Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag wandeling in Bavikhove. Bavikhove is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Harelbeke. Deze deelgemeente ligt tussen deelgemeenten Harelbeke en Hulste, langs de Leie. de start was in het OC de Torengalm en deze wandeling bestond uit een 4tal verschillende lussen en ook afstand. Ik ging de grootste lus wandelen deze was ongeveer 17km. Volgens het parcours was er heel veel groen ingewerkt in deze lus. Deze lus ging richting Ooigem met een rust tussen Bavikhove en Ooigem.
Een hele mooie en rustige door de weekse wandeling. We hebben heel veel natuur gekregen.
Het beloofde vandaag een ietwat betere dag te worden dan gisteren qua weder.Ik had mijn zinnen gezet op de Canteclaermarsen te Deinze. Deinze is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen, langs de rivier de Leie. De gemeente fuseerde met Nevele op 1 januari 2019 en telde op 1 januari 2022 44.319 inwoners, die Deinzenaars worden genoemd. De gemeente bestaat uit 17 deelgemeentes waarbij Deinze en Petegem-aan-de-Leie een stedelijke kern vormen met ongeveer 17.500 inwoners. Deinze heeft een oppervlakte van 127,38 km De stad telt 17 deelgemeenten, heeft drie treinstations (Station Deinze, Station Hansbeke en Station Landegem) en heeft zowel aan de E40 als de E17 een op- en afrit. Naast Deinze-centrum bestaat de gemeente nog uit de deelgemeenten Astene, Bachte-Maria-Leerne, Gottem, Grammene, Hansbeke, Landegem, Meigem, Merendree, Nevele, Petegem-aan-de-Leie, Poesele, Sint-Martens-Leerne, Vinkt, Vosselare, Wontergem en Zeveren.
De srart van deze wandeling was vanuit het VTI en de wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. Volgens de gekozen afstand ging de tocht richting Bachte-Maria-Leerne verder naar Astene Sas, het stadsbos en de Leieoevers.
Mijn traject voor vandaag.
Start vanuit het VTI
Wandelen richting het Stadsbos via enkele paden en autoluwe wegen.
Enkele mooie vergezichten
Mooie wolkenformatie
Eet en praatcafé
Mooie naam
Op weg naar het Stadsbos
Hier ben ik aan het domein. Vosselare Put is een oude Leiearm die ontstond rond 1861 toen de Leie over een afstand van 500m gekanaliseerd werd en Astene sas werd gebouwd. Iedereen kan komen zwemmen en recreëren in dit uniek stukje natuur in Deinze. Op snikhete dagen komen jong en oud er verkoeling zoeken in het erkende zwemwater. In de winter kan men er ijsberen en bij stevige vrieskou verandert deze waterplas in een immense ijspiste!
Hier een heel eind het pad volgen tot bijna aan de rustpost in Astene.
Mooie zichten.
Op weg naar de rustpost
Kerk van Astene. Astene is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Deinze. Het dorp ligt aan de rivier de Leie, 3 kilometer stroomafwaarts vanuit Deinze richting Sint-Martens-Latem. Het dorp is door zijn ligging net buiten het stadscentrum van Deinze, en aan de steenweg N43 van Gent naar Deinze, sterk gegroeid. Alhoewel Astene langs delen van de N43 het ontbreken van elke stedenbouwkundige visie vertoont, bevat het ook enkele van de mooiste plekjes van groot Deinze met Astene Sas, de Oude Leie, Maaigemdijk, enkele interessante privéwoningen en historische hoeves.Hier moest ik een lus maken in Astene, maar die viel tegen, enkel wandelen door de wijken. Hier nam ik zeker geen foto's.
Na de rust ging ik terug richting startzaal, nog een 9tal km ervan verwijderd.
Dit viel best mee, kregen terug wat natuur en mooie zichten.
Hier was ik in het Goed te Parijs.
Rustig wandelen in dit domein. Het Goed te Parijs en het bos rond de Astenedreef bij het Gampelaeregoed … ooit waren het twee aparte gebieden. Het Agentschap voor Natuur en Bos en de stad Deinze brachten de twee boskernen samen onder de noemer stadsbos Deinze. Het domeinbos opende eind 2011 de deuren. Het gebied ten noorden van de Krekelstraat wordt een stevig bos van een twintigtal hectare. De zuidkant van de Krekelstraat wordt een gevarieerd landschap met bos, wastine en weiland met poelen en gemengde houtkanten
Aan de uit of ingang.
Aangekomen in Deinze zelf, nu nog richting Leieoevers volgen tot het eindpunt.
Enkele mooie muurschilderijen.
Mooi zicht op de kerk van Deinze
Nog rond de kerk wandelen
Nog enkele honderden meters en deze tocht zit erop. Mooie tocht, enkel de lus viel wat tegen.
Gisteren te Oudenaarde, vandaag iets dichter bij huis. Ik ging wandelen in Vichte waar de wandelclub de Textieltrekkers er hun jaarlijkse Prutsketocht hielden.
Vichte is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem. Tot de fusie in 1977 was het een zelfstandige gemeente. De dorpsnaam Vichte is afgeleid van Fifta of Vehta, de oude benaming van de Kasselrijbeek, die door Vichte stroomt en de grens vormde tussen de kasselrijen Oudenaarde en Kortrijk. Tot op vandaag spreken lokale bewoners nog van 'Der Vichten'. Vichte is vlot bereikbaar door zijn ligging bij een afrit (nummer 4) van de A14/E17. Een groot deel van het grondgebied is dichtbebouwd, behalve de zone achter het Beukenhof en de zone "Steverlynck Noord").
De start was vanuit het OC De Stringe. Men kon kiezen uit een 7tal afstanden tussen 6km tot 42km. Ik deed terug een 20tal km. Voor mij was het richting Inooigem, en een lus terplaatse en terug naar Vichte. Ook deze wandeling was heel gevarieerd.
Mijn keuze viel ditmaal op Oudenaarde, ik ging een wandeling maken bij de club Hanske de Krijger uit Oudenaarde.
Oudenaarde (Frans: Audenarde) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt 30 km ten zuiden van Gent en telde op 1 januari 2021 31.650 inwoners, die Oudenaardenaren of Oudenaardisten worden genoemd. Eertijds was de stad in heel Europa bekend om haar wandtapijtenproductie, een nijverheid die haar bloeiperiode meemaakte in de zestiende eeuw, maar nog bleef voortduren tot in de achttiende eeuw. Vandaag wordt de stad weleens de parel van de Vlaamse Ardennen genoemd. In de Eerste Wereldoorlog werd tijdens de slag aan de Schelde van 1 november 1918 onder meer de Sint-Walburgakerk zwaar beschadigd. Daarnaast werden ook de kerken van Bevere, Eine en Heurne bij deze slag vernield. Nadat de geallieerden zich in november 1918 hadden gehergroepeerd werd Oudenaarde door de Duitsers aangevallen met gifgassen. Ze maakten daarbij veel burgerslachtoffers. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Oudenaarde opnieuw beschoten. De beschadigingen waren toen beperkt. Niettemin duurde het tot het jaar 1949 voordat ook die schade volledig hersteld was. Tot in de negentiende eeuw werd de stad door stadswallen omringd. In de twintigste eeuw werd de binnenstad opengebroken. Op het stadsplein werden enkele oude gevelhuisjes gesloopt. Daardoor ontstond de brede doorgang naar de markt. Pas in 2006 werd het „gat in de markt” opnieuw gedicht. Vroeger kronkelde nog een zijtak van de Schelde door het centrum van de stad. In de jaren vijftig werd die echter goeddeels gedempt. Tot vandaag zijn er nog resten van te zien achter de stadsbibliotheek en in het stadspark.
De inschrijving was in het College gelegen rechtover het Stadhuis. De wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen, ik koos voor de 25km. Het weer viel nog best mee en de temperatuur was aangenaam. Na iets te hebben gedronken begon ik aan mijn wandeling.
Alle afstanden gaan via een natuurpad door een tunnel onder de N60 om uit te komen aan de Donkvijver We volgen deze een poosje om aan een tunnel onder de Minderbroederstraat afscheid te nemen van de 6km. Deze maken nog een toertje rond de visvijver volgen even de Schelde en via de Meerspoort en de grote markt bereiken deze de startzaal. De overige afstanden volgen langer de Donkvijver en bewandelen een grasweg langs de spoorweg. De 12 km gaan via rustige wegen naar hun rustpost in de school te Petegem. De 24 km stappers doen er langer over. Zij bewandelen meerdere kouterwegen ten noorden van Petegem. Hier is een lus voorzien van een 6al km voor de 18km stappers. De 24 km stappers hebben hier een grotere lus van een 8tal km. We gaan door de kouters van Petegem en door de Golfterrein. De 24km gaan langer door het golfterrein. Nu gaan de 12, 18 en 24km door een heel lange kouterweg. De 24 km gaat nu door het natuurreservaat de Langemeersen richting de Schelde We volgen deze stroom een heel eind tot ook deze wandelaars aan de visvijver komenʒ Ondertussen zijn ook de 12 en 18 km aan de Schelde en de visvijver gekomen en vanaf hier trekken alle afstanden via de Markt naar de startplaats.
Kerk van Oudenaarde De Collegiale Sint-Walburgakerk is een kerk in de Belgische stad Oudenaarde, toegewijd aan Walburga, de patrones van Oudenaarde. De achterkant van de kerk paalt aan de grote markt.De toren van Sint-Walburga (1498-1624) is 88 m hoog en vormt een duidelijk herkenningspunt tot ver in de omgeving. Als men vanuit Ronse richting Oudenaarde rijdt, heeft men een prachtig zicht op de kerk.
