Woensdagmorgen trekken we de stad Memmingen in. Langs een mooi aangelegd park komen we bij een oude stadspoort, langs de stadsmuur loopt een beek die ons tot in het centrum leidt. Het centrum is één grote voetgangerszone met een groot en mooi marktplein met imposante gebouwen. Nadien rijden we verder richting Frankrijk, ik wil als het kan nog wat genieten van rust aan de waterkant en wat te vissen. Na een korte wandeling in Colmar rijden we naar Thaon les Vosges, waar een mooie camperplaats is bij het Canal des Vosges en blijven er twee nachten. Het is er erg leuk aan de waterkant en ik kan mij enkele dagen uitleven met te vissen, de vangst is redelijk talrijk maar de vissen aan de kleine kant maar wel leuk. We gaan ook fietsen langs het kanaal waar een goed berijdbaar fietspad ligt. Ons volgende doel is Charmes, een erg campervriendelijk dorp want er zijn wel 100 plaatsen beschikbaar ook weer aan hetzelfde kanaal gelegen. De plaats is goed verzorgd en voorzien van alle comfort, tegen een vergoeding van 6,00 wat erg redelijk is. We knopen er ook een gesprek aan met een Duits koppel die met een eigengemaakt vlot op doortocht zijn naar Bordeaux, met datzelfde vlot hebben ze reeds het Kanaal naar Engeland overgestoken. Het is haast niet te geloven dat ze zulke afstanden kunnen doen met dit vaartuig.
Vanuit Bratislava willen we naar Salzburg rijden,na flink wat zoeken vinden we de weg naar Wenen die niet over een tolweg gaat. Via kleine landwegen gaat het langs schilderachtige valleien en kloven, de zon schijnt volop en het landschap toont zich op zijn best. De blauwe lucht en het helle groen van de weiden vormt een prachtig decor. In Kernhof strijken we neer op een kleine camping gelegen in een breed en schilderachtig dal. Maandag rijden we verder door het natuurpark de Wildalpen. Alweer imposante bergen en betoverend landschap. Hoe meer we Salzburg naderen wordt de lucht donkerder en dreigend. Net aangekomen op de camping bij Salzburg begint het te regenen en het blijft zo ook op dinsdagmorgen. Volgens de weersverwachting zou het de hele dag blijven regenen. We voelen er niets voor om in de regen door Salzburg te lopen en besluiten om verder te rijden. Wanneer we een eind in Duitsland zijn wordt het weer iets beter en in Wasserburg am Inn nemen we de tijd om rustig door het stadje te lopen dat in een lus van de Inn ligt en een mooi oud stadscentrum bezit. Na de siësta rijden we tot in Memmingen, waar we in de late namiddag aankomen.
Reeds van in de 12de eeuw keek er een vesting boven Bratislava over de Donau. Het huidige kasteel brandde in 1811 af en werd pas over een dertigtal jaren gerestaureerd. Het was weer een hele klim om tot boven te geraken. Het kasteel is indrukwekkend maar heeft verder niet veel te bieden. Het is wel een mooi zicht op de Donau en de bruggen er overheen. De oude stadskern biedt ook weer mooie hoekjes en interessante gebouwen. Het is er aangenaam wandelen en terrasjes nodigen uit om rustig te gaan zitten.
Het kasteel van Bojnice is reeds van ver zichtbaar in het landschap. Het werd gebouwd aan het einde van de 12de eeuw en later verbouwd in renaissancestijl. In de 19de eeuw was het eigendom van de rijke Hongaarse familie Palfy die het liet verbouwen in de stijl van de franse Loire kastelen. Het ziet er prachtig uit en een geleid bezoek duurt een uur en een kwartier. In een snel tempo worden we door één derde van de 250 kamers geleid. Het is erg mooi ingericht en het interieur is prachtig met veel houtsnijwerk.
Banska Bystrica is een stad in Midden Slowakije die in het verleden de grootste koper- en zilvermijnen van Europa bezat en het koninkrijk Hongarije rijk maakte. Het hield er een historisch centrum aan over met een weelderige architectuur. Het centrale plein van de oude stad is omzoomd met prachtige gebouwen die getuigen van een rijk verleden. Vele terrassen nodigen uit om wat te verpozen.Bij het museum van de Slowaakse wederopstanding zien we nog een mooi oud DC3 vliegtuig.
