Het heeft de hele nacht geregend en gestormd, bij het ontbijt is het nog steeds aan het regenen. In de regen rijden we naar Kroatië, het is erg druk op de weg. Wanneer we in Pula aan komen begint een onweer en het water valt met bakken uit de hemel, op sommige plaatsen in de stad moeten we door enorme plassen soms wel een halve meter diep. Op de camping komen we aan in een lichte regen. We trekken met de bus gewapend met onze regenschermen de stad in. Pula heeft nog vele overblijfselen uit de Romeinse tijd, waarvan de arena wel de grootste is. s Avonds trekt de hemel open en kunnen we toch nog wat buiten zitten.
Izola is een aardig stadje en we kunnen op de plaatselijke markt lekker fruit en groenten kopen. Portoroz is de grootste badplaats van Slovenië en is erg druk en mondain. We fietsen er door op weg naar Piran, een schitterend plaatsje op de punt van het schiereiland. De centrale plaats is erg mooi met leuke terrassen. Door de nauwe straatjes en steegjes, waar het lijkt of je in de middeleeuwen bent, klimmen we omhoog naar de oude stadsomwalling vanwaar we een adembenemend overzicht krijgen over het stadje en de baai. Terug beneden komen we op adem op één van de leuke terrassen, en fietsen dan terug naar Portoroz om te overnachten.
Na ons bezoek aan Venetië wenden we ons naar Punto di Sabio, de uiterste punt van het schiereiland tegenover de Doge stad. De camperplaats waar we terecht komen is een uiterst verzorgde plaats aan de redelijke prijs van 17, er is een gebouwtje met zeer verzorgde toiletten en douches. Het is gelegen nabij de afvaartplaats voor de ferry naar Venetië, waarvan we aan de overkant het silhouet kunnen zien. Morgen verwachten we Natascha, Pieter en Mischa die er op een nabij gelegen camping hun vakantie willen doorbrengen. Het is een hartelijk weerzien, jammer genoeg is het ondertussen gaan regenen maar we hebben toch gezellig samen kunnen eten in het plaatselijk restaurant. Woensdag regent het nog steeds en we besluiten dan maar om verder te rijden. Vooraf gaan we samen nog eten in Lido de Jesolo in een leuke trattoria. We worden daarna door de ganse familie uitgezwaaid en rijden we richting Triëste. Voor we Triëste bereiken blijven we overnachten op de parking van een warenhuis.
Donderdag 17 Juni
Even voorbij Triëste komen we bij de grens van Slovenië, onze eerste halte daar is in Koper, de belangrijkste havenstad van Slovenië dat maar een kort stuk strook bezit dat aan de zee ligt. In de stad zijn nog enkele bezienswaardige bouwwerken te zien die de invloed van het nabije Venetië verraden. Buiten het centrum vinden we een standplaats nabij het water. We trekken er met de fiets op uit en belanden in Izola waar we een beter onderkomen vinden, dus halen we de camper op en overnachten in Izola.
Wij laten de camper achter op de parking San Guiliano op een achttal kilometer van Venetië en rijden er met de fiets naar toe. Het is gloeiend heet en van op de brug die Venetië met het vasteland verbindt hebben we reeds een blik op de skyline van de stad. Het is erg druk nabij het station waar we onze fietsen achter laten en we wandelen richting San Marco. Het gaat door smalle straatjes, onderbroken door kanaaltjes waar we telkens trap op en trap af dienen te gaan over de pittoreske bruggetjes. In de vele kanaaltjes varen de typische gondels met toeristen. Op de Realto brug is het erg druk met de vele bezoekers van de stad en het is drummen om een foto te kunnen nemen. Op het Canal Grande varen de waterbusssen en taxis kris kras door elkaar. Overal in de stad komen we zangkoren tegen die het beste van zichzelf geven, vaak in mooie klederdracht. Er wordt beslist een wedstrijd voor zangkoren gehouden. Op het San Marcoplein, ook weer overspoeld door een massa toeristen van alle nationaliteiten, bewonderen we de pracht van alle gebouwen en monumenten. We hebben ondertussen al heel wat kilometers afgelegd en we beginnen het te voelen in de benen. We keren terug naar de Piazzale de Rome. We fietsen terug naar de camper en verlaten Venetië, terug naar onze vorige slaapplaats.
