Jantje logeert bij opa. Midden in de nacht moet hij naar de wc. Hij gaat naar zijn opa om te vragen of hij even naar de wc mag. Opa zegt dat Jantje dat maar beter niet kan doen, want 's avonds zijn er beneden altijd spoken. "Maar dat maakt niet uit hoor," zegt Jantje, "ik moet zo nodig." Als Jantje beneden is ziet hij een spook voor de wc-deur staan. Het spook zegt: "Pas maar op, ik ben het spook van vlees en bloed." En dan zegt Jantje: "Ja dat zal wel, maar ik ben Jantje die nodig poepen moet!"