xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En
er was een man in Caesarea, van wie de naam Cornelius was, een hoofdman over
honderd van de afdeling die de Italiaanse genoemd werd, een vroom man, die met
heel zijn huis God vreesde, veel liefdegaven aan het volk gaf en voortdurend
tot God bad.
Handelingen
10:1,2
Cornelius
was geen jood. Hij behoorde niet tot het volk van God. Jezus was in de eerste
plaats gekomen, om Gods volk te redden. Maar hij was een gelovig man. Wij
christenen, die Jezus hebben aanvaard als onze persoonlijke verlosser, wij die
eeuwig leven hebben ontvangen en wie onze Vader wil zegenen met al het goede,
zouden een voorbeeld moeten nemen, aan Cornelius. Hij kende God niet, zoals wij
Hem mogen kennen. En toch vreesde hij God. Hij gaf veel aan het volk en hij
bad voortdurend. Voortdurend; dit betekent zonder ophouden! Laten we
toch meer bidden, laten we ons meer richten op de Heer, Hem zoeken. En dan zal
Hij ons zijn zegen geven.
Hemelse
Vader,
Ik
prijs U. Wat een machtige Vader bent U. U wilt mij alles geven, maar
vergeef mij Heer, dat ik U niet alles geef. Vergeef mij dat ik vaak nog dingen
achter houdt. Vergeef mij Heer, dat ik zo dikwijls zie op mijn omstandigheden,
in plaats van op U. En toch Heer hou ik van U. Ik wil dat Uw Zoon Jezus
Christus gezien wordt in mijn leven, zodat anderen U mogen leren kennnen, zoals
U werkelijk bent. Ik wil van U verwachten Vader. Ik wil de dingen zoeken van bij
U. Ik wil meer tijd met U doorbrengen en in Uw tegenwoordigheid komen, zodat U
mij kan veranderen. Kneed mij, vorm mij, verander mij.
In de Naam, van Jezus Christus,
Amen. |