Dag 26 - 30 maart 2017 - 40 dagen Marcus-----
42 Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. 43 Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur. 45 Als je voet je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. 47 En als je oog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, 48 waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft. 49 Iedereen moet met vuur gezouten worden. 50 Zout is goed! Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zullen jullie het zijn kracht dan teruggeven? Zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkaar de vrede.’ 1 Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. 2 Er kwamen ook farizeeën op hem af. Ze vroegen hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze hem op de proef stellen. 3 Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ 4 Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ 5 Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft dat voor u opgeschreven omdat u zo harteloos en koppig bent. 6 Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; 7 daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, 8 en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. 9 Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ 10 In huis stelden de leerlingen hem hier weer vragen over. 11 Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; 12 en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’ (Marcus 9:42-10:12, Nieuwe Bijbelvertaling)
Naar de hel?! Wat een woorden spreekt Jezus hier weer! ‘Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur.’ Bedoelt Jezus dat letterlijk? Nee, maar wel bloedserieus. De Gehenna waar Jezus het over heeft is een afkorting van het ‘Hinnomdal’. In dit dal werden mensen begraven, maar er zouden ook kinderen geofferd zijn aan de god Moloch (2 Koningen 23:10). In het Nieuwe Testament werd Gehenna daarom een naam voor een plaats waar voor eeuwig vuur brandt, de hel. En op die plek beland je volgens Jezus als het je niet lukt om alle mogelijke verleidingen te weerstaan. Eigenlijk legt Jezus een rekensom aan zijn luisteraars voor. Wat vind je meer waard: je hand/je voet/je oog, of een plek in Gods nieuwe wereld? Je moet er dus alles voor over hebben als je naar het Koninkrijk van God wilt gaan. Als er dingen zijn die jou bij God weg kunnen houden, moet je die dingen wegdoen. Zelfs als het dingen zijn waarvan je denkt dat je niet zonder kunt. Probeer vandaag eens te bedenken welke dingen jou kunnen afhouden van een leven met God. Hoe kun je daar afscheid van nemen? Wil je meer lezen over het Hinnomdal of het dodenrijk in het Nieuwe Testament? Ontdek het op debijbel.nl
|