Het is nog steeds warm zomerweer en in de buurt zijn nog enkele stadjes die een bezoekje waard zouden zijn. We beginnen met Radovljica op een korte afstand van Bled. De oude stadskern is één langgerekte straat afgezoomd met mooie renaissance huizen die in de meeste gevallen dringend een goede onderhoudsbeurt nodig hebben.
Het volgende stadje is Skofja Loka dat er iets beter uitziet en nog een kasteel bezit dat over de stad uitkijkt, het is er niettemin fijn om er even in rond te kuieren.
Kamnik is het volgende doel maar het is reeds laat in de namiddag en bloedheet, een camping naast het zwembad is dan ook een aangewezen pleisterplaats en we genieten van een frisse duik in het zwembad.
Dinsdagvoormiddag bezoeken we Kamnik dat ook ongeveer hetzelfde stadsbeeld weergeeft maar wel beter onderhouden, ook hier hield ooit een burcht de wacht over de stad. Het is nog steeds heet en we verlekkeren ons reeds bij het gedacht aan het frisse water van het zwembad. Na de siësta steekt er echter een vreselijk onweer op en het water valt bij bakken uit de hemel. Tegen dat het opklaart is het te laat om nog te gaan zwemmen, pech.
We trekken vanuit Bovec, waar we de nacht door brachten, verder het Socadal in. Het dal wordt hier smaller en via 25 haarspeldbochten met een stijgingspercentage van 17% gaat het naar boven. Bij de Vrsicpas op 1618m hoogte ontspringt de Soca die we vaak kruisen, het is hard werk voor de auto want het grootste gedeelte van de weg moet in eerste versnelling. Dit is wel de zwaarste pas die we gehad hebben. Boven op de top hebben we een schitterend uitzicht en in evenveel haarspeldbochten rijden we naar beneden. We naderen nu Bled aan het gelijknamige meer, waar we ons op een camping installeren. Het is een prachtig uitzicht op het meer en het eilandje met een kloosterkerk, dat schittert in het blauwe water. Met een toeristisch treintje rijden we naar de stad om er de plaatselijke lekkernij te proeven met een goede koffie. Het is vreselijk heet en we keren terug naar de camping om ons te verfrissen in het meer.
Zondagmorgen fietsen we richting stad om er de rots te beklimmen waarop het kasteel op 125m hoogte over het meer uitkijkt. Het is voor ons een zware klim, gelukkig in de schaduw van het bos. In het kasteel is een tentoonstelling over het leven in de vallei van Bled, erg leerrijk. Van het oorspronkelijk interieur is niets meer te zien maar het gebouw heeft nog steeds uitstraling. Van op het terras genieten van het prachtige uitzicht op het meer, het eilandje en de omringende bergen, gewoonweg schitterend. Terug op de camping is het rusttijd en daarna waterplezier.
Op een 70-tal kilometer van Ljubljana bevindt zich het grottenstelsel van Postojna, gevormd door het water in het karstgesteente dat zichtussen Postonja en Triëste uitstrekt. In het zachte gesteente heeft het water vele kilometers grotten en ondergrondse rivieren uitgehold. De Postonja grotten zijn één van de grote toeristische trekpleisters van Slovenië. Met een treintje worden we 2 kilometer diep in de grotten ingevoerd. De temperatuur is er steeds ongeveer 10°C, de rit met het treintje gaat door lange gangen en grotere zalen, je weet niet waar je eerst moet kijken. Na de rit gaat het te voet verder onder leiding van een gids, die vakkundig uitleg verschaft. De stalagmieten en stalactieten zijn niet te tellen, het gaat bergop en bergaf van de ene prachtige zaal naar de andere, het is werkelijk een reusachtig spektakel. Na een wandeling van een drietal kilometer komen we terug bij het treintje dat ons terug naar de uitgang brengt. Vrijdagmorgen rijden we naar het 12 kilometer verder gelegen Predamski om er het kasteel te bezoeken. Het kasteel is werkelijk tegen de rots aan geplakt. De rotsen zijn ook doorregen met gangen en boden goede bescherming aan de bewoners. De eerste bebouwing dateert uit de 12de eeuw. De meest bekende bewoner was ene Erasmus, die zich de woede op de hals gehaald had van de Oostenrijkse keizer Frederik III. Deze laatste belegerde tevergeefs het kasteel gedurende meer dan één jaar. Maar Erasmus kon zich bevoorraden door het kilometerslange gangenstelsel. Tenslotte werd de onfortuinlijke Erasmus, verraden door één van zijn dienaren, door kanonskogels van de latrine afgeblazen.. Het kasteel schittert in het zonlicht en het is een genot er rustig doorheen te kunnen dwalen. Van op de balkons hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. We rijden dan verder het Socadal in. De natuur is hier weer op haar best en de Soca rivier kronkelt zich door de brede vallei met beboste hellingen, af en toe krijgen we de rivier te zien met haar turkooizen kleur.
