Ik ben Guilmet Michel
Ik ben een man en woon in Glabbeek (Belgiƫ) en mijn beroep is Accountant.
Ik ben geboren op 29/06/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zoals iedereen : lezen, genealogie, fietsen en wandelen en als het mogelijk is met vakantie gaan.
Dit schilderij heeft mijn zus Denise Guilmet van mij gemaakt voor mijn zestigste verjaardag in 2007
Zoeken in blog
Beoordeel dit blog
U kan mij vinden op blogplaats 203
17-06-2015
Bets Kermis in de zestiger jaren
Bij bets kermis zat er in elk café een "jazz" dat was een accordionist en een drummer en "en avant marche" draaien tot je niet meer wist waar je stond. Het was de gewoonte dan tijdens een kermisdag, meestal de maandag, alle cafés aan te doen (zegt men dat zo ? Een café aandoen ? Ik doe meestal iets anders aan, zoals mijn zondagse jager), en overal minstens één pint te drinken. Er waren veel cafés in Bets..., en er werden veel pinten gedronken. Er werd gezongen en gedanst, soms in de omgekeerde volgorde en leute en plezier gemaakt. Of plezier en leute. Der en her, of was het andersom, werd al eens een muilpeer uitgedeeld. Het liep al eens uit de hand, of uit iets anders, nooit liep het de spuigaten uit. Als het niet liep "strunkelde" het van café naar café, of van café naar café. Of van her naar huut. Bets kermis sloot de zomer en de grote vakantie af, en smeet de sleutel in de Gete (de rivier die door Geetbets stroomt). Daarna werd het weer serieus. Terug naar school en gedaan met de pret.
Na meer dan vijftig jaar de krant lezen, ik ga me niet amuseren met uit te rekenen hoeveel kranten dat zijn en hoeveel uren ik hiermede onledig heb gemaakt, kan ik mij nog elke dag verbazen over wat er allemaal te lezen valt. Er zou een crisis in aantocht zijn en wij zullen moeten inleveren. Ik denk dan met Mitterand : "et alors". Wij hebben alles wat we nodig hebben en eerlijk moesten wij het met een beetje minder doen zouden we misschien niet voelen en als we het zouden voelen zou het geen pijn doen, maar ons gelukkiger maken. We zouden die i-pad misschien niet kunnen kopen en een heleboel ergernis, om alles naar behoren te doen werken vermijden. Wij zullen geen last meer hebben van alle "apps" waarmee ik toch niet kan werken. Moest ik geen geld hebben om mij een nieuwe "tablet" te kopen ik zou gelukkig zijn. En dit geldt niet alleen voor de electonica. Bij hoeveel electische fietsen verslijt de accu alleen van stil in de garage te staan? Een beetje soberheid kan geen kwaad, en overdaad schaadt.
De film jailhouse rock heb ik in de filmzaal de BAC in Bets gezien, ik was ferm onder de indruk.
Reeds een hele tijd geleden had ik opgeroepen om nog wat informatie bijeen te sprokkelen over over de rijke geschiedenis van de twee filmzalen, de BAC en de PALACE in Bets. Ik heb er alleen mijn herinneringen nog van, voor wat ze waard zijn.
Een van de vorige dagen heb ik gezgd :"De Chinezen komen", wel het is zover. Mevrouw Wei heeft een ster op de walk of fame gekregen. Een mooie vrouw daarbij nog. Je moet "Zhao Wei" eens googelen en dan zul je mij gelijk geven. Ze is beroemd in China en wij hebben nog nooit van haar gehoord !
Op de kop af vijftig jaar geleden, een halve eeuw, dat klinkt veel langer, studeerden wij af aan het Sint Jan Berchmanscollege te Diest. Dat was met gemengde gevoelens, enerzijds blij omdat wij van het toch vrij strenge regime van het college af waren, maar anderzijds bang voor het onbekende niet wetende wat wij verder gingen doen. Het stond vast dat ik nog iets verder ging doen, maar wat? Ik was nog veel te onvolwassen om in het echte leven gegooid te worden, soldaat te worden, gaan werken !! Dus kochten wij ons nog een stukje uitstel om toch iets meer volwassen te worden!
1965 was het jaar van de Vietnam oorlog, vredesbetogingen, de ruimtevaart, maar ook van de pil en hasj, hippies, de seksuele ontvoogding, van de Beatles en de Rolling Stones. Alles werd plots mogelijk en kwam dichtbij. Wij mochten dat meemaken !!!