Het stadhuis van Oudenaarde staat bekend als een schoolvoorbeeld van Brabantse laatgotiek. Het is opgetrokken op de plaats van het oude schepenhuis, waaraan de nu nog bestaande veertiende-eeuwse lakenhalle verbonden was. In 1525 was het oude schepenhuis in verval en de kans was groot dat het zou instorten. Noodgedwongen maar ook verlangend naar een nieuw, mooier en meer aangepast gebouw, ging het stadsbestuur op zoek naar een bouwmeester. Uiteindelijk viel de keuze op Hendrik van Pede uit Brussel, die het monumentale Oudenaardse stadhuis in tien jaar tijd optrok (1526-1536).;
Veel afwisseling qua parcours.
Zicht op Donkvijver.Het wandelpad rond de Donkvijver is meer dan 2,6 km lang en is aangelegd in gestabiliseerde dolomiet. Het traject is zeer afwisselend aangelegd, gaat op en neer en biedt op bepaalde plaatsen prachtige zichten op de eerste heuvels van de Vlaamse Ardennen.
Het recreatiedomein De Donk is gelegen aan de westelijke rand van de Belgische stad Oudenaarde. Het accent ligt op sportieve recreatie, op en rond een aangelegde vijver. Het domein is 85 ha groot, de vijver 30 ha. De Donkvijver is ontstaan in de jaren 60 door uitgraving in functie van de wegenbouw, waarbij de grond werd aangewend voor de aanleg van de N60. Sinds de middeleeuwen zijn er al vijvers en meren in het gebied dat toen al Den Donk werd genoemd. Het gebied was toen enerzijds een verdedigingsgordel van Oudenaarde, maar daarnaast ook gemeenschappelijke weidegrond waar dorpsbewoners hun vee lieten grazen onder toezicht van de Donkmeesters. Dit bleef zo tot begin van de 19e eeuw.
De Donkvijveris niet alleen bestemd voor zeilers, kajakkers en surfers maar ook voor vissers. Rondom het meer werden door de eigenaars - de Oost-Vlaamse stad Oudenaarde en Toerisme Vlaanderen - wandel- en joggingpaden aangelegd. Daarnaast is er een camping, een Taverne, een beachbar en een hotel voor de sportbeoefenaars. Die kunnen er naast de vernoemde sporten zich tevens wagen aan avontuurlijke hindernispistes. In de winter van 2012-2013 werd er voor eerste maal aan langlauf gedaan. Het open domein is vrij toegankelijk en in de zomer ziet men er vooral zonnekloppers, alhoewel het zwemmen is verboden. In de winter is het een winterrustgebied voor allerlei in het wild levende vogels. De Donk fungeert als een aantrekkingspool voor allerlei groeperingen voor events, teambuilding, survival, sportkampen, milieuklassen. In April 2017 opende The Outsider Vlaamse Ardennen in samenwerking met Stad Oudenaarde en de Provincie Oost-Vlaanderen een kabelbaan rondom de Donkvijver. Deze kabelbaan maakt het voortaan mogelijk om te wakeboarden, waterskiën en kneeboarden op de recreatievijver. De Donk sluit tevens aan op een route van fietsknooppunten en ligt in het zicht - sinds 2012 - van de aankomstplaats van de Ronde van Vlaanderen.
Na de Donkvijver stapte ik verder richting Petegem via enkele mooie paadjes en een ommetje rond Moregem.
Hier een zicht op Moregem.
De kerk van Moregem.
Moregemis een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Wortegem-Petegem. De geschiedenis van Moregem gaat terug tot in 965. Het werd voor het eerst vermeld onder de naam "Moringehim"(1003). De schrijfwijze veranderde vaak: Moringem (1038), Morenghene (1182), 1205), Morenghem(1330), Mooreghem (1735), Mooregem omstreeks 1800. Uiteindelijk veranderde de naam in de huidige naam, Moregem. Moregem is een oude inga-haim-naam, afgeleid van het Germaanse Mauringa haim 'woning van de lieden van Mauro'. Het gaat dus om een vroegere Frankische nederzetting. In de 16e en 18e eeuw was er een sterke bevolkingstoename door de huisindustrie in lijnwaad. Tegen 1600 daalde de bevolking dan weer tot een derde van de oorspronkelijke bevolking. Er woonden toen zo een 312 inwoners. Daarna steeg het inwonersaantal weer geleidelijk. Toch daalde het inwonersaantal in het midden van de 19e eeuw terug door de plattelandscrisis; deze daling werd wel afgeremd door het uitbaten van de kleilagen voor de plaatselijke steenbakkerij (de fabrieksstraat). Eens ook deze industrie stopte was er van 1864 tot 1910 een bevolkingsdaling van 57 inwoners.Tijdens de Eerste Wereldoorlog rukte de 91ste divisie A.E.F. vanuit Waregem door de Spitaalsbossen op naar Wortegem en zo naar Moregem. Zij bereikte op 1 november 1918 Oudenaarde. Moregem heeft zwaar geleden onder de Slag aan de Schelde. De kerk, het orgel met orgelkast in mooi snijwerk en twee kostbare beelden in houtsnijwerk werden vernield. In het gemeentehuis werden waardevolle oude archieven van gemeente en schuttersgilde vernietigd. Twee maal is er geprobeerd om te fuseren met Oudenaarde, maar ondanks dat de bevolking hiermee instemde is deze fusie nooit tot stand gekomen. Uiteindelijk is Moregem in 1970 gefusioneerd met Wortegem-Petegem. Deze dagen heeft Moregem vooral een woonfunctie. Het dorp is geklasseerd.
Kerk van Petegem. Hier was de centrale rust van deze wandeling. De 2 langste afstanden maakten hier een mooie lus richting het Golfterrein.
Via de Abdij van Beaulieu ging ik naar het golfterrein.
Abdij van Beaulieu is een vroegere abdij gelegen in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en de deelgemeente Petegem van Wortegem-Petegem. De abdij en het dorp liggen nabij de Schelde. Gwijde van Dampierre kocht in 1286 de baronie of heerlijkheid van Petegem en herstelde de daar aanwezige oude burcht. Een diploma geschonken door Karel de Kale in 864 wijst er op dat deze burcht al door de Frankische koningen van het tweede vorstenhuis werd bewoond. In 1300 was zij dus het buitenverblijf van Gwijde van Dampierre, de graaf van Vlaanderen. Zij diende als verblijfplaats van Filips IV van Frankrijk de Schone (1285–1314), koning van Frankrijk als die in heel Vlaanderen Blijde intredes begint te doen in mei 1301 te Brugge, Gent, Dowaai, Rijsel, Doornik, Aardenburg, Kortrijk en Ieper. Na de dood van zijn eerste vrouw Mathilde van Béthune (1263) hertrouwde Gwijde van Dampierre in 1265 met Isabella van Luxemburg en verwierf hiermee het graafschap Namen. Zijn vrouw, Isabella van Luxemburg, stichtte op loopafstand van deze oude scheldeburcht een vrouwenklooster der Arme Klaren die uitgroeide tot een abdij. Met de bouw werd aangevangen in 1290. De locatie werd op 26 december 1293 betrokken. De orde der Clarissen was een contemplatieve kloosterorde. Het was en is een vrouwelijke tak van de vroeg-franciscaanse beweging, en werd gesticht rond 1212 door Clara van Assisi (Clara Sciffi) (1194-1253). Het was in die tijd dat burcht en omgeving aan hun naam kwamen: de site was zo mooi dat alleen “Bello loco” of “Beaulieu” rijk genoeg klonk. Gedurende 5 eeuwen bleef het klooster van Beaulieu bestaan. Tot bij decreet van 1783, toen keizer Jozef II (zijn bijnaam was keizer-koster) het klooster en vele andere kloosterorden afschafte en de nonnen verjoeg. In 1786 werden al de gebouwen verkocht en gedeeltelijk afgebroken. Alleen de inrijpoort, gastenkwartier, kapelaanshuis en enkele bijgebouwen ontkwamen aan de afbraak. Ondanks het bewogen verleden getuigen deze gebouwen nu nog van een rijke geschiedenis. De abdij bestaat uit meerdere percelen eigendom: Het gastenkwartier de ingangspoort en het kapelaanshuis zijn eigendom van de familie Faveere en de familie De Ruyck. Boven de ingangspoort bevindt zich het wapenschild van Gwijde van Dampierre (Guy de Dampierre, comte de Flandre). Op het domein van het abdij ligt de broer van Isabella van Luxemburg begraven als tempelierridder. Hij stierf aan de pest tijdens de kruisvaart in Jeruzalem. Al zijn bezittingen zijn meebegraven in een loden kist. Volgens oude geschriften ligt hij begraven in abdij. Begin 2012 stond het landhuis te koop. Het restaurant in het poortgebouw is ondertussen gesloten. Victor Hugo citeert de abdij van Beaulieu in zijn beroemde roman "Les Misérables" (De ellendigen): "(...) Te Peteghem in Vlaanderen, op dezelfde plaats waar de Merovingische koningen hun zomerpaleis hadden, redde ik in 1793 een klooster van Urbanisten, de abdij van St. Clara en Beaulieu.(...)"
Aangekomen bij de Golf en countryclub van Oudenaarde.
Golf en countyclub Oudenaarde ligt in Wortegem-Petegem in Oost-Vlaanderen. Op het historische domein van het Nieuw Kasteel van Petegem (1847) is in de jaren 80 een golfbaan aangelegd. De club heeft sinds september 2007 een tweede 18 holesbaan. Er zijn ook vier oefenholes. Door het kasteelpark loopt de oude Scheldemeander van Elsegem.