Maandag rijden we ongeveer de hele dag door Bosnië, we zien onderweg doorheen het mooie landschap vele minaretten van de moskeeën. In het Servische deel van Bosnië zijn er dan praktisch geen moskeeën meer te zien, sporen van het oorlogsgeweld zien we bijna overal. Op een kleine camping brengen we onze laatste nacht in Bosnië door.
Dinsdag doorkruisen we nog een stuk van Kroatië alvorens we de grens met Slovenië oversteken. Onderweg naar Ljubljana breekt een hevig onweer los en in de gietende regen komen we bij de camping aan. Na enig zoeken vinden we een plaats waar we met droge voeten kunnen uitstappen. In de late namiddag houdt het op met regenen en kunnen we nog even buiten zitten.
Woensdagmorgen met de bus de stad in. Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, is een grote stad met industrie rondom. Het oude hart van de stad is erg gezellig en knus. Er staan vele mooie gebouwen en langs de stroom met zijn mooie bruggen is het fijn wandelen. Met een toeristisch treintje laten we ons naar boven tot aan de burcht voeren die ver over de stad uitkijkt. De burcht als gebouw is niet erg mooi, het is een samenraapsel van stijlen en ongelukkige restauraties. Er is echter een interessante tentoonstelling over de geschiedenis van de burcht en van Slovenië. Het uitzicht vanaf de top van de toren, 100 treden naar boven, is echt weids, de hele stad is goed te zien even als het omringend landschap. Beneden bezoeken we de plaatselijke markt waar we nog lekkere kersen kunnen kopen. Terug op de camping nemen we nog een verfrissende duik in het zwembad.
De weg van Mostar naar Sarajevo loopt voor het grootste gedeelte langs de Neretva rivier. Het landschap waar we doorheen rijden is prachtig, imponerende bergen waar de rivier smaragdgroen doorheen stroomt. Langs de kant van de weg, zoals we reeds overal in Bosnië zagen, staan op geregelde tijdstippen herdenkingsstenen voor gevallenen in de oorlog. Er is reeds veel terug opgebouwd maar de stukgeschoten en vernielde huizen zijn nog talrijk te zien. Een brede zesbaan weg voert het drukke verkeer Sarajevo in en uit. Het is een echte grootstad, van het oorlogsgeweld is niet veel meer te zien en er wordt driftig gebouwd. Veel bezienswaardigheden heeft de stad niet te bieden en we vervolgen onze weg richting Slovenië. Het stadje Jajce, waar nog een grote burchtruïne troont, bezit ook prachtige watervallen. Aan het meer strijken we neer op een nette camping. Met de fiets maken we een kort uitstapje naar het nabij gelegen meer, waar we ook weer mooie watervallen zien. Op die watervallen staan kleine huisjes die vroeger als molenwerk dienden voor allerlei doeleinden. Op een terras aan de rand van het meer genieten we van een frisse pint.