Nu is het wachten of de oudleerlingen van het college iets in petto hebben ? Het is een heel slechte gewoonte van mij maar ik wacht af.
9 %, ja, je leest het goed, negen procent van de wereldbevolking is blank. Wat zijn wij arrogant om de rest minderheden te noemen, te discrimineren en onze beschaving en godsdienst als norm te stellen voor de rest van de wereld. Wat gaan we doen als de rest zich tegen ons, de blanke westerling, keert? De blanke man is bang en terecht. Vroeger dacht men dat de aarde het middelpunt van het universum was, en alle planeten en de zon rondom ons draaide, nu denken wij...
Wij zijn gewoon teveel met onszelf bezig, stel je geest open, geen besmuikte gedachten meer ! De chinezen komen !
We reden op de autoweg, drie rijvakken en haalden rustig een auto in. Plots schiet er zo een zot mij langs rechts voorbij, snijdt ons de pas af en raast door. Ik was zo geschrokken dat ik de kluts kwijt was en op zulke momenten denk ik in het plat beters:
Het is vandaag niets speciaals, een gewone buitengewone dag. Ik heb zoëven moeten denken aan het bejaarde koppel, man en vrouw die in de jaren 1965-1970 in Geetbets vermoord in hun zetel zijn gevonden.
Blijkbaar koelbloedig afgemaankt. Een roofmoord ? De daders zijn nooit gevonden, laat staan veroordeeld. Niemand in Geetbets heeft ooit iets naar buiten gebracht. Er werd gefluisterd dat iedereen het wist, maar dat niemand iets wou of durfde te zeggen. Ik kende in elk geval de daders niet en ik ken ook niemand die de dader of daders zou kunnen ontmaskeren. Wie dan wel ? Het is verjaard, maar blijkbaar niet vergeten.
Marvin Gaye zong : I heard it through the grapevine, ofwel ik hoorde de geruchten ruisen door de struiken terwijl de slaven op de plantages aan het werk waren... Niets is nieuw.
Op 27 januari 2008 zijn Maria, Theo, Martha en ik naar Villers-le-Temple geweest. In Strée zijn we op het kerkhof gaan kijken, en ja er zijn daar drie oude grafzerken van een Guilmet. Spijtig genoeg geen data en aanwijzingen voor verder onderzoek, wel de bevestiging dat ik geografisch juist zit met mijn opzoekingen.
Een paar kilometer verderop ligt Villers-le-Temple. Toen wij voor de kerk parkeerden zagen wij dat de deur van de kerk open was. Normaal zijn deze kerken alleen te bezoeken op aanvraag en blijft de deur nooit open. Wij gingen naar binnen en er was een oud heertje aan het opruimen. Theo sprak hem aan en het bleek dat er juist een doop geweest was, maar wij mochten rondkijken. In deze kerk bevindt zich de enige bewaarde grafzerk van een ridder van de Tempeliers, Gérard de Villers. Het is een prachtig middeleeuws kerkje dat wonderwel bewaard is. Wij raakten in gesprek met het oude heertje en hij vertelde ons dat Villers-le-Temple een zeer klein dorp is en hij er iedereen kent maar dat er niemand meer met de naam Guilmet in Villers-le-Temple woonde, hij had wel een neef die Guilmet heette maar die was enkele jaren geleden gestorven. De naam komt wel nog voor in buurgemeenten zoals Strée en Outrelouxhe. Op mijn vraag of er nog parochieregisters waren en tot wie wij ons moesten richten antwoorde hij dat die er waren en wij ons moesten richten tot Victor Arnoldy, dat was hijzelf. Wij hebben zijn naamkaartje en mogen bellen voor een afspraak. Tot op heden staat deze afspraak nog open ...
Ik ben opnieuw in gang geschoten, dankzij Mireille Lambion, dochter van Georgette Guilmet, die reageerde op mijn oproep van vorig jaar op het seniorenet.
De overgrootvader van Georgette Guilmet, zij is 83 jaar oud, is Lambert Guilmet, de broer van onze bedovergrootvader Herman Guilmet. Ze woont nu in Brussel, maar is geboren in Amay, tegen Villers le Temple en heeft steeds contact gehouden met haar geboortestreek. We gaan haar binnenkort bezoeken en hopen zo meer over de familie Guilmet te weten te komen, zij is immers geschiedenislerares. Zij had ook een stamboom die vollediger was dan de mijne van de stam in de streek van Villers le Temple. De broers en zussen van Herman Guilmet stonden er namelijk op.
