Ik ben Pierre Vanstipelen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Priet.
Ik ben een man en woon in Bilzen (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 11/02/1951 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schilderen en Tuinieren.
In tekenen en schilderen kan ik mijn passie voor al het mooie kwijt. Mijn kleinkinderen Pieter en Lena zijn mijn oogappels. Tevens ben ik voorzitter van de Kunstkring Alkanna. Mijn specialisatie inzake schilderen is portret, dierenportret & architectuur
Genieten en laten genieten van Kunst Mensen laten genieten van Kunst en iets mogen meegeven over mezelf, mijn hobby en mijn passie is het mooiste dat er bestaat.
26-12-2005
De Alfons Wintersprijs
In 2004 heb ik meegedaan aan een wedstrijd die om de twee jaar van toepassing is. De A. Wintersstichting is een organisatie die de twee jaarlijkse prijs A. Winters uitschrijft. Deze tentoonstelling waaraan een selectie gekoppelt is wordt in een aantal lokaties in Belgisch- en Nederlands Limburg georganiseerd. In Belgisch Limburg was dat in 2004 Dilsen. Op deze verschillende lokaties komt een jury een beoordeling uitspreken over de daar aanwezige werken en de best beoordeelde werken worden tentoongesteld in het Prvinciehuis van Nederlands Limburg te Maastricht. In 2004 heb ik zelf voor de eerste keer meegedaan aan deze tentoonstelling. Groot was mijn verbazing dat ik ook geselecteerd was voor de eindtentoonstelling in Maastricht. Het werk waar ik mee tentoonstelde was "Gevel in de Provence". De volgende dagen wil ik nog iets meer kwijt over deze gerenomeerde tentoonstelling.
Vandaag wil ik nog één experiment toelichten dat achteraf veel genoegdoening heeft gegeven. Om de muren van dit schilderij het juiste natuurlijke uitzicht te kunnen geven heb ik veel nagedacht. Deze muren waren in werkelijkheid van een soort cement gemaakt dat vrij korrelig aangebracht was tegen de buitengevel. Om dit effect te bereiken heb ik vanalles en nogwat geprobeert tot ik bij toeval een atribuut in handen kreeg dat kwam van bij mijn ouders. Het was het ouderwetse koffiezeefje dat men vroeger gebruikte wanneer men een tas koffie ingoot.Om geen "dras" Limburgs voor de gemalen koffie in uw tas te gieten vanuit de koffiepot gebruikte men dit zeefje. Wel met dit koffiezeefje ben ik gaan experimenteren . Door met een pastelkrijtje over dit zeefje te raspen kreeg ik heel fijne korreltjes die ik gemakkelijk kon aanbrengen op de plaats waar ik dat wilde. En dit zonder er een knoeiboel van te maken. Door eerst een dunne lijmlaag op de ondergrond aan te brengen bleven deze korreltjes goed op hun plaats zitten. En het zand effect was geboren. Naruurlijk moet je dit zeer spaarzaam gebruiken om een juist effect te bereiken en er geen overdadig gesmeer van te maken in je schilderij. Als laatste stukje over dit schilderij wil ik iets verder ingaan op het meedingen aan een wedstrijd.
Wat kan men doen met een ondergrond die een ...........
Een voorbeeld waarbij je nog duidelijker kan zien wat de struktuur van de ondergrond vermag en wat je ermee kan doen, kun je prachtig zien op de foto. Hier heb ik een raam getekend. En voor dat raam "kippengaas" aangebracht. Wanneer je, je bedenkt welk een enorm werk dat het zou zijn om die verschillende ruitjes te tekenen dan kun je, je wel inbeelden dat dit zeer moeilijk weer te geven is. Wel, door de struktuur van de ondergrond is dit ook weeral gemakkelijker gegaan. Eerst de donkere kleur van het venster op zetten gevolgt door de daarbij horende stappen qua toon en lichtintensiteit. Wanneer ik daar over tevreden was ben ik weer met de zijkant van een krijt over een gedeelte van dat venster gegaan. Hierdoor raakte ik eerst de hoogste ribben met krijt. Gezien de struktuur van de ondergrond een honigraat motief is kreeg ik een perfecte tekening van "kippengaas" waardoor ook deze klip mooi genomen werd. Ook hieruit blijkt dan weer dat het schilderen niet alleen bestaat uit tekenen, schilderen en de daarbij horende technieken, maar dat je steeds moet blijven en durven experimenteren tijdens het schilderproces. Morgen wil ik nog enkel andere effecten bespreken.
