Dansen en kermis in de schrijnwerkerij rond 1900 en daarna xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hiernaast het Mortierorgel gemaakt in 1928 en dat in het café "De Drie Deuren" speelde in Basiliekstraat te Halle. Voor de oudere Halleren een stukje nostalgie Als ik klein was ging ik met mijn vader naar de mis van 11u30 in de Paterskerk Na de mis gingen wij dan ook een pint drinken. Ik mocht dan mijn lippen eens tegen zijn glas zetten en ik had gedronken, daarna mocht ik in dat gelufje aan de muur in een soort spaarpot een muntje steken en toen speelde dit Mortierorgel een melodietje dat enkele minuten duurde. Dit orgel is heden nog te bezichtigen in het (privaat) museum van mijn broer Joseph te Brussel (1030 Schaarbeek)
Nota: Om deze geschiedenis beter te begrijpen is het geraden het volledig blog lezen, omdat mijn meeste artikels in familieverband moeten beschouwd worden.
En naa allemoe op de piste in de zoel ba Pie Kip en Vitrine Kazak
Mij grootmoeder Victorine Smismans ( Vitrine Kazak) hield een café open op de Vogelpers (straat) naast de schrijnwerkerij sinds 1903. Met elke straat- of wijkkermis kwam er een muzikant, met een accordeon of ander instrument en speelde in het café. Er werd gelachen gezongen, gedanst en gedronken. Rond 1905 had Pierre Ghysels (Pie Kip), haar man, het idee om in de schrijnwerkerij de schaafbanken op zij te schuiven en in het atelier te dansen omdat er meer plaats was. Toen was er alleen gasverlichting om tot laat in de nacht of ochtend te kunnen dansen.
Toen het atelier nogmaals vergroot werd rond 1910 om beter te kunnen werken en ook dansen, huurde men een monumentaal dansorgel van Mortier om met elke kermis te dansen. In die tijd waren er tientallen kermissen: er was kermis Vogelpers, Rodenem, Sint Rochus, Biezeweide, Halle enz en dit minstens twee maal per jaar. Er werd een plankenvloer gelegd voor het orgel waarop men veel parafine en zagemeel strooide om goed te glijden.
Achter het orgel zorgde één orgeldraaier de ganse avond voor muziek daar er geen elektriciteit was hing alles af van zijn draaibewegingen aan het grote wiel. Hij sliep zoals gewoonte achter het orgel op de grond. Bij ons in de schrijnwerkerij sliep hij met meer comfort in de schavelingen. Sommige kermissen duurden tot drie weekenden telkens begon men te dansen van vrijdagavond, zaterdag na het werk, zondag na de mis en ook maandagavond telkens tot laat in de avond zoniet tot vroeg in de morgen. De mensen kwamen kilometers te voet van de naastliggende dorpen Lembeek, Breedhout, Pepingen, Essenbeek, Buizingen, om te komen dansen en naar het orgel te kijken en luisteren. In die tijd ging men kijken op verscheidene plaatsen om te zoeken waar het beste en mooiste orgel stond. Daar er in het atelier plaats zat was stonde daar altijd één van de grootste orgels. Het dansen ging zo: Het monumentaal orgel speelde een liedje, wals, slow, tango, fox-trot, scotisch, quadrille, enz, dat maar anderhalve minuut duurde en dan was het halve dans. Iemand van de familie kwam rond op de piste om dansgeld te ontvangen. Indertijd was dat maar een muntje van 1 of 5 cent volgens de periode. Dan speelde het orgel terug hetzelfde korte liedje. Diegene die tot de dans uitnodigde betaalde uiteraard en dat was meestal de galante man, de vrouw betaalde zelden of niet. Ook was het zo dat de vrouwen altijd op de kosten van de man dronken. Dus uw lief betaalde u nooit een pint in die tijd. Vooraan in het atelier kon men in die tijd een bokske, een geuze, een faro, Halse duvel of een Spa-citron drinken. Cola en al de rest bestond nog niet. Voor de vrouwen deed men meestal een stuk suiker in de geuze om zoeter te smaken, dan moest de suiker met een "stoemper" verbrijzeld worden en opgelost.
De ingang van de danszaal (het atelier) was gratis. Meestal ging men een pint drinken in het café ernaast omdat voor de piste maar een beperkt aantal tafeltjes en stoelen stonden. Bij elke kermis kocht Vitrine Kazak een nieuwe stijve straatborstel in geval dat men begon te vechten, dan ging zij er letterlijk met de stijven borstel door, zij duwde deze in het gezicht van de vechter(s) en die waren dan rap gekalmeerd en aan de deur gezet. Er waren vechterbendes die alleen maar kwamen om boel op stelten te zetten. Men had de bende van de Postweg, van Stroppe, van 't plaan, eigenlijk had elke wijk zijn bende.
Rond 1920 had mijn grootmoeder een precisieweegschaal gekocht om haar muntstukjes, na het sorteren op grootte en waarde, te wegen.Men wist hoeveel muntjes er in één kilo ging van die soort en zo was de rekening sneller gemaakt. en wist men wat er deze maal verdiend werd . Er waren verscheidene aarden potten vol met geld, en men sliep op het geld tegen de eventuele dieven.
In 1922 dan was er elektriciteit in de straat Pie Kip kocht dan een gans atelier machines en betaalde contant. Met een electrische motor van een der machines, had mijn vader een mechanisme gemaakt zodat het wiel van het orgel zonder armkracht draaide. Het werkt achter het orgel beperkte zich nog alleen tot boeken steken, (de muziekkartons). De kermissen volgenden elkaar op jaar na jaar. Tijdens de WO I werd er niet gedanst omdat de mensen hun geld spaarden.
In 1933 overlijd Pie Kip door een eigenaardig toeval en fout van de belastingen, hij kreeg de belastingsbrief van een andere fabriek met dezelfde naam Pierre Ghysels en moest toen 400.000 Bf betalen, dit is in zijn hoofd geslagen en zes maand daarna overlijd hij aan de gevolgen. Mijn vader doet alles verder, de schrijnwerkerij en kermis tot WO II in 1940, dan wordt er niet gedanst.
In 1945 na de oorlog dacht iedereen terug aan kermis en geld ontvangen en wegen en verdienen. De eerste maal was het terug "vollen bak" veel gedans en vertier. De tweede kermis kwam men voor de dag met taksen op amusement, de auteursrechten SAMBAM en die taksen waren zo hoog dat het niet meer rendabel was om nog een orgel te huren en te dansen op de orgelklanken. Ook brachten de Amerikanen de gekende Juke Box in ons land en dansen in een zaal met dakpannen en witgekalkte muren was volledig uit de mode.
Zo eindigde een halve eeuw volksvermaak op de Vogelpers (straat) te Halle
Victor
|