Foto
Categorieën
  • Bhagavat Gita - Hoofdstuk 2 (16)
  • Bhagavat Gita Hoofdstuk 1 (38)
  • Bhagavat Gita Inleiding (19)
  • Bhagavat Gita Voorwoord (5)
  • De Bhagavat Gita met toelichting van sannyasi dirk

    03-08-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 43. O Krishna, via de opeenvolging van discipelen heb ik gehoord dat zij van wie de familietradities vernietigd zijn voor altijd in de hel verblijven.

    Het vooruitzicht op de verschrikkingen van de hel zijn het uitverkoren middel waarvan de religeuze instituten en kasten zich steeds hebben bediend om de mensheid angst aan te jagen en te onderdrukken, zowel in het Westen als in het Oosten. Arjuna heeft deze informatie, zoals de meeste mensen, slechts van horen zeggen, hij weet het dus niet echt maar lijkt de Brahmanen (priesterkaste) te geloven want hij is opgegroeid in het geloof dat zij de behoeders van de eeuwenoude tradities zijn; tradities die zij echter in het verleden zelf hebben gecreëerd, en onder de vorm van geestelijke erfopvolging doorgeven. Hun wil is wet en wie zich niet schikt riskeert te worden vervloekt of erger, ook een favoriet middel om angst in te boezemen. Doch zijn er ook Brahmanen die werkelijk godsrealisatie hebben bereikt en tegen het onrecht van deze tradities, waaronder ook het kastensysteem, ingaan en de mensheid proberen een nieuwe, rechtvaardige en werkelijke godsbeleving aan te leren.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    02-08-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 42. Het is een wandaad om de familietradies te vernietigen en zo de oorzaak te zijn van onwenselijke kinderen. Hierdoor worden allerlei activiteiten en gemeenschapsverplichtingen voor het welzijn van de familie tenietgedaan.

    Arjuna zit volledig vast in de aardse traditie van het sanatana-dharma systeem (de naar aardse traditie eeuwige, rechtvaardige leer) dat door de religieuze kaste (Brahmanen) is ontworpen om de mens te helpen (?) bij het bereiken van zijn uiteindelijke verlossing. Dit wereldse sanatana-dharma systeem waar ook het onrechtvaardige kastensysteem deel van uitmaakt dient te worden verbroken en overstegen. Pas als de zoekende mens dat begrijpt en aanvaardt kan hij het enige en ware goddelijke Sanatana-Dharma, dat onvergankelijk en eeuwig is, in zijn innerlijke met hulp van de Allerhoogste als een mystieke roos laten openbloeien.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    01-08-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 41. De toename van onwenselijke kinderen zal de oorzaak zijn van een hels bestaan voor zowel de familie als zij die de familietraditie vernietigen. De rituelen waarbij water en voedsel wordt geofferd aan de voorouders wordt gestaakt en hierdoor komen ook zij ten val.

    Met de toename van onwenselijke kinderen verwijst Arjuna naar kinderen die geboren worden uit kastenvermenging. Wie zich niet bevrijd van deze door mensen gecreëerde tradities, die berusten op illusie en vergankelijk zijn, zal intens lijden en komt als hij niet tot inzicht komt uiteindelijk ten val. De Allerhoogste vraagt geen offers noch rituelen, noch voor de levenden, noch voor de doden. We dienen enkel Hem, de Geliefde, als centrum van ons bestaan met liefde en devotie te vereren.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    31-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 40. O Krishna, afstammeling van Vrishni, wanneer de familie in goddeloosheid vervalt neigen de vrouwen naar losbandigheid en worden verdorven, met als gevolg onwenselijk nageslacht.

    In dit vers wordt Heer Krishna aangesproken met afstammeling van Vrishni omdat Hij binnen de Vrishnidynastie werd geboren. Arjuna zit volledig gevangen in het web van eeuwenoude tradities waarin vrouwen als minderwaardig worden beschouwd en hun intelligentie aan deze van kinderen wordt gelijk gesteld, zodat ze voor de buitenwereld dienen beschermd te worden. Nu nog bestaan er religieuze en spirituele gemeenschappen die dergelijke mensonwaardige tradities in ere houden. Nochtans spreekt Heer Krishna in de Bhagavat Gita met geen enkel woord over het vrouwelijk geslacht als zijnde minderwaardig. 


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    30-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 39. Door het vernietigen van de familiedynastie zal de eeuwige traditie verloren gaan. Hierdoor zullen de overgebleven familieleden in goddeloosheid vervallen.

    Voor Arjuna zijn de familiedynastie met haar tradities zeer belangrijk. Hij heeft uit het oog verloren dat familiedynasties en tradities komen en gaan, tot de stoffelijke wereld behoren en dus vergankelijk zijn. Tradities zijn slechts een tijdelijk hulpmiddel om de mens te helpen op het rechte pad te blijven. Slechts de Allerhoogste, de Geliefde is onveranderlijk en verblijft in eeuwigheid. 