Een van die zussen was Rosalie Guilmet, de bedovergrootmoeder van Renée Beaujean, met wie ik nog steeds correspondeer.
Op zondag 25 november 2007 zijn Martha en ik eens naar Villers le Temple gereden. Het was bar slecht weer en we hebben weinig kunnen doen. Alleen hebben we kunnen vaststellen dat het een prachtig dorp is. Het is heel oud met de abdij van de orde van de Tempeliers (14 de eeuw). We gaan zeker terug om het eens grondig te bekijken, er is heel veel te zien en het is een prachtige streek.
Een van de broers van Herman Guilmet, namelijk Jacques-Joseph Guilmet (°Villers le Temple 20/10/1810) had 10 kinderen waarvan het merendeel jongens. Ik neem aan dat de meeste naamgenoten afstammelingen van hem moeten zijn, vermits de andere takken zoals die van Hubert Guilmet (zie Georgette Guilmet) geen naamgenoten meer hebben.
Zoals de zaken er nu uitzien is de familie Guilmet van oorsprong uit de streek in de provincie Luik op de grens met de Provincie Luxemburg. De oudste heb ik gevonden in Werbomont in 1650 en die heette Guilmet de Grand Trixhe.
Volgens de geschiedenis van de streek waren de meeste mensen werkzaam in de métallurgie, de ijzerertswinning en de verwerking ervan. De landbouw was minimaal en de grond niet zeer geschikt voor bewerking. De streek was zeer bloeiend en voor die tijd dicht bevolkt. Met de teloorgang van de ijzerindustrie is de streek bijna volledig ontvolkt en zijn ganse dorpen verdwenen.
Het is mijn bedovergrootvader Herman Guilmet die uit de streek vertrokken is en in het vruchtbare Haspengouw ten noorden van Huy is gaan wonen en landbouwer was. Een broer van hem is naar de streek aan de franse grens getrokken en van daaruit heeft de familie zich verspreid over noord Frankrijk en Canada, waar nog steeds de naam Guilmet het meeste voorkomt. In de streek van Werbomont, Ernonheid, My, Grand Trixhe en Strée komt de naam nu ook nog voor.
In de jaren 1700 is een van de zonen naar Villers-le-Temple getrokken. Hij had 10 kinderen, overwegend jongens. Vandaar uit zijn de verschillende zonen naar alle winstreken uitgezworven.
Inmiddels heb ik twee waalse e-mail correspondenten in Wallonië, gevonden op internet “geneanet.be” . Bij hun verre voorouders komt de tak van ons bij die van hun, namelijk Madame Renée Beaujean, haar bedovergrootmoeder was Rosalie Guilmet, tante van Alexis Guilmet en zus van Herman Guilmet jr. . Rosalie Guilmet was gehuwd met Jean Joseph Beaujean. De andere is Marcel Evrard, een autoriteit op het gebied van stamboomonderzoek, en die het werk van zijn vader voortzet bij het stamboomonderzoek, en in 1650 een Herman Guilmet tegenkomt in zijn stamboom in Ernonheid, niet zover van Villers-Le-Temple van onze Herman, en volgens hem is er een link. Conlusie : Onze voorouders hebben minstens vanaf 1650 in de zeer mooie streek tussen Aywaille, Huy en Hannuit gewoond. Het is echt de moeite waard eens een uitstap te maken vanuit St.-Truiden of Tienen, eerst naar Hannuit vandaar naar Huy. Op deze weg kom je na Braives de dorpjes Fallais, Fumal en Warnant tegen. Héron ligt meer westelijk ten opzichte van Huy. Huy is een bezoek waard en als je daarna de N66 richting Hamoir neemt zit kom je wel de andere dorpen tegen : Strée, Villers-le-Temple… Ernonheid ligt tegen de grens met de provincie Luxemburg (de streek van Durbuy, Xhoris).
Bezoek aan de " Archives de l'Etat " te Huy (Hoei) op 21/11/2006.
