Dat stukske skrèève kik voe d' Hallenèèrs da ee zoin passeire. As ge da leist en ge zèèt van Halle of environs loitchj dèèn eet weite, reageit doe op . Het es altèèd plezant da ge eeveranst manne of vraave van a èègen streik teige komt. Das es oek voe d' ander minschje, as ge da tof vindtchj loitchj ma da dèèn weite dèèn skreef èk doe nog èu stuk baa mè gooi Halse woure. Al men tekste da 'k ee skrèèf bestoen oek 't Vloms van Halle. As ge èu good Hals woud wetchj lotschj ma da dèèn weite op mèèn e mail. Binne kèut goen èk ee ne giel uup Halse woure op zette èu klaan stukske dictionair en da es na gebuid Doevui mooie die nekie goen zeen 't es giele lèèst mè vuil woure
Allei tot de noste kie en ik wacht op aale reakse en leist oek mèn spruike
Dit is een verhaal dat al een aanvang neemt voor de oorlog tijdens de mobilisatie.
Onze vrachtwagen Ford was aangeslagen al in 1937 door het leger, hij moest indien nodig afgeleverd worden op de grote markt te Halle als versterking van de legervoertuigen.
Natuurlijk had iedereen een reden om zijn voertuig niet in te leveren, en deed er de wielen af, of maakte de motor onklaar. Bij mijn grootmoeder Victorine Smismans alias Vitrine kazak boven het café waren er tijdens de mobilisatie drie militairen verplicht gelogeerd.
Daar mijn grootmoeder weduwe was en alleen in haar huis woonde was de achterkamer opgeëist door de Belgische staat en het leger. Daarom sliepen daar drie militairen waaronder een hele lange die met zijn benen bijna een halve meter voorbij het kleine bed kwam. Die man was van Meerbeke bij Ninove, hier op komen we later terug
Op Vrijdag voor Sinksen 10 mei 1940 vallen de Duitsers België binnen.
Donderdag 16 mei1940
Er is de zoveelste luchtaanval van de Duitsers op Halle. Het Halderbos, waar De Engelsen, Fransen en andere militairen gelegerd waren wordt hevig gebombardeerd er vallen tezamen 120 bommen en ook op in de "Cite", waar de kolonnes van 't leger even halt hielden, op de Quetstroyelaan daar viel een bom die niet ontplofte en om 17 u 15 kreeg ook de Vogelpers, de volle lading. Er valt een bom juist naast de muur van het machineatelier van de schrijnwerkerij dat hierdoor volledig plat ligt. Gelukkig zijn de machines maar licht beschadigd en nog bruikbaar.De serres van bloemist Decrem erachter zijn volledig vernield als ook de achterhuizen. Mijn grootmoeder en ouders vernemen dat de Duitsers met rassen schreden naderen.
Vrijdag 17 mei 1940De vluchtHalle Meerbeke
In de voormiddag al zijn de Duitsers al in Kasteelbrakel zijn. Begin namiddag zijn aan het Halderbos. De familie panikeert en begin pak en zak matrassen dekens, etenswaren op de vrachtwagen te ladentoen zijn vernemen dat de Duitsers boven op de steenweg op Nijvel ter hoogte van de Leopoldstraat zijn. Zij pakken de biezen en laten alles achter. In de vroege morgen is de spoorwegbrug in Rodenem, de sasbrug, en de Waggelbrug over het kanaal al opgeblazen. Ons Fordje gaat als laatste over de kanaalbrug om mijn tante Elisabeth Ghysels, de Zuster van mijn mijn vader en haar man die ook mijn peter is (Victor Demanet) tesamen met hun kinderen op te halen aan de hoekSinte Katharinaveste en steenweg op Ninove, Indertijd café en verfwinkel. Toen hoorden zijn een luide knal. Het is 16 u 05, Halle davert op zijn grondvesten, de brug aan de Basiliekstraat over het kanaal is ook opgeblazen.
Bij mijn Tante aangekomen doen zij het café dicht laden alles op de vrachtwagen en vertrekken richting Ninove. Wegens de vele vluchtelingen, militaire kolonnes gaat de reis zeer langzaam. Tegen de avond komen zijn in Meerbeke aan en herinneren zich de (lange) militair die op de achterkamer logeerde. Zijn gaan daar aankloppen de lange is thuis en hij verschaft hun onderdak voor de nacht.
Zaterdag 18 mei 1940Meerbeke Dadizele
De volgende ochtend zijn ze vroeg op weg. Enkele kilometers voorbij Ninove rijden zij voorbij familie van Vitrin Kazak, mijn grootmoeder, die al te voet van Halle Rodenem kwamen. Zij stoppen en deze gaan mee met de camion. Ze zijn numet 11 volwassenen en 6 kinderen op de vrachtwagen en rijden richting Oudenaarde.
De benzine tankvan 60 liter geraakt leeg en onderweg zijn bijna alle benzine stations leeg of gesloten.
Ze moeten zich een weg banen tussen de militaire kolonnes die voorrang hebben. Er is ook de stroom vluchtelingen met vrachtwagens, personenauto's,paard en kar, stootkar, kruiwagens, tandems, fietsers, te voet en al de andere denkbare mogelijke en bestaande vervoermiddelen.
Zij vervoerden letterlijk alles: matrassen, dekens, huisraad, kleding, voedingswaren, huisdieren, honden, katten, koeien, konijnen, en nog meer ondenkbare, soms nutteloze zaken. Tussen Oudenaarde en Avelgem geraken zijn aan woekerprijs aan benzine. Even verder rond Kortrijkvallen Duitse vliegtuigen de militaire kolonnes aan,iedereenduikt in de gracht , de kinderen kruipen in de rioolbuizen naast de baan, enkele ouderen wachten bang af in de laadbak van de vrachtwagen.
Laat op de avond komen zijn in Dadizele waar zij toch met deze grote groep een huisje vinden om de nacht door te brengen. De eigenaar legt stro op de grond om het comfort ietwat te verhogen. De kinderen wriemelen in het stro. Nette diedat hoort en schrik had van muizen zegt tegen haar man "Lomme ik geluuf da ee mèuze zitte"
Zondag 19 mei 1940Dadizele -Ploegsteert
De volgende morgenvertrekken zij naar Menen met de bedoeling de Franse grens over te steken naar Tourcoing en verder.Er zijn kilometers files, de douane en grenscontroles zijn tergend traag.Wachtend en spelend valt mijn broer in netelen en hij mag vooraan in de cabine zitten om hem te troosten.Omdat er niets vooruit gaat doen zijn een poging om via Ploegsteert naar Armentières te rijden. Maar het was wachten, wachten en nog wachten. Ze maken rechtsomkeer. Ze krijgen toelating van een boer met zijn overvolle schuren met vluchtelingen om in de camion te overnachten op de koer van de boerderij.Tijdens het spel valt mijn broer (3.5 jaar) in mesthoop en, hij en zijn kleren moesten gewassen worden.
Maandag 20 mei1940 Ploegsteert -Poperinge
Zij vertrekken zeer vroeg om als eerste aan de grens te zijnDe man (Victor Demanet) van mijn tante gaat te voet tot aan de grens om poolshoogte te nemen en verneemt dat de volledige grens met Frankrijk gesloten is. Ze dolen rond en komen in Poperinge terecht. Daar vinden zijn in de Trommelaarstraat en huurhuisje en installeren zich met de groep.