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    29-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 38. O Krishna, waarom moeten wij, die wel goed van kwaad kunnen onderscheiden, deze familiedynastie vernietigen? 

    Zelfs al weet hij dat zijn familie zich schuldig maakt aan kwade activiteiten heeft Arjuna het moeilijk om de banden met zijn familie te verbreken en hen figuurlijk gezien te doden. Zachtmoedig als hij is zou hij hen liever vergeven en op goede voet verder met hen door het leven gaan.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    28-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 37. O Janardana, zelfs het doden van mijn familie en vrienden wiens harten vol van hebzucht zijn, is verkeerd en laadt karmische schuld op mij.

    De volmaakte yogi Krishna wordt hier door Arjuna weer aangesproken met Janardana, een andere naam voor Heer Vishnu, de instandhouder van het universum en wat betekent: Hij die de oorspronkelijke verblijfplaats en beschermer is van alle levende wezens. Arjuna is er vast van overtuigd dat het verbreken van de banden met zijn familie en vrienden (hen geestelijk doden), ook al kiezen ze voor het kwade, verkeerd is en hem bovendien met karmische schuld zal belasten.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    27-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 36. O Madhava, hoe zouden we gelukkig kunnen worden door onze eigen familieleden te doden? Wat bereiken we ermee? We zullen tot zonde vervallen. Daarom is het verkeerd om Dhritrashtra's zonen en onze vrienden van het leven te beroven. 

    Arjuna spreekt Heer Krishna aan als Madhava, wat heer van het geluk betekent. Arjuna denkt nooit meer gelukkig te kunnen worden wanneer hij zijn familieleden en vrienden geestelijk doodt. Hij vraagt Heer Krishna, door zijn redenering, wanhopig om raad wat te doen in deze netelige kwestie, want hij streeft als een liefdevolle mens naar het goede en wil geen zonde begaan door de foute keuze te maken.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    26-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 32 - 35. O Govinda, zelfs al winnen we een koninkrijk met alle geluk vandien, wat baat het ons als alle personen voor wie we dat verlangen nu op het slagveld tegenover ons staan. O Mathusudana, wanneer grootvaders, vaders, zonen en andere familieleden, vrienden en leraren bereid zijn hun leven en bezittingen op te offeren in deze strijd. O Janardana, ik wil niet met hen strijden, zelfs niet in ruil voor de drie werelden, laat staan deze aarde. Er bestaat voor mij geen vreugde te behalen in het doden van Dhrithrastra's zonen.

    Heer Krishna wordt hier met drie verschillende namen aangesproken: Govinda, Mathusudana en Janardana. Govinda verwijst naar Veda (kennis), Mathusudana verwijst naar de vernietiging van de demon Madhu, die het ego symboliseert en Janardana verwijst naar Heer Vishnu (de instandhouder van het universum) en betekent: Hij die de oorspronkelijke verblijfplaats en beschermer is van alle levende wezens. Arjuna weigert dus de strijd aan te gaan met zijn familie omdat, zoals we reeds hebben vermeld, hij de stoffelijke familiebanden niet wil verbreken en alles bij het oude wil laten. De drie werelden verwijzen naar de causale wereld, de subtiele wereld en de fysieke wereld. De causale wereld is de ruimte waar alle mogelijke creaties reeds bestaan doch slechts als energie, de subtiele wereld waar de creaties zijn vastgelegd als op een blauwdruk en de fysieke wereld waar alle creaties hun vorm krijgen.

     


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    25-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 31. O Krishna, hoe kan het doden van mijn eigen familie in deze oorlog tot iets goed leiden. Evenmin verlang ik naar de overwinning en het geluk die hierop zullen volgen.

    Net als Arjuna zijn we allen geconditioneerd in de stoffelijke wereld. We menen familiebanden te hebben doch deze bestaan slechts zolang we in de materiële wereld leven. Feitelijk is de gedachte van het hebben van familie niet meer dan een illusie. Om het spirituele pad te volgen zullen we dus deze banden moeten verbreken en uiteraard is dit een zeer moeilijk en pijnlijk proces. Moeten we dan van ons hart een steen maken en onze familie verlaten zoals sommige traditionele yogis doen, soms zelf echtgenote en kinderen in de steek laten om ons volledig aan de Allerhoogste te wijden? Neen, naar mijn mening dienen we dit niet letterlijk te nemen maar figuurlijk op te vatten. We dienen ons wel geestelijk van onze familie- en andere banden te onthechten doch zonder aan mededogen en onze plicht tegenover hen in te boeten. We dienen dus duidelijk te begrijpen wat deze banden wel en niet betekenen. Arjuna kan, door gebrek aan spirituele kennis, het niet over zijn stoffelijke hart krijgen om de strijd aan te gaan en de stoffelijke banden met zijn familie te verbreken, want hij gelooft in dat geval nooit meer gelukkig te kunnen zijn. 