Dicht bij Roznava ligt boven op een hoge heuvel de versterkte burcht Krasna Horka waarvan de bouw in 1320 is begonnen en nadien verschillende malen uitgebreid en verbouwd werd. De familie Andrassy, die een rol speelde in de kroning van Sissi tot keizerin van Hongarije, waren er de laatste bezitters van en hebben er in 1906 een museum van gemaakt. Denes Andrassy de laatste eigenaar, die zielsveel van zijn vrouw hield, liet voor haar een mausoleum bouwen en een prachtige lijkwagen. Ze stierf in München en de lijkwagen moest haar stoffelijk overschot van het station 10km verder naar haar laatste rustplaats brengen. De rondleiding door het kasteel duurde een klein uur en was interessant om te zien. Toen we buiten kwamen was het weer aan het regenen en zo bleef het voor de rest van de dag.
Ons doel voor vandaag is Kezmarok, dat over een stadskasteel beschikt en een houten Evangelische kerk met mooie beschildering. Bij het opstaan regent het en het blijft de hele dag regenen. In Kezmarok is het kasteel zowel als de kerk gesloten op zondag. We kunnen wel enkele fotos nemen van het kasteel en de binnenstad. We rijden verder om de burcht Spis te bekijken, maar het is te laat om er nog binnen te kunnen en bovendien blijft het regenen. Een foto onder een donkere hemel is de enige die we kunnen nemen, een echte baaldag. In een dorpje onder de burcht blijven we overnachten. Maandag zijn alle musea gesloten, dus rijden we verder naar Roznava waar in de buurt nog een schitterende burcht is. We moeten daarvoor over een pas van 920m. De weg is barslecht en stijgt met 18% bovendien staan er borden die vrachtwagens van meer dan 6 meter verbieden op deze weg. Wij hebben geen vrachtwagen dus rijden we door, het ging erg traag over een weg vol putten en scheuren, opgelucht komen we in Roznava aan. Het centrale plein is weer leuk om zien en heeft een kathedraal met prachtige altaren en muurschildering
In het oosten van Slovakije bevinden zich nog verschillende houten Orthodoxe kerken uit de 16de eeuw, gebouwd door de plaatselijke boeren zonder gebruik te maken van metalen spijkers. In Ladomirova bezoeken we de kerk gewijd aan de aartsengel Michaël, het interieur is rijkelijk versierd zoals in Orthodoxe kerken meestal het geval is. De drie torens stellen de H. Drievuldigheid voor. Het herinnert ons aan de Noorse Stavkirkes. De tocht gaat verder naar Bardejov, één van de schilderachtigste plaatsen van Slovakije. Het oude centrum is nog ommuurd en het centrale plein is werkelijk echt mooi. De gotische kathedraal heeft drie zeer hoge beuken en bezit een uitzonderlijk mooie collectie altaren met schitterende retabels.
Van Bardejov trekken we naar Stara Lubovna waar een reusachtige burcht, die de handelsweg naar Polen moest beschermen, boven de stad troont. Het is flink klimmen om er te geraken. De burcht is grotendeels vervallen, maar er wordt stevig gerestaureerd. Eén maal boven krijgen we weer een weidse blik op de omgeving.
Op 20 km van Kosice in Herlany is er een springbron die om de 34 uurkoud water spuit tot 30 meter hoogte, op goed geluk trekken we er naar toe. We komen net op tijd om de laatste oprisping te zien en het water spuit nog slechts een 10-tal meter, van op afstand kunnen we de zwavel in het water ruiken. Verder naar Presov, deze stad heeft ook weer een mooi centrum dat uit één lange straat bestaat, met ook weer een prachtige kathedraal. Prachtige gebouwen in renaissance en barokstijl lijnen het plein af.
Onderweg naar Svidnik rijden we door het bergachtige landschap van Slowakije en rijden langs grote graanvelden en nette dorpen. We komen echter ook door enkele dorpen waar Roma zigeuners een verplicht onderkomen hebben en deze mensen wonen daar in krotten en bouwvallige huizen, echt mensonwaardig.
Kosice is de eerste stad die we zullen bezoeken in Slowakije en in de late namiddag komen we aan bij de camping aan de rand van de stad. Het is broeiend heet en we zoeken een schaduwrijk plekje. De camping biedt weinig comfort en het sanitair stamt uit de jaren vijftig. Het is echter de enige in de wijde omgeving, een zwembad is er dus niet en de douche brengt dan de nodige afkoeling.