De winter is weer in aantocht en ik heb opnieuw tijd om mij met het voorgeslacht bezig te houden. Gisteren zijn wij (Marthe, Denise en ik) naar Huy geweest en in het rijksarchief gaan zoeken. Ze zijn daar vriendelijk en behulpzaan en zo heb ik toch nog informatie bij mekaar gekregen, alleen was het mij nooit gelukt (met dank aan de heer Francis Gilsoul, Directeur honoraire de Liège, die daar ook aan het zoeken was en mij geholpen heeft) . Zo heb ik een fotokopij van de huwelijksakte van Alexis Guilmet, ze zeggen dat zo mooi, ik kan het niet imiteren, en Joséphine Saintgeorge (dit is de juiste schrijfwijze). Het is handgeschreven, leesbaar in ambtenaren frans, zinnen van een halve bladzijde, die je driemaal moet lezen vooraleer je weet wat ze bedoelen. In die akte heb ik de ouders van Alexis Guilmet gevonden : Herman Guilmet en Marie France Wéry. De naam Herman is belangrijk, zijn grootvader heette ook Herman en het is helemaal geen waalse naam en wordt dikwijls genoteerd als Armand of Arnaud , maar is germaans en bevestigt de duitse (limburgse) invloed in de geboorteplaats van de oudste Herman namelijk Ernonheid, tegen de grens met de provincie Luxemburg. Ernonheid komt volgens de heemkunde van Arno en heide. De streek van Ernonheid was vroeger gekend voor de ijzerertswinning en verwerking, wat de vreemde invloeden verklaart.
Maar terug naar de ouders van Alexis, Herman Guilmet, geboren in Villers-Le-Temple op 10/11/1804 en gehuwd met Marie France Wéry, geboren te Marneffe op 10/03/1798. Met Villers-Le-Temple zijn we ineens zuid-oostelijk van Huy en de Maas over, richting Ernonheid en My, waar nog steeds de naam Guilmet voorkomt. De ouders van Herman Guilmet waren Batholomé ( Bartélémy ?) Guilmet en Anne Joséphine Halleux, geboren op 17/05/1770. De gegevens van Bartholomé Guilmet zijn onleesbaar. De ouders van Bartholomé Guilmet waren Herman Guilmet en Marie Josée Bognée, hier heb ik alleen hun trouwdatum namelijk Villers-Le-Temple 9/05/1762. Er is dus nog opzoekingswerk, maar nu is het in latijn en slecht leesbaar.
Héron, Fumal, Fallais, Warnant en Waleffe, zijn allen piepkleine dorpjes tussen Hannuit en Huy (noordelijk van Huy). Villers-Le-Temple, Vierset, Ernonheid en My liggen zuid-oost van Huy en de Maas ( even kleine dorpjes). Nu het raadsel van hoe Alexis in Halen terechtgekomen is opgelost is, is er een nieuw raadsel : rondreizende landbouwers (cultivateurs), geen dagloners, knechten of seizoensarbeiders (in Fumal bij Herman stond in het bevolkingsregister bij hem als hoofd nog een schoonbroer en andere namen). Herman Guilmet (°1804) is geboren in Villers-Le-Temple en huwt Marie France Wéry geboren te Marneffe op een andere plaats, de oudste zoon Alexis wordt geboren te Héron (1828), Hortense in Villers-Le-Temple(1834) en ten slotte Cathérine in Waleffe (1838) . Bij het huwelijk van Alexis wonen zij in Fumal.
Van contacten met de familie in Wallonie heb ik nooit iets gehoord. Alfons herinnerde zich wel nog een begrafenis in Wallonie en nog eens toen ze, de schoonbroer van Louis Vanluyten die in die tijd reeds een kleine vrachtwagen had, kalk waren gaan halen in een kalkgroeve bij een zekere Oscar Dubois. De zus van de “oude waal” Alexis Guilmet was Hortense Guilmet, gehuwd met Pierre Dubois. Deze Oscar Dubois moet dus waarschijnlijk de broer van de oom van Louis, Joseph en Valérie Guilmet geweest zijn. Alfons kon zich de juiste naam van het dorp in Wallonie niet herinneren: “het was iets zoals Méhanje-Horion…..?”
Ik heb uitgevist dat het dorp dat Alfons Vanluyten bedoelde misschien Horion-Hozémont kan zijn, daar woonde immers Antonius Dubois, getuige bij het huwelijk van Valérie Guilmet met Dionysius Jacobs (bron huwelijksregister Halen).
Op internet bij familienaam staan nog 60 personen met de naam Guilmet, de meesten in de streek van Hoei. Heel veel met de naam zijn er in Frankrijk, meer in de VS en de meesten in Canada. Allemaal immigranten van Frankrijk ???