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    24-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 30. O Krishna, mijn geest duizelt en ik heb mijn zelfbeheersing verloren. Ik zie enkel onheil in het vooruitzicht en ben niet langer in staat om op deze plaats te verblijven.

    Arjuna raakt steeds meer in de ban van de levensomstandigheden van de materiële wereld en raakt volledig verstrikt in het web van illusies. Eerst is er de totale verwarring gevolgd door het verlies van zelfbeheersing. Hij wil enkel nog vluchten voor het onheil dat zijn denken beheerst. Door te vluchten denkt hij bevrijd te worden van deze verwarring, doch waar men ook gaat blijft de geestelijke verwarring in ons aanwezig. Door devotionele dienst aan de Allerhoogste kunnen we dit obstakel echter overwinnen.

     


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    22-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 28 - 29. O mijn Heer, als ik al deze mensen hier zie die verlangen naar de strijd, voel ik mijn lichaam beven, mijn ledematen worden zwak, mijn mond droog en mijn haar gaat overeind staan. Mijn boog Gandiva glijdt uit mijn hand en mijn huid gloeit.

    Alle symptomen die alhier beschreven worden verwijzen naar hevige angst en totale verwarring. De boog Gandiva die uit Arjuna's handen glijdt verwijst naar het verlies van zijn houvast in de wereld. Overal in de wereld spelen zich dagelijks dergelijke taferelen af. Als we er zelf niet bij betrokken zijn kunnen we wel mededogen hebben maar lijkt het ons verder niet te deren, maar als ons eigen "ik" er mee te maken krijgt lijkt het of de wereld voor ons vergaat. Al deze symptomen worden veroorzaakt door een materialistische levensopvatting (niet te verwarren met dat we het leed in de wereld zomaar moeten laten gebeuren zonder in te grijpen).

     


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    21-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 25 - 26 - 27. Voor Bhisma en Dronacharya, en alle heersers van de wereld, sprak Heer Krishna: O Arjuna, zie hier alle leden van de Kurudynastie verzameld. Daar zag Arjuna vaders, grootvaders, ooms, neven, zonen en kleinzonen, leermeesters en vrienden, schoonvaders en weldoeners aan beide kanten geschaard. Toen keek Arjuna al dezen aan en door medeleven overmand sprak hij.

    Aan beide zijden zag Arjuna familieleden en vrienden staan. Al dezen waren hem zo vertrouwd en maakten deel uit van zijn lichamelijk en mentaal bestaan dat hij tot nu toe had geleefd. Hoe in hemelsnaam kon hij zich ontdoen van wat een deel van hem was geworden. Arjuna stond op het punt een totale verandering te ondergaan vanwaar geen terugkeer meer mogelijk was.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    20-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 24. Sanjaya sprak: Toen Heer Krishna, Hij die de geheimen van ieders hart kent, het verzoek van Arjuna, hij die de slaap heeft overwonnen, had gehoord mende hij de beste der strijdwagens tussen beide legers in en bracht deze aldaar tot stilstand.

    Het grootste moment in ons leven breekt aan. Arjuna wordt hier ook Gudakesa genoemd (hij die de slaap heeft overwonnen) want hij is wakker geworden en ziet thans het verschil tussen goed en kwaad. Hij is bereid in zijn innerlijke het gevecht aan te gaan tussen de goede en kwade krachten. Arjuna is de vertegenwoordiger van de mens die zijn keuze dient te maken die bepalend is voor het verdere verloop van zijn leven. De beste der strijdwagens is, zoals we reeds eerder vermelden, niet gemaakt van aardse materialen, maar gemaakt van transcendentale energie.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    18-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 21 - 22 - 23. O onfeilbare, rijd mijn strijdwagen tussen beide legers in, zodat ik kan zien wie de boosaardige Duryodhana steunt en met wie ik het in deze grote veldslag dien op te nemen. 

    Arjuna bidt tot de Allerhoogste om raad want hij weet dat eenmaal deze oorlog is begonnen, er geen terugweg is. Arjuna wil zeker zijn wie zijn tegenstanders zijn en of dit conflict niet op vreedzame wijze kan worden opgelost.   


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    17-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 20. Toen Arjuna, op wiens banier Hanuman prijkte, de zonen van Dhritrashtra in slagorde zag staan, klaar om de strijd te beginnen, nam hij zijn boog en sprak volgende woorden tot Heer Krishna.

