Ik ben Rita
Ik ben een vrouw en woon in Oost-Vlaanderen (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 21/08/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fietsen, wandelen, reizen, dieren, foto's maken, pc, tuinieren, lezen, enz..
Moppen tappen en nu en dan een doordenkertje
16-08-2007
Er werd een zwerver per ambulance op de spoedgevallen binnengebracht. Een van mijn collegas schreef onder meer in zijn rapport: Stinkt en is dronken. Plotseling realiseerde hij zich dat zijn woordkeuze niet bepaald fijnzinnig was. Hij streepte de tekst door en schreef in plaats daarvan: Laat in welriekendheid te wensen over en heeft een vertekend beeld van de werkelijkheid, als gevolg van overmatige alcoholconsumptie.
Mijn vader verzorgde een cursus handel en economie in een gevangenis, en het eerste onderwerp dat hij behandelde was bankieren. In de loop van zijn betoog begon hij over geldautomaten. Hij vertelde dat in de meeste automaten gemiddeld niet meer dan 1500 euro zit. Op dat moment stak een man achter in het lokaal zijn vinger op. Ik wil niet onbeleefd zijn, zei hij tegen mijn vader, maar in de automaat die ik heb leeggeroofd, zat ongeveer 5000 euro.
Op een dag moest ik voor mijn werk als postbode een aangetekende brief bezorgen. Bij het huis aangekomen, hoorde ik bij de voordeur een luid gekef. Toen de bewoner de deur opende, vroeg ik hem of hij de hond binnen wilde houden maar het was al te laat. Het kleine hondje blafte luid en sprong tegen me op. Terwijl de man tekende, zei hij geruststellend: Maakt u zich geen zorgen, hij bijt u niet. Op dat moment draaide het hondje zich om en beet zijn baasje.
De kinderen uit mijn klas hielden een presentatie over hun eerste werkstuk. Andrew las zijn tekst voor: mijn werkstuk gaat over spinnen. Spinnen hebben acht poten. Ze maken webben, vangen daar vliegen in en eten die op. De grootste vijand met de spin is de stofzuiger;
Voor passagiers in de business class hadden we bij het reserveringsbureau van de luchtvaartmaatschappij een speciale balie. Op een avond na sluitingstijd bleef de telefoon maar rinkelen. Uiteindelijk nam mijn chef de hoorn van de haak en sprak monotoon: wij zijn geopend van acht uur tot vijf uur s avonds. Neemt u dan aub tijdens die uren contact met ons op. Een stem aan de andere kant van de lijn vroeg: is dit een bandje? Zonder een seconde na te denken zei mijn chef: ja dat klopt.
De stagiaire die ik als muziekleraar in een brugklas begeleidde, sloot een les over ritme af met een schriftelijke overhoring. De laatste vraag luidde: vul aan: het enige dat ik nog steeds niet begrijp is Een meisje had bij die vraag ingevuld: mijn broer
Een vriend van mij is verkeersagent. Op een middag hield hij een auto aan wegens het overschrijden van de maximumsnelheid. Toen hij naast de buitenspiegel van de auto keek, zag hij dat het niet de eerste keer was dat de bestuurder werd bekeurd. Over de tekst spiegel vertekent: achterliggend verkeer is dichterbij dan u denkt was een sticker geplakt met de tekst: spiegel vertekent, achterliggende agenten zijn dichterbij dan u denkt.
Ik was op een frisse voorjaarsochtend onderweg naar een vergadering. Terwijl ik langs een weiland reed zei ik: ach moet je die lieve kleine varkentjes eens in de wei zien staan. Die zullen het wel koud hebben zonder jasje. Toen ik opzij keek, besefte ik tot mijn ontzetting dat ik mijn dochtertje al had afgezet bij de oppas en dat degene die naast me zat mijn baas was, die me hoogst verwonderd aankeek.
