Dag 29 - 3 April 2017 - 40 dagen Marcus-----
1 Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde hij twee van zijn leerlingen vooruit. 2 Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. 3 En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, hij zal het meteen weer terugsturen.”’ 4 Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. 5 Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ 6 Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. 7 Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier en hij ging erop zitten. 8 Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. 9 Allen die voor hem uit liepen of achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. 10 Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hemel!’ 11 Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij – want het was al laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië. (Marcus 11:1-11, Nieuwe Bijbelvertaling)
Vandaag hosanna, morgen… Eindelijk komt Jezus met zijn leerlingen in de buurt van Jeruzalem. Door de Olijfberg te noemen, wordt de toon gezet: het naderende verraad en Jezus’ aanstaande dood zijn meteen dichtbij. Aan de voet van deze berg zal Jezus bidden voordat hij gevangen genomen wordt. Zijn leerlingen zullen niet met hem kunnen waken. En Judas zal Jezus op deze plek verraden. Maar zo ver is het nog niet. Jezus gaat Jeruzalem binnen. En hoe! Als een koning. Net als Matteüs denkt Marcus vast aan teksten uit de heilige boeken, zoals Zacharia 9:9 (Matteüs 21:4-5). De mensen wachten op de koning die het rijk van koning David zal herstellen, en roepen dat luidkeels. Ze zien werkelijk iets van wie Jezus is: hij komt in de naam van de Heer (Psalm 118:26). ‘Hosanna: Alle eer aan God!’ klinkt het. Maar Jezus komt niet binnen op een trots paard of een strijdwagen. Hij is een koning die rijdt op een ezelsveulen. Zal hij wel de koning met politieke macht zijn die zij verwachten? Hoe heet jij Jezus welkom? Wat is jouw ‘rode loper’, jouw woord of lied voor zijn intocht? Wil je een foto zien van de Olijfberg, verder lezen over het woord ‘Heer’, of over ‘koning’ in het Nieuwe Testament? Ontdek het op debijbel.nl
|