Donderdagmorgen gaan we met een ouderwetse tram de stad in. De Hlavna ulica in het hart van de stad is één lange straat waar de voornaamste bezienswaardigheden te vinden zijn. Het pronkstuk is de Sint-Elisabethkathedraal gebouwd in de 14de eeuw in gotische stijl met een zeer mooi interieur. De straat is afgezoomd met statige gebouwen en geven een goede indruk van de vroegere rijkdom van de stad. In een klein restaurantje kunnen we voor 15 een middagmaal doorspoelen met een halve liter bier per persoon.
Dwars door Budapest tot bij de camperdealer van Rimor. Een bijgeroepen elektricien kan ons probleem ook niet goed aan uit na lang zoeken vind hij niet de oorzaak, maar door één van zijn handelingen brengt hij mij op een idee. Onder de motorkap zit er ook een smeltzekering die redelijke sporen van corrosie draagt. Na deze grondig te hebben afgeschraapt schijnt alles weer normaal te werken. Opgelucht rijden we verder tot in Gyöngyös waar we een plaatsje vinden voor de nacht. s Avonds maken we nog een wandeling door het rustige stadje met een aangenaam centrum.
Dinsdag gaat het naar het Matragebergte en voert de weg langs de hoogste berg van Hongarije 1015m. de weg slingert door het groen en van enig uitzicht is niets te merken. De stad Eger is ons doel voor vandaag en rond de middag komen we ter plaatse. Na de siësta trekken we de stad in. Langs mooie parken gaan we naar het centrum met indrukwekkende gebouwen en kerken. Boven de stad is er de onvermijdelijke burcht, waarvan slechts een ruïne rest. Deze burcht heeft in het verleden van de stad een grote rol gespeeld want een klein leger inwoners hield stand tegen een groot Turks leger. Later werd de stad toch door de turken ingenomen, er staat nog steeds een minaret uit die tijd. Het is zelfs de meest noordelijk gelegen originele minaret. Eger is ook een wijncentrum en op een terrasje proeven we een lekkere Egri Bikaver die de benaming stierenbloed draagt.
Het is wat frisser geworden, de zon schijnt nog steeds maar door een vrij hevige frisse wind is de temperatuur beter. We rijden nu richting Budapest, waar we hopelijk ons elektrisch probleem opgelost krijgen. In de stad Veszprém houden we even halt om de oude citadel te bezoeken, het is eigenlijk één lange straat met langs elke kant mooie barokgebouwen. Aan het einde van de straat een mooi uitzicht over de omgeving. Aan de rand van de stad Székesfehervar vinden we een rustige parkeerplaats aan een park met een mooie vijver.
Het Balatonmeer betekent voor de Hongaren strandplezier en vertier. Langs het uitgestrekte meer zijn er talloze kampeerplaatsen die nu in het hoogseizoen bezet zijn door vakantiegangers van vele nationaliteiten. Na een lange rit in de volle zon bereiken we Kesztehely aan het meer en op een kleine camping met zwembad duiken we dankbaar voor enige verfrissing in het water. Zaterdagmorgen met de fiets een ritje langs het meer en in de namiddag terug het water in want het is inmiddels 40° in de schaduw. s Nachts krijgen we een hevig onweer met felle rukwinden over ons heen en koelt het wat af.
We hebben problemen met het elektrisch systeem van de camper en in Maribor zou er een dealer van Rimor zitten. Dus wij op zoek in Maribor, maar op het opgegeven adres is niets meer te vinden want die handel is er stopgezet. De hitte doet ons weer water opzoek en bij Ptuj in het thermaal zwembad bij een camping vinden we soelaas. Het is wel vreemd om bij die hitte in een warm waterbad te gaan, het is wel koel bij het uitstappen. Er is ook echter een groot zwembad met Olympische afmetingen met fris water het is er heerlijk zitten.
Donderdag rijden we met de fiets naar Ptuj, deoudste stad van Slovenië. Ook hier weer fraaie huizen die in goede staat van onderhoud verkeren. Boven de stad troont ook weer de onvermijdelijke burcht, al die steden hadden vroeger bescherming nodig.. Na enig klimwerk komen we bij de burcht die er erg mooi uitziet en ook weer een weidse blik over de Drava en omgeving biedt. In de namiddag zoeken we weer verkoeling bij het zwembad en genieten van een rustige avond.
Het is nog steeds warm zomerweer en in de buurt zijn nog enkele stadjes die een bezoekje waard zouden zijn. We beginnen met Radovljica op een korte afstand van Bled. De oude stadskern is één langgerekte straat afgezoomd met mooie renaissance huizen die in de meeste gevallen dringend een goede onderhoudsbeurt nodig hebben.
