Dag 18 | 14 december | Advent 2016
Uitkijken naar de komst van Jezus God komt! 9 Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ 10 Ziehier God, de HEER! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit. 11 Als een herder weidt hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, hij koestert ze, en zorgzaam leidt hij de ooien. (Jesaja 40:9-11, Nieuwe Bijbelvertaling) Een nieuw begin In Jesaja 40 begint een nieuw hoofdstuk – niet alleen in het bijbelboek, maar ook in de hele geschiedenis van Israël. Het volk is op dat moment in ballingschap: de Israëlieten wonen al jaren gedwongen in Babylonië. Het koninkrijk Juda bestaat niet meer, Jeruzalem is verwoest, en God lijkt heel ver weg. Maar dan staat er een profeet op. Hij spreekt krachtige woorden: ‘troost’, ‘vreugde’, ‘vrees niet’, ‘God komt!’ Zijn boodschap klinkt onwerkelijk. Zou het echt…? Mogen we naar huis? Wil God weer onze herder zijn? ‘Ja,’ zegt de profeet vol overtuiging, ‘jullie tijd van thuisloos ronddwalen is voorbij.’ Eeuwen later, in de tijd van Jezus, is het beeld van de herder nog even krachtig. Weer lijken de mensen op verdwaalde schapen, zonder een herder die hun leven leidt. Deze keer is het Jezus die als herder optreedt. Hij kijkt vol medelijden naar de mensen. Hij geeft hun onderwijs en voedsel (Marcus 6:34-43) en uiteindelijk geeft hij zelfs zijn leven (Johannes 10:11). Zo brengt hij hen voor altijd thuis, bij God. Wat roept het beeld van de herder bij je op? Voel je je weleens als een verdwaald schaap? Of juist als een lam in de armen van de goede herder?
ANNE-MAREIKE SCHOL-WETTER
Anne-Mareike werkt als bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap
|