SPIEGELBEELD.
Een vogeltje, ik ken niet eens de naam
Vloog met snelle halen tegen een stilstaand raam
Was zichzelf amper net tegengekomen
Zag in het glas, het vogeltje van zijn dromen
Met opengesperd bekje, heel gehaast
Zag het vol schoonheid, doch verbaasd
Het andere vogeltje op hem af gevlogen
Werd er als het ware naar toe gezogen
Nu ligt het hier, zieltogend voor het raam
Het kleine ding, nog steeds zonder naam
Maar toen ik het opraapte om het te verzorgen
Zag ik het nog net knipogen naar zijn spiegelbeeld, zo van : tot morgen
|