Het volgende stadje is Skofja Loka dat er iets beter uitziet en nog een kasteel bezit dat over de stad uitkijkt, het is er niettemin fijn om er even in rond te kuieren.
Kamnik is het volgende doel maar het is reeds laat in de namiddag en bloedheet, een camping naast het zwembad is dan ook een aangewezen pleisterplaats en we genieten van een frisse duik in het zwembad.
Dinsdagvoormiddag bezoeken we Kamnik dat ook ongeveer hetzelfde stadsbeeld weergeeft maar wel beter onderhouden, ook hier hield ooit een burcht de wacht over de stad. Het is nog steeds heet en we verlekkeren ons reeds bij het gedacht aan het frisse water van het zwembad. Na de siësta steekt er echter een vreselijk onweer op en het water valt bij bakken uit de hemel. Tegen dat het opklaart is het te laat om nog te gaan zwemmen, pech.
We trekken vanuit Bovec, waar we de nacht door brachten, verder het Socadal in. Het dal wordt hier smaller en via 25 haarspeldbochten met een stijgingspercentage van 17% gaat het naar boven. Bij de Vrsicpas op 1618m hoogte ontspringt de Soca die we vaak kruisen, het is hard werk voor de auto want het grootste gedeelte van de weg moet in eerste versnelling. Dit is wel de zwaarste pas die we gehad hebben. Boven op de top hebben we een schitterend uitzicht en in evenveel haarspeldbochten rijden we naar beneden. We naderen nu Bled aan het gelijknamige meer, waar we ons op een camping installeren. Het is een prachtig uitzicht op het meer en het eilandje met een kloosterkerk, dat schittert in het blauwe water. Met een toeristisch treintje rijden we naar de stad om er de plaatselijke lekkernij te proeven met een goede koffie. Het is vreselijk heet en we keren terug naar de camping om ons te verfrissen in het meer.
Zondagmorgen fietsen we richting stad om er de rots te beklimmen waarop het kasteel op 125m hoogte over het meer uitkijkt. Het is voor ons een zware klim, gelukkig in de schaduw van het bos. In het kasteel is een tentoonstelling over het leven in de vallei van Bled, erg leerrijk. Van het oorspronkelijk interieur is niets meer te zien maar het gebouw heeft nog steeds uitstraling. Van op het terras genieten van het prachtige uitzicht op het meer, het eilandje en de omringende bergen, gewoonweg schitterend. Terug op de camping is het rusttijd en daarna waterplezier.
Op een 70-tal kilometer van Ljubljana bevindt zich het grottenstelsel van Postojna, gevormd door het water in het karstgesteente dat zichtussen Postonja en Triëste uitstrekt. In het zachte gesteente heeft het water vele kilometers grotten en ondergrondse rivieren uitgehold. De Postonja grotten zijn één van de grote toeristische trekpleisters van Slovenië. Met een treintje worden we 2 kilometer diep in de grotten ingevoerd. De temperatuur is er steeds ongeveer 10°C, de rit met het treintje gaat door lange gangen en grotere zalen, je weet niet waar je eerst moet kijken. Na de rit gaat het te voet verder onder leiding van een gids, die vakkundig uitleg verschaft. De stalagmieten en stalactieten zijn niet te tellen, het gaat bergop en bergaf van de ene prachtige zaal naar de andere, het is werkelijk een reusachtig spektakel. Na een wandeling van een drietal kilometer komen we terug bij het treintje dat ons terug naar de uitgang brengt. Vrijdagmorgen rijden we naar het 12 kilometer verder gelegen Predamski om er het kasteel te bezoeken. Het kasteel is werkelijk tegen de rots aan geplakt. De rotsen zijn ook doorregen met gangen en boden goede bescherming aan de bewoners. De eerste bebouwing dateert uit de 12de eeuw. De meest bekende bewoner was ene Erasmus, die zich de woede op de hals gehaald had van de Oostenrijkse keizer Frederik III. Deze laatste belegerde tevergeefs het kasteel gedurende meer dan één jaar. Maar Erasmus kon zich bevoorraden door het kilometerslange gangenstelsel. Tenslotte werd de onfortuinlijke Erasmus, verraden door één van zijn dienaren, door kanonskogels van de latrine afgeblazen.. Het kasteel schittert in het zonlicht en het is een genot er rustig doorheen te kunnen dwalen. Van op de balkons hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. We rijden dan verder het Socadal in. De natuur is hier weer op haar best en de Soca rivier kronkelt zich door de brede vallei met beboste hellingen, af en toe krijgen we de rivier te zien met haar turkooizen kleur.