Via Vicenza bereiken we Padova. Het plein, waar we reeds eerder stonden en ook aangegeven is als camperplaats, is ingenomen door een grote kermis. We zoeken dan maar een parkeerplaats langs de straat. We willen een bezoek brengen aan het graf van de heilige Antonius, het is er zoals immer zeer druk met bedevaarders. Op het plein nabij de parking is een grote markt waar het gezellig wandelen en kijken is. Fruit in overvloed en we doen ons tegoed aan de lekkere verse kersen. We kunnen hier echter niet blijven om te overnachten en rijden verder richting Venetië, onderweg stoppen we in de plaats Uriago en vinden er een geschikte plaats nabij het plaatselijk rugbystadion.
De camperplaats in Peschiera del Garde vinden we op de opgegeven plaats. Het is gloeiend heet maar we kunnen onze luifel uitdraaien voor wat schaduw een licht briesje brengt wat verkoeling. Na de siësta fietsen we naar het stadscentrum. Het is een typische vakantieplaats aan het Garda meer. Aan de bolwerken te zien moet het ooit een strategische betekenis gehad hebben. We kuieren wat door de smalle straatjes en zoeken dan het strand op. Het water is lekker fris maar het is een keienstrand en erg moeilijk op blote voeten. Hopelijk koelt het van avond wat af maar op dit moment is het nog 32°C.
We hebben onze zinnen gezet op een camperplaats in Sulzano aan het Iseo meer. Op de ingestelde coördinaten is niets te vinden noch op het adres. De plaats is gelegen tussen de bergwand en het meer en er is weinig plaats beschikbaar, laat staan voor campers. We stellen dan een ander doel in maar door een verkeerde afslag te nemen moeten we ettelijke kilometers omrijden vooraleer we kunnen terugdraaien. We mikken dan maar op Peschiera del Garda, het is wel te ver om daar vandaag nog aan te komen, maar onderweg zullen we wel een slaapplaats vinden. In het stadje Passirano vinden we een mooie parkeerplaats nabij het gemeentehuis. Aan de parkeerplaats staat een fonteintje met drie kranen waar men van 8u tot 22uur fris bronwater kan tappen en er komen zo wat de hele tijd mensen aan en af met kratten en zakken plastiek flessen om water op te halen. We hebben natuurlijk ook alle lege flessen gevuld en het is echt heerlijk fris natuurlijk bronwater.
Na een rustige nacht worden we wakker met mooi weer, maar het blijft heiig. We laden de fietsen af en beginnen aan onze ronde van het meer van Verena. De route verloopt voor het overgrote deel over een vrij liggend fietspad dat op en neer golft, het is prettig fietsen af en toe nemen we een kleine pauze om te genieten van de blik op het meer. In de namiddag rijden we dan verder richting Como. Langs de oostelijke boord van het meer gaat er een smalle weg langs de berg met een voortdurend schitterend uitzicht over het meer. Bij Bellagio ronden we de punt en gaat het verder naar Lecco. Het meer heet daar dan ook Lago di Lecco. Het is tijd om halt te houden en we vinden een kleine camping aan het meer waar we dankbaar stoppen. We kunnen er ook internetten, want bij Mc Donald lukt het niet zonder een Italiaanse Sim-kaart voor de GSM.
Erg rustig was onze slaapplaats niet want we stonden vlak bij een spoorweg waar bijna ononderbroken treinen over raasden. We maken een wandeling door het oude stadsgedeelte en over de promenade langs het meer. Jammer genoeg is er weinig zon te zien en komen de kleuren van de prachtige omgeving niet tot hun recht. In de namiddag rijden we verder in westelijke richting en komen langs één van de kleinere meren het Lago di Varese. Volgens een informatiebord ligt er een fietsweg rond het meer van ca.28km. Dat lijkt ons wel wat en aan de boord van het meer vinden we een geschikte camperplaats hopelijk blijft het morgen droog zodat we kunnen fietsen.
