Regelmatig schrijf ik een artikel over de jaarlijkse dotaties aan het koningshuis.
Vorig jaar zei de koning in zijn kerstboodschap (over de Kerstboodschap van dit jaar, waarin hij eens te meer zijn anti-Vlaamse sympathieën wist te uiten wil ik het nu niet hebben) dat iedereen offers zal moeten brengen om uit de crisis te geraken. Iedereen behalve hijzelf en zijn familie blijkt weeral eens te meer.
Ondanks de regering-Di Rupo in het regeerakkoord beloofde dat de dotaties voor de leden van de koninklijke familie twee jaar lang bevroren zouden worden, dit en volgend jaar dus, werd gisteren bekend dat de dotatie aan het koningshuis volgend jaar met 2,5 procent of bijna 300.000 euro stijgt tot ruim 11,5 miljoen euro en dus toch aangepast wordt aan de inflatie.
De koning krijgt elk jaar een som voor de uitoefening van zijn functie, de zogenaamde civiele lijst. Die belofte komt de regering na voor de kinderen van de koning en voor koningin Fabiola, maar niet voor de koning.
Voor dit jaar deed de koning wel een geste. Met zijn opslag' beloofde hij de renovaties aan zijn residenties te betalen, uitgaven waar de regering normaal voor instaat.
(voor mijn vroegere artikels over de dotaties aan het Koningshuis: tik 'dotaties' in 'Zoeken in blog'.)
|