Dinsdag 21, Woensdag 22 , donderdag 23 mei 1940Poperinge
Daar het hier kalm was blijven zij hier voor onbepaalde tijd. Mijn vader gaat alle dagen tot aan de grens (op 3 km) ompoolshoogte te nemen. Regelmatig horen zij obussen, afweergeschut boven hun hoofden voorbij vliegen, maar de volgende ochtend verslechterd de toestandhelemaal
Vrijdag 24 mei 1940
In de ochtend vroed wordt Poperinge door Duitsers aan gevallen. Hevige bombardementen vinden plaats in het centrum van de stad, in omgeving waar zes wegen samenkomen is alles vernield. Er waren 150 doden. In paniek beslissen ze onmiddellijk te vertrekken.
Alles wordt opgeladen en gaan zij verder door het centrum van de stad. Daar zagen zij de gruwelen van de oorlog.Overal waren er kapotte gebouwen er lagen lijken van Engelse, Franse en Belgische soldaten, vluchtelingen en inwoners van Poperinge tussen bakstenen, dakpannen verwrongen auto's en karren, dode paarden, kruiwagens, fietsen en nog meer.
Ze pogen terug de grens over te steken naar Steenvoorde (Fr) maar alles was en bleef potdicht. Ze doolden verder en kwamen via Oost-Vleterenin Reninge terecht. Ze dachten dat dit een minder strategisch gebied was omdat het niet in de nabijheid van de grens lag.
Ze zoeken onderdak op een Boerderij en logeren bij de Familie Horebeke in één van hun de schuren. In de andere schuur op 50 meter lagen Engelse militairen die het noodvliegveldbewaakten dat op 100 meter lag. Maar dat werd pas de volgende dag ontdekt.
Zaterdag 25, zondag 26, maandag 27, mei 1940 Reninge
Het leven gaat verderze zijn hier met een beetje comfort gelogeerd in deze schuur en slapen op hun meegebrachte matrassen.
Mijn kozze Pierre Demanet krijg een aanval van Astma een Engelse dokter komt uit de nevenliggende schuur en geeft hem een injectie. Ze konden zich daar wassen, de was doenkochten daar eten en drinken en hadden op dat gebied niet te klagen.
Mijn vader ging met mijn peter Victor Demanet meerdere malen tot aan de grens. Zijn zagen daar de Engelse, Franse, Belgische militaire en vluchtelingen bijeengetroept in de Westhoek
De Duitsers waren ondertussen al aan de kust te Abbeville (Fr) en deze ganse groep was dus ingesloten. De enige uitweg was per schip naar Engeland via het kanaal.
Dinsdag 28 mei 1940Capitulatie van Belgisch leger (Reninge)
In de loop van de dag vernemen zij te Reninge via de radio en personen uit de streek dat Koning Leopold III op 28 mei om 4 uur het bevel gaf de wapens neer te leggen, met de onvoorwaardelijke overgave zoals geëist door Hitler. Het oorlogsgeweld was een beetje verminderd en ze denken om terug naar Halle te gaan.
Plots om 16 uur schiet het Engels leger van op hun stellingen naar de Duitsers om de terugtrekking naar Duinkerke te dekken. De Duitsers reageren heftig en rukken nog altijd verder naar de kust. Er word hevig geschoten en gebombardeerd. Allerlei springtuigen vlogen fluitend en sissend boven hun hoofden. Een bom vernielt de schuur van de Engelsen op 50 meter van onze groep. Daar de Engelsen in stelling waren zijn er geen slachtoffers.
Woensdag 29 mei 1940 Bombardement en retour naar Halle
De beschieting duurt de ganse nacht en eindigde om 5 uur in de morgen. Wegens de capitulatie en dit voorval begrepen zij er niets meer van. Rond acht uur gaan zijn in Lo-Reningen proviand halen. Groot en klein ziet hoe een Duits vliegtuig geraakt wordt door het Engels afweergeschut. De Duitse piloot kon zich redden met zijn valscherm maar wordt van op de grond aan flarden geschotenen komt op een vijftigtal meter van de vrachtwagen neer in het veld.
Zij vernemen dat de Duitsers Noordschote, bezetten en de Ieperlee oversteken. Zij voelen zicht ingesloten en besluitenterug te keren naar Halle. Al de mannen verbranden hun militaire paspoorten om door de Duitse linies te gaan. Zij krijgen tegen betaling proviand mee voor onderweg 20 gepluimde kippen en 40 hard gekookte eieren. De kippen worden aan de zijkant van de camion gehangen.Even buiten Reninge komen zij de eerste Duitsers tegen.
Ze waren juist op tijd weg in Reninge, en komen dezelfde avond terug thuis in Halle maar in bezet gebied. Eigenlijk was er na het bombardement van 16 mei niets erg meer gebeurd te Halle en waren zij beter thuis gebleven
Terug in Halle
Terug in Halle zetten men eerst mijn tante af aan de Steenweg op Ninovehet huis is gans leeggehaald. Zij moeten dan via het sas over de Duitse noodbrugde enige weg over het kanaal naar de Vogelpers. Aan de schrijnwerkerij zien zij ook dat alles weggehaald, geplunderd is, alle triplex is voor de ruiten genageld van de buren en er is niemand die van iets weet. De lederen riemen van de machines zijn ook weg.
Er wordt nu nog aan één ding gedacht en dat is de wederopbouw van het atelierer wordt met de camion van einde en verre schaars materiaal gekocht om alles terug toe te leggen. In September is het atelier terug operationeel. Men begint met noodzakleijke herstellingen bij de buren en in de andere huizen van de stad Halle die schade geleden hebben dooor de bommen.
Op aanvraag van enkele familieleden veteld ik dit verkort verhaal, reeds gepubliceerd op verscheidene plaatsen. François Dekegel in de volksmond Sisse Keigel is man van mijn meter en tante Alice Tordeu(r)s die de zuster was van mijn moeder (Wiske). Hij was goudsmid kunstenaar etser, met als hobbys als roeier, voetbalspeler bij Union Halle en Cercle Tubize. Hij was werkweigeraar tijdens de tweede wereldoorlogen hier volgt zijn lijdensweg ingekort tot twee bladzijden van veertien, die de originele Duitse en andere documenten omvatten.
Het is een echt gebeurd verhaal dat dikwijls in stukken en brokken verteld werd. Dankzij het terug vinden van al de originele documenten kon alles cronologisch op papier gezet worden met de precieze data, en werkonderbrekingen erbij. Het is spijtig dat ik dit niet uitgebreider kan vertellen.
François Dekegel Alias Sisse Keigel is geboren te Halle op 22 Juli 1911. In de tekst die volgt zal ik hem Sisse noemen
Hij was verplicht bij zijn werkgever te stoppen wegens de mobilisatie in 1938. In die periode verbleef hij op de plaats ''t Holleke" genaamd in Linkebeek. Hij kreegop 17 mei 1939, tijdens één van zijn verloven, een staatstelegram om te melden dat hij zich dringend moest begeven naar Linkebeek voor demobilisatie. Daar hij toen verloofd was met mijn huidige meter hebben zij van de gelegenheid gebruik gemaakt om op maandag 3 juli 1939 te trouwen in de Sint- Rochuskerk te Halle. Hij ging terug werken bij zijn werkgever enin augustus 1939 werd hij onder wapens geroepen om België te verdedigen tegen de dreigende invallen van de Duitsers, die telkens uitgesteld werden.wegens strategische redenen.
Op vrijdag 10 mei 1940 begint de oorlog, het Belgisch leger wordt overrompeld door de Duitsers en Sisse wordt als krijgsgevangene vrijgelaten op 10 juni 1940hij kwam terug te Halleop
13 juni 1940. Hij moest al zijn militair materiaal inleverenop het stadhuis te Halle.
