois, getuige bij het huwelijk van Valérie Guilmet met Dionysius Jacobs (bron huwelijksregister Halen).
Op internet bij familienaam staan nog 60 personen met de naam Guilmet, de meesten in de streek van Hoei. Heel veel met de naam zijn er in Frankrijk, meer in de VS en de meesten in Canada. Allemaal immigranten van Frankrijk ???
Ik ga zoeken in Hoei. Morgen het verslag van het bezoek aan Huy.
Einde jaren 1890 is er een jonge meid naar de hoeve gekomen. Sidonie Smets moet een mooi meisje geweest zijn van nog geen twintig (geboren 1880). De oudste zoon Joseph , ondertussen al een eind in de dertig (geboren 1865) moet tot over zijn oren verliefd geworden zijn op de jonge Sidonie, en zijn liefde werd beantwoord. Tot grote ergernis van zijn zus Valérie, die na de langdurige ziekte en dood van de moeder Joséphine Saint-George in 1885 de enige vrouw op de boerderij was en waarschijnlijk ook de hele huishouding beredderde. Valérie heeft ervoor gezorgd dat Sidonie Smets moest vertrekken om te gaan “dienen” in Brussel. Dit wordt bevestigd door het bevolkingsregister in Geetbets waar zij in 1904 terug ingeschreven wordt komende van Schaarbeek. De liefde tussen Sidonie en Joseph is niet geluwd en zij huwen en gaan wonen op 30/03/1905 in Halen Corneliusstraat 28. Rond dezelfde periode 27/03/1905 verhuizen Alexis Guilmet, zijn dochter Valérie en haar echtgenoot Dionysius Jacobs en kinderen naar de kasteelhoeve in Rummen. Het vlot op de boerderij, kasteelhoeve in Rummen blijkbaar toch niet zo goed en Valérie moet de hulp van haar oudere broer Joseph (tevens haar oogappel)terug vragen voor hulp, waarschijnlijk voor de paarden. De veten worden bijgelegd en wanneer Louis Guilmet de jongste broer na een paar weken (hij is ook reeds gehuwd en woont in Kortenaken) denkt dat het ergste van de ruzie nu wel voorbij zal zijn en eens gaat kijken op de hoeve van zijn vader, komt tot zijn grote verbazing zijn oudste broer reeds tegen op de oprijlaan naar de hoeve. Alles lijkt dus bijgelegd en het leven gaat verder. Er is een ongeval gebeurd met de paarden waarbij Louis zijn been brak, hij mankte achteraf. Dit moet gebeurd zijn tijdens de zwangerschap van zijn zus Valérie die in verwachting was van Dennis. Dat Dennis geboren werd met een onvolgroeide arm werd toegeschreven aan het feit dat Valérie zo geschrokken was bij dit ongeval. De twee broers Joseph en Louis bleven allebei de boerenstiel verder uitoefenen (in Hulsbeek en Kortenaken) zij het veel minder succesvol dan hun vader. Het waren toen immers de crisisjaren in de landbouw. Na de eerste wereldoorlog was er de crisis in de landbouw met de opkomende industrialisatie. Alleen wie nog veel grond bezat kon min of meer overleven. Dat hadden de broers niet en de erfenis van hun vader was ook niet van dien aard om een goed functioneerde boerderij met de nodige uitrusting op te zetten. De erfenis zou 3000 BEF elk, bedragen hebben, en alle gronden en de hoeve waren gepacht. Zij zijn allebei van nul moeten beginnen.
Er zijn zoals in elke familie oncontroleerbare verhalen en mythes. Zo heb ik in Hulsbeek steeds horen vertellen dat mijn grootvader Joseph gepassioneerd was door paarden, hij was altijd met paarden bezig en reed voornamelijk te paard rond (lees tussen de regels hij verwaarloosde zijn eigen boerderij).
Alexis Guilmet, “de oude waal”, werd een uitzonderlijke lichamelijke kracht toegeschreven.
Daarvan getuigen het voorval van de dame met de koets, ik heb horen vertellen: "hij hield paard en koets met blote hand tegen en de op hol geslagen paarden in bedwang.” En een ander mythisch verhaal: “Hij was zo sterk dat hij met een zak graan aan zijn pink zijn naam nog boven op de balk in de schuur kon schrijven. ”(Volgens Fons toch wel sterk overdreven maar het werd gezegd en bij een zak moet men dan niet direct aan 50 kg denken). Zover de sterke verhalen.
