Dag 25 - 29 maart 2017 - 40 dagen Marcus-----
30 Ze vertrokken uit die streek en reisden door Galilea, maar hij wilde niet dat iemand dat te weten kwam, 31 want hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ 32 Ze begrepen deze uitspraak niet, maar durfden hem geen vragen te stellen. 33 Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’ 34 Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 35 Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’ 36 Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: 37 ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar hem die mij gezonden heeft.’ 38 Johannes zei tegen hem: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ 39 Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. 40 Wie niet tegen ons is, is voor ons. 41 Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden. (Marcus 9:30-41, Nieuwe Bijbelvertaling)
Onbelangrijk zijn? Jezus zegt: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ Maar de leerlingen begrijpen zijn woorden niet. Ze begrijpen niet dat Jezus zijn dood al voelt aankomen. In hun beleving kan de messias (lees Marcus 8:29) niet sterven. In plaats van echt te luisteren naar Jezus, gaan de leerlingen juist ruziemaken. Ze willen weten wie van hen de belangrijkste is. Maar als Jezus ernaar vraagt, zwijgen ze. Ze durven niet toe te geven waar ze het over hadden. Ze voelen dus zelf ook wel aan dat wat ze doen, niet de bedoeling is. Jezus laat dan aan de hand van een kind zien hoe zijn boodschap begrepen moet worden: je moet de minste willen zijn, en andere mensen dienen. Als je zorgt voor mensen die er niet toe lijken te doen, voor mensen die aan de rand van de samenleving staan, dan doe je wat Jezus bedoelt. En dan doe je wat God wil dat je doet. Dan richt je je echt op Gods koninkrijk. Wie kun jij dienen? Probeer vandaag eens iets heel concreets te doen voor iemand voor wie je normaal geen belangstelling hebt. Wil je zien hoe Kafarnaüm er nu uit ziet? Of meer lezen over kinderen in de tijd van de Bijbel? Ontdek het op debijbel.nl
|