Hij gaat terug naar zijn werkgever in Schaarbeek en werkt daar tot 28 november 1942 omdat de werkgever het bevel kreeg van de bezetter om de firma (goudsmid) te sluiten. Daarna is hij fictief in een firma tewerk gesteld om niet naar Duitsland moeten te gaan.
Hij wordt toch opgeëist en moet op 3 april 1943 vanuit station Schaarbeek naar Duitsland vertrekken naar een werkkamp. Via de politieman die deze papieren rond brengt in de stad verneemt hij dat zijn oude klasgenoot ook naar Duitsland moet vertrekken dezelfde dag als hij en de zelfde bestemming. De volgende dag bekokstoven zijn tezamen iets wat nooit geweten zal zijn.
Naar Duitsland via Schaarbeek Maar het verhaal verloop als volgt:
Die bewuste 3 april 1943 spoort hij met zij broer Emiel van Halle naar Brussel Zuid, daar moeten zij verder met de tram tot het station van Schaarbeek. Onderweg geeft Emiel aan Sisse zijn abonnement van de spoorweg. Sisse gaat het station van Schaarbeek in, laat al zijn papieren afstempelen door de Duitsers en verzekert zich dat hij in alle lijsten als present staat en gaat met het abonnement van zijn broer aan de andere uitgang van het station buiten. Om de aandacht van de Duitse soldaten af te leiden beginnen Emiel, zijn broer en met enkele vrienden op het voetpad voor het station te vechten, zodat de Duitse militairen die de uitgang bewaken moeten tussen beiden komen en Sisse zonder controle het station verlaat.
Vandaar gaat hij terug te voet 2 km naar zijn vroegere werkgever om zich te verstoppen. Deze acht het veiliger om hem bij zijn broer in Woluwe te verstoppen omdat het daar veiliger zou zijn. Maar ook daar zoekt de Gestapo overal en hij besluit 's nacht te voet van Woluwe naar zijn vroeger bekende plaats in 't Holleke- Linkebeek te gaan waar hij ook nog familie heeft. Maar ook daar zoekt de Gestapo van huis tot huis, en hij besluit de volgende nacht te voet van Linkebeek naar Halle op de Halleweg te gaan bij zijn ouders. Hij komt daar tijdens de nacht aanzonder het medeweten van zijn moeder, broers en zuster.
Thuis verstopt Zijn vader verstopt hem op de zolder en installeerde hem in een oude kleerkast.
De stappen op de trap zijn gecodeerd door vader. Indien een niet gekende code klimt hij op het dak en verstopt zich achter de brede schouw niet zichtbaar van op de straat. Dit duurt zo verschillendemaanden.Er moet ook met de rantsoenen voor eten gezorgd worden en ook daar slagen zij in.
Toevallig heeft zijn broer een boek nodig in die bepaalde kleerkast. Hij gaat op de zolder en ziet zijn broer daar verstopt in de kleerkast. Ze vallen in elkaars armen. Nu weet zijn familie waar hij in huis verstopt is, en kan nu kan hij ook vrij in het huis rond lopen.
Ondertussen zijn de Gestapo naar hem op zoek omdat hij niet aangekomen is op de plaats van bestemming in Duitsland. De Gestapo zoekt bij zijn vrouw die bij mijn grootvader woont op de Rodenemweg, ook bij ons thuis en in onze schrijnwerkerij wordt gezocht. Ook verschillende keren bij de oudersvan Sisse op de Halleweg .
Brieven uit Duitsland van Sisse die in Halle verstopt zat !!!
Voor zij vertrek had Sisse met zijn vriend bekokstoofd over brieven.Zijn vriend van de Villalaan te Halle schreef vanuit Duitsland brieven naar zijn vrouw,die werden overhandigd aan Sisse.Hij schreef die over met gepaste datum en stuurde die in een voorgeschreven omslag naar zijn vriend in Duitsland op de plaats waar zou moeten verblijven. Zijn vriend postte die brieven in Duitsland zodat enkele dagen later die bij Sisse zijn vrouw aan kwamen te Halle, Rodenemstraat.
Zijn vrouw werd ook op rooster gelegden moet naar Brussel, Naamse straat om op de folterbank om iets meer te bekennen maar ze liet niets los. Sisse zijn zus gaat mee er wacht buiten Indien zijn vrouw niet terug buiten komt zou Sisse zich aangeven bij de Duitsers om haar vrijlating te bekomen. Maar zover is het niet gekomen
Ze toonde de brieven die ze kreeg van haar man in Duitsland en zegde dat ze van niets wist.
De speurtocht naar Sisse door de Gestapo ging versterkt door. Voor Sisse werd het onveilig in zijn oudershuis en hij vlucht bij familieleden naar Essenbeek . Maar Essenbeek, de wieg van de klandestine pers te Halle, ook daar moest hij gaan lopen. Dan heeft hij enkele weken, het was zomer, in open veld tussen het graan en de maïs doorgebracht.
Daarna is hij terug naar huis gegaan en heeft een put gegraven onder het hok van Wembley, zijn hond. Hij voert de grond 's nachts met een kruiwagen op meer dan 200 meter in het veld.Telkens als de deurbel ging haastte hij zich onder het hondenhok en schuift dit boven zijn hoofd. Nu zijn schuilplaats gekend is door gans zijn familie en jong getrouwd kan hij zich 's nachts een bezoek aan zijn vrouw veroorloven. Hij moet daar voor de vaste post van het afweergeschut voorbij, dat de kanaalbruggen in Rodenem in 't oog houdt, en dat is een groot risico, toch met de avondklok.
De Gestapo spioneerde dag en nacht om zijn schuilplaats te ontdekken maar hij heeft gelukt gehad. Zo ging dat door tot eind van de oorlog.
Einde oorlog Hij ging dan terug werken bij zijn vroegere werkgever en iets later begon hij als zelfstandige goudsmid tot in op Zaterdag 18 september 1954. Dan overlijdt hij als gevolg van de doorstane ontberingen tijdens de oorlog. Eigenlijk is hij ook een nooit genoemde oorlogsheld uit de Halse oorlogsgeschiedenis en toch ook een beetje gesneuveld voor het vaderland
Tot hier dit echt gebeurd verhaal over mijn nonkel François alias Sisse Keigel van de Halleweg.
Napoleon was met zijn echtgenote Marie-Louise op weg van Zinnik (Soignies) naar Brussel Hij hield halt te Halle en bracht een bezoek aan de stad op 21 september 1811. Hij werd door de toenmalige burgemeester Henri Nerinckx ontvangen, maar nogal koeltjes. Napoleon kwam ook om onder andere volk voor zijn oorlogen te ronselen om in Rusland te gaan vechten. Zijn leger bestond toen uit Belgen, Nederlanders, Fransen, Italianen, Duitsers en meerdere anderen nationalitieten uit omringende landen. Bij zijn ronselcampagne toen in 1811 is er een familielid, voorvader, die zich liet inschrijven in het leger van Napoleon. Hij werd ingelijfd als militair werkman bij het "eerste bataljon mariniers" te Brest. Helaas zijn tijdens WO I en WO II de meeste archieven te Brest vernietigd geweest zodat alleen een puur toeval hulp kan bieden om in die richting verder te zoeken.
Antoine Gheyssels (één van de 45 gevonden schrijwijzen van de naam) Deze voorvader is op 18 mei 1813 overleden te Dantzig (Gdansk Polen) Twee jaar later op 14 september 1815 dus na de slag van Waterloo is de overlijdensakte te Halle toegekomen Wat er met de afgestorvene gebeurde is niet bekent. Hij is heel waarschijnlijk ter plaatse begraven. Er zijn onlangs (in 2005) massa graven ontdekt met soldaten gestorven aan een epidemie van lichaamsinsecten.