Het is bewolkt in Grimentz en niet erg uitnodigend voor een wandeling, het is anders een leuk stadje met nog typische oude houten chalets. We dalen terug naar het dal maar onderweg moeten we een omleiding volgen die ons langs smalle bergstraten voert, langs steile afgronden. Aan de andere zijde van het dal moeten we onze laatste plaats aandoen Leukerbad een echt wintersportcentrum. De opgegeven coördinaten brengen ons tot aan de ingang van een chique hotel waar natuurlijk geen camperplaats is. We vinden ook niet waar het kan zijn en keren dan om, opdracht volbracht. Via de Simplonpas rijden we naar Italië. Op de top van de pas nog een laatste blik op Zwitserland en dan naar beneden. Aan het Lago Maggiore houden we halt in de plaats Baveno.
De temperatuur is s morgens al hoog, het is echt zomer. We fietsen naar de stad Sion. Van ver zien we reeds twee toppen waar respectievelijk een kasteel en een kerk op staan die over de stad uitkijken. De straten lopen weer flink omhoog zoals in al die steden in de valleien. We klimmer verder omhoog naar de top met de kerk, vanwaar we een schitterend uitzicht over de vallei hebben. Het oude stadscentrum is mooi om te zien, op een zondag ligt het er wel wat verlaten bij. We keren terug naar de camper en rijden naar onze volgende bestemming. We schieten weer een zijdal in en langs vele haarspeldbochten leidt de weg omhoog langs diepe afgronden tot Grimentz op 1570 meter hoogte. Daar zullen we de nacht doorbrengen, het is inmiddels beginnen te regen en het is frisser geworden.
We worden wakker onder een stralende hemel en maken een wandeling door Martigny dat ooit een Romeinse nederzetting was. In de stad treffen we hier en daar nog fundamenten van hun gebouwen aan. Boven de stad torent nog een burcht die neerkijkt op een mooie houten brug. Nadien nemen we onze ronde weer op en bezoeken in de zijdalen weer enkele plaatsen. Onderweg is het weer genieten van de prachtige uitzichten. s Avonds blijven we in Saint Léonard bij de laatst te bezoeken plaats van de dag en kunnen genieten van een mooie zomeravond met mooi uitzicht op de wijnbergen.
Voor we onze trip verder zetten willen we nog even over de wekelijkse markt van Montreux lopen. Niet onaardig maar we hadden er meer van verwacht, op de promenade ontdekken we een standbeeld van Freddy Mercury, we kunnen het nog net fotograferen voor het omringd wordt door een schare toeristen. We rijden dan verder richting Simplonpas, maar onderweg gaan we nog enkele plaatsen inspecteren, we moeten daarom enkele passen op, links en rechts van de hoofdweg. Door schilderachtige dorpen en valleien met schitterende uitzichten slingeren we op en neer. In Martigny maken we halt dicht bij een Romeins amfitheater om er te overnachten.
In de folders over de streek leek ons een uitstap met de tandradtrein naar de Rochers de Naye een leuk idee. Om kwart voor tien vertrekken we vanuit het station van Montreux de berg op. Het gaat echt steil de hoogte in en we genieten van spectaculaire uitzichten. Jammer genoeg zitten we boven in de wolken en het zicht is zeer beperkt. Er is echter van alles te zien en te leren over marmotten die nog in deze streken huizen. Na de lunch klaart het weer enigszins op en maken we een wandeling tot boven aan de top op 2045m. vanwaar we een mooie blik op het meer hebben. Met de trein gaat het terug naar het dal. Beneden schijnt de zon en is het lekker warm. Op de camping genieten we van een mooie zomerse avond.
Montreux ligt aan een uiteinde van het meer van Genève, daar is een gedoogplaats met service. De parking kunnen we echter niet gebruiken wegens een manifestatie, en om enkele dagen te blijven ziet het er ook niet echt aantrekkelijk uit. Enkele kilometers voor Montreux ontdekken we een kleine maar erg mooi gelegen camping aan de rand van het meer. Ook daar krijgen we pasjes voor openbaar vervoer, met dit pasje krijgen we ook nog 50% korting op toeristische treinen en musea. Even voorbij Montreux ligt het kasteel van Chillon op een rots in het water. Het zou het meest bezochte kasteel van Zwitserland zijn. Het is erg goed gerestaureerd en een bezoek meer dan waard. We lopen er gedurende een tweetal uren trap op en trap af en hebben heel het kasteel gezien. Moe en voldaan keren we terug naar Montreux voor enkele aankopen en bussen dan terug naar de camping, waar we in onze zetels vallen met een frisse pint in de hand en zicht op het meer.