Struktuur van de ondergrond gebruiken als..............
Vandaag wil ik een van de toevallige ontdekkingen met een gestruktureerde ondergrond iets nader belichten. Tijdens het werken met pastelkarton ontdekte ik, dat de struktuur zich uitstekend leende om ruwere materialen zoals gesteente of blokken arduin mee weer te geven. Op verschillende plaatsen in de tekening heb ik deze ontdekking toegepast. Een plaats waar je dit duidelijk kan zien is op de ruwe arduinen steen (zie foto) op de voorgrond. Door de structuur die de tekenondergrond bezit kan je twee verschillende bewerkingen toepassen. In de eerste plaats ga je de donkerste kleur van deze stenen op het karton aan brengen en deze in de "putjes" van het karton wrijven. Dit doe je net zolang tot je denkt dat je de juiste kleurnuance hebt. Daarna ga je de middentonen aanbrengen op die plaatsen waar het nodig is, en dit doe je door op dezelfde manier het krijt aan te brengen als bij de donkeren tonen. Tenslotte ga je de lichtere kleuren aan brengen op dezelfde manier als hierboven beschreven. Als eindafwerking ga je "de hoogste lichten" (de plaatsen waar het meeste licht valt ) aanbrengen. Dit doe je door met de zijkant van het krijt lichtjes over het papier - karton te wrijven waardoor je enkel de hoogste punten van het karton raakt. Hierdoor krijg je een speciaal gekorreld effect, dit komt en hangt af van de struktuur van het karton, waarbij je met één beweging de hooglichten aanbrengt maar ook (voor dit gesteente van belang) de kleine putjes die in dit mateiaal aanwezig zijn. De tekst lijkt misschien iets moeilijker maar als je de foto goed bekijkt zul je zeker zien wat ik bedoel. Morgen beschrijf ik een een nieuwe ontdekking.
Vandaag iets over dit schilderij en de tot standkoming ervan. Met dit pastelschilderij is er voor mij een nieuwe wereld van ontdekkingen open gegaan. Het is reeds een 10 tal jaren geleden dat ik dit schilderij maakte en toch blijft er iets speciaals rond dit schilderij hangen het blijft ook een van mijn lievelingen. In de eerste plaats is dit, omdat ik over dit schilderij voor 100 % tevreden was bij de realisatie. Ten tweede en dit houdt eigenlijk zeer nauw verband met de eerste gedachte, met dit schilderij had ik me voorgenomen om vooral te experimenteren met pastel. Het fijne was dat er heel veel experimenten achteraf een hele trits aan ervaringen en nieuwe mogelijkheden opleverde. Een eerste experiment was dat ik voor dit schilderij koos voor geen gewone en tot dan toe gebruikte ondergrond. Neen ik ging werken op een redelijke ruwe ondergrond. De meeste pastellisten van de de kunstkring verklaarde mij voor gek, maar, ik moest en ik zou de gestructureerde kant van passepartoute karton eens gebruiken. Om mezelf moed in te spreken was dit experiment enkel bedoeld om enkele zaken uit te proberen. In de allereerste plaats koos ik voor een zeer goede en zuurvrije ondergrond. Deze ondergrond bezat een honingraat structuur en deze zou mij volgens mijn collega's van de kunstkring redelijk wat moeilijkheden opleveren. Wel in eerste instantie leken zij gelijk te krijgen want door de ruwere structuur moest ik veel langer werken om een goede dekking van de ondergrond te krijgen. Maar en dat ontdekte ik al doende er kwamen onverwacht ook vele andere mogelijkheden naar boven die met gewoon pastelkarton niet mogelijk waren. Welk dat zijn wil ik morgen verder uitleggen
In de donkerste dagen van het jaar wil ik iets zonnigs bespreken. Ik ga van het schilderij "Provence" enkele technieken van naderbij bekijken. Het schilderij zelf is reeds enkele jaren oud maar nog steeds vind ik dat ik met dit schilderij een grote stap voorwaarts heb gemaakt in het pastelschilderen. Tevens is dit schilderij nog in mijn bezit en behoort tot één van de favoriete schilderijen van mijn echtgenote. Ook heb ik met dit schilderij deelgenomen aan een wedstrijd over de grens en tot mijn verbazing ..................? Vanaf morgen start ik met schrijfsels en uitleg over het ontdekken van de enorme mogelijkheden van Pastel en aanverwanten.
