Er komt een man bij Sint-Pieter aan de hemelpoort. Sint-Pieter vraagt hem of hij tijdens zijn leven op Aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort. "Ik kan mij wel zoiets herinneren", zegt de man. "Ik passeerde een parking langs de autosnelweg waar een groep Hell's Angels hadden halt gehouden en bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daar moesten mee ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell's Angel toe gestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Toen heb ik naar de andere Hell's Angels geroepen: 'En nu oprotten jullie, of ik leg jullie er allemaal naast!'" Sint-Pieter was onder de indruk en vroeg: "Wanneer was dat precies?" Antwoordt de man: "Een paar minuten geleden, denk ik."
Een coach betrapt een voetballar die in de rust een sigaret rookt. Zegt de coach: "Ik ga nog liever vreemd dan dat ik een sigaret rook. " Waarop de voetballer antwoord: "Ik ook, maar daar is de rust te kort voor."
Stap niet vóór mij, het zou kunnen zijn dat ik niet kan volgen. Stap niet achter mij, het zou kunnen dat ik niet kan leiden. Wandel naast mij en wees mijn vriend.
Jantje : "Mama, waarom heb je van die grijze haren?" Mama:"Dat komt omdat kindjes heel ontdeugend zijn." Jantje:" O, vandaar dat oma helemaal grijs is !"
Kleertjes uit, pyamaatje aan. Het is de hoogste tijd om naar bed te gaan. Kijk eens even op de klok, alle kippetjes zijn al op stok. Ja, we moeten nu slapen gaan, kleertjes uit en pyamaatje aan.