    Arjuna vertegenwoordigt de goede mens die wijsheid zoekt doch noch steeds in de ban is van twijfel en rusteloosheid. De aap (Hanuman) op zijn banier, die wappert in de wind, verwijst enerzijds naar de rusteloze geest maar ook naar wereldverzaking, want Hanuman was geen gewone aap maar een wezen dat volledig wereldonthecht en bovendien een groot toegewijde van Heer Rama was (een incarnatie van Heer Vishnu, de instandhouder van het stoffelijk universum). Doch is het uiteindelijk enkel door de aanwijzingen en genade van de Allerhoogste mogelijk de rusteloze geest en onze twijfel definitief tot zwijgen te brengen.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    16-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 19. Het overweldigende tumult weergalmde in de lucht, deed hemel en aarde beven en verscheurde de harten van Dhrithrashtra's zonen.

    Het kwade doet zich steeds sterker en stoerder voor dan het in werkelijkheid is. Het kan slechts rekenen op uiterlijke bongenoten doch innerlijk is het leeg, laf en zwak. Dhritrashtra's zonen, die het kwade vertegenwoordigen, voelden zich plots overweldigd door het éénheidsgevoel van de Pandava's die enkel de stem en aanwijzingen van de Allerhoogste volgen, en het goede vertegenwoordigen.


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    15-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 18. En Drupada, de zonen van Draupadi en de sterkgearmde Subhadra, de grote strijder, en anderen, allen bliezen op hun schelphoorns.

    Drupada, hij die tot het einde blijft. De vijf zonen van Draupadi, die de eigenschappen symboliseren van: mededogen met de ouderen (ouderliefde), zachtmoedigheid, fijngevoeligheid, standvastigheid en sierlijkheid. Zij allen zijn krachtige hulpmiddelen bij het beoefenen van meditatie. De sterkgearmde (gestrekte armen) Subhadra verwijst naar de reikwijdte van het handelen. 


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    13-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 17. Verder heb je Parmeshvas Kashi, de machtige strijdwagenmenner Shikhandi, Dhrishtadyuman, Virata en Satyaki.

    Sommige auteurs vertalen Parmeshvas als de grote boogschutter. We kunnen het woord Parmeshvas echter opsplitsen in Param-Ish-Vas en wat dan één zijn met de Allerhoogste betekent. Kashi verwijst naar ons lichaam dat door middel van beheersing van de zintuigen en concentratie op onze geest en ons hart, ons de mogelijkheid aanreikt om één te worden met de Allerhoogste. Shikhandi verwijst naar het doorlopen van het proces van daadwerkelijke wereldonthechting waarbij men  op het einde zelfs bevrijd is van het uitvoeren van rituelen. Dhrishthadyuman belichaamt het tot plicht besloten standvastige hart. Satyaki verwijst naar de correcte levenswandel en het handelen naar waarheid.  


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1
    12-07-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Vers 16. Koning Yudhishtira, de zoon van Kunti blies op zijn schelphoorn Anantvijaya. Nakula blies op zijn schelphoorn Sughosha. Sahadeva blies op zijn schelphoorn Manipushpaka.

    Sanjaya, de raadsheer van koning Dhritrashtra, noemde Yudhishtira koning en maakte hierdoor duidelijk dat Yudhishtira rechtsgeldig voor het koningschap was voorbestemd en niet Dhitrashtra's zonen. Kunti is de belichaming van plichtsvervulling, die de vroomheid (Yudhisthira) heeft gebaard. Het transcendentale geluid van de schelphoorn Anantvijaya maakt de  éénwording met de Allerhoogste mogelijk. Tijdens de oorlog blijft de belichaming van de vroomheid, Yudhishtira, onberoerd net zoals tijdens het gevecht tussen de mens en zijn aangeboren natuur, alsook in tijden van diep verdriet. Aldus helpt ons de Allerhoogste om uiteindelijk de overwinning te behalen. Nakula die op zijn schelphoorn Sughosha blies verwijst er naar dat bij elke plichtsvervulling het onheil mettertijd wordt vernietigd. Sahadeva die op zijn schelphoorn Manipushpaka blies verwijst er naar dat de ware dienst aan de Allerhoogste, de Geliefde, zich niet voltrekt in tempels of door ritualen maar in ons innerlijk, als onze geest zich volledig isoleert van de buitenwereld en slechts in het gezelschap van het Zelf verkeert, in diepe reflexie en meditatie. 


    Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 1



    Archief per week
  • 19/08-25/08 2024
  • 12/08-18/08 2024
  • 05/08-11/08 2024
  • 29/07-04/08 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 08/07-14/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 10/06-16/06 2024
  • 03/06-09/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 20/05-26/05 2024
  • 13/05-19/05 2024
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!