Maandag rijden we ongeveer de hele dag door Bosnië, we zien onderweg doorheen het mooie landschap vele minaretten van de moskeeën. In het Servische deel van Bosnië zijn er dan praktisch geen moskeeën meer te zien, sporen van het oorlogsgeweld zien we bijna overal. Op een kleine camping brengen we onze laatste nacht in Bosnië door.
Dinsdag doorkruisen we nog een stuk van Kroatië alvorens we de grens met Slovenië oversteken. Onderweg naar Ljubljana breekt een hevig onweer los en in de gietende regen komen we bij de camping aan. Na enig zoeken vinden we een plaats waar we met droge voeten kunnen uitstappen. In de late namiddag houdt het op met regenen en kunnen we nog even buiten zitten.
Woensdagmorgen met de bus de stad in. Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, is een grote stad met industrie rondom. Het oude hart van de stad is erg gezellig en knus. Er staan vele mooie gebouwen en langs de stroom met zijn mooie bruggen is het fijn wandelen. Met een toeristisch treintje laten we ons naar boven tot aan de burcht voeren die ver over de stad uitkijkt. De burcht als gebouw is niet erg mooi, het is een samenraapsel van stijlen en ongelukkige restauraties. Er is echter een interessante tentoonstelling over de geschiedenis van de burcht en van Slovenië. Het uitzicht vanaf de top van de toren, 100 treden naar boven, is echt weids, de hele stad is goed te zien even als het omringend landschap. Beneden bezoeken we de plaatselijke markt waar we nog lekkere kersen kunnen kopen. Terug op de camping nemen we nog een verfrissende duik in het zwembad.
De weg van Mostar naar Sarajevo loopt voor het grootste gedeelte langs de Neretva rivier. Het landschap waar we doorheen rijden is prachtig, imponerende bergen waar de rivier smaragdgroen doorheen stroomt. Langs de kant van de weg, zoals we reeds overal in Bosnië zagen, staan op geregelde tijdstippen herdenkingsstenen voor gevallenen in de oorlog. Er is reeds veel terug opgebouwd maar de stukgeschoten en vernielde huizen zijn nog talrijk te zien. Een brede zesbaan weg voert het drukke verkeer Sarajevo in en uit. Het is een echte grootstad, van het oorlogsgeweld is niet veel meer te zien en er wordt driftig gebouwd. Veel bezienswaardigheden heeft de stad niet te bieden en we vervolgen onze weg richting Slovenië. Het stadje Jajce, waar nog een grote burchtruïne troont, bezit ook prachtige watervallen. Aan het meer strijken we neer op een nette camping. Met de fiets maken we een kort uitstapje naar het nabij gelegen meer, waar we ook weer mooie watervallen zien. Op die watervallen staan kleine huisjes die vroeger als molenwerk dienden voor allerlei doeleinden. Op een terras aan de rand van het meer genieten we van een frisse pint.
Het bedevaartsoord Medjugorje schijnt Lourdes in belangrijkheid te evenaren en dat willen we wel zien. Na enig zoeken, want onze Tomtom heeft van Bosnië niet veel in de mars, arriveren we in Medjugorje. Het is er een chaos van talrijke autobussen, voornamelijk Italiaanse, die horden passagiers uitlaten. De ene souvenirwinkel na de andere die dezelfde prularia aan de man trachten te brengen, een regelrechte kermis. Parking is er nauwelijks te vinden en we houden de plaats voor bekeken. Koers naar Mostar. Nabij de ingang van de oude stad vinden we een parkeerplaats waar we de nacht kunnen doorbrengen. Een gezellig straatje van de oude stad voert naar de bekende Stari Most of oude brug. Het is ook een toeristisch hoogtepunt en we zijn er echt niet alleen. De brug, die in de oorlog vernield was, is terug opgebouwd in zijn oude glorie. Overal in de stad zijn de wonden van de oorlog nog goed merkbaar, want dit was frontgebied. Nu echter leven moslims en christenen blijkbaar in goede verstandhouding. De parking waar we staan ligt achter een franciscaanse kerk, waar we om het kwartier de klok horen slaan, een aan de andere kant hoorden we net de muezzin oproepen tot gebed.