Voor dit onderdeel kan je op dezelfde manier tewerk gaan als bij het kiezen van een passepartout. Meestal kies ik de kader in functie van het schilderij, de gebruikte kleuren in het schilderij en in de passepartoute. Hier heb ik mij laten leiden door enkel zaken die ik voor een gedeelte beschreven heb in de keuze van een passepartoute. In de eerste plaats heb ik gekeken welk is de meest naar voor tredende kleur bij het schilderij tesamen met de passepartoute. Dan kun je twee zaken zeggen: ofwel het blauw van de deur ofwel het goud van de passepartoute. Gezien het blauw van de deur niet terugkomt in een extra passepartoute heb ik nu gezorgd voor een compensatie en heb ik de hoofdkleur van de kader blauw genomen. Om het totale beeld af te werken heb ik er verder voor gezorgd dat er ook een zweem van goud aanwezig was in de lijst. Als je nu goed op de foto kijkt dan kun je duidelijk zien dat nu alles wat ik beschreven heb in de vorige schrijfsels toegepast is in dit werk. Ik hoop dat je hiermee weer wat duidelijker inzicht heb gekregen dat het schilderen niet alleen uit schilderen bestaat maar er ook een aantal aanverwante technieken en inzichten nodig zijn om een Pastelschilderij op niveau te kunnen afleveren. De aanhorige technieken vragen misschien niet zoveel talent het schilderen zelf, maar minstens een zeer goed inzicht in de kleurenleer . Graag wil ik de opmerkingen van degenen die dit lezen horen om eventuele vragen die er nog zijn te kunnen beantwoorden.
In eerste instantie dient een passepartoute bij een pastelschilderij om dat schilderij te vrijwaren van het glas dat voor het schilderij zit.. In tweede instantie dient deze passepartoute een verrijking voor het schilderij te zijn. Daarom is het van het grootste belang zulk passepartoute met de grootste zorg te kiezen. Meestal opteer ik voor een dubbelpaspartoute. Dit wil zeggen dat ik twee passepartoutes op elkaar bevestig waarbij de onderste, meestal, rond de volledige omtrek een halve centrum groter is dan de bovenste. Ook dit heeft weer een tweeledig doel. In de eerste plaats doe ik dit om nog meer diepte te creëren tussen het schilderij en het glas en in de tweede plaats om het schilderij een aanvullende waardering te geven. Veel pastellisten beperken hun kleurenkeuze tot enkel neutrale kleuren (wit, beige, gebrokenwit, lichtroze of grijs edm) en spelen zo een beetje op save. Dit doe ik niet. De reden is zoals ik reeds zei dat het passepartout een verrijking voor het schilderij dient te zijn. Dus ga ik kleuren kiezen voor het passepartoute die ofwel een tegenstelling zijn voor de kleuren van de tekening of de gebruikte kleuren van het schilderij versterken in de zelfde tinten. Deze keuze maak ik geheel gevoelsmatig. In ons voorbeeld heb ik gekozen voor een enkele passepartoute. Er zijn mischien wel lezers die zich afvragen waarom dan nu een passepartoute en waarom goudkleurig en niet blauw. Omdat het blauw van de deur reeds genoeg aanwezig is in de tekening. En dan zou het blauw alles gaan overheersen en dat kan niet de bedoeling zijn. Dus heb ik gekozen in dit geval voor één en een goudkleurige passepartoute genomen. Dit heeft als reden dat ik het zonnige van de streek wilde weergeven maar ook en dat is de voornaamste reden wilde ik de rijkheid van een moskee hier benadrukken. Natuurlijk speelt ook mee dat deze goudkleur de gele en oker tinten van de muur weerspiegelt. Wanneer men dan het schilderij dan nog eens overloopt dan ontbreekt er nog een ding om te bespreken en dat is de keuze van de lijst en daar wil ik morgen de reeks mee afsluiten.