Hieronder volgt de Franstalig tekst zoals ze op de overlijdensakte te Halle stond
Acte de déces du 14 novembre 1815 Ville de Hal
Lan mille huit cent quinze,le quatorze novembre à dix heures du matin par devant nous
Jean Joseph VandenElschen, adjoint du maire, officier de létat civile de la commune de Hal,
canton de Hal département de Dyle estcomparu:
Monsieur Pierre Joseph Barbandonadjointdumaire
de Hal, faisant les fonctions d officier de police lequelnous a remis un certificat
délivré par le conseil administrative du premier bataillonde ouvriers
militaresde lamarine au service de Franceà Brest.
le premier septembre dix huit cent quinze. Par lequel ilconste que le nommé
ANTOINE GHEYSSELSouvrier militaire au dit bataillon,né a Hal, est
décédé le dix huit Mai dix huit cent treize à
l hopital regimentaire de Dantzich,Que lapièce à
éte remis à sa famille,et il a signé avec nous le présent acte
après lecture leur a été faite
Délégue du maire Van Elschen
Moest er iemand iets meer weten over dit hospitaal of deze geschiedenis dan is alle info welkom Actueel ben ik in contact met de Poolse archieven van Gdansk, met hoop op zege. Indien mij iemand kan helpen om in Gdansk te zoeken dan is die hulp welkom.
Tijdens mijn opzoekingen in de archieven te Halle, heb ik natuurlijk moeten rekening houden metde variaties op mijn naam, die ontstaan zijn door schrijffouten van den beambten in de burgerlijke stand.
Er waren ook uitspraakfouten van de aangever, die familie of buur was, en als ongeletterde alleen de bijnaam van de vader of moeder kende, maar de juiste familienaam, dat was een ander probleem.
De naam juist uitspreken en schrijven liet hij dan ook aan de beambte van de burgelijke stand over.
Meestal hadden beiden al een beetje jenever gedronken om de geboorte te vieren en dat hielp de zaak niet vooruit. Ik heb ook opgemerkt dat de bij dezelfde familie dezelfde personen uit bepaalde winkle kwamen getuigen.
Al deze namen zijn het gevolg van de schrijf- en andere fouten zij zijn allen familie van elkaar:
Deze lijst is wegens de opzoekingen die nog bezig zijn onvolledig (alleeen de naam Ghysels is gebruikt) Ik heb van deze personen tientallen broers en zusters kinderen en nog veel meer in mijn lijsten
Te Halle waren er twee takken Ghysels met de zelfde oorsprong. De ene zwermde uit van Rodenem en de andere kwam van Rodenem via de Arkenveste in Halle Centrum terecht Voor de varianten van de naam Ghysels verwijs ik verder in een ander deel van dit blog. Een vader met 9 kinderen met de naam op 5 verschillende manieren geschreven.
Ik heb Ghyselsen terug gevonden tot in de 13de eeuw die misschien ook familie waren, maar daarvan heb ik nog geen enekel zekerheid.
Dit is de ingekorte versie van mijn stamboom met een grote zekerheid dat deze personen aan mij hun genen hebben doorgegeven
I Kwintijn Ghysels ° +/- 1623 Huwelijk XXX
Anna Johanna De mesmaeker ° +/- 1623
II Gaspar Ghysels ° Sint Pieters Leeuw +/- 1652Huwelijk XXX
1Cornelia Valkeneer ° +/-1661
2Marie Van Cutsem° Eizingen +/- 1650
Uit eerste huwelijk
IIIGuillam Ghysels ° Sint Pieters Leeuw 29/06/1693 Huwelijk 28/11/1722
Florentina De Neve° Lembeek +/- 1698
IV Peeter Franciscus Ghysels° Halle 1745 Huwelijk Halle 06/05/1759
Uit het huwelijk met Louise Tordeus 4 kinderen X Pierre Ghysels ° Halle 19/01/1933 + Australië 25/01/1983 Huwelijk te Halle 31/03/1959 met Marie-Jeanne Deneef °Halle 20/08/1928 + Australië 16 mei 1998 Twee kinderen XI 1 Cecilia Ghysels ° Halle 26/04/1960 gehuwd in Pentith Australi¨op 24/08/1984 Met Con Spiros ° 24/09/1959 Tabitha Spiros ° Penrith Australië 17/02/1989 Johnatan Spiros ° Penrith Australië 26/08/1990 XI 2 Carla Ghysels ° Halle 23/07/1964 ongehuwd
X Victorine Ghysels ° Halle 1/04/1935 Huwelijk 25/05/1959 met Carlier René ° Halle 24/07/1936 +Jette 27/08/2000 Geen kinderen
X Joseph Ghysels ° Halle 24/12/1936 Huwelijk op Lembeek op 24/08/1959 met Jeaninne Picalausa ° Lembeek 15/08/1938 Drie kinderen XI 1 Lena Ghysels ° Halle 18/05/1960 XI 2 Gerda Ghysels ° Halle 29/04/1963 XI 3 Ilse Ghysels ° Halle 01/12/1964
XVictor Ghysels (dat ben ik) ° Halle 18/04/1942
Huwelijk te Enghien 28/08/1965 met Verdonck Chantalle ° Enghien 29/10/1942 Drie kinderen:
XI 1 Pascale Ghysels ° Schaarbeek 21/10/1965 Huwelijk 22/101994 met Floris Vansina ° Antwerpen 24/07/1963 Drie kinderen XII 1 Katrien Vansina ° St Agathe Berchem 16/02/ 1996 XII 2 Jonathan Vansina ° Jette 22/07/1997 XII 3 Jeroen Vansina ° Jette 18/05/2000 XI 2 Martine Ghysels ° Enghien 15/07/1969 Huwelijk met Walter Stegen ° Genk 22/05/1966 Drie kinderen: XII 1 Kevin Stegen ° Leuven 4 /10/1995 XII 2 Thomas Stegen ° Tienen 16/02/1998 XII 3 Sander Stegen ° Tienen 19/04/2001
XI 3 Stephane Ghysels ° Enghien 26/06/1970 ongehuwd geen kinderen Indien er voor iemand ongewenste informatie staat laat dit weten en het wordt terstond weggehaald Voor meer informatie stuur mij een mailtje.
Dansen en kermis in de schrijnwerkerij rond 1900 en daarna
Hiernaast het Mortierorgel gemaakt in 1928 en dat in het café "De Drie Deuren" speelde in Basiliekstraat te Halle. Voor de oudere Halleren een stukje nostalgie Als ik klein was ging ik met mijn vader naar de mis van 11u30 in de Paterskerk Na de mis gingen wij dan ook een pint drinken. Ik mocht dan mijn lippen eens tegen zijn glas zetten en ik had gedronken, daarna mocht ik in dat gelufje aan de muur in een soort spaarpot een muntje steken en toen speelde dit Mortierorgel een melodietje dat enkele minuten duurde. Dit orgel is heden nog te bezichtigen in het (privaat) museum van mijn broer Joseph te Brussel (1030 Schaarbeek) Nota: Om deze geschiedenis beter te begrijpen is het geraden het volledig blog lezen, omdat mijn meeste artikels in familieverband moeten beschouwd worden.