Ik ga zoeken in Hoei. Morgen het verslag van het bezoek aan Huy.
Einde jaren 1890 is er een jonge meid naar de hoeve gekomen. Sidonie Smets moet een mooi meisje geweest zijn van nog geen twintig (geboren 1880). De oudste zoon Joseph , ondertussen al een eind in de dertig (geboren 1865) moet tot over zijn oren verliefd geworden zijn op de jonge Sidonie, en zijn liefde werd beantwoord. Tot grote ergernis van zijn zus Valérie, die na de langdurige ziekte en dood van de moeder Joséphine Saint-George in 1885 de enige vrouw op de boerderij was en waarschijnlijk ook de hele huishouding beredderde. Valérie heeft ervoor gezorgd dat Sidonie Smets moest vertrekken om te gaan “dienen” in Brussel. Dit wordt bevestigd door het bevolkingsregister in Geetbets waar zij in 1904 terug ingeschreven wordt komende van Schaarbeek. De liefde tussen Sidonie en Joseph is niet geluwd en zij huwen en gaan wonen op 30/03/1905 in Halen Corneliusstraat 28. Rond dezelfde periode 27/03/1905 verhuizen Alexis Guilmet, zijn dochter Valérie en haar echtgenoot Dionysius Jacobs en kinderen naar de kasteelhoeve in Rummen. Het vlot op de boerderij, kasteelhoeve in Rummen blijkbaar toch niet zo goed en Valérie moet de hulp van haar oudere broer Joseph (tevens haar oogappel)terug vragen voor hulp, waarschijnlijk voor de paarden. De veten worden bijgelegd en wanneer Louis Guilmet de jongste broer na een paar weken (hij is ook reeds gehuwd en woont in Kortenaken) denkt dat het ergste van de ruzie nu wel voorbij zal zijn en eens gaat kijken op de hoeve van zijn vader, komt tot zijn grote verbazing zijn oudste broer reeds tegen op de oprijlaan naar de hoeve. Alles lijkt dus bijgelegd en het leven gaat verder. Er is een ongeval gebeurd met de paarden waarbij Louis zijn been brak, hij mankte achteraf. Dit moet gebeurd zijn tijdens de zwangerschap van zijn zus Valérie die in verwachting was van Dennis. Dat Dennis geboren werd met een onvolgroeide arm werd toegeschreven aan het feit dat Valérie zo geschrokken was bij dit ongeval. De twee broers Joseph en Louis bleven allebei de boerenstiel verder uitoefenen (in Hulsbeek en Kortenaken) zij het veel minder succesvol dan hun vader. Het waren toen immers de crisisjaren in de landbouw. Na de eerste wereldoorlog was er de crisis in de landbouw met de opkomende industrialisatie. Alleen wie nog veel grond bezat kon min of meer overleven. Dat hadden de broers niet en de erfenis van hun vader was ook niet van dien aard om een goed functioneerde boerderij met de nodige uitrusting op te zetten. De erfenis zou 3000 BEF elk, bedragen hebben, en alle gronden en de hoeve waren gepacht. Zij zijn allebei van nul moeten beginnen.
Er zijn zoals in elke familie oncontroleerbare verhalen en mythes. Zo heb ik in Hulsbeek steeds horen vertellen dat mijn grootvader Joseph gepassioneerd was door paarden, hij was altijd met paarden bezig en reed voornamelijk te paard rond (lees tussen de regels hij verwaarloosde zijn eigen boerderij).
Alexis Guilmet, “de oude waal”, werd een uitzonderlijke lichamelijke kracht toegeschreven.
Daarvan getuigen het voorval van de dame met de koets, ik heb horen vertellen: "hij hield paard en koets met blote hand tegen en de op hol geslagen paarden in bedwang.” En een ander mythisch verhaal: “Hij was zo sterk dat hij met een zak graan aan zijn pink zijn naam nog boven op de balk in de schuur kon schrijven. ”(Volgens Fons toch wel sterk overdreven maar het werd gezegd en bij een zak moet men dan niet direct aan 50 kg denken). Zover de sterke verhalen.