Het bedevaartsoord Medjugorje schijnt Lourdes in belangrijkheid te evenaren en dat willen we wel zien. Na enig zoeken, want onze Tomtom heeft van Bosnië niet veel in de mars, arriveren we in Medjugorje. Het is er een chaos van talrijke autobussen, voornamelijk Italiaanse, die horden passagiers uitlaten. De ene souvenirwinkel na de andere die dezelfde prularia aan de man trachten te brengen, een regelrechte kermis. Parking is er nauwelijks te vinden en we houden de plaats voor bekeken. Koers naar Mostar. Nabij de ingang van de oude stad vinden we een parkeerplaats waar we de nacht kunnen doorbrengen. Een gezellig straatje van de oude stad voert naar de bekende Stari Most of oude brug. Het is ook een toeristisch hoogtepunt en we zijn er echt niet alleen. De brug, die in de oorlog vernield was, is terug opgebouwd in zijn oude glorie. Overal in de stad zijn de wonden van de oorlog nog goed merkbaar, want dit was frontgebied. Nu echter leven moslims en christenen blijkbaar in goede verstandhouding. De parking waar we staan ligt achter een franciscaanse kerk, waar we om het kwartier de klok horen slaan, een aan de andere kant hoorden we net de muezzin oproepen tot gebed.
De batterij van de wooncel is stuk en we moeten op zoek naar een nieuwe. De baas van de camping stuurt ons naar een adres waar we terecht moeten kunnen in Dubrovnik. De gewenste batterij is niet in voorraad maar kan de volgende dag geleverd worden. Dus gaan we terug naar de camping om een dagje te luieren en te profiteren van het strand.
Donderdag 1 juli
s Middags krijgen we bericht dat de batterij is aangekomen we moeten terug naar de nieuwe stad Dubrovnik onderweg maken we nog een laatste panoramafoto van de oude stad. Na een uur zwoegen in de brandende zon krijg ik de batterij geïnstalleerd. We gaan dan op weg naar Bosnië. Van de kust weg gaan we onmiddellijk de bergen in. Het is er erg rustig rijden en er is weinig bewoning te zien. Onze eerste stop is Trebinje, een mooi klein stadje aan de stroom Trebisnjica. De mensen hier lijken erg van een terrasje te houden want er zijn erg veel terrassen te zien in het stadsbeeld. De markt is een gezellig plein met vele platanen waar we even uitblazen met een lekker pilsje. De prijzen vallen hier erg mee. s Avonds trekken we terug de stad in en nu is er veel meer leven dan in de namiddag. We nestelen ons weer op een terras en proeven er een heerlijke plaatselijke wijn Vranac.
Van Sibenik tot Dubrovnik is nog enkele honderden kilometers, die we liefst langs de kustweg rijden. Het is erg mooi met prachtige uitzichten op baaien en dorpjes met een blauwe en turkooizen zee als achtergrond, maar het schiet niet echt op. Rond 4 uur kijken we uit naar een slaapplaats en komen terecht op een piepkleine autokamp, we kunnen er net door met de auto, en het is er wel rustig. s Nachts steekt er weer een hevige wind op die de bomen en de camper goed dooreen schudt.
Maandag rijden we verder naar Dubrovnik. Marina had ons een adres bezorgd voor een autokamp een twaalftal kilometer voorbij de stad. We vinden die zonder problemen en kunnen er goed staan en internetten.
Dinsdagmorgen varen we met een boot naar Dubrovnik, het is warm zonnig weer en het is een leuke vaart over het heldere water en spoedig krijgen we de oude stad in zicht. De oude stad Dubrovik is wel de mooiste die we totheden gezien hebben, volledig ommuurd en goed bewaard. De prachtige gebouwen verraden duidelijk een Venetiaanse invloed. Ook de nabijheid van Rome is duidelijk te zien in het grote aantal kerken en kapellen in de stad. De hoofdstraat de Placa is een brede straat, druk bevolkt met toeristen. De zijstraatjes zijn smal en nodigen uit om op ontdekking te gaan. Voor een tocht over de stadsmuren bedank ik wanneer ik de vele en steile trappen zie in de brandende zon. Na een lekkere lunch en nog een terrasje keren we met de boot terug naar de camping.
We willen het natuurpark Krka bezoeken en hebben een adres van een minicamping in Lozovac vanwaar er busdiensten zijn naar het park. De camping heet Marina en Marina in hoogsteigen persoon wuift ons de camping in. De vrouw is erg vriendelijk en behulpzaam, ze vertelt ons dat er vanaf de camping alle dagen een busje een rondrit maakt door het park, vertrek om 9 uur in de morgen voor een schappelijke prijs. We brengen dan de dag door al luierend, s avonds staat er een varken gebraden aan het spit op het menu. We laten ons dat lekker smaken met een halve liter plaatselijke wijn en een slibovic om af te ronden.