Zicht op het Nieuw kasteel van Petegem. Het Nieuw Kasteel van Petegem is een kasteel in Petegem-aan-de-Schelde (Wortegem-Petegem). Het werd in 1847 opgetrokken vlak bij het Oud Kasteel van Petegem naar het ontwerp van architect François Coppens uit Brussel. Het neoclassicistische en neo-renaissancekasteel werd gebouwd in opdracht van Baron August Pycke de Peteghem. Het kasteel ligt in een groot park met vijver dat sinds de jaren 80 onderdak biedt aan de Golf & Country Club Oudenaarde.
Heel mooi domein om er eens door te wandelen.
Dit was een mooie lus van iets meer dan 8km voor de grootste afstand, zeker de moeite waard.
Na dit domein terug naar de rust in Petegem.
Na de rust ging ik richting de Langemeersen.
De Langemeersen zijn gelegen langs de Schelde tussen Oudenaarde en Wortegem -Petegem. Een mooi natuurgebied,een relict van een oud weids landschap waar eeuwenlang gehooid wordt. In lente en zomer tooien fraaie bloemen het landschap. Rietvogels volgen je nieuwsgierig vanuit de rietkragen en weidevogels nestelen zich in het gras.
Het was een hele mooie tocht en hebben geluk gehad met het weer, hebben geen regen gekregen, was beter dan de voorspelling.
Vandaag een wandeling in eigen gemeente. De sportgroep Vaste Vuist hield er hun Buzzetocht.
Lauwe is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Lauwe was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. De leuze van de deelgemeente is: Lauwe Leeft. Lauwe is gelegen aan de rivier de Leie. De plaats is ook bekend om de 21 julifeesten (Nationale feestdag van België) (Summer@Lauwe), inclusief vuurwerk, waar jaarlijks veel volk op afkomt alsook de uitgebreide jaarlijkse kerstmarkt. In 1917 werden voorwerpen van Gallo-Romeinse oorsprong gevonden, zoals een bijl en een slaghamer in silex. De Dronckaertstraat zou betrekking hebben op een heerweg van Roncq naar Kortrijk en verder. De naam Lauwe werd mogelijk in een boek van 804 aangetroffen, maar zeker in 1128 als Lauwa en in 1134 als Lauha. Het zou afkomstig kunnen zijn van aleu (lichtend) of in verband staan met Keltische benamingen voor water zoals lova (waterloop) en lavo (meer). De heilige Aubertus van Kamerijk (Obertus, †668) zou hier zijn gedoopt. Omstreeks 804 zou hier al een gehucht zijn geweest aan een doorwaadbare plaats over de Leie. In 1128 werd gewag gemaakt van de eerste bekende heer van Lauwe, Disderus van Halewijn. Deze was overste van het Sint-Pieterskapittel te Rijsel. Het patronaatsrecht van de kerk behoorde dat kapittel toe. Een romaans kerkgebouw zou omstreeks 1100 zijn gebouwd. Na de Slag bij Westrozebeke (1382) werden de goederen van de heer van Lauwe verbeurd verklaard. De heerlijkheid kwam in handen van de familie van Ghistelle en omstreeks 1430 door huwelijk van de familie van Halewijn. In 1544 kwam hij aan Philip de Croy. De laatste heer was Juliaan Louis Frans Bidé de la Grandville die tijdens de Franse Revolutie gevangen werd genomen en stierf in 1802. Tijdens de 19e eeuw groeide de bevolking, mede door de industrialisatie. Tussen 1838 en 1842 werd een spoorlijn aangelegd. In 1834 werd de Leie gekanaliseerd. Een brug naar Wevelgem kwam 1868-1869 tot stand en deze verving een veerdienst. In 1855 kwamen zusters vanuit Heule en betrokken een klooster. Ze leidden een school. In 1977-1978 werden klooster en school grotendeels gesloopt. Omstreeks 1900 ontwikkelde zich de vlas- en dakpannenindustrie. In 1898 kwam er een jacquardweverij, De Witte-Lietaer genaamd. Oorspronkelijk linnenweverij, werd na 1900 ook katoen verwerkt. Het groeide uit tot een der grootste weverijen van Europa, die vanaf de jaren '50 van de 20e eeuw meubelstoffen en autobekleding ging produceren. In 1910 werd dakpannenfabriek Lauwberg opgericht, deze werd in 1965 gesloten.
De inschrijving van deze tocht was in de Wonderwijzer. Men kon uit een 4tal afstanden kiezen. Ik besloot de langste afstand te wandelen.
Wandelen langs rustige, landelijke wegen en paadjes. De moeite waard! Prachtige natuurgebieden zoals Biezenveld, Preshoekbos en Leieboorden, gebieden waar de stilte enkel doorbroken wordt door het vogelrijk.
lichte nevel bij de start
Op weg naar het preshoekbos.
Hier aangekomen aan het Preshoekbos. Het Preshoekbos is een natuur- en recreatiegebied in de West-Vlaamse gemeenten Kortrijk en Menen met hoofdingang aan de Aalbeeksesteenweg 49. Dit gebied heeft als kern het gehucht Preshoek, gelegen tussen Aalbeke, Lauwe en Marke. Het gebied wordt doorsneden door de autowegen E17 en E403. In dit gebied beheert het Agentschap voor Natuur en Bos sinds 2009 een 250-tal hectares, die reeds werden of worden bebost. Zowel ten oosten als ten westen van de E403 ligt het domein. Een viaduct verbindt beide stukken. Het bos, op voormalige akkers en weilanden geplant, bestaat uit inheemse bomen en struiken. In het oosten van het domein, nabij de Keizerstraat in Marke, ligt een bloemrijke helling met onder meer aardaker en donderkruid. Tot de vlinders die in het domein worden aangetroffen behoren oranjetipje landkaartje, bruin blauwtje, icarusblauwtje, oranje luzernevlinder, bont zandoogje en sleedoornpage. Andere dieren zijn patrijs, haas, konijn, wezel, hermelijn en vos. In het Preshoekbos zijn twee wandelroutes uitgezet. Verder zijn er twee speelzones en wordt het gebied aangedaan door fietsroutes en een terreinfietsroute.
Er was heel veel variatie tijdens de wandeling.
We kregen heel veel natuur.
Hier gingen de wandelaars door een klein parkje in Marke
Aangekomen bij onze rustpost.
Na deze stop , ging ik verder richting het Prikkelpad.
Ook hier was het aangenaam wandelen.
Zicht op Alpro
Wat containers bij de firma Alpro.
Af en toe wat plezierbootjes op de Leie
Terug op Lauwse bodem
Nu nog een toertje door het Biezeveld.
Deze was op de uitkijk
na het verlaten van het Biezeveld ging ik richting de aankomst. Een mooie en aangename wandeling.
Deze keer ging ik een wandelen bij de Scheldestappers uit Zingem. Ik ging naar Gavere waar de wandelclub uit Zingem er hun Scheldevalleitocht hielden. De start was normaal in Vurste, maar wegens een belet was deze tocht verzet naar Gavere.
Gavere is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Gavere ligt aan de Schelde, tussen de steden Gent en Oudenaarde. De gemeente telt ruim 12.600 inwoners, die Gaverlingen worden genoemd. Gavere werd voor het eerst in het begin van de 10e eeuw vermeld en wel als Gavara naar gabra dat moeras betekent. In 1048 werd het, samen met het Land van Aalst waar het toe behoorde, onderdeel van het Graafschap Vlaanderen. De Heren van Gavere vormden een geslacht van machtige edelen. Het dorp Gavere was het centrum van een uitgebreide baronie die in 1518 tot graafschap en in 1540 tot prinsdom werd verheven. Lamoraal van Egmont werd de eerste prins. De burcht van de heren van Gavere dateert al van de 12e en 13e eeuw. Het speelde een rol in de Slag bij Gavere die in 1453 werd uitgevochten tussen de hertog van Bourgondië Filips de Goede en de Gentenaren die in opstand kwamen tegen de hoge belastingen. In de 16e eeuw was de burcht al in verval en in 1658 werd hij ontmanteld. Economisch was het stadje niet enkel van de landbouw afhankelijk, doch ook van ambacht en handel. Er was een weekmarkt en er waren drie jaarmarkten. In de 18e eeuw werd de linnennijverheid belangrijk. In de 19e eeuw ontstond er baksteennijverheid in de Scheldevallei. In de 2e helft van de 20e eeuw werd Gavere meer en meer een forensenplaats. Het vervult ook een streekfunctie met scholen en diensten. Vanaf 1952 was er ook een militaire basis.
Na eerst een kop koffie te hebben gedronken, begon ik aan de wandeling. Ik had voor de 22km gekozen. Het eerste gedeelte ging richting Vurste waar we de eerste rust kregen. Vandaar wandelde ik via enkele mooie paden naar Dikkelvenne.
Na de start slaan we links af richting Kasteelstraat. Na dit mooie ommetje komen we uiteindelijk bij de andere afstanden terecht. We rusten dan even uit in de voetbalkantine te Gavere.
Het traject die ik volgde
Eerst een klein eindje langs de Schelde
Ook veel afwisseling
Zicht op Militair domein.
Mooie vergezichten
Aangekomen op de rust in Dikkelvenne.
Mooie poort.
Langs dit kerkje ging de tocht verder
Na de tweede stop hier gingen we nu door het domein de Borgwal.