Om een pastelschilderij af te werken zoals het hoort dient men rekening te houden met de kader en natuurlijk met de passepartout. Over de lijst wil ik de volgende dagen iets meer uitleg geven . Vandaag zou ik willen aanvatten met de passepartout. Je dient voor de passepartout rekening te houden met twee zaken enerzijds zijn de afmetingen van belang en anderzijds is de kleur van groot belang. Over de afmetingen kan ik redelijk kort zijn meestal neem ik de twee zijkanten en de bovenkant gelijkvan breedte voor de onderkant neem ik meestal een twee centimeters meer. Waarom ik de onderkant iets meer breedte geef dan de andere kanten is vrij eenvoudig. Het is namelijk zo dat de onderkant eigenlijk het schilderij moet ondersteunen (niet letterlijk) en daardoor iets robuuster mag zijn dan de drie andere kanten. Dat je voor een groot schilderij ook een breder passepartout neemt lijkt vrij normaal al kan het soms ook heel mooi zijn om voor een schilderij met kleinere afmetingen een redelijk breed passepartout te nemen. De werkelijke breedte is natuurlijk weer iets van goede smaak en er voor te zorgen dat je schilderij er beter van wordt. Voor de kleur neem ik meestal de tijd. Door goed te kijken en te kiezen welke kleur het dichts aanleunt bij mijn werken krijg ik meestal een goede afwerking . Er zijn nogal wat kunstenaars die op veilig spelen en zich beperken tot enkele neutrale tinten. Ook in onze kunstkring wordt dat nogal eens gedaan. Wel ik doe dit niet, ik vind dat je, door een juiste passepartoute (qua afmetingen en kleur) te kiezen, je een extra dimensie kan toevoegen aan je schilderij. Ik ben namelijk van menig dat zowel de passepartout als de kader een wezenlijk onderdeel vormen van je schilderij. Dit wil niet zeggen dat deze twee onderdelen het geheel moeten overheersen, maar dat zij wel een perfecte aanvulling van je schilderwerk dienen te zijn. Door hieraan met de nodige omzichtigheid te werk te gaan en de nodige aandacht te schenken zal het werk in het algemeen een trapje hoger komen te staan. Morgen wil ik uitleggen waarom ik bij dit schilderij een goudkleurig passepartout heb genomen.
Vandaag enkele woordjes over het passepartout rond een schilderij. Er zijn nogal eens mensen die me vragen waarom er rond een akwarel of pastel meestal een passepartout wordt geplaatst. En waarom dit niet het geval is rond een olieverf of acryl schilderij. Omdat je een akwarel en pastel meestal achter glas inlijst, voor een betere conservatie, dien je er best voor te zorgen dat je kunstwerk niet tegen dat glas gedrukt wordt. Om aan dit principe te voldoen dien je een ruimte te creëren tussen het glas en het werk.Die ruimte kan je dus met een passepartout maken. Het is namelijk zo dat wanneer je werk tegen het glas aankomt te liggen je werk beschadigd kan raken door bv condensatie. Die condensatie gaat zich meestal vormen aan de binnenkant van het glas. Ik heb ooit op een tentoonstelling van akwarellen gezien, dat door de overvloedige condensatie verschillende werken beschadigd waren. Gezien akwarellen voor het grootste gedeelte uit water bestaan en dit water bij grote temperatuur schommelingen voor condens kan zorgen, kan dit soms problemen geven. Ik wil er onmiddelijk bij vermelden dat dit euvel zich meestal voor doet wanneer men niet genoeg aandacht besteed aan de afwerking van het schilderij. Bij pastel is er nog een bijkomende reden waarom zo een passepartout nuttig is. Je kan namelijk er voor zorgen, dat je passepartout aan de onderkant een milimeter van het schilderwerk verwijderd blijft. Hierdoor is het mogelijk dat losse deeltjes pastel steeds via deze opening achter het passepartout verdwijnen. Normaler wijze komen er geen deeltjes pastel los maar indien het gebeurt en je hebt je werk aan de onderkant tegen het passepartout aanstaan, kunnen deze losse deeltjes niet weg. Waardoor zij tussen het glas en de passepartout of op de schuingesneden kant van het passepartout komen te liggen. Iets nogal rommelig overkomt vind ik. Om dit verschijnsel tegen te gaan zijn er ook pastellisten die de laatste laag van het schilderij overvloedig fixeren , waardoor het pastel vaster komt te zitten op zijn ondergrond. Ik fixeer nooit de eindlaag van een pastel omdat het fixeren de kleuren van pastel verdonkert en redelijk beinvloed, iets waar ik niet van hou. Morgen kiezen van kleur voor de passepartout.