Bezoek aan de familie Vanluyten in Kortenaken op 25 april 2006. Eerst naar de Koningstraat 9 in Kortenaken bij Louiza Vanluyten. Louiza Vanluyten is de dochter van Valerie Guilmet en Jozef Vanluyten. Valerie Guilmet was de dochter van Louis Guilmet de jongste zoon van Alexis Guilmet. Buiten Louiza waren haar broers Alfons en Rene Vanluyten aanwezig. Alfons Vanluyten was de oudste zoon en is nu 83 en weet nog zeer veel van zijn grootvader Louis Guilmet waar hij een heel nauwe band mee had. Alfons Vanluyten heeft verhalen verteld die ik vroeger al gehoord had maar niet kon plaatsen in hun context en volgens mij verzinsel waren omdat ze logisch gezien niet met de waarheid konden overeenkomen. Dankzij Alfons begrijp ik nu de verhalen over mijn overgrootvader die ik verwisselde met die van mijn grootvader, wat niet kon kloppen. De belangrijkste vraag van de familie :" Hoe komen landbouwers uit Wallonië, die geen woord Nederlands spreken in Halen terecht?" Antwoord volgens Alfons die dit verhaal van zijn grootvader heeft (hij heeft 36 jaar bij zijn grootvader gewoond, het huidige erf van Alfons en René): “De oude waal (Alexis Guilmet) woonde in de streek van Fallais en was met de knecht graan gaan leveren. Op de terugweg in een holle weg kwam er een koets met een rijke dame hun tegemoet. De paarden van deze koets waren op hol geslagen. De oude waal heeft de kar dwars gezet en zo de koets tot stilstand gebracht. Het moet een ernstig ongeval geweest zijn, de dame was gewond en een van de paarden moest ter plaatse afgemaakt worden. De oude waal en zijn knecht hebben de dame verzorgd en zij was zo dankbaar dat ze de oude waal een boerderij van haar ter beschikking stelde die hij vrij mocht uitbaten in Halen. De man gelukkig met dit geschenk ging samen met zijn vrouw, Joséphine Saintgeorge kijken naar deze hoeve in Halen. Bleek dit een lemen hoevetje te zijn van niemendal en Joséphine Saintgeorge zei: ”Hier kom ik niet wonen.” Zij keerden naar huis terug en gingen tegen de dame zeggen ze dat ze iets anders verwacht hadden. Waarop de dame repliceerde: ”Geen probleem, we bouwen daar een volledig nieuwe hoeve.” Het huidig geleeg “Vertenten” waarvan overal sprake, gelegen Ertzenrijk 9 (vroegere nummering) Halen heeft de dame toen laten bouwen. Het was in 1865 (volgens bevolkingsregister Halen) dat Alexis Guilmet, Joséphine Saint-George en hun zoon van nog geen jaar oud, Joseph naar hier verhuisden . Toen de dame overleed verkochten de erfgenamen de hoeve aan drie gebroeders Leonard. De nieuwe eigenaars hadden met de eigendom ook de erfpacht die op de hoeve rustte overgenomen en die liep nog twee jaar. De oude waal had op deze hoeve 34 jaar gewoond, ze waren aan de vierde termijn bezig van 9 jaar zoals gebruikelijk in die tijd. De gebroeders Leonard zullen direct van deze voor hen nadelige erfpacht (het was een geschenk aan de oude waal) af willen zijn en hebben als oplossing gezorgd dat de pachters de kasteelhoeve in Rummen konden pachtten. Alexis (de oude waal) en zijn dochter Valerie, samen met haar echtgenoot Dionysius Jacobs en hun kinderen verhuisden naar de kasteelhoeve in Rummen in 1905. In 1914, begin van de oorlog overleed Alexis. Door de oorlogsomstandigheden werd hij gewoon “tussen vier planken” in Rummen begraven, zonder plechtigheid. Deze plechtigheid vond pas twee maand later plaats met een kerkelijke begrafenis. In het begin van eerste wereldoorlog moeten het vreselijke toestanden geweest zijn, met de oprukkende duitse troepen. Louis ging zijn vader opzoeken in Rummen die op sterven lag. Hij mocht alleen door als hij maar een uur daar bleef want de belgische troepen waren van plan de bruggen (over de Gete) op te blazen. Louis is maar een uur gebleven en was niet bij het sterfbed van zijn vader. De oudste zoon Joseph was geboren in Fallais, de twee andere kinderen, Valerie en Louis zijn in Halen geboren. Bij de geboorte van de jongste (Louis) moet er iets mis gelopen zijn en Joséphine Saint-George heeft haar slaapkamer in 18 jaar (tot haar dood) niet kunnen verlaten.
