Treinramp te Halle op 17 april 1929 om 5 uur in de morgen
Verschrikkelijke treinramp 11 doden 49 gekwetsten.
Ik beschrijf eerst hoe alles in betrekking met mijn familie gestaan en gelegen was. Eigenaardig, maar mijn vader en moeder toen ongehuwd waren er bijna ongewild bij betrokken.
Mijn grootvader Jean Baptiste Tordeurs woonde met zijn familie waaronder ook mijn moeder in het seinhuisje naast de wissels naar Edingen op het einde van de Ijzerwegstraat, dit was voor de ingang van het kasteel Malbecq van de houthandel. (Hij was daar seinverantwoordelijke).
Mijn vader Frans Ghysels woonde op de Vogelpers, de straat die aan de andere zijde van de sporen omhoog ging naar de heuveltop naast de spoorweg.
Op dat ogenblik waren beiden ze nog niet getrouwd. Ik weet zelfs niet of ze mekaar kenden, maar in het kleine Halle van die tijd en dansen in de schrijnwerkerij was dit wel mogelijk. Maar ze zullen beiden ten tonele komen in betrkking met het ongeval. Mijn vader Frans Ghysels was die morgen vroeg aan het werk met zijn vader Pierre (Pie kip) in ons toekomstig huis op 75 meter van de sporen. Beide waren ook bij de vrijwillige brandweer te Halle.
De spoorweg te Halle had toen nog twee sporen, Brussel - Parijs het linkse spoor en Parijs Brussel het rechtse. Te Halle waren de wissels naar Edingen ongeveer op die plaats, voor de HST. Het hotel A la vue de la station stond nog tussen de spoorweg en het oude kanaal. Er achter was de houthandel in Noors hout de firma Malbecq met kasteel achterin.
Ter info: In België rijden de treinen links op de sporen.
Die ochtend omstreeks 5 uur reed een goederentrein vanuit Brussel te Halle met afslag naar Edingen en dwarste dus noodzakelijkerwijze het spoor van Parijs - Brussel. Het was zeer mistig. Wegens de mist had de posttrein Parijs - Brussel al meer dan een uur vertraging opgelopen en de machinist had al een half uur vertraging kunnen goed maken.
Te Halle had de machinist het stopsein te laat opgemerkt en reed in volle snelheid toen al 100 km/uur dwars door de goederentrein. Al de wagons waren toen nog in hout. De stoommachine van de express Parijs - Brussel belandde op de Ijzerenwegstraat op zijn linkse zijde op enkele centimeters van de zijgevel van het hotel.
De wagons lagen er allemaal op een hoop, kris kras op de sporen, meters hoog. Een wagon vloog rakelings langs het huisje waar mijn moeder woonde.
De eerste Belgische postwagon achter de tender werd door de tweede Franse wagon volledig verbrijzeld en platgedrukt. Hierin vielen de meeste doden bij de Belgische postmannen.
De combinatie van de gloeiende kolen van de locomotief en het verlichtingsgas in de wagons deed brand ontstaan die gelukkig snel geblust werd.
Mijn vader die achter aan ons huis al aan t werk was en dat lawaai hoorde snelde onmiddellijk met zijn vader als eerste naar de plaats van het ongeval (op 75 meter). Zij begonnen de eerste slachtoffers te bevrijden. Zijn vader Pie Kip ging onmiddellijk terug naar de schrijnwerkerij, gereedschap en zagen halen om de houten zitbanken, wanden die door de schok bijeengegleden waren stuk te zagen om de benen van de slachtoffers te bevrijden. De meeste hadden hun benen verbrijzeld, en in die periode was amputeren de courante oplossing.
De stoomlocomotief op zijn linkse zijde versprerde de Ijzerwegstraat volledig zodat de schamele hulpdiensten met hun ziekenwagen (camion) van toen niet bij de slachtoffers geraakten.
Van op het tallud 10 meter hoog kant Vogelpers kon men er ook wel bij komen maar niet opgeraken.
Toen werd er in het spoorweghuisje waar mijn grootvader en moeder woonden alle kasten en tafel opzij geschoven Mijn moeder legde lakens en dekens op de vloer om de doden en gekwetsten, wachtend op evacuatie op te leggen. De keuken en de plaatst ernaast geraakte al snel vol. Toen werden de slachtoffer gevacueerd via het terrein van de houthandel en het jaagpad langs het kanaal, om op ze op meer dan 100 meter naar het station te brengen op draagberries, waar men ze ook met weinig comfort op stationsbanken of op de vloer moesten liggen. Een gekwetste bezweek aan zijn verwondingen alvorens de Halse kliniek te bereiken.
De geestelijken van omliggende parochies Sint Martinus, Sint Rochus en Essenbeek kwamen ook ter plaatse om de laatste sacramenten toe te dienen.
Ondertussen na enkele uren, kwam er ook hulp opdagen van uit Brussel met zwaar materiaal om de wagons op te heffen op zoek naar slachtoffers.
De directies van Post en Spoor bezochten de plaats van de ramp.
De brieven van de internationale post lagen overal verspreid. Te Halle werden de postbodes gemobiliseerd om mee te helpen om de duizenden brieven te verzamelen die over de ganse breedte van de spoorweg verspreid lagen
De machinist was slechts licht gekwest werd aangehouden in de kliniek. Hij werd onmiddellijk van Halle naar de kliniek van gevangenis te Vorst bij Brussel overgebracht.
Daar hij het stopsein negeerde lag alle schuld bij hem. Volgens het reglement van die tijd moest hij zijn snelheid aanpassen aan de zichtbaarheid om op tijd en stond te kunnen stoppen.
In mijn archieven heb ik nog altijd de originele krantenknipsels en fotos daarover alsook de dankbrief van de spoorweg gericht aan mijn vader voor zijn heldhaftige belangloze inzet bij deze ramp.
Victor
|