Kiezen van een passepartout voor een pastelschilderij.
Gezien ik mijn schrijfsels over het ontstaan van een pastelschilderij onderbroken heb voor enkele woorden uitleg te geven over de K. van Bockrijckprijs wil ik vandaag weer aanvatten met mijn beschrijving over een deur vna een moskee.Om alles toch een beetje duidelijk te laten overkomen start ik met het bericht over: Waarom een Pastelschilderij achter glas inlijsten? Pastel is een nogal kwetsbare kleurstof. Dit wil niet zeggen dat het pastel dat op papier of karton aangebracht is, geen degelijke kwaliteit heeft, maar eerder, dat het nogal stof gevoelig is. Wanneer je een pastel zou ophangen zonder een beschermende glaspartij dan zou het schilderij zeer snel, veel van zijn natuurlijke klasse verliezen. Een zelfde verschijnsel doet zich voor bij akwarellen. Ook hier moet je het schilderij achter glas zetten omdat het anders zeer snel zou verouderen. Akwarel heeft een bijkomend nadeel, namelijk dat het nogal lichtgevoelig is. Wanneer je een akwarel rechtstreeks in de zon of op een plaats waar het zonlicht vrij spel heeft, gaat ophangen, dan kan je na een aantal jaren zien dat de kleuren gaan verminderen qua intensiteit. Met de huidige kleuren is iets het minder het geval maar toch dien je er best op te letten dat je een akwarel niet rechtstreeks ophangt daar waar de zon vrij spel heeft. Met pastel heb je daar geen last van. Een van de eigenschappen van pastel is dat het zeer kleur echt en zeer kleur vast is.Het is eigenlijk geen verf maar krijt. En natuurlijk helpt het glas ook om je pastel te conserveren als je je schilderij goed afsluit. Ik gebruik steeds een speciaal geslepen glas van 3 mm dikte om mijn pastel mee in te lijsten. Er zijn pastellisten die gewoon glas gebruiken maar dat geeft niet het zelfde resultaat. Ik vind en meen te weten, dat wanneer iemand een pastel mooi vindt en die pastel wil kopen, hij /zij zeker niet op 10 of 20 extra zal kijken. Gewoon glas is natuurlijk wel een stuk goedkoper maar kwalitatief ook een stuk minder. Het nadeel aan glas voor een schilderij te plaatsen is natuurlijk dat je soms reflecties van kunstlicht in het glas ziet. Ook bij het fotograferen van dergelijke werken met een flitslicht heb je nogal eens problemen. Het licht van de flitser wil soms wel eens een lelijke witte vlek op je foto achter laten, dit kan je goed zien op de hierbij geplaatste foto. Daarom nemen sommige mensen ontspiegeld glas, dat heeft als voordeel dat je geen reflecties meer hebt, maar het grote nadeel is dat het ook een heel stuk van de kleuren rijkdom van je schilderij weg neemt. Daarom zal ik nooit een akwarel of pastel inlijsten achter ontspiegeld glas. Morgen wil ik de passepartout belichten met name zijn functie en waarom ik die gouden kleur gekozen heb.