Het is droog en de zon komt regelmatig te voorschijn en we nemen de trolleybus naar het centrum van Lausanne. Het centrum van de stad ligt 200 meter hoger dan het meer. Met de fiets zouden we er echt niet geraken. In het hart van de stad stappen we af en klimmen verder naar de kathedraal die hoog boven de stad troont. De stad is werkelijk op de pieken van de bergen gebouwd want alle straten stijgen of dalen soms erg steil. Een vlakke straat is er nauwelijks te bespeuren, de Lausanners moeten over een goede conditie beschikken om hier veel te lopen. Een mooi overdekte trap stijgt reeds honderden jaren naar de kathedraal en het marktplein. Boven wacht ons een mooie blik over de stad en het meer. De kathedraal met mooie glasramen is sober ingericht want het is een gereformeerde kerk, maar toch een mooi gebouw. Achter de kathedraal staat er een mooi kasteel uit de 15de eeuw dat nu deregering van het kanton Vaud herbergt. We beginnen het te voelen in de benen en keren terug naar de camping. Het was weer een mooie dag.
Het heeft de hele nacht geregend en gestormd en het regent nog steeds. Ons plan om naar Neuchâtel te fietsen valt letterlijk in het water. Hetblijft zowat de hele dag regenen en we rijden dan maar verder op onze inspectieronde en werken 9 plaatsen af. De tocht gaat door een wisselend landschap van berg en dal waar we soms erg mooie vergezichten kunnen zien, die echter niet tot hun recht komen onder een loodgrijs bewolkte hemel. In Vallorbe aan de rand van de stroom Orbe installeren we ons voor de nacht.
Maandag 31 mei
Tot 5 uur in de morgen bleef de regen met bakken vallen. Het waterpeil van de rivier waar we bij staan is zeker 1 meter gestegen. We zetten onze reis verder richting Lausanne, onderweg blijven we op de route hangen achter een kudde koeien die naar de zomerweiden gebracht worden. In de vroege namiddag komen we in Lausanne aan, waar we ook nog een plaats moeten bekijken en we blijven daar staan. Met de fiets rijden we langs de waterkant en genieten van het zicht op het meer en de omringende bergen. Morgen gaan we de stad verkennen, met het openbaar vervoer. Als gast van een camping of hotel krijgt iedereen een pasje waarmee met gratis met bus, tram en metro kan rond rijden.
Ons volgende doel is Moutier, onderweg willen we Solothurn bezoeken maar door plaatselijke wegenwerken vinden we geen geschikte parkeerplaats en rijden dan maar verder. Om bij Moutier te geraken moeten we een flinke bergrug over via een landweg met een stijgingspercentage van soms 22%. De weg slingert en kronkelt voortdurend en levert mooie vergezichten. In Délémont ligt de volgende camperplaats, het is een grote parking met een zuil waar we elektriciteit kunnen nemen. Via een mooie stadspoort trekken we de stad in, waar de befaamde Zwitserse messen gemaakt worden. Langs de straten zijn nog mooie huizen en waterbekkens met prachtig versierde zuilen te zien. Het is er aangenaam wandelen. In de stad is men volop bezig kraampjes op te zetten want morgen is er een feestmarkt.
Zaterdagmorgen lopen we nog even de stad in om de activiteiten te bekijken. In één van de waterbekkens hebben ze zowaar forellen gezet, die de mensen kunnen trachten te vangenmet een stokje voorzien van een draadje met haak en aas. Die forellen hebben zeker in de kwekerij goed ontbeten want ze tonen niet de minste interesse voor het aas. Het is wel grappig om zien.
We zetten onze reis verder naar Neuchâtel doorheen een typisch Zwitsers landschap van groene weiden gevlekt met gele paardenbloemen en omzoomd door bergen. Onze indruk is dat de huizen hier minder verzorgd zijn dan deze die we in Duitsland gezien hebben. Niet dat ze bouwvallig zijn, maar een huisschilder zal hier niet rijk worden.