En naa allemoe op de piste in de zoel ba Pie Kip en Vitrine Kazak
Mij grootmoeder Victorine Smismans ( Vitrine Kazak) hield een café open op de Vogelpers (straat) naast de schrijnwerkerij sinds 1903. Met elke straat- of wijkkermiskwam er een muzikant, meteen accordeonof ander instrument en speelde in het café. Er werd gelachen gezongen, gedanst en gedronken.Rond 1905 had Pierre Ghysels (Pie Kip), haar man, het idee om in de schrijnwerkerij de schaafbanken op zij te schuiven en in het atelier te dansen omdat er meer plaats was. Toen was er alleen gasverlichting om tot laat in de nacht of ochtend te kunnen dansen.
Toen het atelier nogmaals vergroot werd rond 1910 om beter te kunnen werken en ook dansen,huurde men een monumentaal dansorgel van Mortier om met elke kermis te dansen. In die tijd waren er tientallen kermissen: er was kermis Vogelpers, Rodenem, Sint Rochus, Biezeweide, Halle enzen dit minstens twee maal per jaar. Er werd een plankenvloer gelegd voor het orgel waarop men veel parafine en zagemeel strooide om goed te glijden.
Achter het orgel zorgde één orgeldraaier de ganse avond voor muziek daar er geen elektriciteit was hing alles af van zijn draaibewegingen aan het grote wiel. Hij sliep zoals gewoonte achter het orgel op de grond. Bij ons in de schrijnwerkerij sliep hij met meer comfort in de schavelingen. Sommige kermissen duurden tot drie weekendentelkens begon men te dansen van vrijdagavond, zaterdag na het werk, zondag na de mis en ook maandagavond telkens tot laat in de avond zoniet tot vroeg in de morgen. De mensen kwamenkilometers te voet van de naastliggende dorpen Lembeek, Breedhout, Pepingen, Essenbeek, Buizingen, om te komen dansen en naar het orgel te kijken en luisteren. In die tijd ging men kijken op verscheidene plaatsen om te zoeken waar het beste en mooiste orgel stond. Daar er in het atelier plaats zat was stonde daar altijd één van de grootste orgels. Het dansen ging zo: Het monumentaal orgel speelde een liedje, wals, slow, tango, fox-trot, scotisch, quadrille, enz, dat maar anderhalve minuut duurde en dan was het halve dans. Iemand van de familie kwam rond op de piste om dansgeld te ontvangen. Indertijd was dat maar een muntje van 1 of 5 cent volgens de periode. Dan speelde het orgel terug hetzelfde korte liedje. Diegene die tot de dans uitnodigde betaalde uiteraard en dat was meestal de galante man, de vrouw betaalde zelden of niet. Ook was het zo dat de vrouwen altijd op de kosten van de man dronken. Dus uw lief betaalde u nooit een pint in die tijd. Vooraan in het atelier kon men in die tijd een bokske, een geuze, een faro, Halse duvel of een Spa-citron drinken. Cola en al de rest bestond nog niet.Voor de vrouwendeed men meestal een stuk suiker in de geuze om zoeter te smaken, dan moest de suiker met een "stoemper" verbrijzeld worden en opgelost.
De ingang van de danszaal (het atelier) was gratis. Meestal ging men een pint drinken in het café ernaast omdat voor de piste maar een beperkt aantal tafeltjes en stoelen stonden. Bij elke kermis kocht Vitrine Kazak een nieuwe stijve straatborstel in geval dat men begon te vechten, dan ging zij er letterlijk met de stijven borstel door, zij duwde deze in het gezicht van de vechter(s) en die waren dan rap gekalmeerd en aan de deur gezet. Er waren vechterbendes die alleen maar kwamen om boel op stelten te zetten. Men had de bende van de Postweg, van Stroppe, van 't plaan, eigenlijk had elke wijk zijn bende.
Rond 1920 had mijn grootmoeder een precisieweegschaal gekocht om haar muntstukjes, na het sorteren op grootte en waarde, te wegen.Men wist hoeveel muntjes er in één kilo ging van die soort en zo was de rekening sneller gemaakt. en wist men wat er deze maal verdiend werd . Er waren verscheidene aarden potten vol met geld, en men sliepop het geld tegen de eventuele dieven.
In 1922 dan was er elektriciteit in de straat Pie Kip kocht dan een gans atelier machines en betaalde contant. Met een electrische motor van een der machines, had mijn vader een mechanisme gemaakt zodat het wiel van het orgel zonder armkracht draaide. Het werkt achter het orgel beperkte zich nog alleen tot boeken steken, (de muziekkartons). De kermissen volgenden elkaar op jaar na jaar. Tijdens de WO I werd er niet gedanst omdat de mensen hun geld spaarden.
In 1933 overlijd Pie Kip door een eigenaardig toeval en fout van de belastingen, hij kreeg de belastingsbrief van een andere fabriek met dezelfde naam Pierre Ghysels en moest toen 400.000 Bf betalen, dit is in zijn hoofd geslagen en zes maand daarna overlijd hij aan de gevolgen. Mijn vader doet alles verder, de schrijnwerkerij en kermis tot WO IIin 1940, dan wordt er niet gedanst.
In 1945 na de oorlog dacht iedereen terug aan kermis en geld ontvangen en wegen en verdienen. De eerste maal was het terug "vollen bak" veel gedans en vertier. De tweede kermis kwammen voor de dag met taksen op amusement, de auteursrechten SAMBAM en die taksen waren zo hoog dat het niet meer rendabel was om nog een orgel te huren en te dansen op de orgelklanken. Ook brachten de Amerikanen de gekende Juke Box in ons land en dansen in een zaal met dakpannen en witgekalkte muren was volledig uit de mode.
Zo eindigde een halve eeuw volksvermaak op de Vogelpers (straat)te Halle
Foto hiernaast ongeval in 1931 op de brug van de Zenne te Halle
Na de eerste wereldoorlog was er in de schrijnwerkerij van mijn grootvader Pie Kip (Pierre Ghysels) veel werk. Men noteerde bestellingenvan uit de vernielde westhoek (Bachten de Kuppe) en de kust Veurne, La panne, Nieuwpoort, om alles terug op te bouwen.
De afgewerkte ramen, deuren, trappen werden in het begin met paard en kar tot aan het goederenstation van Halle gebracht om daar met een goederentrein naar de Westhoek te transporteren.
Toen bestelde mijn Grootvader Pierre Ghysels alias Pie Kipeen vrachtwagen Ford T model 1926 om zijn eigen transport te doen en niet afhankelijk te zijn van boeren en anderen met paard en kar.
De vrachtwagen had één ton laadvermogen en de laadbak was 2.20m breed en 3.00 mlang
Alles was toen met de borstel groen geverfd van kop tot teen, binnen en buiten.
In die tijd kocht men een chassis met motor en als de rest was houtwerk en moet door een carrosseriebedrijf aangepast worden. In dit geval werd de cabine en laadbak door de eigen firma gemaakt. Daar mijn vader en grootvader pioniers waren van de brandweer te Halle diende hij ook
om de brandweerpomp sneller dan met de mankracht op de plaats van het onheil te trekken
Een detailbeschrijving van de vrachtwagen
Het stuurwiel stond links in de cabine. Het klaksonwas van het toeter type met peer en stond uiterst links aan het "dashbord", dat een houten planke onder de voorruit was. De voorruitin twee delen was gewoon vensterglas en de ruitenwisser kon van de binnenzijde met de hand heen en weer bediend wordenEr was maar één halve deur aan de rechtse zijde (te zien op de foto). In de winter werd erboven een stuk stof gehangen om dit gat te dichten. Bij vriestemperatuur moest telkens 's nachts het water van de radiotor afgelaten worden opdat de motor en radiator niet zouden kapot vriezen.