Het domeinBorgwal is een groene oase met een missie. Dat klinkt misschien vreemd, maar toch is het zo. Want dit domein is veel meer dan een rolstoelvriendelijk wandelgebied van 18 hectare groot. Dit is een plek waar in de gerestaureerde hoevegebouwen van het Kasteel van Borgwal een uniek project tot leven kwam. Een project waarin inclusie het kernwoord is. Het resultaat: een fijne plek om te vertoeven, waar iedereen welkom is en geen onderscheid wordt gemaakt tussen mensen. Een leuke plaats om uit te rusten tijdens een wandeling of fietstocht. Heerlijk! Op Domein Borgwal is de Borgwalhoeve het hart van het project van de Broeders van Liefde dat werkt aan de integratie van mensen met een mentale handicap in de maatschappij.
Hier ging ik naar de volgende stop.
Na de stop ging ik terug naar het einde van deze tocht.
Ook hier kregen we veel variatie op onze weg.
Zicht op de kerk van Dikkelvenne.
Een tijdje langs het jaagpad
Hier ben ik dan terug aan de zaal. Mooie en rustige wandeling in en rond Gavere.
Er waren verscheidenen tochten in West-Vlaanderen, maar ik besloot om naar Zonnebeke te wandelen. Daar is er bijna altijd groen te bespeuren in hun wandelingen.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat vijf deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke.
De start van deze tocht was in het Zonnerad. Toen ik aankwam was er nog heel weinig volk. Sinds de weerbots van het coronavirus zijn de wandelingen niet meer hetzelfde als ervoor. Ik wachtte op een paar vrienden, vooraleer ik aan de wandeling begon.
Geniet van de zomer in het landelijke Zonnebeke met zijn nieuwe groene long: natuurgebied Haneveld. Mooi parcours richting Sint-Juliaan met pittoreske plaatsjes, landelijke wegen en mooie zichten. Alle afstanden gingen richting het kasteelpark(de grotere afstanden hadden een grotere ronde in het park) daarna via de ijzerweg naar de rustpost Inge Mille,daarna doortocht in het natuurdomein Haneveld, dan via onverhard en rustige wegen naar rustpost Hazebrug in Sint-juliaan, daarna terug naar startplaats met de doortocht in het rustbos(lus).20 km (22,40 km): eerste deel idem 15 km tot aan rustpost Hazebrug, daarna een plaatselijkelus van (4,40 km) met passage aan het Canadees monument (‘Canadien’ of ‘The Brooding Soldier) na tweede rust in Hazebrug terug met door tocht in de twee stukjes rustbos (lus) , tweede stuk rustbos alleen voor de 20 km en 26 km.
Parcours die ik volgde.
Na de start direct richting Kasteelpark.
Hier vader en zoon.
Heel mooi park om er te wandelen.Het historische kasteeldomein van Zonnebeke huisvest het Memorial Museum Passchendaele 1917, de gemeentelijke bibliotheek ‘De Letterschuur, de Koklikoo en de Toeristische Dienst van Zonnebeke. Dit is het ideale vertrekpunt voor een ontdekkingstocht doorheen Zonnebeke. Ook vertrekken er verschillende wandel- en fietsroutes langs autoluwe paden. Op minder dan drie kilometer liggen ondermeer het bekende Polygoonbos en Tyne Cot Cemetery, de grootste begraafplaats van de Commonwealth ter wereld. Naast de balie van het museum vind je in het bezoekerssalon alle nodige informatie, ook voor wie gewoon wil wandelen, fietsen of een plekje zoekt om lekker te eten.
Ook vandaag was het aangenaam wandelweer, enkel wat meer wind dan de dag ervoor.
Zicht op het Menorial museum 1917
Nu wandelen we richting de steenbakkerij.
Hier aangekomen in het natuurdomein.
Dit stukje natuur volgden we tot richting 1° rustpost
Na onze eerste stop waar we ook een gratis ijsje kregen van de wandelclub mits vertoon van de inschrijvingskaart gingen we richting Sint Juliaan.
Mooie wegwijzer.
Hier een bekend figuur.
mooie zichten
Bijna aan onze 2°rust in Sint Juliaan.
De kerk van Sint-Juliaan. De grotere afstanden maakten hier een mooie lus.
Hier wandelden we langs de Hanebeek.
Nogmaals Ludo in actie.
Hier waren we aan de Canadien.The Brooding Soldier is een Canadees oorlogsmonument nabij de Belgische plaats Sint-Juliaan in de Westhoek. Het staat er op de Vancouver Corner aan het kruispunt van de N313 met de weg Langemark-Zonnebeke. Het is ontworpen door F. C. Clemenshaw en werd onthuld op 8 juli 1923 om 11 uur. The Brooding Soldier, in de volksmond ook bekend als "Den Canadien", is opgedragen aan de meer dan 2000 Canadese militairen die het leven lieten bij de eerste gasaanval tijdens de Tweede Slag om Ieper in de Eerste Wereldoorlog. Het monument is een 10 meter hoog granieten beeld van een Canadese soldaat, rustend op zijn geweer. Deze houding, "arms reversed", is de traditionele militaire groet aan de gesneuvelden. Het beeld staat op een vierkant plateau met aan elke zijde een boogvormige uitsprong. Het park met rozen, coniferen en juniperussen rond het monument duidt de richtingen aan naar Ieper, Boezinge, Hooghe, Zonnebeke, Passendale, Poelkapelle en Langemark, plaatsen die in de slag een bijzondere rol vervulden. De struiken, gesnoeid in de vorm van artilleriegranaten en de lage struiken aan de zijkanten van de sokkel moeten het front uitbeelden met de oneffenheden die ontstonden door granaattrechters. De aarde rond het monument is afkomstig uit Canada. Het monument werd ontworpen door Frederick Chapman Clemesha, die met het ontwerp tweede werd in een architectuurwedstrijd van de Canadian Battlefields Memorials Commission, die op acht sites in Europa een monument zou oprichten. Het werd op 8 juli 1923 onthuld in aanwezigheid van prins Leopold van België, prins Arthur, hertog van Connaught en de Franse maarschalk Ferdinand Foch. The Brooding Soldier werd in 2009 als monument beschermd.
Terug na de lus in Sint Juliaan.
Na de 2°maal gingen we terug naar het einde
Ook hier kregen we een kort stukje natuur.
Nog één van de vele oorlogs begraafplaatsen.Bridge House Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische gemeente Langemark-Poelkapelle. De begraafplaats ligt een kilometer ten zuiden van het gehucht Sint-Juliaan en werd ontworpen door Arthur Hutton. Het terrein heeft een rechthoekig grondplan met een oppervlakte van 196 m² zonder het toegangspad, en is omgeven door een natuurstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat aan de toegang. De begraafplaats is vanaf de weg bereikbaar via een graspad van 27 m. Deze begraafplaats werd eind september 1917 aangelegd door de 59th (North Midland) Division en werd genoemd naar een boerderij in de nabijheid van een brugje over de Steenbeek. Deze boerderij werd geregeld door een aantal eenheden gebruikt als medische post. Met uitzondering van 5 graven behoren alle gesneuvelden tot de eerder genoemde divisie waarvan de soldaten gesneuveld zijn tussen 26 en 28 september 1917 tijdens de slag om Polygon Wood. Eén slachtoffer (W. Baker) sneuvelde op 16 augustus 1917. Er liggen 45 Britten begraven waaronder 4 niet geïdentificeerde. In 2009 werd de begraafplaats als monument beschermd.
Op het einde kregen we nog een 2tal nieuwe stukjes natuur waarvan je de toelating moet krijgen van Natuurpunt om er door te wandelen.
Mooi.Deze wandeling loopt over doorgaans onverharde paden. Bij de brug over de A19 is er ruimte om veilig te parkeren. Je kan ook starten in St.-Juliaan, bij de kerk. Het Haneveld is een nieuw natuurgebied dat zich achter de steenbakkerij bevindt. Dit is een heel aangename wandeling. Hier zijn geen knooppunten of bewegwijzerde wandelingen en zo kom je nog eens op een plek waar je nog nooit voorbij kwam. Het gebied is echt landelijk maar er is altijd wat lawaai van de A19 en de steenbakkerij.
Nog een laatste blik op een vergezicht vooraleer we terug aan het Zonnerad aankwamen. Hele mooie wandeling, ook hier was de opkomst niet al te groots.
Het was goed wandelweer en ik besloot om naar Schuiferskapelle een wandeling te maken van de wandelclub Wattewystappers uit Tielt.
Schuiferskapelle is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Tielt. Het is een landelijk dorpje, ruim drie kilometer van Tielt-centrum. Het telt een 1000-tal inwoners. Schuiferskapeelle was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Schuiferskapelle ligt in Zandlemig Vlaanderen, en wel op het Plateau van Tielt. De hoogte bedraagt 16-32 meter. Iets ten zuiden van het dorp ligt een cuestarug die grofweg van Pittem naar Aarsele verloopt. Ten zuiden van Schuiferskapelle verloopt de Kapellebeek in noordoostelijke richting, waar hij uitmondt in de Poekebeek. Enkele beken lopen naar het noorden af en komen uit in de Ringbeek. Schuiferskapelle was een gehucht dat deel uitmaakte van de stad Tielt, waar het ressorteerde onder de Roede van Tielt, als deel van Tielt-Buiten. Schuiferskapelle werd pas in 1862 een zelfstandige gemeente (wet van 8 augustus). Kerkelijk keert Schuiferskapelle echter terug tot in 1242, wanneer de heer van Meulebeke en zijn echtgenote het kapittel van Harelbeke schenken. Deze kapel blijkt de Onze-Lieve-Vrouwkapel te zijn, gelegen binnen de heerlijkheid Hulswalle. Deze heerlijkheid omvatte een groot deel van het huidige Schuiferskapelle.