Het werk van René op de tentoonselling Karel van Bockrijck
Op de foto een van de drie blindtekeningen van René. Zoals je kan zien bestaat het grootse gedeelte van de tekening uit een lijn. Bekijk hierbij zeer kritisch de zeer moeilijke houding van het model. Er is verder doorgewerkt aan de hand volgens dezelfde methode van blindtekenen. Waarom moeilijk ? Omdat er zeer veel perspectivistiche verkortingen in voorkomen.
Geselecteerd voor de Karel van Bockrijckprijs 2005: René Vandebroek
Gisteren gaf ik reeds aan dat een van onze leden geselecteerd is voor de Karel van Bockrijckprijs. René Vandebroek maakt reeds enkele jaren deel uit van onze kunstkring Alkanna. Hij is op latere leeftijd opnieuw beginnen te tekenen en ik moet zeggen eigenlijk is het spijtig dat deze "kunstenaar" niet vroeger herbegonnen is. Maar het is zoals het zo dikwijls gaat voor mensen van onze generatie eerst zorgen voor de kroost via een "gedegen" beroep en dan komt de "hobby". De hobby van René is meer dan een hobby alleen, hij heeft namelijk talent te over voorwat zijn tekenkunsten aangaat? Sinds een tweetal jaren is hij afgestudeerd aan de Academie van Bilzen en hij vervolmaakt zich sindsdien verder aan de Academie van Hasselt. In deze academie bestaat er een gedegen opleiding met als resultaat "Master in de tekenkunst". Daarom vind ik deze selectering voor deze prestigieuse tentoonstelling een eerste parel aan zijn werk. Ook is het bijzonder dat de jury zijn werk, dat een niet alledaagse vorm van tekenkunst is, selecteerde voor deelname aan de tentoonstelling. Het werk is namelijk ontstaan uit de blindtekenmethode. Wat houdt dat blindtekenen dan in zul je, je mischien wel afvragen? Blindtekenen is een vorm van expressie die men zich aanleert om de coördinatie oog hand te vervolmaken. Dit wil zeggen dat je een object gaat tekenen door enkel naar dat object te kijken en niet op je blad kijkt voor eventuele correcties aan te brengen. Dit wil tevens zeggen dat je tekening eigenlijk uit één ononderbroken lijn dient te bestaan. In het geval van René was het nog moeilijker gezien hij verschillende poses van een model blindelings tekende. Tot slot hoop ik dat ik hiermee de trouwe bezoekers van mijn blog, weer iets meer heb kunnen bijbrengen over een niet alledaagse manier van expressie, maar zeer doeltreffend is om vormen en verkortingen in de vingers te krijgen. Dus René vanwege alle leden van Alkanna een welgemeend proficiat en moge je nog lang lid blijven van onze kunstkring.
Vandaag wil ik iets meer uitleg geven over deze vijfjaarlijks prijs die dit jaar 2005 voor de vijfde keer is gehouden. Zoals ik reeds eerder vermeldde is dit jaar het zestig jarige bestaan van de Federatie voor Beeldende Kunsten samengevallen met de K. van Bcokrijckprijs. Enkele getallen zullen aantonen dat deze prijs een redelijke weerklank heeft in Limburg bij de amateurkunstenaars. Er waren 63 kunstenaars die in totaal 170 werken hebben binnengebracht. Gezien er voor deze prijs een selectie dient te gebeuren is er steeds een jury aanwezig die een volle dag debatteerde over de ingebrachte werken. Deze werken waren niet enkel schilderwerken maar ook de andere diciplines zoals glaskunst en beeldhouwkunst waren aanwezig. Uit dit grote aanbod selecteerde de jury 37 kunstenaars met in totaal 63 kunstwerken. Deze kunstenaars kwamen uit 19 kunstkringen van de 20 kunstkringen aangesloten kunstkringen wat een enorm succes betekende. Ook uit onze kunstkring Alkanna hebben twee kunstenaars deelgenomen waarvan er één geselecteerd is namelijk René Vandebroek. René die nog academie loopt in Hasselt voor vervolmaking van zijn tekentalenten heeft deelgenomen met een werk dat ontstaan is via de blindtekenmethode. Maar hierover wil ik morgen meer uitleg geven en mijn stuk over de K. van Bockrijckprijs afsluiten. Wat ik u vandaag nog wil tonen is het werk van Paesmans Philip (zie foto) die met zijn inzending de eerste prijs wist weg te kapen. Zijn werk bestaat uit drie olieverf werken die de titel dragen "Icarus te dicht bij de zon ....?". De prijswinnar is lid van de kunstkring Alkarte welke samen met Koninklijke Kunstkring Heikracht-Neerpelt 6 weerhouden leden in de eindselectie wisten te plaatsen. Pikant detail hierin is dat de Kunstkring Heikracht-Neerpelt (reeds gesticht in 1929) een van de stichtende Kunstkring leden is van de Federatie 60 jaar geleden.
