Inleiding
Dit is een verhaal dat al een aanvang neemt voor de oorlog tijdens de mobilisatie.
Onze vrachtwagen Ford was aangeslagen al in 1937 door het leger, hij moest indien nodig afgeleverd worden op de grote markt te Halle als versterking van de legervoertuigen.
Natuurlijk had iedereen een reden om zijn voertuig niet in te leveren, en deed er de wielen af, of maakte de motor onklaar. Bij mijn grootmoeder Victorine Smismans alias Vitrine kazak boven het café waren er tijdens de mobilisatie drie militairen verplicht gelogeerd.
Daar mijn grootmoeder weduwe was en alleen in haar huis woonde was de achterkamer opgeëist door de Belgische staat en het leger. Daarom sliepen daar drie militairen waaronder een hele lange die met zijn benen bijna een halve meter voorbij het kleine bed kwam. Die man was van Meerbeke bij Ninove, hier op komen we later terug
Op Vrijdag voor Sinksen 10 mei 1940 vallen de Duitsers België binnen.
Donderdag 16 mei 1940
Er is de zoveelste luchtaanval van de Duitsers op Halle. Het Halderbos, waar De Engelsen, Fransen en andere militairen gelegerd waren wordt hevig gebombardeerd er vallen tezamen 120 bommen en ook op in de "Cite", waar de kolonnes van 't leger even halt hielden, op de Quetstroyelaan daar viel een bom die niet ontplofte en om 17 u 15 kreeg ook de Vogelpers, de volle lading. Er valt een bom juist naast de muur van het machineatelier van de schrijnwerkerij dat hierdoor volledig plat ligt. Gelukkig zijn de machines maar licht beschadigd en nog bruikbaar. De serres van bloemist Decrem erachter zijn volledig vernield als ook de achterhuizen. Mijn grootmoeder en ouders vernemen dat de Duitsers met rassen schreden naderen.
Vrijdag 17 mei 1940 De vlucht Halle Meerbeke
In de voormiddag al zijn de Duitsers al in Kasteelbrakel zijn. Begin namiddag zijn aan het Halderbos. De familie panikeert en begin pak en zak matrassen dekens, etenswaren op de vrachtwagen te laden toen zijn vernemen dat de Duitsers boven op de steenweg op Nijvel ter hoogte van de Leopoldstraat zijn. Zij pakken de biezen en laten alles achter. In de vroege morgen is de spoorwegbrug in Rodenem, de sasbrug, en de Waggelbrug over het kanaal al opgeblazen. Ons Fordje gaat als laatste over de kanaalbrug om mijn tante Elisabeth Ghysels, de Zuster van mijn mijn vader en haar man die ook mijn peter is (Victor Demanet) tesamen met hun kinderen op te halen aan de hoek Sinte Katharinaveste en steenweg op Ninove, Indertijd café en verfwinkel. Toen hoorden zijn een luide knal. Het is 16 u 05, Halle davert op zijn grondvesten, de brug aan de Basiliekstraat over het kanaal is ook opgeblazen.
Bij mijn Tante aangekomen doen zij het café dicht laden alles op de vrachtwagen en vertrekken richting Ninove. Wegens de vele vluchtelingen, militaire kolonnes gaat de reis zeer langzaam. Tegen de avond komen zijn in Meerbeke aan en herinneren zich de (lange) militair die op de achterkamer logeerde. Zijn gaan daar aankloppen de lange is thuis en hij verschaft hun onderdak voor de nacht.
Zaterdag 18 mei 1940 Meerbeke Dadizele
De volgende ochtend zijn ze vroeg op weg. Enkele kilometers voorbij Ninove rijden zij voorbij familie van Vitrin Kazak, mijn grootmoeder, die al te voet van Halle Rodenem kwamen. Zij stoppen en deze gaan mee met de camion. Ze zijn nu met 11 volwassenen en 6 kinderen op de vrachtwagen en rijden richting Oudenaarde.
De benzine tankvan 60 liter geraakt leeg en onderweg zijn bijna alle benzine stations leeg of gesloten.