Om 9 uur staan we paraat samen met nog zes andere personen gaan we aan boord van een gerieflijke minibus. De baas zelf zit aan het stuur en rijdt met ons in totaal een 140km doorheen het park. Aan de watervallen gekomen wijst hij ons de weg over een grotendeels met plankier afgemaakt pad, dat we in zo een anderhalf uur afwandelen. Het pad voert doorheen de waterwereld van de rivier Krka en overal krijgen we schitterende uitzichten op de ene waterval na de andere. Het heldere water zit vol vis, die niet bevist mag worden.Een prachtige wandeling! Nadien rijden we verder langs diepe ravijnen doorheen een diepe kloof met schitterende uitzichtpunten, optijd wordt er halt gehouden om fotos te maken. s Middags houden we halt bij een leuke eetgelegenheid waar we vergast worden op een lekkere broodmaaltijd met gedroogde ham, worst, spek, kaas, olijven en tomaten, ook weer vergezeld van wijn en kersenlikeur. Na de middag rijden we verder en genieten van de mooie uitzichten, na een bezoek aan een orthodox klooster houden we nog een laatste maal halt om naar weer een prachtig uitzicht op een waterval, waarvan ook keizerin Sissi zou genoten hebben. Moe en tevreden komen we terug op de camping, het was een erg mooie dag.
Sibenik is ons volgende doel. Het is even zoeken voor we een geschikte camping vinden, in Brodarica op enkele kilometers van Sibenik belanden we op een minicamping vlak aan het strand. Het is reeds middag geweest en na onze siësta laten we ons verleiden door het heldere water en trekken onze badpakken aan. De zon brandt, de wind waait hevig en het water is echt nog aan de frisse kant, dus het strand verlaten we na korte tijd. s Avonds genieten we nog van een mooie zonsondergang.
Donderdagmorgen gaan we met de bus de stad in. Het oude stadsdeel van Sibenik is in zijn geheel erkend door Unesco als werelderfgoed. De stad bezit nog steeds haar middeleeuws stratenpatroon en gemotoriseerd verkeer is er onmogelijk. De smalle straatjes met hun eeuwenoude gebouwen geven een goed idee hoe de mensen hier vroeger leefden. De trots van de stad is de St. Jakova kathedraal, het is een erg mooi gebouw versierd met veel beeldhouwwerk, waaronder een fries versierd met koppen van toenmalige weldoeners uit de stad. Hoog boven de stad waken nog steeds de ruïnes van het kasteel. Na de nodige trappen te hebben beklommen hebben we een schitterend uitzicht over de stad en het water. Onze benen zij aan een rustpauze toe en op een gezellig terrasje nemen we onze lunch vooraleer terug te keren naar de camping, waar we genieten van een rustige namiddag.
De zon schijnt en de temperatuur is terug aangenaam. Met de fiets begeven we ons naar het oude stadsgedeelte van Zadar dat op een landtong ligt aan de zee. Het is prettig fietsen en via een voetgangersbrug belanden we in de stad, waar de voetganger zich thuis voelt. Het is fijn om er te flaneren en al die mooie pleinen en straatjes te verkennen. s Middags na een voorraad vers fruit te hebben opgeslagen op de plaatselijke markt keren we terug naar de camper voor de lunch en de siësta. In de late namiddag keren we terug om de rest van de stad te ontdekken, we hebben het erg naar onze zin en in een gezellig restaurantje genieten we van een heerlijke maaltijd doorgespoeld met enkele glazen Kroatische wijn. Van Zadar hebben we genoten.