Verticaal op de vloer was er een handrem op de achterwielen, en er waren maar twee pedalen één voor de rem en de ander voor de eerste en twee versnelling (prise). De hendel om gas te geven was rechts aan het stuur. Aan de linkse zijde was een symmetrische handel voor de voorontsteking.
Het benzine reservoir van 60 liter bevond zich onder de zetel die de ganse breedte van de cabine was (voor 3 personen) Om te tanken moest men het kussen uithalenen dan kon men de vuldop bereiken.
Aan de schaarse benzine pompen was het nog met de hand pompen en de twee bokalen 5 liter vullen en laten leeglopen in het reservoir
De batterij van 6 volt stond buiten rechts onder de voeten de chauffeur.
Om te starten moest met vooraan aan de zwengel draaien tot het beestje startte. Vergat men de hefboom van de voorontsteking aan het stuur terug in begin stand te plaatsen dan kon men een hevige terugslag krijgen dat soms de pols verstuiktof men lag op zijn zij op het voetpad of grond naast de vrachtwagen
De ontsteking was nog met trillers (inductieklos van Ruhmkorf) die men kon horen werken met hun gezoem.
Onderhoud
Daar er nog geen of zeer weinig garages waren werden alle onderhoudswerken, smeren,banden herstellen, alsook de mechanische herstellingen zelf gedaan door mijn vader.
Om van Halle naar Brussel heen en terug te rijden gebruikte hij 40 liter benzine.
Zijn laatste grote rit was na het bombardement van het atelier op 16 mei 1940. Dan is de ganse familie (18 personen)ermee op vlucht geweest naar Poperinge, Reninge, Ploegsteertmet de bedoeling Frankrijk te bereikenmaat de grens was dicht en 2 weken later waren ze terug thuis.
Tijdens de oorlog is hij aangeslagen voor het ravitaillement van de Halse bevolking. in de schrijnwerkerij was er toch niet veel te doen, allen kleien herstellingen voor de bezetter. Na de oorlog is hij een stille dood gestorven in de hoek van het atelier en is als schroot verkocht geweest in 1954. Er waren nog geen verzamelaars die voor dit soort oude auto's geld gaven Victor
Ik was in mijn oude foto's aan kijken en ineens vond ik tussen al mijn archieven een foto van mezelf, die op enkele weken na zo oud is als de bevrijding in 1945. De foto is genomen in de tuin van mijn grootmoeder die naast de schrijnwerkerij lag (zie artikel hieronder). Het was in de zomer want de snijbonen met staken waren al een stuk gegroeid Mirza de trouwe rattenvanger waakt naast mij. Mirza kon beter ratten vangen dan eender welke kat of ander dier In die tijd was ik een wittekop en dat is nu terug zo maar met een witgrijzig tintje zoals de foto op ander artike laat zien
Van Zinnik (Soignies) tot Halle was de Zenne wegens zijn verval niet bevaarbaar.Vanaf Halle was zij een weinig bevaarbaar maar vanaf Brussel tot de Schelde waren er regelmatig schuiten die heen en weer vaarden, en werd de Zenne min of meer onderhouden om er te kunnen varen.Te Mechelen werd er op elke lading die voorbij kwam tol geheven of moest telkens alles afgeladen worden en het grootste deel ter plaatse openbaar verkocht.
Om ditte verhinderen plande men een kanaal van Brussel naar Willebroek om Mechelen te ontwijken. Dit was al van in de 14de eeuw, en gaf zelfs aan leiding tot een oorlog.
Keizer Karel gaf tenslotte de toestemming voor het graven van dit kanaal dat 11 jaar duurde.
Voor die tijd bouwde men de modernste sluizen, volgens het idee van Leonarda Da Vinci (1452-1519)Keizer Karel overleed op 21 september 1558 dit is enkele dagen voor de opening ervan.
Te Halle was men sinds de 17de eeuw bezig met de eerste metingen begonnen om het kanaal Brussel naar Charleroi met zijn steenkoolbekken te graven. Na eeuwen meten en verscheidene pogingen gaf Napoleon de toestemming om te beginnen te graven maar trok die ook na enkele spadensteken onmiddellijk in omdat hij het geld nodig had voor zijn oorlogen
Onder het Hollands bewind begint men rond 1828te graven. Er moet een hoogteverschil overwonnen worden te Godardville ( Manage) van 164 meter om hetScheldebekken en het Bekken van de Samber te verbinden. Daar houwt men een tunnel van 2.100 m met jaagpad ernaast. Dit duurt drie jaar. Ondertussen wordt België onafhankelijk en dit had geen invloed op de werken.
Op 22 september 1832 werd door de minister van Buitenlandse zaken het kanaal voor geopend verklaard. Het duur nog tot 25 november 1833 eer het kanaal volledig af is.
Boten van 75ton "Baquets" genoemd speciaal voor dit kanaal gemaakt en getekend door ing. Vifquain, die konden goederen vooral steenkool en arduin heen en weer brengen van Charleroi naar Brussel
Het kanaal was 75 km lang en telde 57 sluizen. Het had 10.528.000 Frank en 58 centiemen
gekost.
De boten werden eerst door boottrekkers van op het jaagpad in ongeveer drie dagen 75 km ver getrokken van Charleroi tot Brussel. De rijken lieten hun boten door paarden trekken. Daarom ontstonden op regelmatige afstanden paardenstallen in de nabijheid van laad-en loskades.
Rond 1910 was er elektrische tractie, een elektrische sleepbootdie zoals de tram zijn stroom nam aan een kabel op de oever. En die trok de boten over de ganse lengte van het kanaal. Aan de bruggen moest telkens alles losgekoppeld worden en na de brug terug aan gekoppeld.
Tot de jaren vijftig trokken ééncilinder Dieseltractoren de boten heen weer van op het jaagpad met een lange kabel. Deze werden ook aan de bruggen gelost worden en daarna terug aangekoppeld.
Midden van de jaren vijftig komen de eerste boten met eigen Dieselmotor.
In 1932 wordt het kanaal verbreed om boten tot 650 ton toe te laten. Actueel kunnen boten tot 1350 tonhet ganse kanaal met enige moeilijke doorgangen gebruiken.
Met de komst van hellend vlak Ronquières (hoogteverschil 64 meter) in 1968Blijven nog 3 sluizen aan de Samber zijde en 7 sluizen aan de Zenne zijde over.
Heden spreek men om het kanaal nogmaals te verbreden voor grotere boten maar wanneer?
Nu te Halle, met de komst van de HST in de tunnel de slagbomen van de spoorweg verdwenen zijn spreek men om een ophaalbrug over het kanaal te bouwen om op een andere manier het verkeer te hinderen . Dit is in het kort de geschiedenis van dit kanaal. Ik heb een uitgebreide tekst erover in mijn verzameling.
Pierre Ghysels (Pie Kip) mijn grootvader startte met zijn schrijnwerkerij in 1898 in 1900 huwde hij met Victorine Smismans (Vitrine Kazak) Hij begon met zijn schrijnwerkerij te Halle Rodenem aan het pleintje (zie foto tweede van links). Hij gebruikte een schuur van zijn tante om in te werken. Zijn tante dronk graag een pint, en daarna was het ruzie met iedereen ookmet Pie Kip. Als er ruzie was dan moest hij uit de schuur en ze zegde tegen hem in het Hals "allei Pie èut 't skeuj". Na enkele uren was de bui over en was alles terug ok. In die tijd moest men niet veel horen of zien, maar de buren die dat hoorden herhaalden de woorden en Pie kreeg zijn andere bijnaam, namelijk "Pie èut 't skèuj". Omdat hij geen andere mogelijkheid had, moest hij dit verdragen.