Gezien ik gisteren in mijn gastenboek de vraag kreeg of Karel van Bockrijck iets te maken heeft met het domein Bokrijk en mijn schrijfsel door externe omstandigheden misterieus verdween begin ik er vandaag opnieuw aan. Om op de vraag van Jan Frederick te antwoorden, Karel van Bockrijck heeft als persoon geen uitstaans met het domein Bokrijk. Het domein bevindt zich in een van de deelgemeente van Hasselt met de naam Bokrijk.De persoon die wel invloed heeft gehad was de "in gestalte kleine maar in daden grote man" Gouverneur L. Roppe. Hij was bij leven de grote bezieler en heeft ervoor gezorgt dat het domein tot stand kwam en heeft ook heel sterk gewerkt aan de internationale bekendheid van dit openlucht museum. Wat Karel van Bockrijck betreft kan het zijn dat zijn voorvaderen de naam "van Bockrijck" kregen omdat zij toendertijd "van Bockrijck" kwamen maar dat weet ik niet helemaal zeker. Wat ik wel weet is dat K. van Bockrijck de eerste naoorlogse Griffier van de provincie Limburg was. En dat hij aangezocht werd door een groep Kunstminners om bij de oprichting van de Federatie op 22 december 1945 als eerste voorzitter aan te treden. Dat die mensen wisten waar "Abraham de mosterd haalt" moet duidelijk zijn. Zij wisten immers, de man die het financiën van Limburg beheerde en mee hielp verdelen, er toe te overhalen om voorzitter te worden. Waardoor zij verzekerd waren een voor die tijd redelijk gewichtig man op de bok van hun kar te krijgen. Want tot dan toe stelde de provincie Limburg geen al te grote ijver en belangstelling ten toon als het ging om Kunst in het algemeen en Beeldende kunst in het bijzonder. De doelstelling die de toenmalige Federatie voor Beeldende Kunsten zich stelde was om een aantal Kunstverenigingen onder een noemer te plaatsen als ook om beginnende Limburgse Kunstenaars een goede start te geven. Dat dit project slaagde kan men zich wel voorstellen, gezien deze Federatie na 60 jaren bloeit als nooit te voren. Op dit moment telt deze Koninklijke vereiniging 20 aangesloten Kunstkringen wat staat voor een 700 tal aangesloten leden. Als erkentelijkheid voor Karel van Bockrijck zijn werk en ijver werd in 1985 de eerste vijfjaarlijkse prijs Karel van Bockrijck ingericht. Dit jaar in 2005 was het reeds de vijfde maal dat deze prijs werd uitgereikt maar daar wil ik morgen iets meer over vertellen.
Sorry maar de tekst bij dit artikel is helemaal de mist ingegaan wegens storing of fout lopen van de internet lijn . Daarom morgen deze tekst. Op de foto herkent u de deputé van de provincie Limburg voor oa. financiënen kunst de heer Jos Claesens (links op de foto), de winnaar van de K. van Bockrijckprijs de heer Filip Paesmans (rechtss), de eervolle vermelding mevrouw Spiering Henriette tweede (van rechts) en tenslotte Pierre Vanstipelen penningmeester van de federatie.