In Canada en Frankrijk komt de naam Guilmet het meeste voor. De canadezen zijn inwijkelingen vanuit het noorden van Frankrijk namelijk Pas de Calais en le Nord. Een canadees heeft onderzoek gedaan naar de herkomst van de naam GUILMET en geeft de volgende uitleg : de naam zou komen van Guillaumette dit is “kleine Guillaume “, dat dan vervormd is tot Guillemette en ten slotte Guilmet. Guillaumette is de franse verkleinvorm zoals ferme (hoeve) – fermette (hoevetje).
DE EERSTE STAPPEN :
Bij het overlijden van mijn vader heb ik doodsbrieven en doodsprentjes, die zoals toen gebruikelijk was concentieus werden bijgehouden, meegekregen, iemand moest ze toch bewaren. Met de gegevens van deze doodsprentjes kon ik reeds een eerste aanzet tot het opstellen van onze stamboom geven.
Op 25 februari 2006 is de zus van Martha overleden, zuster Anna Theuwissen. Op de koffietafel na de begrafenis kwam een van haar medezusters, Maria Vanluyten naar ons toe en zei dat ze op de doodsbrief gezien had dat ik Guilmet heette en dat haar moeder ook Guilmet heette en wij dus waarschijnlijk verre familie waren. Ik ben toen gaan zoeken in de doodsbrieven en heb haar daar inderdaad op teruggevonden. Haar grootvader was de broer van mijn grootvader en zo ben ik begonnen met puzzelen. Ver kwam ik niet, dus naar het gemeentehuis in Geetbets, waar ik het geluk had dat een van de bedienden direct reageerde op mijn vraag naar de familie Guilmet en zei dat zij ook van de familie Guilmet afstamde en haar overgrootmoeder Valérie Guilmet was en die op het kasteel van Rummen woonden. Dit wekte natuurlijk mijn nieuwsgierigheid en ik ging op zoek naar het kasteel van Rummen. Een vriend, Tony Vanbrabant, gaf me de raad contact op te nemen met de heemkundige kring van Geetbets. De voorzitter Guy Leus heeft een enorm privéarchief van alles wat met de geschiedenis van Geetbets te maken heeft. Niet alleen alles over het kasteel van Rummen maar ook doodsprentjes en doodsbrieven van de inwoners van Geetbets. Deze informatie hielp me een heel eind verder en leidde me naar het archief van de stad Halen. Ook hier kon ik mijn gegevens aanzienlijk aanvullen.
Morgen vervolg : op bezoek bij de familie Vanluyten.
Spijtig genoeg zijn ondertussen Louiza Vanluyten en zuster Maria Vanluyten overleden.
Dag Michel, hier nog een paar bijkomende herinneringen in verband met de omgeving van het station.
Achter de weegbrug (bascule) bevond zich de winkel van Schots waar er kachels verkocht werden.De winkel had heel grote vitrines tot bijna op de grond ,wat ik heel opvallend vond.
Dan een weggetje dat naar de woning van Frans Trekels liep. Vervolgens het huis van horlogemaker Bex en dan het huis van Thomas Anna die er een kapperszaak had.Aan de overkant van de straat woonde de familie Gakens die slachter was en hun zoon Tonny die achteraf wielrenner werd.Zijn vrouw was net als Thomas Anna ,coiffeuse .De hoek van de Oude straat werd gevormd door de woning van Jean Pans die handelsreiziger was voor Beyers koffie.
Dan volgde in de straat het enorme plein van de melkerij , daarna het huis van de familie Cox en verderop uiteindelijk het huis van de familie Ruysen.Tegenover de hoek van de Oude straat woonde Jenke de veldwachter met links van hem een heel lange winkel " de phare" die vele jaren geleden afgebroken werd.
Even een rechtzetting voor het dorpsplein . De schrijnwerkerij met matrassenwinkel was NIET van Pol Strouven maar eerder van Miel Strouven
groetjes en tot schrijfs .
Daniel
Gisteren (3 mei 2015) heb ik hierop nog een reactie van Maurice Ruysen gekregen
Michel,
De beschrijving van de volgorde van de oudestraat door Daniël klopt niet helemaal volgens mij. Op de hoek met de Steenstraat woonde Stinneke van Nijns (tante van Marc ? ) Dan hadden we de melkerij vervolgens de familie Stocks ( niet Cox) daarnaast Jean Pans, inderdaad met de Beyers koffie, dan had je Staaf van Dendas vervolgens Berings( die met zijne grote moto) in de volksmond bij Lie van Waines . Waines (Wannes) was klompenmaker en als laatste de familie Ruysen.