Het regent wanneer we uitchecken op de camping in Pula. Het blijft regenen tot voorbij Opatija, waar we de kustlijn zullen volgen tot Dubrovnik. In de namiddag klaart het wat op en we stoppen bij een kleine camping in Divizije. De camping is gelegen bij de zee en ondanks de wind en af en toe enkele regendruppels kan ik me er best vermaken met enkele visjes te vangen. s Nachts blijft het regenen en hevige windvlagen schudden de camper goed dooreen. Wanneer we de camping verlaten is het droog maar de hevige wind blijft en de hemel is loodgrijs en donker. De baan die de kustlijn volgt is erg bochtig, want die volgt de grillige vorm van de bergen. Het blijft hevig waaien en het is goed oppassen voor rukwinden, die voelen we erg op de camper. Door het donkergrijze weer komen de kleuren van de prachtige baaien en dorpjes niet tot hun recht. We komen aan bij Zadar een grote stad, aan de rand treffen we de gebruikelijke winkelcentra aan. We zoeken een camping, want in Kroatië is vrij kamperen verboden. In het stadsdeel Puntamika vinden we een camping, die zoals we al ondervonden redelijk duur zijn en waar het sanitair als gewoonlijk ouderwets en weing comfortabel is. Het is echter een rustige camping waar we leuk kunnen staan.
Het heeft de hele nacht geregend en gestormd, bij het ontbijt is het nog steeds aan het regenen. In de regen rijden we naar Kroatië, het is erg druk op de weg. Wanneer we in Pula aan komen begint een onweer en het water valt met bakken uit de hemel, op sommige plaatsen in de stad moeten we door enorme plassen soms wel een halve meter diep. Op de camping komen we aan in een lichte regen. We trekken met de bus gewapend met onze regenschermen de stad in. Pula heeft nog vele overblijfselen uit de Romeinse tijd, waarvan de arena wel de grootste is. s Avonds trekt de hemel open en kunnen we toch nog wat buiten zitten.
Izola is een aardig stadje en we kunnen op de plaatselijke markt lekker fruit en groenten kopen. Portoroz is de grootste badplaats van Slovenië en is erg druk en mondain. We fietsen er door op weg naar Piran, een schitterend plaatsje op de punt van het schiereiland. De centrale plaats is erg mooi met leuke terrassen. Door de nauwe straatjes en steegjes, waar het lijkt of je in de middeleeuwen bent, klimmen we omhoog naar de oude stadsomwalling vanwaar we een adembenemend overzicht krijgen over het stadje en de baai. Terug beneden komen we op adem op één van de leuke terrassen, en fietsen dan terug naar Portoroz om te overnachten.
Na ons bezoek aan Venetië wenden we ons naar Punto di Sabio, de uiterste punt van het schiereiland tegenover de Doge stad. De camperplaats waar we terecht komen is een uiterst verzorgde plaats aan de redelijke prijs van 17, er is een gebouwtje met zeer verzorgde toiletten en douches. Het is gelegen nabij de afvaartplaats voor de ferry naar Venetië, waarvan we aan de overkant het silhouet kunnen zien. Morgen verwachten we Natascha, Pieter en Mischa die er op een nabij gelegen camping hun vakantie willen doorbrengen. Het is een hartelijk weerzien, jammer genoeg is het ondertussen gaan regenen maar we hebben toch gezellig samen kunnen eten in het plaatselijk restaurant. Woensdag regent het nog steeds en we besluiten dan maar om verder te rijden. Vooraf gaan we samen nog eten in Lido de Jesolo in een leuke trattoria. We worden daarna door de ganse familie uitgezwaaid en rijden we richting Triëste. Voor we Triëste bereiken blijven we overnachten op de parking van een warenhuis.
Donderdag 17 Juni
Even voorbij Triëste komen we bij de grens van Slovenië, onze eerste halte daar is in Koper, de belangrijkste havenstad van Slovenië dat maar een kort stuk strook bezit dat aan de zee ligt. In de stad zijn nog enkele bezienswaardige bouwwerken te zien die de invloed van het nabije Venetië verraden. Buiten het centrum vinden we een standplaats nabij het water. We trekken er met de fiets op uit en belanden in Izola waar we een beter onderkomen vinden, dus halen we de camper op en overnachten in Izola.