Ze moeten zich een weg banen tussen de militaire kolonnes die voorrang hebben. Er is ook de stroom vluchtelingen met vrachtwagens, personenauto's, paard en kar, stootkar, kruiwagens, tandems, fietsers, te voet en al de andere denkbare mogelijke en bestaande vervoermiddelen.
Zij vervoerden letterlijk alles: matrassen, dekens, huisraad, kleding, voedingswaren, huisdieren, honden, katten, koeien, konijnen, en nog meer ondenkbare, soms nutteloze zaken. Tussen Oudenaarde en Avelgem geraken zijn aan woekerprijs aan benzine. Even verder rond Kortrijk vallen Duitse vliegtuigen de militaire kolonnes aan, iedereen duikt in de gracht , de kinderen kruipen in de rioolbuizen naast de baan, enkele ouderen wachten bang af in de laadbak van de vrachtwagen.
Laat op de avond komen zijn in Dadizele waar zij toch met deze grote groep een huisje vinden om de nacht door te brengen. De eigenaar legt stro op de grond om het comfort ietwat te verhogen. De kinderen wriemelen in het stro. Nette die dat hoort en schrik had van muizen zegt tegen haar man "Lomme ik geluuf da ee mèuze zitte"
Zondag 19 mei 1940 Dadizele - Ploegsteert
De volgende morgen vertrekken zij naar Menen met de bedoeling de Franse grens over te steken naar Tourcoing en verder. Er zijn kilometers files, de douane en grenscontroles zijn tergend traag. Wachtend en spelend valt mijn broer in netelen en hij mag vooraan in de cabine zitten om hem te troosten. Omdat er niets vooruit gaat doen zijn een poging om via Ploegsteert naar Armentières te rijden. Maar het was wachten, wachten en nog wachten. Ze maken rechtsomkeer. Ze krijgen toelating van een boer met zijn overvolle schuren met vluchtelingen om in de camion te overnachten op de koer van de boerderij. Tijdens het spel valt mijn broer (3.5 jaar) in mesthoop en, hij en zijn kleren moesten gewassen worden.
Maandag 20 mei 1940 Ploegsteert - Poperinge
Zij vertrekken zeer vroeg om als eerste aan de grens te zijn De man (Victor Demanet) van mijn tante gaat te voet tot aan de grens om poolshoogte te nemen en verneemt dat de volledige grens met Frankrijk gesloten is. Ze dolen rond en komen in Poperinge terecht. Daar vinden zijn in de Trommelaarstraat en huurhuisje en installeren zich met de groep.
Dinsdag 21, Woensdag 22 , donderdag 23 mei 1940 Poperinge
Daar het hier kalm was blijven zij hier voor onbepaalde tijd. Mijn vader gaat alle dagen tot aan de grens (op 3 km) om poolshoogte te nemen. Regelmatig horen zij obussen, afweergeschut boven hun hoofden voorbij vliegen, maar de volgende ochtend verslechterd de toestand helemaal
Vrijdag 24 mei 1940
In de ochtend vroed wordt Poperinge door Duitsers aan gevallen. Hevige bombardementen vinden plaats in het centrum van de stad, in omgeving waar zes wegen samenkomen is alles vernield. Er waren 150 doden. In paniek beslissen ze onmiddellijk te vertrekken.
Alles wordt opgeladen en gaan zij verder door het centrum van de stad. Daar zagen zij de gruwelen van de oorlog. Overal waren er kapotte gebouwen er lagen lijken van Engelse, Franse en Belgische soldaten, vluchtelingen en inwoners van Poperinge tussen bakstenen, dakpannen verwrongen auto's en karren, dode paarden, kruiwagens, fietsen en nog meer.
Ze pogen terug de grens over te steken naar Steenvoorde (Fr) maar alles was en bleef potdicht. Ze doolden verder en kwamen via Oost-Vleteren in Reninge terecht. Ze dachten dat dit een minder strategisch gebied was omdat het niet in de nabijheid van de grens lag.
Ze zoeken onderdak op een Boerderij en logeren bij de Familie Horebeke in één van hun de schuren. In de andere schuur op 50 meter lagen Engelse militairen die het noodvliegveld bewaakten dat op 100 meter lag. Maar dat werd pas de volgende dag ontdekt.