Met je site te lezen heb ik ook nog even kunnen wegdromen naar de tijd van toen.
Wij waanden ons easy riders op onze brommerkes. Het gevoel was hetzelfde, daar ben ik zeker van.
Weemoed is een gevoel van spijt dat iets voorbij is en tegelijkertijd een gevoel van geluk dat je het meegemaakt hebt en het besef dat niets terugkomt....
De uitgang van het Noordstation ligt er vredig bij. De grote drukte van de ochtendspits is voorbij. Het is er kalm, de bedelaar die oud geworden is bij de uitgang van het station kijkt wezenloos zonder uitdukking in zijn ogen in de verte en ik ben blijkbaar lucht voor hem.
Ik kom uit het station en het is er nog even vredig, alleen lopen er vijf gewapende en tot de top uitgeruste rijkswachters rond met de mechelse scheper aan de leiband.
De angst slaat mij om het hart, en ik loop snel weg… Er is niets aan de hand.
Dat is allemaal angst van Robert Long : lyrics :
Als je fruit eet krijg je wormen
van veel wassen word je kaal en als straks de bom zal vallen nou dan gaan we allemaal kattenharen zijn vergiftigd geef geen zoentjes aan een hond keer nooit je rug toe naar een homo want dat zittie aan je kont
negers zijn heel vaak gevaarlijk met een mes of een pistool en kijk ook maar uit voor joden ook al spelen ze mooi viool
en dat is allemaal angst allemaal angst de alle grootste schreeuwers zijn dikwijls het bangst en als er ooit iets gebeurt nou dan moeten het zo wezen wie het meeste angst heeft heeft vaak het minste vrezen
als je scheel kijkt en de klok slaat blijf je heel je leven scheel als je zout morst krijg je ruzie en betaal ik niet te veel loop nooit onder langs een ladder en op wijzen staat een jaar en onder bomen staan bij onweer dus schuilt een levensgroot gevaar
als je ouder wordt komt vanzelf de generatie kloof en wie voekt gaat naar de hel van masturbatie wordt je doof WAT!!! van masturbatie wordt je doof
en dat is allemaal angst allemaal angst de alle grootste schreeuwers zijn dikwijls het bangst en als er ooit iets gebeurt nou dan moeten het zo wezen wie het meeste angst heeft heeft vaak het minste vrezen
vrijdag 13 blijft gevaarlijk van veel lezen wordt je blind trouw je met je achternichtje krijg je een ongelukkig kind als ik maar geen lekke band krijg en stink ik niet uit me mond ben ik niet te laat verzekerd dokter, ben ik wel gezond?
van tomaten krijg je puistjes van veel koffie wordt je rood van sigaretten zieke longen en van leven ga je dood Iiieeell,,
en dat laatste is waar das helemaal waar het klinkt misschien wel lullig maar toch is het waar maar 't kan nog jaren duren dus niet van dat bange
heb je angst voor morgen? dan moet je vandaag gaan hangen!
De overval op de post station te Geetbets in 1944
Het spoorwegstation van Geetbets is afgebroken en de gedenksteen die aan de zijkant stond is nu op ongeveer dezelfde plaats ingemetseld in een nieuw gebouw. Volgens de gedenksteen waren de twee gesneuvelden Albert Lavigne 23 jaar oud (°5/4/1921) en Isidoor Bamps 19 jaar oud (°8/4/1925) lid van het Geheim Leger Sectie Sint-Truiden. Zij zijn gevallen op 8/4/1944. Toeval wil dat mijn moeder, die in de post aanwezig was, ook Bamps heet maar geen familie van Isidoor Bamps is. Volgens de website van het verzet zijn ze beide overleden in het hospitaal te Diest op 12/4/1944 na een vuurgevecht met de gestapo op 10/4/1944.
1965 18 jaar en afgestudeerd aan het St Jan Berchmanscollege Diest
Eerst een streepje muziek van 1965.
Na de laatste examens in juni 1965, ik was nog maar zeventien, werd achtien op 29 juni, gingen wij de "volwassenen " uithangen. Wisten wij veel, maar dachten dat we James Dean waren en gingen de Beatles achterna. Ja hippie worden leek wel iets, de werkelijkheid was iets saaier en alledaagser. Maar dromen mag, vooral in de armen van een meisje van de nonnenschool in de Elyssee. Wij mochten daar niet komen en dat maakte alles spannender en avontuurlijk. Ik word er nu nog sentimenteel van.
Jay and the Americans : Come a little bit closer"
Dansen in gelegenheden waar wij niet mochten komen. Prachtig toch.