De start was vanuit de polyvalentezaal Club77. Na een kop koffie te hebben gedronken besloot ik aan de wandeling te beginnen. Ik koos voor de langste afstand.
Genieten in de onbewandelde streek van de Tieltse deelgemeente. Landelijke verrassingen, rustige landbouwwegen en goed begaanbare dreven en wegels. Op verkenning naar Egem en verder door het heuvelend agrarisch gebied naar de heuvelrug van Tielt.
Gisteren in Oost Vlaanderen, vandaag ging ik wandelen in de provincie Limburg. Ik reed naar Hechtel waar de wandelclub de Bosdravers uit Eksel er hun Zomertocht hielden.
Hechtel is een dorp en tot 1977 een zelfstandige gemeente in het noorden van de Belgische provincie Limburg. Sindsdien is het een deelgemeente van Hechtel-Eksel. Ten westen van Hechtel ligt een groot heidegebied, dat vrijwel geheel wordt ingenomen door een militair domein, bekend als het Kamp van Beverlo. Direct ten westen van Hechtel ligt het bosreservaat en stuifzandgebied In de Brand. Ten oosten van Hechtel ligt de Resterheide met de Begijnenvijvers, die zich bevinden in de Bolissenbeek, die de oostgrens van de gemeente vormt en naar het noorden stroomt. Hier is ook de waterscheiding: de Zwarte Beek ontspringt hier ook, maar stroomt ten zuiden van Hechtel, in westelijke richting. Ten noorden van Hechtel vindt men de bovenloop van de Grote Nete, die eveneens in westelijke richting stroomt.
De start van deze wandeling was vanuit het Don Bosco College in Hechtel. Men kon kiezen uit 2 verschillende lussen van elk 10km, dan nog een lus van 7 en 8km en een aparte van 4km.
Wandelen door het duingebied en het brongebied van de Zwarte Beek. Geniet even mee met de foto's
Startzaal Don Bosco College
De kapel van deze school
Ik begon met lus 10A.Op weg naar de natuur.
Heel veel variatie
Zicht op de Noord-Zuid verbinding.
Nu op weg naar de bossen.
Heel rustig om er te wandelen
Op naar onze eerste rust.
Mooie zichten
Zicht op de visvijvers. De kantine van deze visclub was onze eerste rust.
Via knuppelpaden ging ik verder door het domein.
Wat verder aan het sportterrein was onze 2° rust.
Terug aangekomen aan de startzaal, daarna begon ik aan de lus 10B.
Mooi kapelleke.
daarna was het terug de natuur in.
Prachtig om te wandelen en een aangename temperatuur.
Wichelen is een plaats en gemeente in de Denderstreek en het Scheldeland in de provincie Oost-Vlaanderen in Belgiė. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners, die Wichelaars worden genoemd. Wichelen ligt aan de Schelde. In het eigen dialect wordt de plaatsnaam als "'wiχəln" (Wiecheln) uitgesproken. De gemeente bestaat sinds 1977 naast Wichelen zelf nog uit de deelgemeenten Schellebelle en Serskamp. Wichelen en Schellebelle liggen aan de Schelde; Serskamp ligt iets meer zuidwaarts. Vroeger behoorde ook Schoonaarde tot Wichelen, maar in 1873 werd het bij koninklijk besluit afgesplitst van Wichelen. Dit gebeurde vooral op aandringen van de inwoners van de wijk Eegenen, die opzagen tegen de verre verplaatsingen naar de hoofdkerk in Wichelen.
De start van deze wandeling was in De Meander. De wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen.
Genieten in het mooie natuurgebied van de Bergenmeersen en langs de bloeiende Scheldeboorden. Rustige, landelijke wegen en uitgestrekte groene velden ontdekken via trage wegen.
Vandaag ging ik naar Oudenaarde om er deel te nemen aan de Ronde van Vlaanderen.
Oudenaarde (Frans: Audenarde) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt 30 km ten zuiden van Gent en telde op 1 januari 2021 31.650 inwoners, die Oudenaardenaren of Oudenaardisten worden genoemd. Eertijds was de stad in heel Europa bekend om haar wandtapijtenproductie, een nijverheid die haar bloeiperiode meemaakte in de zestiende eeuw, maar nog bleef voortduren tot in de achttiende eeuw. Vandaag wordt de stad weleens de parel van de Vlaamse Ardennen genoemd. De start was vanuit de Qubus. De wandelaars konden uit een 6tal afstanden kiezen van 6km tot 42km. Er waren 2 afstanden (21-27km) die je via een shuttledienst tot in Kerkhove bracht om daar de tocht aan te vangen waarbij je 3 heuvels te verwerken kreeg(Kwaremont-Patersberg en de Koppenberg). met dit warm weer verkoos ik de 18km te wandelen die toch bijna 20km was te wandelen.
Alle afstanden wandelen achter het station om wat verder door het Liedtspark te gaan. De 6km gaat langs de mooie vijver van het park en door het centrum van de stad. De andere afstanden gaan de Schelde over en wandelen langs de jachthaven naar Leupegem. Via de tunnel gaat het naar de rustpost Oudenaardse betoncentrale. De 18-35 en 42km gaan nu langs de Schelde , en een oude scheldearm wordt een lange tijd gevolgd. Ze bereiken iets verder hun rustpost te Melden. De grootste afstanden (35-42) gaan een lus maken richting de Koppenberg. De 18km keert nu kort langs een rustig baantje terug naar de rustpost OBC. Na de 2°maal gaan de afstanden12-18km langs de andere kant van de Schelde richting het Speibos. We moeten de Schelde over, en aan de Meerspoort komt ook de kleinste afstand erbij en gaan tenslotte naar het einde van de tocht via enkele paadjes en de stationsparking. Ik had toch iets meer van deze wandeling verwacht.
De stadstuintjes
Het Liedtspark
Zicht vanop de brug richting centrum
Tot aan de rustpost was het niet veel zaaks, bijna alles was door de straten tot aan het industrieterrein in Leupegem.
Hier verliet ik voor de 1°maal OBC.
Men moest nu deze Scheldearm volgen tot in Melden, dus meer dan 3km langs het jaagpad.
Hier een zicht op Melden.
De kerk van Melden, hier verlieten de grootste afstanden en gingen dan richting de 3 heuvels om dan later terug te keren naar de rustpost
Het enigste paadje die we kregen om terug naar OBC te gaan , de rest was asfalt en beton.
Gelukkig kregen we af en toe nog een mooi zicht richting de Koppenberg.
Hier een versierde gevel.
Nog een zeldzaam zicht op de Vlaamse Ardennen.
Op de terug weg naar de startzaal moest men de andere kant van de Schelde volgen.
Zicht op de kerk van Oudenaarde
Het enige stukje groen die ik op de 18km kreeg.
Het 't Spei ligt net buiten het centrum van de stad, op het grondgebied van de deelgemeenten Oudenaarde, Bevere en Leupegem. In 1988 werd in het kader van de actie 'Plant een bos' een gemengd loofbos aangeplant van ruim 3 ha. Verschillende plaatselijke scholen werden bij deze aanplant betrokken. De actie werd bekroond door de Koning Boudewijnstichting. In 1997 werd een lokale werkgroep opgericht om het gebied verder te ontwikkelen en de optie genomen om een natuureducatieve zone uit te bouwen. In 1998-1999 werd een bomen- en struikenleerpad aangeplant: 38 verschillende boomsoorten en 24 verschillende struiksoorten werden onder de vorm van een determinatiesleutel op basis van de bladkenmerken langs een parcours uitgeplant. In het gebied is bijzondere aandacht besteed aan de zogenaamde Kleine Landschapselementen (KLE), door het aanplanten van gemengde knotbomenrijen, kaphagen, gemengde hagen en gemengde houtkanten. Hierbij werd gebruik gemaakt van streekeigen beplanting. De aanplantingen zijn gesitueerd in de buitengrenzen van het gebied. De niet beplante zone wordt ontwikkeld tot grasland met verspreid enkele ruigtes, struikengroepen en solitaire bomen. Het grasland krijgt sedert 1999 een natuurgericht maaibeheer, waarbij 2 maal per jaar wordt gemaaid met afvoer van het maaisel. 't Spei is toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Enkel wandelaars worden toegelaten, rijwielen blijven buiten het gebied. Er mag enkel gewandeld worden op de aangeduide wandelpaden. Uit veiligheidsoverwegingen kunnen tijdens het uitvoeren van beheerswerken gedeelten van het gebied gesloten worden voor bezoekers.
het laatste stukje groen alvorens men terug door de straten van Eine gingen tot de startzaal. Men kon zeker heel wat meer uithalen qua natuur voor deze tocht.
Vroeg uit de veren, want het ging heel warm worden, reed ik naar Kalken waar de wandelclub uit Merelbeke er hun Kalkense Meersentocht hielden.