Bezoek aan de familie Vanluyten in Kortenaken op 25 april 2006. Eerst naar de Koningstraat 9 in Kortenaken bij Louiza Vanluyten. Louiza Vanluyten is de dochter van Valerie Guilmet en Jozef Vanluyten. Valerie Guilmet was de dochter van Louis Guilmet de jongste zoon van Alexis Guilmet. Buiten Louiza waren haar broers Alfons en Rene Vanluyten aanwezig. Alfons Vanluyten was de oudste zoon en is nu 83 en weet nog zeer veel van zijn grootvader Louis Guilmet waar hij een heel nauwe band mee had. Alfons Vanluyten heeft verhalen verteld die ik vroeger al gehoord had maar niet kon plaatsen in hun context en volgens mij verzinsel waren omdat ze logisch gezien niet met de waarheid konden overeenkomen. Dankzij Alfons begrijp ik nu de verhalen over mijn overgrootvader die ik verwisselde met die van mijn grootvader, wat niet kon kloppen. De belangrijkste vraag van de familie :" Hoe komen landbouwers uit Wallonië, die geen woord Nederlands spreken in Halen terecht?" Antwoord volgens Alfons die dit verhaal van zijn grootvader heeft (hij heeft 36 jaar bij zijn grootvader gewoond, het huidige erf van Alfons en René): “De oude waal (Alexis Guilmet) woonde in de streek van Fallais en was met de knecht graan gaan leveren. Op de terugweg in een holle weg kwam er een koets met een rijke dame hun tegemoet. De paarden van deze koets waren op hol geslagen. De oude waal heeft de kar dwars gezet en zo de koets tot stilstand gebracht. Het moet een ernstig ongeval geweest zijn, de dame was gewond en een van de paarden moest ter plaatse afgemaakt worden. De oude waal en zijn knecht hebben de dame verzorgd en zij was zo dankbaar dat ze de oude waal een boerderij van haar ter beschikking stelde die hij vrij mocht uitbaten in Halen. De man gelukkig met dit geschenk ging samen met zijn vrouw, Joséphine Saintgeorge kijken naar deze hoeve in Halen. Bleek dit een lemen hoevetje te zijn van niemendal en Joséphine Saintgeorge zei: ”Hier kom ik niet wonen.” Zij keerden naar huis terug en gingen tegen de dame zeggen ze dat ze iets anders verwacht hadden. Waarop de dame repliceerde: ”Geen probleem, we bouwen daar een volledig nieuwe hoeve.” Het huidig geleeg “Vertenten” waarvan overal sprake, gelegen Ertzenrijk 9 (vroegere nummering) Halen heeft de dame toen laten bouwen. Het was in 1865 (volgens bevolkingsregister Halen) dat Alexis Guilmet, Joséphine Saint-George en hun zoon van nog geen jaar oud, Joseph naar hier verhuisden . Toen de dame overleed verkochten de erfgenamen de hoeve aan drie gebroeders Leonard. De nieuwe eigenaars hadden met de eigendom ook de erfpacht die op de hoeve rustte overgenomen en die liep nog twee jaar. De oude waal had op deze hoeve 34 jaar gewoond, ze waren aan de vierde termijn bezig van 9 jaar zoals gebruikelijk in die tijd. De gebroeders Leonard zullen direct van deze voor hen nadelige erfpacht (het was een geschenk aan de oude waal) af willen zijn en hebben als oplossing gezorgd dat de pachters de kasteelhoeve in Rummen konden pachtten. Alexis (de oude waal) en zijn dochter Valerie, samen met haar echtgenoot Dionysius Jacobs en hun kinderen verhuisden naar de kasteelhoeve in Rummen in 1905. In 1914, begin van de oorlog overleed Alexis. Door de oorlogsomstandigheden werd hij gewoon “tussen vier planken” in Rummen begraven, zonder plechtigheid. Deze plechtigheid vond pas twee maand later plaats met een kerkelijke begrafenis. In het begin van eerste wereldoorlog moeten het vreselijke toestanden geweest zijn, met de oprukkende duitse troepen. Louis ging zijn vader opzoeken in Rummen die op sterven lag. Hij mocht alleen door als hij maar een uur daar bleef want de belgische troepen waren van plan de bruggen (over de Gete) op te blazen. Louis is maar een uur gebleven en was niet bij het sterfbed van zijn vader. De oudste zoon Joseph was geboren in Fallais, de twee andere kinderen, Valerie en Louis zijn in Halen geboren. Bij de geboorte van de jongste (Louis) moet er iets mis gelopen zijn en Joséphine Saint-George heeft haar slaapkamer in 18 jaar (tot haar dood) niet kunnen verlaten.