Pas getrouwd kocht hij een heel groot stuk grond op de Vogelpers en bouwde er in 1901 onmiddellijk een huis op Vogelpers nr 30, later nr 60 en liet plaats om er in 1903 een werkhuis naast te bouwen.
Vitrin Kazak opende een café in de voorplaats van dat huis, en Pie Kip deed zijnschrijnwerkerijeerst verder in Rodenem en daarna korte tijd op de Zolder van dit nieuwe huis. Er was een deur in de zijgevel van de zolder om al het materiaal naar boven te trekken en terug naar beneden te laten.
Deze toestand was ook niet gemakkelijk, en een jaar later bouwde hij op 18 meter van de straat een atelier op Vogelpers Nr 28 later nr 58, zodat hij vooraan kort bij de straat zijn hout en ander materiaal kon plaatsen, en werken in het atelier. Met de kermis werd er gedanst in het atelier op de tonen van een Mortier orgel weldra hierover meer.
Telefoonnummer 33
Pie Kip was bij de eersten in Halle om telefoon te instaleren. Hij had telefoonnummer nummer 33 dat stond op oude facturen.
Alles werd er met de hand gedaan er waren geen machines, er waren meer dan tien werkbanken voor het handwerk en er werkten tot 20 schrijnwerkers of helpers.
Na de eerste wereldoorlogwas er veel schade en moest de kust en "Bachten de Kuppe" heropgebouwd worden. Pie Kip kon zo bestellingen bemachtigen voor de nieuwe huizen aldaar. Er was veel werk in die periodemen werkte met 20 25 schrijnwerkers en leerjongens. Ter plaatste ging mijn vader de maat nemen van de ramen, deuren en trappen, in Veurne, Nieuwpoort en Nieuwpoort-Bad. Eerst vervoert men de trappen, ramen en deuren met paard en kar naar het station van Halle voor verder vervoer naar de kust.
In 1922 koopt hij als eerste te Halle een volledig atelier moderne machines voor die tijd.
Hij koopt in 1926 een vrachtwagen Ford model T voor het transport van zijn afgewerkte producten naar het station. Mijn vader en grootvader zijn pionier bij de Halse brandweer.De Ford doet ook dienst om de brandweerpomp sneller naar de plaats het onheil te trekken.
Bombardement 16 mei 1940
Dan komt de tweede wereldoorlog mijn vader is in 1939 gemobiliseerden op 10 mei 1940 begint de oorlog. Op 16 mei 194017 uur 15 bombarderen de Duitsers de Biezeweide, de Quetstroyelaan en de Vogelpers. Er valt een bom juist naast de muur van het machine atelier, dat verwoest is. Bij de buren bloemist zijn alle ruiten van de serres kapot en ook in de ganse omgeving waren er deuren en ramen geforceerd.
Gelukkig zijn de machines bijna intact. De familie gaat op vlucht. De franse grens is gesloten en na veertien dagen dolen zijn ze terug thuis. Tijdens de afwezigheidis het atelier volledig leeggehaald. Enkele maanden later wordt het atelier terug opgebouwd. Het dak wordt met eternit golfplaten dicht gelegd, en isin september 1940 terug operationeel. Tijdens de oorlog is er geen werk, alleen dringende herstellingen voor de schade van de bommen en kleine zaken verplicht door opeising van de Duitsers.
Mijn vader rijdt met de Ford voor de ravitaillering van de Hallenaars. Hij gaat met Rozeke van 't Sarma,bloem voor de nnod bakkerij en andere goederen halen naar Brussel. Voor een rit krijgt hij 23 liter benzine van de Duitsers. In 1932 krijgt PieKip per vergissing het taksbiljet van zijn naamgenoot Pierre Ghysels die een fabriek heeft van kapblokken voor beenhouwers hij moest voor die tijd 400.000 Bef betalen. Dit is in zijn hoofd geslagen, naar men zei indie tijd heeft hij 't geel gehad van 't verschieten, en één jaar later is hij overleden.
De Halse Sinksen processie en het volkhuis (anecdote )
Jezus met zijn kruis bij de socialisten
Ritchje de facteur of Henri Lucas was de postbode die de briefwisseling bezorgde op de Vogelpers na de 2de wereldoorlog tot eind van de jaren vijftig. Hij werkte als jonge postmantoen de treinrampop 17 april 1927 te Halle gebeurde, want hij heeft nog mee de brieven opgeraapt, die overal verspreid lagen.
Ritchje was één van de weinige kandidaten om, als figurant, twee maal per jaar, met Sinksen en de tweede zondag van September, in de processie te gaan als Jezus die het kruis draagt.
Daarvoor werd hij geschminkt en dat duurde een hele tijd eer hij klaar was met zijn bebloed gezicht, zijn pruik en doornen kroon. Mankend moest hij, straat in, straat uit met zijn kruis op zijn schouder en af en toe rustend om de lange processie terug laten aan te sluiten.
Hij had geluk dat dit kruis hol was en niet te zwaar, zodat zijn schouder niet te veel belast werd. Toch was elke processie zijn schouder open van de scherpe kanten van het kruis dat gedurende uren door zijn kleed op zijnschouder schuurden.In deze bijbelscène was er ook een helper en voor Ritchje was dit Gaston Dereymaker. Die vergezelde hem de ganse processie en soms wisselden ze eens.
Rond 1953 ging de Sinksenprocessie terug uit, ze waren pas vertrokken. In de Basiliekstraat ter hoogte van de maandagstraat gekomen begon het plots pijpestelen te regenen. Ritchje dacht aan zijn schmink en was bang dat alles er ging afregenen en de kleuren door mekaar lopen. Al de toeschouwers en ook de processiegangers deden een poging om te gaan schuilen. Daar alle schuilplaatsen al bezet waren, zijn ze beiden met het groot kruis in de kortst bij gelegen en wegens de regen stampvolle "Pèupel of het Volkshuis",bij de socialisten een pint gaan pakken.
Maandag na de processie kreeg Ritchje van de postmeester (eenkatholieke Gentenaar), een dag betaald om uit te rusten. Victor
Ik ben actueel bezig met meerdere stambomen in de streek van Halle
De stamboom van mijn vrouw Verdonckuit streek van Ninove, Edingen, Geeraardsbergen
Hier blijft ik steken in 1723 bij een inwijkeling Verdonck in Denderwindeke (Winnik).
Maar hoofdzakelijk ben ik met mijn voorouders bezig die naar de namen luisteren van:
- Ghysels en de 45 varianten van de naam gevonden te Halle.
- Tordeurs en zijn variantendie mandemakers waren aan de Brusselpoort.
De naam is een Waalse naam afkomstig uit de streek van Ath en in 1265 gevonden werd als Li Tordeu(olieperser,vernederlandst zou dit Olieslagers zijn)
- Smismanswaarvan ik al de gevonden Smismansen gecontacteerd heb en die zijn zonder uitzondering van Canada tot Zuid Amerika, Frankrijk, Italië en alle Belgische steden afkomstig van Halle, Bellingen en Alsput
De families Ghysels te Halle komen met zen allen bij mekaar als men 200 jaar terug gaat
Hun aantal is dantot enkele tientallen personen herleid.
De familie Ghysels; zij waren oorspronkelijk
Landbouwers, in Rodenem
Caféhouders op de Grote marktrond 1820
Schrijnwerkersrond 1900
Mijn grootvader startte zijn schrijnwerkerij rond 1898 te Rodenem
Een andere voorouder Antoine Gheyssels is overleden in mei 1813 te Dantzig (Gdansk) Polen
zie aldaar voor meer info. Daarna zijn ze uitgezwermd in de omstreken.