Onderweg hebben we nog enkele plaatsen gecontroleerd en belanden aan het meer van Neuchâtelbij de vissershaven Saint Blaise waar een mooie camperplaats is, dicht bij het meer.
Onder een stralende hemel vertrekken we voor een reis die ons weer op vele voor ons onbekende plaatsen zal brengen. In Waalre nemen we afscheid van Peter, Joke, Fenna en Linde die op 1 juni voor 3 jaar naar Amerika trekken. Rond 19 uur worden de laatste wensen uitgewisseld en rijden we naar Mönchen-Gladbach waar we bij het slot Wickerath overnachten. Maandagmorgen maken we een wandeling doorheen de slottuin. Het slot is nu een paardenfokkerij waar stamboekpaarden van het Rheinisches Pferd gehouden worden. Rond 11 uur gaat het richting Bad Rotenfels naar we verwacht worden bij onze vrienden Helmut en Claudia. Het is weer een hartelijk weerzien. Dinsdag nemen ze ons mee op een rit in de omgeving en bezoeken er het slot Berwartstein dat nog goed bewaard en gerestaureerd is. s Avonds nemen ze ons meen naar Kuppenheim om een match motorbal te bekijken. Dat wordt gespeeld op een betonnen veld met ongeveer de afmetingen van een voetbalveld. Een ploeg bestaat uit vier spelers en één doelwachter. De spelers moeten op hun motor gezeten de bal in het doel trachten te stampen. De bal is ongeveer dubbel zo groot dan een gewone voetbal. Op hun snelle en wendbare motoren gieren ze van het ene eind van het veld naar het andere en trachten de tegenspelers hun zoveel mogelijk te blokkeren en de bal af te pakken. Het spel gaat razend snel en het is opwindend om te zien hoe behendig en snel die jongens op hun motors zijn. In 4 maal 20 minuten wordt de match gespeeld en de thuisploeg werd verslagen met 7 op 12.
Woensdagmorgen regent het en het weer is afwisselend, net over de grens met Frankrijk bezoeken we een vistrap op de Rijn. Die trap laat toe om de vissen, waaronder terug zalm, de sluizen te passeren. Via grote ramen kunnen we in de trap kijken en zien een grote brasem voorbij zwemmen. In de namiddag kuieren we door Baden-Baden en genieten van koffie en taart op een terras.
Donderdagmorgen nemen we afscheid en rijden naar Zwitserland waar we voor de campergids 32 camperplaatsen zullen inspecteren. Onze eerste halte is Langenthal, een klein stadje met in het centrum enkele winkelstraten.
Dinsdag is het kouder en het is dichtbewolkt dus rijden maar. In Domfront nog een stadje uit onze Michelingids en maken een wandeling door de stille straten,
wanneer we bij de restanten van het kasteel komen merken we dat we hier reeds vroeger op bezoek geweest waren. Maar het blijft wel een leuke halte. We rijden verder naar Granville een stad aan de kust met boven de oude ommuurde stad en beneden de havenstad. De camperplaats is nabij de oude vestingstad aan de bovenzijde en vandaar hebben we mooi uitzicht op de haven en de ommuurde stad.
Woensdagmorgen een korte wandeling door de bovenstad die wel uitgestorven lijkt en daar naar beneden voor een wandeling langs de vissershaven. In de namiddag rijden we verder richting Turnhout. Een camperplaats was niet beschikbaar op deze route en dan hebben we de nacht doorgebracht nabij een winkelcentrum. Donderdagmorgen is het nog steeds betrokken en dan maar verder. In de vallei van de Somme zien we nog een mooi plekje aan het water.
De zon is inmiddels goed door gekomen en we besluiten om onze laatste nacht van het verlof daar door te brengen.
Vrijdagmorgen op minder dan 300km van huis vatten we de laatste rit aan en in de namiddag komen we dan weer terug thuis. Het was een mooie trip en we hebben erg kunnen genieten van een mooie zomer. Nu kunnen we weer plannen maken voor het volgende jaar.