Dag 5 | 1 december | Advent 2016
Uitkijken naar de komst van Jezus David en Batseba 2 Op een keer stond hij [David] aan het eind van de middag op van zijn rustbed en liep wat heen en weer over het dak van het paleis. Beneden zag hij een vrouw die aan het baden was. Ze was heel mooi om te zien. 3 Hij liet uitzoeken wie ze was, en men zei hem: ‘Dat is Batseba, de dochter van Eliam, de vrouw van de Hethiet Uria.’ 4 David liet haar bij zich komen en sliep met haar. (De voorgeschreven periode van onthouding na haar onreinheid was juist verstreken.) Daarna ging ze terug naar huis. (2 Samuel 11:2-4, Nieuwe Bijbelvertaling) Geen heilige boontjes David stuurt zijn leger eropuit om oorlog te voeren, maar zelf blijft hij in Jeruzalem. Vanaf het dak van het paleis ziet hij een vrouw die een bad neemt. Het is Batseba, de vrouw van Uria, een van Davids soldaten. Terwijl Uria voor David vecht, gaat David met Batseba naar bed. Als blijkt dat ze zwanger is, zorgt David ervoor dat Uria sneuvelt in de oorlog. Zo probeert David zijn slechte daad te verbergen, zodat hij zonder problemen met Batseba kan trouwen. Batseba wordt ook genoemd in de lijst met voorouders van Jezus, maar ze heet hier nog steeds ‘de vrouw van Uria’ (Matteüs 1:6). De evangelist Matteüs probeert de fouten in de geschiedenis van Jezus’ familie niet te verbergen. Hij benadrukt juist dat de voorouders van Jezus geen heilige boontjes waren. Jezus had geen bravere voorouders dan de meesten van ons. Jezus weet dus over wie hij het heeft als hij zegt dat hij niet gekomen is om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars (Matteüs 9:13). Bij deze zondaars hoort ook zijn beroemdste voorvader, koning David. Uit wat voor familie kom jij? Heb je voorouders waar je trots op bent, of schaam je je juist voor sommige familieleden?
REINOUD OOSTING
Reinoud werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
|