Zaterdag 25, zondag 26, maandag 27, mei 1940 Reninge
Het leven gaat verder ze zijn hier met een beetje comfort gelogeerd in deze schuur en slapen op hun meegebrachte matrassen.
Mijn kozze Pierre Demanet krijg een aanval van Astma een Engelse dokter komt uit de nevenliggende schuur en geeft hem een injectie. Ze konden zich daar wassen, de was doen kochten daar eten en drinken en hadden op dat gebied niet te klagen.
Mijn vader ging met mijn peter Victor Demanet meerdere malen tot aan de grens. Zijn zagen daar de Engelse, Franse, Belgische militaire en vluchtelingen bijeengetroept in de Westhoek
De Duitsers waren ondertussen al aan de kust te Abbeville (Fr) en deze ganse groep was dus ingesloten. De enige uitweg was per schip naar Engeland via het kanaal.
Dinsdag 28 mei 1940 Capitulatie van Belgisch leger (Reninge)
In de loop van de dag vernemen zij te Reninge via de radio en personen uit de streek dat Koning Leopold III op 28 mei om 4 uur het bevel gaf de wapens neer te leggen, met de onvoorwaardelijke overgave zoals geëist door Hitler. Het oorlogsgeweld was een beetje verminderd en ze denken om terug naar Halle te gaan.
Plots om 16 uur schiet het Engels leger van op hun stellingen naar de Duitsers om de terugtrekking naar Duinkerke te dekken. De Duitsers reageren heftig en rukken nog altijd verder naar de kust. Er word hevig geschoten en gebombardeerd. Allerlei springtuigen vlogen fluitend en sissend boven hun hoofden. Een bom vernielt de schuur van de Engelsen op 50 meter van onze groep. Daar de Engelsen in stelling waren zijn er geen slachtoffers.
Woensdag 29 mei 1940 Bombardement en retour naar Halle
De beschieting duurt de ganse nacht en eindigde om 5 uur in de morgen. Wegens de capitulatie en dit voorval begrepen zij er niets meer van. Rond acht uur gaan zijn in Lo-Reningen proviand halen. Groot en klein ziet hoe een Duits vliegtuig geraakt wordt door het Engels afweergeschut. De Duitse piloot kon zich redden met zijn valscherm maar wordt van op de grond aan flarden geschoten en komt op een vijftigtal meter van de vrachtwagen neer in het veld.
Zij vernemen dat de Duitsers Noordschote, bezetten en de Ieperlee oversteken. Zij voelen zicht ingesloten en besluiten terug te keren naar Halle. Al de mannen verbranden hun militaire paspoorten om door de Duitse linies te gaan. Zij krijgen tegen betaling proviand mee voor onderweg 20 gepluimde kippen en 40 hard gekookte eieren. De kippen worden aan de zijkant van de camion gehangen. Even buiten Reninge komen zij de eerste Duitsers tegen.
Ze waren juist op tijd weg in Reninge, en komen dezelfde avond terug thuis in Halle maar in bezet gebied. Eigenlijk was er na het bombardement van 16 mei niets erg meer gebeurd te Halle en waren zij beter thuis gebleven
Terug in Halle
Terug in Halle zetten men eerst mijn tante af aan de Steenweg op Ninove het huis is gans leeggehaald. Zij moeten dan via het sas over de Duitse noodbrug de enige weg over het kanaal naar de Vogelpers. Aan de schrijnwerkerij zien zij ook dat alles weggehaald, geplunderd is, alle triplex is voor de ruiten genageld van de buren en er is niemand die van iets weet. De lederen riemen van de machines zijn ook weg.
Er wordt nu nog aan één ding gedacht en dat is de wederopbouw van het atelier er wordt met de camion van einde en verre schaars materiaal gekocht om alles terug toe te leggen. In September is het atelier terug operationeel. Men begint met noodzakleijke herstellingen bij de buren en in de andere huizen van de stad Halle die schade geleden hebben dooor de bommen.
Tot hier dit zeer ingekort verhaal
Victor
|