Wij laten de camper achter op de parking San Guiliano op een achttal kilometer van Venetië en rijden er met de fiets naar toe. Het is gloeiend heet en van op de brug die Venetië met het vasteland verbindt hebben we reeds een blik op de skyline van de stad. Het is erg druk nabij het station waar we onze fietsen achter laten en we wandelen richting San Marco. Het gaat door smalle straatjes, onderbroken door kanaaltjes waar we telkens trap op en trap af dienen te gaan over de pittoreske bruggetjes. In de vele kanaaltjes varen de typische gondels met toeristen. Op de Realto brug is het erg druk met de vele bezoekers van de stad en het is drummen om een foto te kunnen nemen. Op het Canal Grande varen de waterbusssen en taxis kris kras door elkaar. Overal in de stad komen we zangkoren tegen die het beste van zichzelf geven, vaak in mooie klederdracht. Er wordt beslist een wedstrijd voor zangkoren gehouden. Op het San Marcoplein, ook weer overspoeld door een massa toeristen van alle nationaliteiten, bewonderen we de pracht van alle gebouwen en monumenten. We hebben ondertussen al heel wat kilometers afgelegd en we beginnen het te voelen in de benen. We keren terug naar de Piazzale de Rome. We fietsen terug naar de camper en verlaten Venetië, terug naar onze vorige slaapplaats.
Via Vicenza bereiken we Padova. Het plein, waar we reeds eerder stonden en ook aangegeven is als camperplaats, is ingenomen door een grote kermis. We zoeken dan maar een parkeerplaats langs de straat. We willen een bezoek brengen aan het graf van de heilige Antonius, het is er zoals immer zeer druk met bedevaarders. Op het plein nabij de parking is een grote markt waar het gezellig wandelen en kijken is. Fruit in overvloed en we doen ons tegoed aan de lekkere verse kersen. We kunnen hier echter niet blijven om te overnachten en rijden verder richting Venetië, onderweg stoppen we in de plaats Uriago en vinden er een geschikte plaats nabij het plaatselijk rugbystadion.
De camperplaats in Peschiera del Garde vinden we op de opgegeven plaats. Het is gloeiend heet maar we kunnen onze luifel uitdraaien voor wat schaduw een licht briesje brengt wat verkoeling. Na de siësta fietsen we naar het stadscentrum. Het is een typische vakantieplaats aan het Garda meer. Aan de bolwerken te zien moet het ooit een strategische betekenis gehad hebben. We kuieren wat door de smalle straatjes en zoeken dan het strand op. Het water is lekker fris maar het is een keienstrand en erg moeilijk op blote voeten. Hopelijk koelt het van avond wat af maar op dit moment is het nog 32°C.
We hebben onze zinnen gezet op een camperplaats in Sulzano aan het Iseo meer. Op de ingestelde coördinaten is niets te vinden noch op het adres. De plaats is gelegen tussen de bergwand en het meer en er is weinig plaats beschikbaar, laat staan voor campers. We stellen dan een ander doel in maar door een verkeerde afslag te nemen moeten we ettelijke kilometers omrijden vooraleer we kunnen terugdraaien. We mikken dan maar op Peschiera del Garda, het is wel te ver om daar vandaag nog aan te komen, maar onderweg zullen we wel een slaapplaats vinden. In het stadje Passirano vinden we een mooie parkeerplaats nabij het gemeentehuis. Aan de parkeerplaats staat een fonteintje met drie kranen waar men van 8u tot 22uur fris bronwater kan tappen en er komen zo wat de hele tijd mensen aan en af met kratten en zakken plastiek flessen om water op te halen. We hebben natuurlijk ook alle lege flessen gevuld en het is echt heerlijk fris natuurlijk bronwater.
Na een rustige nacht worden we wakker met mooi weer, maar het blijft heiig. We laden de fietsen af en beginnen aan onze ronde van het meer van Verena. De route verloopt voor het overgrote deel over een vrij liggend fietspad dat op en neer golft, het is prettig fietsen af en toe nemen we een kleine pauze om te genieten van de blik op het meer. In de namiddag rijden we dan verder richting Como. Langs de oostelijke boord van het meer gaat er een smalle weg langs de berg met een voortdurend schitterend uitzicht over het meer. Bij Bellagio ronden we de punt en gaat het verder naar Lecco. Het meer heet daar dan ook Lago di Lecco. Het is tijd om halt te houden en we vinden een kleine camping aan het meer waar we dankbaar stoppen. We kunnen er ook internetten, want bij Mc Donald lukt het niet zonder een Italiaanse Sim-kaart voor de GSM.