Dag 16 | 12 december | Advent 2016
Uitkijken naar de komst van Jezus Sion 13 De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: 14 ‘Dit is, voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang ik te wonen. 15 Ik zal Sion met voedsel zegenen, De armen brood geven in overvloed 16 en de priesters met eer bekleden. Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde. 17 Hier breng ik Davids huis tot aanzien, hier ontsteek ik een lamp voor mijn gezalfde. (Psalm 132:13-17, Nieuwe Bijbelvertaling) Gods woonplaats Psalm 132 is een van de pelgrimsliederen. Dat zijn liederen die de mensen onderweg zongen als ze voor een feest naar de tempel in Jeruzalem reisden. Vaak gaat het in die liederen over Sion. Oorspronkelijk was dat alleen de naam van een heuvel in Jeruzalem waar de burcht van David op stond (2 Samuel 5:7). Later kreeg de naam ‘Sion’ een bredere betekenis. Ook de stad waar een nakomeling van David over Israël regeerde en waar God in de tempel te midden van zijn volk woonde, werd toen Sion genoemd. In Psalm 132 lees je hoe prachtig Sion is, en hoe veilig en tevreden iedereen is die er woont. Die veiligheid heeft niets te maken met hoge muren of sterke wapens. Het is zo’n bijzondere plek omdat God hier dicht bij de mensen is. De schrijver van 1 Petrus neemt dat beeld over en gebruikt het voor Jezus. Jezus is voor hem de eerste steen van een nieuwe tempel in Sion. Dan gaat het niet meer om een tempel van dode stenen, hoe prachtig ook, maar om een bouwwerk van levende stenen, de gelovigen. Een plek waar God voor altijd zal wonen (1 Petrus 2:4-6). Heb jij ook zo’n veilige plek waar je God kunt ontmoeten? Hoe ziet die eruit?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
|