In het ziekenhuis waar ik als verpleegkundige werk, kwam op een avond een bommelding binnen. Mijn collegas en ik kregen de opdracht de kamers van onze patiënten op verdachte voorwerpen te controleren. Met een zaklantaarn in mijn hand sloop ik de kamer van een 83-jarige vrouw binnen. Op mijn tenen liep ik naar haar bed en voorzichtig nam ik het deksel van de doos pralines die ze eerder die dag van iemand had gekregen. Plotseling schrok de vrouw wakker. Als je een praline wilt zei ze bestraffend, dan heb ik liever dat je dat gewoon vraagt.
Tijdens het schoolzwemmen was een van mijn kinderen uit de kleuterklas haar handdoek kwijtgeraakt. Die avond kreeg ik een telefoontje van haar verontwaardigde moeder die beweerde dat iemand de handdoek had gestolen. Ik probeerde haar te kalmeren en vroeg haar hoe de handdoek eruitzag. Het is een witte, snauwde ze en er staat Holiday Inn op.
Benjamin, mijn zoontje van 5 ging met een vriendin van mij langs bij haar grootmoeder. Het geheugen van de oude dame was niet al te best. Benjamin merkte wel dat ze vreemde dingen zei, maar begon daar niet over waar zij bij was. Tijdens de rit naar huis zei hij er toch iets over: Is je oma ziek? vroeg hij. Waarom vraag je dat? Wilde mijn vriendin weten. Wel omdat ze antwoord gaf op vragen die je niet had gesteld?
Toen de kapitein van een Ijslandse vissersboot in juni vorig jaar per ongeluk het jacht van Engelsman Jim Hughes ramde, veroorzaakte hij voor 30.000 euro schade. Exact een jaar en een dag daarvoor, schreef The Times in Londen, had de schipper, Erik Olafsson dezelfde boot aangevaren en 40.000 euro schade veroorzaakt. Hoe groot als je in ogenschouw neemt dat Olafson met opzet richting Hughes voer om zijn excuses aan te bieden voor de botsing van het jaar ervoor.
Rockconcerten zijn wel iets anders dan in mijn jonge jaren. Onlangs bezocht ik een concert met een aantal vrienden. Zodra de and een ballad inzette, grepen we instinctief naar onze aanstekers en hielden die in de lucht. Maar toen ik om me heen keek, viel het me op dat de tijden zijn veranderd. Het jonge publiek bewoog ritmisch mee met het schijnsel van zijn gsm.
Ik was eerstejaars aan de universiteit en de stranden lokten meer dan mijn studies.Zo kwam het dat ik het boek dat we tijdens college zouden bespreken, Letranger van Albert Camus niet had gelezen. Ik meende echter dat ik me wel zou redden met wat ik er van mijn medestudenten over had gehoord. Iedereen had het over het gedrag van de hoofdpersoon na zijn moeders dood. Toen de docent mij om mijn mening vroeg, antwoordde ik hem dus dat ik daar later nog op terug zou komen, omdat ik niet verder was gekomen dan de dood van de moeder. De docent verzocht me om na afloop van het college even bij hem te komen. Ik begreep waarom, men een medestudent me het boek liet zien. De eerste regel luidde: Vandaag is moeder gestorven.
Familieleden van mij kwamen uit Vancouver gereisd voor een bezoek aan mijn grootouders, die in een stadje op het prairie woonden. Omdat ze er nooit waren geweest, stopten ze bij het plaatselijke café om de weg te vragen. weet u waar we Jens Jensen kunnen vinden? geen idee, antwoordde de uitbater. is hij niet thuis?
Een collega van mij speelde in een klein blaasorkest. De groep had de vaste gewoonte een optreden pas te beëindigen als ook de laatste toehoorder was vertrokken. Op een regenachtige middag speelden ze in een park voor een klein groepje dat gaandeweg in het niets oploste, op één man na, die er niet genoeg van leek te krijgen. Dus bleef het orkest maar doorspelen. Uiteindelijk glipte de tubaspeler naar de man toe en vroeg hem beleefd of hij wilde vertrekken,zodat de band naar huis kon. De man reageerde geagiteerd: hij zat te wachten tot de muziek stopte, zodat hij de stoelen kon opruimen.