Zoals ik reeds in een van mijn vorige schrijfsels vermeldde ben ik lid en voorzitter van de Kunstkring Alkanna. Onze kunstkring is lid van de Koninklijke Limburgse Federatie voor Beeldende Kunsten. en bij deze federatie ben ik penningmeester. Naar aanleiding van het zestigjarig bestaan van de Limburgse Federatie en de door deze federatie in het leven geroepen vijfjaarlijkse prijs Karel Van Bockrijck. Voor deze prijs wordt er om de vijf jaar een wedstrijd uitgeschreven voor amateur kunstenaars uit de provincie Limburg. Deze prijs, voor beeldende kunsten, waarvoor er een zeer grote belangstelling is, en waaraan tevens een tentoonstelling is gekoppelt loopt momenteel in het Dommelhof te Neerpelt. Deze tentoonstelling is toegankelijk vanaf maandag 5 december tot en met zondag 18 december alle dagen van 14 tot 17 uur. Deze Prijs is in Limburg uitgegroeit tot een waardevolle Kunsthappening voor de Limburgse Amateur kunstenaars die via een Limburgse kunstkring lid zijn van onze Federatie. Afgelopen zondag was er de opening van deze tentoonstelling met tevens de bekendmaking van de Laureaten en de prijswinnaar Karel van Bockrijk. Gezien de waarde van deze prijs voor de Limburgse amateurkunstenaars wil ik de volgende dagen iets meer uitleg geven over het ontstaan en laureaten van dit evenement en even mijn reportage van de deur van een moskee onderbreken..
Vandaag enkele woordjes over het passepartout rond een schilderij. Er zijn nogal eens mensen die me vragen waarom er rond een akwarel of pastel meestal een passepartout wordt geplaatst. En waarom dit niet het geval is rond een olieverf of acryl schilderij. Omdat je een akwarel en pastel meestal achter glas inlijst, voor een betere conservatie, dien je er best voor te zorgen dat je kunstwerk niet tegen dat glas gedrukt wordt. Om aan dit principe te voldoen dien je een ruimte te creëren tussen het glas en het werk.Die ruimte kan je dus met een passepartout maken. Het is namelijk zo dat wanneer je werk tegen het glas aankomt te liggen je werk beschadigd kan raken door bv condensatie. Die condensatie gaat zich meestal vormen aan de binnenkant van het glas. Ik heb ooit op een tentoonstelling van akwarellen gezien, dat door de overvloedige condensatie verschillende werken beschadigd waren. Gezien akwarellen voor het grootste gedeelte uit water bestaan en dit water bij grote temperatuur schommelingen voor condens kan zorgen, kan dit soms problemen geven. Ik wil er onmiddelijk bij vermelden dat dit euvel zich meestal voor doet wanneer men niet genoeg aandacht besteed aan de afwerking van het schilderij. Bij pastel is er nog een bijkomende reden waarom zo een passepartout nuttig is. Je kan namelijk er voor zorgen, dat je passepartout aan de onderkant een milimeter van het schilderwerk verwijderd blijft. Hierdoor is het mogelijk dat losse deeltjes pastel steeds via deze opening achter het passepartout verdwijnen. Normaler wijze komen er geen deeltjes pastel los maar indien het gebeurt en je hebt je werk aan de onderkant tegen het passepartout aanstaan, kunnen deze losse deeltjes niet weg. Waardoor zij tussen het glas en de passepartout of op de schuingesneden kant van het passepartout komen te liggen. Iets nogal rommelig overkomt vind ik. Om dit verschijnsel tegen te gaan zijn er ook pastellisten die de laatste laag van het schilderij overvloedig fixeren , waardoor het pastel vaster komt te zitten op zijn ondergrond. Ik fixeer nooit de eindlaag van een pastel omdat het fixeren de kleuren van pastel verdonkert en redelijk beinvloed, iets waar ik niet van hou. Morgen kiezen van kleur voor de passepartout.