Kalken is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Laarne. Oude vermeldingen van de plaats gaan terug tot 1170 en 1213 als Calkine. Later vindt men de vormen Kalkine, Calckene, Kalkene, Calcken en vanaf 1937 ten slotte Kalken. Volgens Maurits Gysseling vindt de benaming Kalken zijn oorsprong in het woord Kalekinion, wat zoveel betekent als nederzetting in de bocht van een rivier, of meander. Die rivier is in dit geval de Schelde.De parochie ende heerlijkheid van Kalken hoorde tot 1228 toe aan de heren van Dendermonde. Via de heren van Zottegem en de heren van Massemen verkreeg het stamhuis van de Vilains in de vijftiende eeuw door aanhuwelijking de heerlijkheid en behield ze die tot aan het einde van het ancien régime. Kalken vormde samen met Zele, Hamme, Berlare, Overmere, Uitbergen, Laarne, Grembergen, Moerzeke, St-Gillis-Zwijveke-Denderbelle, Baasrode, Lebbeke, Opwijk, Wetteren en Schellebelle het Land van Dendermonde. Die dorpen stonden onder het gezag van het Leenhof van Dendermonde en van haar Hoofdschepenbank, de schakel tussen het dorpsbestuur en de overheid van het land. Het Kalkense bestuur diende in eerste instantie verantwoording af te leggen aan enerzijds de heer van de heerlijkheid van Kalken en anderzijds aan de Hoofdschepenbank van Dendermonde. De relatie Hoofdschepenbank - plaatselijke schepenbank was vooral van contributionele aard. Kalken omvatte de heerlijkheid Kalken, het laatschap van Nonnenbos (Nieuwenbos, ten noorden van Kalken op de wijk Beervelde) en de heerlijkheid van de Nieuwe Gaver (in het noordwesten van Kalken). Raveschoot, dat bestuurlijk en rechterlijk afhing van Wetteren voor de periode 1228-1806, werd omgeven door Kalken. In 1921 werd 410 hectare van het grondgebied afgestaan om deel uit te maken van een nieuw gevormde gemeente Beervelde. In 1977 fuseerde Kalken met Laarne.
De start was vanuit de Parochiezaal Breughel en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. De grootste afstand(30km) was geschrapt voor de hitte. Ik besloot de 18km te wandelen die in werkelijkheid bijna 20km was.
Ik moest eerst een lus maken richting Overmere en had dan in de startzaal een rust. Daarna moest men het parcours van de 12km volgen richting Uitbergen, waar de centrale rustpost was. Na de rust terug door de meersen en een stukje langs de Kalkense vaart om dan opnieuw de startzaal te bereiken.
Het te volgen parcours.
Op weg door de meersen
De zon begon al aardig warmte te geven.
We kregen veel afwisseling
Mooie zichten
De Kalkense meersenis een natuurgebied tussen Kalken, Overmere, Uitbergen, Schellebelle en Wetteren en is ruim 100 ha groot. Als een van de grootste overblijfselen van de Scheldemeersen vormt het een laaggelegen vochtig gebied in de voormalige overstromingsvlakte van de Schelde. Door het gebied loopt ook een oude Scheldearm, die bij een rechttrekking van de Schelde werd afgesneden.
Een jagende reiger
Ook de ooievaar liet zicht opmerken
Hier een overblijfsel van een V1.Op 24 december 1944, op kerstavond, viel een V-1 aan de Menneweg te Kalken. Hierbij verloren twee jongens, Roger Hoogewys (13) en Adolf Vereecken (8), het leven. Naast gewonden was er heel wat schade aan huizen en een fabriek. Bij graafwerken in 2014 werden resten van de vliegende bom gevonden. Ze werden verwerkt in een monument om de herinnering aan die dag levendig te houden
Aandenken
Na de rust in de startzaal begon ik aan het vervolg van de wandeling, hier voorbij de kerk van Kalken.
Nu ging het richting Uitbergen via een uitloper door Schellebelle.
Ook nu terug veel natuur.
Af en toe een infobord.
Hier op de dijk richting Uitbergen.
Na de rust bij de visvijver in Uitbergen, ging ik terug naar Kalken, wederom door de Meersen.
Prachtige zichten, heel dor
Volledig droog.De gebieden waren te nat om te voldoen als bouwgrond. Tot in de 19e eeuw werd hier turf ontgonnen. Zo ontstonden poelen die vogels aantrekken. Het is een aaneensluiting van de Kastermeersen (Wetteren), Broekmeers (Kalken), Springels (Wetteren), wijmeers (gecontroleerd overstromingsgebied Uitbergen), Molenmeers (Kalken), Scherenmeersen (Overmere) en Belham (aan de Bellebeek - Den Aard). Het bestaat uit nat grasland met grachten en poelen met rietkragen en knotwilgrijen rond een oude Scheldearm. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Schelde en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent'
Heel prachtig om er door te wandelen.
De wandelaar kon zich niet schuilen voor de zon, dus een hoofddeksel was aangeraden .
Een zicht op Schellebelle
Hier enkele Galloway runderen die de schaduw opzochten.
Hier door Schellebelle.
Heel wat ganzen en meeuwen kwamen hier wat rusten.
Nog deze weg volgen en ik kwam terug aan de startzaal. Een prachtige natuurwandeling, zeker de moeite waard.
Vandaag stond Vinderhoute op mijn lijst om er een wandeling te maken. Vinderhoute is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en sinds begin 2019 een deelgemeente van Lievegem. Vinderhoute was een zelfstandige gemeente tot het begin 1977 met Lovendegem fuseerde. Het heeft een oppervlakte van 3,66 km² en telde op 1 januari 2002 1321 inwoners. Het dorp ligt iets ten westen van Gent, aan de kruising van het kanaal Gent-Brugge en de Ringvaart. De dorpskern bestaat uit laagbouw met relatief veel groen en enkele kasteeltjes. De Kale loopt door Vinderhoute.
De start van deze wandeling was aan het Gemeentelijk Sportterein. Ik was er vroeg en moest al een heel eind verder de wagen parkeren. Het beloofde een warme dag te zijn. Een natuurtocht door Vinderhoute met zijn kasteeldomeinen, groene natuurgebieden en door de Gentse natuurreservaten. Rustpost in het Landgoed de Campagne. Na iets te hebben gedronken besloot ik aan de wandeling te beginnen.
Ook deze wandeling was heel mooi en rustig. De wandelaars hebben veel natuur gekregen.
Na gisteren te hebben gewandeld in Zonnebeke, ging ik vandaag naar Grammene.
Grammene is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Deinze. Het is een landelijk dorp aan de Leie en de Oude Mandel, in Zandlemig Vlaanderen. Grammene werd voor het eerst vermeld in 1121, als Grimmine, wat zoiets als grimmig zou betekenen. De heerlijkheid Grammene behoorde in de 12e en 13e eeuw toe aan de familie Grammina; in de 14e eeuw Van Schuurvelde; eind 14e eeuw De Tolenaare; van 2e helft 15e tot 1e helft 17e eeuw De Beer; Vanden Heede (1e helft 17e eeuw) en de baronnen van Poeke in de 18e eeuw. Het patronaatsrecht van de kerk was in handen van de Sint-Baafsabdij te Gent. In 1855 werd de spoorlijn van Deinze naar Tielt aangelegd, welke vlak langs de dorpskern loopt. Tijdens de Duitse invasie van België in 1914 werd de burgemeester van Grammene door het Duitse leger gedood.(wikipedia)
De start was vanuit de zaal Leiezicht en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Zeer landelijke en rustige wandeling, de natuur in. Langs vele nieuwe onverharde wegels naar het landelijke Wontergem.
Het parcours van de 20km die ik volgde
Mooie vergezichten
Veel afwisseling
Op weg naar Wontergem
Zicht op Wontergem
De kerk van Wontergem. Wontergem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Deinze sinds 1977. Wontergem ligt ten westen van Deinze zelf, tegen de grens met West-Vlaanderen, bij de Oude Mandel. De bevolking bestaat grotendeels uit landbouwers en forensen. Guido Gezelle heeft er een gedicht over geschreven. Wontergem werd voor het eerst vermeld omstreeks 1019-1030 als Guntrengem. In 1320 werd de naam Wontergem voor het eerst gebruikt. Wontergem maakte deel uit van het Land van Nevele. Naast diverse heerlijkheden had ook de Abdij van Drongen hier bezittingen. In 1905 vestigden zich hier de uit Dentergem afkomstige Zusters van Sint-Vincentius. Zij stichtten hier een school.
Na onze stop in Wontergem moest de 20km hier een mooie lus maken.
Lucien Buyse.
Hier een aandenken van Lucien Buyse. Lucien Buysse (eigenlijk: Buyze) (Wontergem, 11 september 1892 – Deinze, 3 januari 1980) was een Belgisch beroepswielrenner van 1913 tot 1933. Zijn wielerloopbaan begon in 1914 toen hij in de Ronde van Frankrijk van start ging maar de eindstreep niet haalde. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hij in 1919 weer terug in de Tour, maar stapte wederom onderweg af. Het jaar daarop behaalde hij wel een derde plaats in de klassieker Parijs-Roubaix. In 1923 reed hij de Ronde van Frankrijk wel uit en eindigde op een achtste plaats. In de edities van 1924 en 1925 reed hij in de Franse ploeg Automoto voor kopman Ottavio Bottecchia. Hij werd derde in 1924 en, na een heftige discussie met Bottecchia, tweede in 1925 achter de Italiaan. De Tour van 1926 was de langste in de geschiedenis (5745 km), met zeventien etappes van gemiddeld 338 km. Lucien Buysse - zijn broers Jules en Marcel waren ook in koers - nam in de tiende etappe de leiding door tijdens een geweldige sneeuwstorm op de Col d'Aspin in de Pyreneeën de aanval te kiezen, waardoor hij bijna een uur voor kwam te liggen op zijn kopman Bottecchia. Bottecchia stapte af en Buysse arriveerde in Parijs als winnaar.Lucien Buysse won in zijn loopbaan in totaal vijf Touretappes: een in 1923, twee in 1925 en twee in 1926. Ook zijn broers Marcel Buysse en Jules Buysse waren bekende wielrenners.;
Terug aangekomen aan de kerk van Wontergem. na de tweede rust, ging ik terug richting startzaal.
Een hele rustige wandeling met heel veel afwisseling.