Te Halle kwamen veel bedevaarders de gunsten van Onze Lieve Vrouw afsmeken.In de middeleeuwen en later, hebben koningenvan Engeland, Frankrijk, verscheidene pausen, en honderden anderen edellieden en hooggeplaatsenHalle bezocht.
Op 27 april 1404 is Philips de Stoute Hertog van Bourgondië er overleden in de Herberg "Den Hert".Hij is zes weken later begraven te Dijon en zijn praalgraf bestaat daar nog steeds. De begrafenis kostte zes manden goud. En is door een Bruggeling verzorgd.
Er waren ook grote groepen Belgische bedevaarders uit Oostrozebeke, Scherpenheuvel, omgeving van Antwerpen, Wallonië en andere delen van België die met Sinksen te voet tot in Halle sukkelden. Telkens waren ongevallen met auto's die 's nachts op de biddende voetgangers inreden.
De meisjes van plezier te Halle
Voor 1960 was er een andere groep "bedevaarders"en dat waren de meisjes van plezier van Brussel. Die kwamen op maandag één week na Sinksen naar Halle op bedevaart naar de Zwarte Madonna.
De verplaatsing van Brussel naar Halle gebeurde indertijd met de tram of de trein. Er was echter één voorwaarde voor die bedevaart. De meisjes mochten te Halle zelf niet afstappen ze moesten een halte ervoor of erna afstappen. En dus het laatste stuk toch te voet doen. Ze waren mooi geschminkt op hun hoge hakken.
Bij hun aankomst gingen zij onmiddellijk naar de kerk en deden er de rondgang. De meisjes baden tot Onze Lieve Vrouw om gespaard te blijven van de vuil ziektes en om tijdens hun arbeidstijd niet ongewenst in verwachting te geraken en kinderen te hebben.
Deze gebedsperiode duurde maar een uurtje entoen de offerblokken uitpuilden van de gulle gaven gingen de meisjes de rest van de namiddag en avond doorbrengen in één van de vele cafés zoals bij Georgke, Struuke enz, op de grote markt rechtover de kerk.
De cafes waren dan stampvol, het gebeurde niet alle dagen dat men op de grote markt zoveel vrouwelijk schoon zag. Dan kwamen vele Halse jonge en minder jonge mannen ook in die cafés een pint drinken om een glimp van op te vangen van de grote decolletées en soms om in contact te komen met deze mooi geklede en geschminkte dames op hoge hakken en ..........
(Wij mochten die dag geen voet buiten zetten van ons maen in geen geval naar de stad afzakken.)
Van de kerk uit was hierop geen reactie, de deken en de kerk, die zijn offerblokken mocht leeg maken en daar financieel hun voordeel uithaalden stond dit oogluikend toe.
Dit duurde totkort voor middernacht, dan vertrok de laatste tram terug naar Brussel en als die gemist werd dan was men gedoemd om in Halle te de nacht door te brengen wachtend op de eerste tram of trein.
Dit duurde tot begin van de jaren zestig. Met de opkomst van de antibiotica en babypil moesten die meisjes geen gunsten meer afsmeken van Onze Lieve Vrouw om gespaard te blijven van ongewenst kinderen te krijgen en vuile ziektes. Zo is deze bedevaartgewoonte stilaan verwaterd en in het niets verdwenen.
Halle is de meest zuidelijke Vlaamse stad van het Nederlandse taalgebied
Het stadje ligt aan de Zenne op 15 kilometer ten Zuiden van Brusselde Coördinaten van de basiliek zijn 50° 44' 15" N.B. en 4° 14' 20" O.L.
Halle is op die plaats ontstaan omdat er volkeren woondenop de samenvloeïng van de Groebbegracht met de Zenne.Julius Ceasar en zijn leger heeft vanop de Romeinse heirbaan of Chaussée de Brunehault van Bavai naar Utrecht, te Kester een zijweg (via secunda) gevonden waar men het ganse jaar door de Zenne kon doorwaden. Dit was de enige plaats op de ganse lengte van de rivier van zinnik tot Mechelen. Bij hoge waterstand moest men toch enkele dagen of weken wachten. Zo is er tussen de wachtenden handel ontstaan.
Naam Zenne
De naam van de Zenne in de loop der eeuwen geëvolueerdin 1159 vind men Sama, in 1190 Senam, in 1225 Sinamwat afkomstig is van de Keltische waternaam "Sinna"
De Zenne ontspring namelijk in (Soignies) Zinnik op 100 m hoogte boven de zeespiegel
Naam Halle
Voor de betekenis van naam Halle zijn er verschillende veronderstellingen
Het zou komen van Halle dat overdekte marktplaats, koophuis is
Het zou ook een plaats zijn in het bos rond de Heilige eik die binnen de afbakening voor de eredienst errondHalha of Halla noemde. Er zijn tientallen schrijfwijzen voor de naam Halle zoals Hallae in het latijn, Hal, Haulx, Hault, Halla, Hau en nog vele andere namen op kaarten en plannen gelezen.
Het domeinHallekwam door schenking van de heilige Waltrudis aan het kapittel van Bergen onder het graafschap Henegouwen. Het was van Halle tot Ittre een enclave in het graafschap Brabant. Om duidelijk te zijn Lembeek en Buizingen, de naastliggende gemeenten Oost en West waren Brabants.
Kerk
In de zevende eeuw wordt de eerste Romaanse kerk gebouwd naast de heilige eik. Sint Hubertus wijde deze kerk in 727 toen hij in Tervuren verbleef en ook dat jaar stierf.
Halle werd erkend als stad in 1225 en door wallen omringd
In de dertiende eeuw kwam de Maria verering tot stand. Elisabeth van Hongarije schonkmeerdere Mariabeelden aan haar dochter Sofia van Thuringen. Eén beeld gaat naar Vilvoorde en de ander beelden schenkt zijn aan haar dochter Mechtildis, zuster van haar echtgenoot en gade Florens IV, graaf van Holland en Zeeland. De gravin Mechtildis schenkt onder andere ook een beeld aan de kerk te Halle omdat haar dochter Aleydis, Jean van Avesnes (Maubeuge Fr) huwdevan af toen werd Halle een veel bezochte bedevaartplaats. In 1341 wordtin verschillende fazen rond de Romaanse kerk de nieuwe gotische kerk gebouwd
De toren kwam pas rond 1500 en werd ook rond de oude toren gebouwd.
Daar Halle in die tijd last had van de periodieke hoge waterstand van de Zenne graaft men in 1402 een afwateringskanaal dat men de Leide noemt, met 500 man werkt men er 5 jaar aan.
De Leide doet ook dienst als tweede walgracht aan de oostelijke wallen
In 1489 wordt Halle beschoten door Philips van Kleef . De legende zegt dat Onze Lieve Vrouw de kanonballen in haar mantel opving en zo Halle gespaard bleef.
Halle werd belegerd in 1580 doorde beeldenstormers. Voor die gelegenheid maakten zij ladders maar wegens de omrekening van de verschillende lokale maateenheden (de Branbantse, Maaslandse, Rijnlandse, Brusselse, enz roeden), waren de ladders van de vijandelijke troepen één meter te kort om boven op de wallen te geraken. Deze spotprent staat nu nog gebeiteld boven de kanonballen, te zien achter in de kerkmet titel "9 en 10 juilet 1589" met de ladder ernaast gebeiteld. De kanonballen zij van verschillende kalibers.
Verder kende Halle goede en kwade dagen en is geworden wat het nu is. De volgende keer vertel ik meer hier over tot dan.