Vandaag reed ik richting Zonnebeke, om daar deel te nemen aan een wandeling van de Drevestappers.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat vijf deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de gevluchte inwoners terug. De gemeente begon aan heropbouw. Architect Huib Hoste had er een groot aandeel in. Hij ontwierp namelijk de plannen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, maar ook de toenmalige gemeenteschool, de pastorij en een huizenrij in de Roeselarestraat. Architect Antoon Dujardijn uit Brugge tekende het gemeentehuis dat een heleboel vernieuwingen heeft meegemaakt. Hieraan gebeurden nog aanpassingen in 1975 en 1994 en kwam een nieuwe inkom met onthaal in 2011.
De start van deze wandeling was aan de feesttent. De wandelaars konden kiezen uit een 3tal lussen die elk nog eens was onderverdeeld in een lange of korte afstand.
Zomertocht langs autoluwe en onverharde wegen over een lichtgolvend parcours vanuit het gehucht Molenaarelst. Drie pittoreske, combineerbare lussen richting kasteeldomein, Polygoonbos en gehucht de Keiberg. Geniet even mee.
Prachtig domein om er te wandelen.
Kerk van Zonnebeke
Hoofdingang park
Het vroegere conciërge woonhuis.
De vijver bij het kasteel.
Zicht op het kasteel. Het Kasteel van Zonnebeke is een kasteel met bijbehorend domein, gelegen in de West-Vlaamse gemeente Zonnebeke aan Berten Pilstraat 5A. Het kasteel ligt op het domein van de voormalige Augustijnenabdij Zonnebeke, welke door het Franse bewind in beslag werd genomen en in 1797 verkocht aan handelaar J.B. Delaveleye, met uitzondering van de kerk. In de loop van de 19e eeuw werden de meeste abdijgebouwen gesloopt. Slechts de abtswoning en de abdijhoeve van 1671 bleven behouden. De abtswoning, in classicistische stijl, ging als kasteeltje fungeren. Het domein omvatte een park met vijver, een moestuin en een windmolen. De laatste was een omgebouwde duiventoren. In 1841 werd het domein gekocht door Emmanuel Iweins-Hynderick. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het kasteeltje met een neogotische vleugel uitgebreid. Het park werd heraangelegd en er werd een neogotische muziekzaal gebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden kasteel en domein verwoest. De eigenaars waren gevlucht naar Aubervilliers om in 1919 terug te keren en tijdelijk in noodwoningen te huizen. Omstreeks 1924 werd de herbouw aangevat, iets ten zuiden van de oorspronkelijke plaats, naar ontwerp van Théodore Raison. Het werd een bouwwerk in pseudo-Normandische stijl, waarbij gebruik werd gemaakt van bakstenen uit de steenfabriek van de schoonfamilie, en van stenen van de voorgaande bouwwerken. In 1982 werd het aangekocht door de gemeente Zonnebeke en tegenwoordig is het Memorial Museum Passchendaele 1917 erin gehuisvest. Het kasteel is omgeven door een park met bomen en een vijver, waarin zich een eilandje bevindt. De vijver wordt door de Zonnebeek gevoed. Het poortgebouw is van 1931 en werd in historiserende stijl uitgevoerd. Er is een conciërgewoning en een hengelhuisje nabij de vijver. Daarnaast zijn er diverse dienstgebouwen.
Prachtig gebouw.
Nog een aandenken uit WOII
Terug aangekomen aan de feesttent. Parcoursmeester en zijn rechterhand.
Hier ben ik op weg richting Polygoonbos.
Ook deze lus was heel mooi.Het Polygoonbos, of Doelbos of Den Doel is een bos in de Belgische gemeente Zonnebeke. Het is na het Zoniënwoud het oudste domeinbos van België. Het bos is ongeveer 69 ha groot en ligt 1,6 km ten zuiden van het dorpscentrum van Zonnebeke. Net ten zuidwesten van het bos loopt de snelweg A19. Het Polygoonbos is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland'. Het bos bestaat vooral uit dennenbomen, de Corsicaanse den of zogenaamde Koekelareden, maar de laatste jaren zijn er ook loofbomen aangeplant. In de omgeving liggen nog verschillende andere, kleinere bossen, zoals het Reutelbos, Vijverbos, Nonnebossen en iets verder de verschillende bossen van de Gasthuisbossen.
Mooie zichten
Terug een hele mooie wandeling en het weer was ook heel goed.
Oost Vlaanderen wandelt: 33° Polder en Scheldetocht.
Weinig wandelingen vandaag, in Oost Vlaanderen kreeg Lebbeke de eer om Oost Vlaanderen wandelt te organiseren.
Lebbeke (Nederlandse uitspraak: [ˈlɛbeːkə]) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen in de Denderstreek. De gemeente bestaat uit de deelgemeenten Denderbelle, Lebbeke zelf en Wieze. In 2021 telde Lebbeke in totaal 19.560 inwoners. De totale oppervlakte bedraagt 27,31 km². Lebbeke is de thuisbasis van de chocoladefabriek Callebaut.
De start van deze wandeling vond plaats in het OC De Biekorf. Er was al aardig wat volk toen ik aankwam. De wandelaars konden uit verscheidene afstand kiezen van 6 tot 50km. Ik ging voor de 32km. Deze wandeling ging voor enkele afstanden richting Wieze, en naar gelang de gekozen afstand ging die dan verder richting Herdersem en terug naar Wieze om dan finaal naar Lebbeke terug te keren.De 42 en 50km deden telkens een grotere lus. Het was heel goed wandelweer, dus ik begon er met de volle moed aan.
Dit parcours volgde ik.
Het OC De Biekorf
De kerk van Lebbeke
en hier het stadshuis.
Plezante versiering
Veel variatie qua parcours
Zicht op Watertoren
Heerlijk wandelen, een licht briesje maakte het nog aangenamer.
Enkele zonnebloemen
Aangekomen op het grondgebied Wieze. Wieze is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Lebbeke. Wieze ligt in de Denderstreek, aan de rand van de groene Dendervallei tussen Aalst en Dendermonde. Wieze, een dorp dat via een oude rivierarm met de Dender verbonden is, blijkt bewoond te zijn sinds de Gallo-Romeinse periode (vondst van een glazen wijnkruik, in een brandgraf uit de 1e of 2e eeuw en overblijfsels van bewoning, op de site Blaesveld (Bauwens-Lesenne, Bibliografisch repertorium der oudheidkundige vondsten in Oost-Vlaanderen, 1962).
Na de rust ging ik verder met de wandeling richting Herdersem, ondertussen waren er al enkele afstanden niet meer mee.
Ook hier kregen we verschillende ondergronden.
Mooie zichten
Een mooie kapel in Herdersem.
Aangekomen aan de rust in Herdersem. Na iets te hebben gedronken, moest ik terug richting Wieze via de vallei van de Beneden Dender.
Plaatselijke bierhandel
Zicht op de kerk van Herdersem
Alfons De Cock (Herdersem, 12 januari 1850 - Antwerpen, 2 maart 1921) was een Vlaamse schrijver, volkskundige en folklorist. Hij behaalde in 1869 het onderwijzersdiploma te Lier en was als onderwijzer actief tot 1904. In 1898 werd hij tot lid benoemd van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde. In 1904 vestigde hij zich in Brussel maar trok in 1907, na het huwelijk van zijn enige dochter, naar Antwerpen. Hij ontving in 1912 de Leopoldsorde. Zijn laatste werk Vlaamsche Sagen Uit den Volksmond verscheen in 1921, het jaar waarin hij op 71-jarige leeftijd aan een beroerte overleed.In Antwerpen en in Aalst (Herdersem) is een straat naar hem genoemd. In Diegem (Machelen) is een plein naar hem genoemd.
Nu ga ik richting de vallei van de Beneden Dender.
Hier aangekomen aan het mooie domein. De Beneden-Dendervallei, tussen Aalst, Lebbeke en Dendermonde, is een prachtig open natuurlandschap van 850 hectare, waar Natuurpunt zich inzet voor betere natuurwaarden. De Dender loopt als een ader door het natuurgebied, waar bevers en reigers zich erg thuis voelen. Natuurpunt Aalst en 's Heerenbosch slaan de handen in elkaar om de Beneden-Dendervallei samen te beschermen. Het natuurgebied bestaat uit natte weiden en bossen. De oude Denderarmen zijn meestal omzoomd door schitterende rijen knotwilgen. Denderbellebroek is een vochtig laaggelegen gebied met hooilanden. Het is een zeer open gebied, met een randzone van populier- en elzenbossen. Bij een hoge waterstand van de Dender en overstromingsgevaar, wordt het broek als potpolder gebruikt. Hogedonk ligt op de linkeroever in Gijzegem, Mespelare en Hofstade. Ook hier vinden we oude Denderarmen, met daarnaast bloemrijke hooilanden en uitgestrekte rietvelden. Hannaerden tot slot, aan de zuidrand van Wieze, is een drassig gebied in de vallei van de Pasbeek, die zich een weg baant in het landschap op weg naar de Dender.
Nu en dan was het uitkijken op het smal pad, ene kant netels andere kant bramen.
Hier een zicht op de Dender.
Ik liep een heel eind door dit gebied, met aan de linkerzijde de rivier de Dender. Dit was een zalig stuk om er door te wandelen
Hier nog een apart stukje groen met wat info betreft de fauna en flora.
leuke afbeeldingen.
Deze diertjes kon men eventueel tegenkomen
Nog enkele paden vooraleer we terug in de bebouwde kom kwamen.
Eénmaal deze wegel verlaten , was het nog wat autoarme straten tot aan het OC. Dit was een hele mooie wandeling. Veel afwisseling en goed gemarkeerd. Er waren meer dan 2500 wandelaars.
Na gisteren te hebben gewandeld in Lapscheure, was vandaag Staden aan de beurt. Daar ging ik een wandeling maken van de wandelclub de Colliemolen. Mijne copain ging daar ook zijn, we hadden vroeg afgesproken, daar de temperaturen vandaag flink konden oplopen.
Staden is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt iets meer dan 11.000 inwoners. In het plaatselijke dialect (West-Vlaams) wordt de 'd' niet uitgesproken en wordt het dus Staen. In 1976 fuseerde Staden met de kleinere dorpen Oostnieuwkerke en Westrozebeke tot één gemeente. Omdat Staden het grotere dorp was, werd de naam gebruikt voor de resulterende gemeente. Naast die drie dorpskernen liggen ook een aantal kleinere gehuchten. Op de grens tussen Staden, Westrozebeke en Poelkapelle vind je het gehucht Vijfwegen. En op de grens tussen Oostnieuwkerke en Hooglede vind je het gehucht Sleihage. Beide gehuchten hadden een eigen kerk en parochie. De overige bevolking is verspreid over nog kleinere gehuchten.
De start was vanuit de plaatselijke school, waar ook werkzaamheden aan de gang waren. Eenmaal onze startkaart in bezit konden we beginnen aan de tocht.
Een rustige wandeling door de landbouwgemeente. Was blij toen ik terug aan de startzaal was, de temperatuur bedroeg dan 31°.
Deze keer ging ik een wandeling maken in Lapscheure. Een wandeling gemaakt door Levenslijn Damme.
Lapscheure is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Damme. Het dorp ligt in het noordoosten van de provincie, tegen de grens met Nederland. Het is een plattelandsgemeente in De Polders, met in het landschap verschillende dijken, kreken en grachten. Lapscheure bleef een zelfstandige gemeente tot 1971, toen het samen met Hoeke bij de gemeente Moerkerke gevoegd werd. In 1977 werden deze deelgemeenten van de gemeente Damme.
Het beloofde een mooie wandeling te zijn, wandelen in de polders en flirten met de Nederlandse grens. De wandeling ging richting Middelburg(Belgie) en Sint Rita(Den Hoorn) en het Leopoldskanaal.
Kerk van Lapscheure
Afwisselend parcours
Net een standbeeld
Nog een blik op Lapscheure
Veel natuurpaden richting Middelburg.
We kregen mooie zichten.
De grenspaal N 354. We zijn in de Papenpolder. De Papenpolder is een polder ten noordwesten van Middelburg, behorend tot de polders rond Aardenburg. De Papenpolder werd, als een gedeelte van het Lapscheurse Gat, in 1700 drooggelegd. Het restand van deze zeegeul is als een smalle waterloop met de naam Papenkreek nog aanwezig. Deze ging de grens tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden vormen, tegenwoordig de grens tussen Nederland en België. De Papenpolder is een internationale polder. De Papenpolder 1e deel ligt op Belgisch gebied; de Papenpolder 2e deel ligt op Nederlands gebied en heeft een oppervlakte van 45 ha. Het Belgische deel is ongeveer even groot. De Papenpolder bevindt zich tussen de grenspalen 352 en 354.
Middelburg in zicht.
Zicht op de Kerk. Middelburg is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Maldegem. Middelburg ligt in het noordwesten van de provincie, in het Meetjesland, tegen de grens met Nederland. Het is de kleinste deelgemeente van Maldegem zowel op vlak van grondgebied als populatie en was een zelfstandige gemeente tot eind 1976. Het heeft een oppervlakte van 5,86 km² en telde einde 2007 607 inwoners.
Na de rust in Middelburg gingen we richting Sint-Rita(Den Hoorn)
Mijne wandelcopain Henri
Ook hier kregen we veel natuur.
Mooie uitzichten
Leopoldskanaal
Mooie wilde tuin.
Aangekomen in Sint-Rita, werkzaamheden rond het kerkplein.
Sint-Rita Middelburg is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Maldegem. Middelburg ligt in het noordwesten van de provincie, in het Meetjesland, tegen de grens met Nederland. Het is de kleinste deelgemeente van Maldegem zowel op vlak van grondgebied als populatie en was een zelfstandige gemeente tot eind 1976. Het heeft een oppervlakte van 5,86 km² en telde einde 2007 607 inwoners.
Na de rustpost , op de terugweg richting Lapscheure
Hier wat oud spul
Terug zicht op Lapscheure. Een mooie en rustige wandeling in de polders met de Nederlandse grens.
Vandaag vroeg uit de veren, ik ging een wandeling maken bij de vrienden uit Lommel die bij de wandelclub uit Eksel zijn. De plaatselijke club, de Bosdravers ,hielden er hun vakantietocht. De startzaal was "Zaal De Geer". Ik kwam aan rond 6u30, dronk eerst nog een kop koffie, en bekeek de parcours. Zoals gewoonlijk bestaan hun wandelingen uit verschillende lussen met uiteraard verschillende afstanden. Er waren 3 verschillende lussen van 10km; nog eens onderverdeeld voor de mindere afstanden. Ik besloot om de 3 grote afstanden te wandelen en misschien nog een kleine. Ze voorspelden warm weer, dus ik begon er vroeg aan.
Eksel (vroegere spelling: Exel) is een dorp in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van Hechtel-Eksel in de Kempen. De eerste vermelding van Eksel is uit 714, als Ochinsala, de basisbenaming van het gehucht Hoksent aan de rivier de Dommel. Met Ochinsala wordt vermoedelijk bedoeld 'de woonplaats van Oko': een samentrekking van de persoonsnaam Oka/Oko en van sala dat zaal, woonplaats betekent (J. Mansion). In de 11e eeuw wordt Eksel vermeld als Ekinsala en in 1153 is sprake van Hecsele, een mogelijke samentrekking van agnis (ekster) en lauha (bosje op hoge zandgrond).
Ik begon met met de lus 10A, heel veel afwisseling , onverhard en bos. Met bijna op het einde een rustpost. Geniet even mee met enkele beelden.
Zicht op de kerk
Hier de eerste splitsing, A+B naar rechts C rechtdoor.
Op het eind van deze straat de 2°splitsing, A naar links en B naar rechts.
Hier in het Bosland liep het verkeerd af, op het einde van dit pad moest men naar rechts en dan waren de pijltjes en linten weg. Ik wandelde een eindje door; was nog iemand voor mij en plots stonden we daar. Verschillende zijpaden maar geen aanwijzing dan maar de parcourmeester opgebeld om wat raad te vragen. Ondertussen kwamen er nog enkele vroege stappers aan , een heel eind terug gekeerd en via de telefoon kwamen we terug op het juiste pad.
Gelukkig kwam ik dit niet tegen in het heetst van de dag.
Heel veel afwisseling
Hier moesten we onderdoor, ondertussen heeft men het probleem opgelost zodat de andere wandelaars er geen hinder meer hadden.
Hier aangekomen op de rustpost. Ook lus B kwam hier aan. Voor de A-lus was het nog een kilometer te gaan alvorens men terug aan de startzaal was.
De afstand was kort van de rust naar de zaal dus ik ging gewoon door naar lus C. Deze was iets minder in het groen.
Veel paden
Zicht over de Noord-Zuid verbinding.
Door de Dommelvallei.
Op weg naar de Hosentkapel.
Hier aangekomen aan de Hoksentkapel.
Terug naar de startzaal.
Na iets te hebben gedronken en gegeten begon ik aan de 3°lus van 10km.
Na een 3tal km kwam ik aan de rustpost van de 1°lus.
Daarna ging ik terug richting Bosland om na een tijdje op de route van de eerste lus te komen.
Het laatste stuk van de B lus was hetzelfde of de A lus. Toen ik terug aan de startzaal kwam zag ik op de gps dat ik al bijna 34km had gewandeld en de warmte begon al een stukje te wegen. Dus geen kleine afstand meer, nog wat drinken en dan nog een 2tal uur in de wagen richting thuisfront.
De wandelclub Land van Rhode organiseerde er hun 26° Midzomertocht te Oordegem.
Oordegem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Lede. De plaats ligt in de Denderstreek. De heerlijkheid Oordegem behoorde achtereenvolgens toe aan de familie de Ordengem, de Laval, Turpin, Mastaing en aan de familie Vilain tot eind 18e eeuw. Ten slotte kwam ze in handen van hertogin de Laragnais. De vrijheerlijkheid Hof ter Lichtervelde was in 1544 eigendom van de familie de la Force. Oordegem was in 1801 kantonhoofdplaats.
De startzaal lag pal in de dorpskern, weinig parkeerplaatsen nabij de zaal, dus uitwijken was de boodschap. De wandelaars konden uit verschillende afstanden kiezen.
De 10-14-18 en 21 km steken de Grote Steenweg over richting Stichelendries en Ossenbroek en gaan verder over de brug van de E40 naar de rustpost te Bavegem. Daar bewandelen de 14-18 en 21km een mooie lus via de Hoogkouterstraat,Pastorijgracht en Hasseltenbroek richting het zuivelbedrijf Inex, om zo opnieuw de ruwstpost te bereiken. Daarna wandelen ze samen met met de 10km naar de startplaats. De 18 en 21km vertrekken opnieuw vanuit de start om respectievelijk de 4 of 6km aan de reeds afgelegde afstand toe te voegen.
Heel veel afwisseling tot aan de rustpost
Dit pad is niet veel bewandeld
Veel netels en braamstruiken
Het was genieten.
Mooie vergezichten
Kerk van Bavegem. Bijna terug aan de rustpost.
Een mooie tocht, een pluim voor de club om hun prachtig parcours.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.